NL1007618C2

NL1007618C2 - Secure insertion device, in particular a letterbox.

Info

Publication number: NL1007618C2
Application number: NL1007618A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Boogaard
Original assignee: Cornelis Boogaard
Priority date: 1997-11-26
Filing date: 1997-11-26
Publication date: 1999-05-27
Also published as: EP0919167B1; ATE216568T1; DE69805040D1; EP0919167A1; ES2176905T3; DE69805040T2

Abstract

Device for the insertion of objects, such as letters, packages en the like, said device also providing a safety against removing the objects that have been thrown in. The device comprising a collection container (1), which in the vicinity of the top edge, has an insertion member (2) with an insertion slot (7), which insertion member (2) is movable from a first position, in which the insertion slot (7) is closed, into a second position, in which the insertion slot (7) is open. A certain distance below the insertion member (2) a partition flap (8a,8b) is arranged, which is actuated by the movement of the insertion member (2) in such a way, that the flap (8a,8b) is in a closed position when the insertion member (2) is opened and in an open position when the insertion member (2) is closed. The partition flap is formed by one of more roller shutters (8a,8b), which are movable in a fixed guide (9), fixed scraper members (13a,13b) being arranged along the roller shutter (8a,8b). The roller shutters (8a,8b) are actuated by driver arms (10a,10b), which via a mechanism are optionally coupled with said insertion member (2). <IMAGE>

Description

-1 --1 -

BEVEILIGDE INWERPINRICHTING, IN HET BIJZONDER EEN BRIEVENBUSSECURE DISPOSAL DEVICE, IN PARTICULAR A MAILBOX

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een beveiligde inwerpinrichting, in het bijzonder een brievenbus, volgens de aanhef van conclusie 1.The present invention relates to a secure insertion device, in particular a letterbox, according to the preamble of claim 1.

10 In het bijzonder bij bankgebouwen wordt regelmatig getracht in de brievenbus geworpen betalingsopdrachten en dergelijke uit de brievenbus te vissen, teneinde hiermede fraude te plegen. Dergelijke criminele aktiviteiten veroorzaken grote schade en last voor de betrokkenen. Hierdoor is er een behoefte ontstaan aan beveiligde brievenbussen, waarbij eenmaal hierin geworpen stukken niet meer hieruit kunnen worden verwijderd. 15 Dergelijke bekende brievenbussen zijn vaak uitgerust met elektronische beveiligingsapparatuur, die waarschuwen als er onrechtmatige handelingen worden uitgevoerd en/of de brievenbus geheel blokkeren. Deze in de handel verkrijgbare beveiligde brievenbussen, voldoen echter niet volledig daar deze kostbaar en gevoelig zijn voor storingen.In particular in bank buildings, regular attempts are made to fish out payment orders and the like from the letterbox in order to commit fraud. Such criminal activities cause great damage and burden to those involved. This has created a need for secure mailboxes, where pieces thrown in here can no longer be removed. Such known letter boxes are often equipped with electronic security equipment, which warn when illegal acts are carried out and / or completely block the letter box. However, these commercially available secured mailboxes are not fully compliant as they are expensive and prone to malfunction.

Tevens is een brievenbus bekend, die is beschreven in de aanhef van conclusie 1, 20 waarbij op enige afstand van de inwerpsleuf een kantelbare tussenklep is aangebracht, die het onderste gedeelte van de opvanghouder afsluit zodra de inwerpsleuf wordt geopend, en het onderste gedeelte van de opvanghouder weer vrijgeeft zodra de inwerpsleuf weer wordt gesloten. Een dergelijke brievenbus heeft het nadeel dat de tussenklep veel ruimte in beslag neemt. Bovendien is het mogelijk kleefmiddel op de tussenklep aan te brengen 25 waardoor de ingeworpen stukken aan deze klep blijven kleven en niet in de opvanghouder omlaag kunnen vallen. Deze stukken kunnen dan na het sluiten van de tussenklep via de inwerpsleuf uit de brievenbus worden verwijderd.A letterbox is also known, which is described in the preamble of claim 1, wherein a tilting intermediate flap is arranged at some distance from the insertion slot, which closes off the bottom part of the receptacle as soon as the insertion slot is opened, and the bottom part of the the receptacle as soon as the insertion slot is closed again. Such a letterbox has the drawback that the intermediate cover takes up a lot of space. In addition, it is possible to apply adhesive to the intermediate valve, so that the inserted pieces stick to this valve and cannot fall down into the receptacle. These pieces can then be removed from the letterbox via the insertion slot after closing the intermediate cover.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een brievenbus te verschaffen, die een volledig mechanische beveiliging bevat, robuust is uitgevoerd en een volledige beveiliging 30 verschaft tegen het via de inwerpsleuf weer uit de brievenbus verwijderen van de ingeworpen stukken of voorwerp.The present invention now aims to provide a letterbox, which contains a fully mechanical protection, has a robust design and provides a complete protection against the removal of the inserted pieces or object from the letterbox again via the insertion slot.

1007618 -2-1007618 -2-

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door middel van de inwerpinrichting, die de in conclusie 1 aangegeven kenmerken bevat. Doordat de tussenklep bestaat uit een rolluik, dat zich naar opzij in de geleiding kan verplaatsen, neemt dit weinig ruimte in beslag, terwijl door het afschaaporgaan is verzekerd dat tijdens 5 het openen van het rolluik alle ingeworpen voorwerpen naar omlaag in het onderste gedeelte van de opvanghouder vallen.This object is achieved according to the invention by means of the insertion device, which contains the features indicated in claim 1. Because the intermediate flap consists of a roller shutter, which can move sideways in the guide, this takes up little space, while the shearing member ensures that during the opening of the roller shutter, all objects thrown down into the lower part of the receptacle.

De resterende conclusies 2-11 geven verdere doelmatige ontwikkelingen, varianten en details van de uitvinding aan.The remaining claims 2-11 indicate further effective developments, variants and details of the invention.

Hoewel de inrichting volgens de uitvinding zich uitstrekt tot een inwerpinrichting 10 voor brieven, pakketjes, videobanden, fotorolletjes, geldcassettes en dergelijke, zal de inrichting hiema voor het gemak van de beschrijving slechts worden aangeduid als brievenbus.Although the device according to the invention extends to a insertion device 10 for letters, parcels, video tapes, film rolls, money cassettes and the like, the device will hereinafter be referred to as a letterbox for the sake of description.

De uitvinding wordt hiema meer in detail toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin: - 15 Figuur 1 schematisch een verticale dwarsdoorsnede toont van het bovenste gedeelte van de brievenbus volgens de uitvinding, in een stand waarin de inwerpsleuf is geopend en het rolluik is gesloten;The invention is explained in more detail below with reference to the annexed drawings, in which: - Figure 1 schematically shows a vertical cross-section of the top part of the letterbox according to the invention, in a position in which the insertion slot is opened and the roller shutter is closed;

Figuur 2 schematisch een gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht toont van de brievenbus met de rolluiken in geopende toestand en de inwerpsleuf gesloten; 20 Figuur 3 schematisch het mechanisme toont voor het tot stand brengen en het vrijgeven van de verbinding tussen het inwerporgaan en de meeneemarm; enFigure 2 schematically shows a partially sectioned front view of the letterbox with the shutters in open position and the insertion slot closed; Figure 3 schematically shows the mechanism for establishing and releasing the connection between the insertion member and the carrying arm; and

Figuur 4 schematisch de blokkeermiddelen toont om de verbinding tussen het inwerporgaan en de meeneemarm al of niet te blokkeren.Figure 4 schematically shows the blocking means for whether or not to block the connection between the insertion member and the carrying arm.

Figuur 1 toont het bovenste gedeelte van een opvanghouder 1, die een 25 cilindervormig inwerporgaan 2 bevat, dat draaibaar in de opvanghouder is gelagerd om een horizontale centrale hartlijn 3. Het inwerporgaan wordt gevormd door twee op een afstand van elkaar gelegen cirkelvormige schijven 4a, 4b (zie ook figuur 2), die met elkaar zijn verbonden door een zich over een gedeelte van de buitenomtrek van de schijven uitstrekkende kap 5, die is voorzien van een buiten de omtrek van de schijven uitstekend 30 aangrijpdeel 5a. Tussen de schijven 4a en 4b is tevens een vlakke plaat 6 aangebracht, die tezamen met de kap 5 een inwerpsleuf 7 begrenst.Figure 1 shows the top part of a receptacle 1, which contains a cylindrical insert 2 which is rotatably mounted in the receptacle about a horizontal central axis 3. The insert is formed by two spaced circular discs 4a, 4b (see also figure 2), which are connected to each other by a cap 5 extending over a part of the outer circumference of the discs, which is provided with an engaging part 5a projecting outside the circumference of the discs. A flat plate 6 is also arranged between the discs 4a and 4b, which, together with the cap 5, defines an insertion slot 7.

i 1007618 -3-i 1007618 -3-

Op enige afstand onder het inwerporgaan 2 zijn in de opvanghouder twee rolluiken 8a en 8b aangebracht. Deze rolluiken 8a en 8b zijn geleid in langs de wanden van de opvanghouder aangebrachte geleidingen 9, en zijn verplaatsbaar naar een gesloten stand, waarin het bovenste gedeelte van de opvanghouder is afgesloten ten opzichte van het 5 onderste gedeelte hiervan, en terug naar een geopende stand, waarin de rolluiken langs de zijwanden van de opvanghouder omhoog zijn getrokken. Zoals zichtbaar in figuren 1 en 2 kunnen de beide rolluiken elkaar in de gesloten stand over enige afstand overlappen. De rolluiken bestaan in de hier weergegeven uitvoeringsvorm uit een aantal scharnierend met elkaar verbonden lamellen, maar kunnen natuurlijk ook zijn gevormd uit een enkele plaat 10 van een geschikt flexibel materiaal, die dezelfde beweging kan uitvoeren.Two shutters 8a and 8b are arranged some distance below the insertion member 2 in the receptacle. These shutters 8a and 8b are guided in guides 9 arranged along the walls of the receptacle, and are movable to a closed position, in which the upper part of the receptacle is closed with respect to the lower part thereof, and back to an open position , in which the shutters are pulled up along the side walls of the receptacle. As can be seen in figures 1 and 2, the two shutters can overlap each other by some distance in the closed position. In the embodiment shown here, the shutters consist of a number of hingedly connected slats, but can of course also be formed from a single plate 10 of a suitable flexible material, which can perform the same movement.

De verplaatsing van de rolluiken 8a en 8b geschiedt door middel van een tweetal, aan weerszijden van het inwerporgaan 2 aangebrachte meeneemarmen 10a en 10b, die elk met het ene uiteinde zwenkbaar zijn gelagerd om de hartlijn 3 van het inwerporgaan 2, en met het andere uiteinde in verbinding staan met één van de genoemde rolluiken. De 15 verbinding van elke meeneemarm met het bijbehorende rolluik bestaat uit een aan het uiteinde van de betreffende arm aangebrachte dwarspen 11, die grijpt in een horizontaal lopende, in het betreffende rolluik aangebracht sleufgat 12.The roller shutters 8a and 8b are displaced by means of two carrier arms 10a and 10b arranged on either side of the insertion member 2, each of which is pivotally mounted with one end about the axis 3 of the insertion member 2, and with the other end are in communication with one of the mentioned shutters. The connection of each carrying arm with the associated roller shutter consists of a transverse pin 11 arranged at the end of the respective arm, which engages in a horizontally running slotted hole 12 provided in the respective roller shutter.

Elk rolluik is voorzien van een vast nabij de zijwanden van de opvanghouder gelegen afschraaporgaan 13a, 13b, dat elke geschikte vorm en uitvoering kan hebben, en 20 bestemd is om het bovenoppervlak van het betreffende rolluik af te schrapen, als dit rolluik vanuit de gesloten stand naar de geopende stand beweegt, teneinde te voorkomen dat in de inrichting geworpen voorwerpen aan de rolluiken blijven vastzitten.Each roller shutter is provided with a scraper member 13a, 13b, which is fixed close to the side walls of the receptacle, which can have any suitable shape and design, and is intended to scrape the top surface of the roller shutter concerned, if this roller shutter is from the closed position moves to the open position to prevent objects thrown into the device from sticking to the blinds.

De meeneemarmen 10a en 10 b voor het bedienen van de rolluiken 8a en 8b, zijn door middel van een hierna nog aan de hand van de figuren 3 en 4 te beschrijven middelen 25 al of niet gekoppeld met het inwerporgaan 2, zodat de rolluiken op hierna te beschrijven wijze kunnen worden geopend en/of gesloten door het verdraaien van het inwerporgaan 2. Zoals tevens zichtbaar is in figuur 1 heeft de plaat 6 van het inwerporgaan een buiten de schijven 4a en 4b uitstekend verlengstuk 6a. Dit verlengstuk 6a kan samenwerken met een vaste aan de opvanghouder bevestigde rand 14a, die in de weergegeven uitvoeringsvorm 30 deel uitmaakt van een vaste met de opvanghouder verbonden kap 14. Het verlengstuk 6a en de rand 14a zijn zodanig uitgevoerd, dat eventueel in de inwerpsleuf geworpen touwen of koorden en dergelijke tussen het verlengstuk 6a en de rand 14a worden vastgeklemd 1 0 0 7 6 1 8 -4- en/of doorgesneden. Hierdoor wordt nog een extra beveiliging verkregen tegen het illegaal uit de brievenbus vissen van ingeworpen stukken.The carrier arms 10a and 10b for operating the roller shutters 8a and 8b are coupled or not coupled to the insertion member 2 by means of means 25 to be described hereinafter with reference to Figures 3 and 4, so that the roller shutters at to be described can be opened and / or closed by rotating the insertion member 2. As can also be seen in figure 1, the plate 6 of the insertion member has an extension 6a protruding outside the discs 4a and 4b. This extension 6a can cooperate with a fixed rim 14a attached to the receptacle, which in the illustrated embodiment 30 forms part of a fixed hood 14 connected to the receptacle 14. The extension 6a and the rim 14a are designed such that they may be thrown into the insertion slot ropes or cords or the like between the extension 6a and the rim 14a are clamped and / or cut. This provides additional protection against illegally fishing thrown objects from the letterbox.

In figuur 1 is de brievenbus weergegeven in de tweede stand, voor het inwerpen van een voorwerp, in welke stand de inwerpsleuf 7 open is, en de rolluiken 8a, 8b zijn 5 gesloten, terwijl in figuur 2 de brievenbus in de eerste stand staat, waarin de inwerpsleuf is gesloten en de rolluiken zijn opgetrokken. In deze laatste stand staan de meeneemarmen omhoog en zijn gekoppeld met het inwerporgaan 2.In figure 1 the letterbox is shown in the second position, for inserting an object, in which position the insertion slot 7 is open, and the shutters 8a, 8b are closed, while in figure 2 the letterbox is in the first position, in which the insertion slot is closed and the shutters are raised. In the latter position, the carrier arms are raised and are coupled to the insertion member 2.

Uitgaande van de eerste stand kan het inwerporgaan in de richting van de wijzers van de klok worden geroteerd naar de tweede stand. Tijdens deze beweging gaan de 10 meeneemarmen omlaag en sluiten de rolluiken. In deze tweede stand is de inwerpsleuf open en is de verbinding tussen het inwerporgaan en de meeneemarmen verbroken, welke laatsten in de omlaag staande stand zijn geblokkeerd. Nu kan een voorwerp worden ingeworpen, welk voorwerp dus op de rolluiken zal blijven liggen. Na het inwerpen beweegt het inwerporgaan 2 zich automatisch over enige afstand tegen de wijzers van de 15 klok in naar een tussen de tweede en eerste stand gelegen derde stand, waarin de inwerpsleuf weer is gesloten, en het inwerporgaan weer is gekoppeld met de meeneemarmen en de blokkering van de meeneemarmen is opgeheven. In deze derde stand kan het inwerporgaan dus niet meteen weer in de richting van de wijzers van de klok worden teruggedraaid naar de tweede stand, daar de armen zich reeds in hun laagste stand 20 bevinden. Vanuit de derde stand kan het inwerporgaan wel tegen de wijzers van de klok in naar de eerste stand worden verdraaid, tijdens welke beweging de meeneemarmen omhoog bewegen en de rolluiken optrekken naar de geopende stand.Starting from the first position, the insertion member can be rotated clockwise to the second position. During this movement, the 10 carrier arms lower and the shutters close. In this second position, the insertion slot is open and the connection between the insertion member and the carrier arms is broken, the latter of which are locked in the downward position. Now an object can be inserted, which object will therefore remain on the roller shutters. After insertion, the insertion member 2 automatically moves counterclockwise for some distance to a third position located between the second and first position, in which the insertion slot is closed again, and the insertion member is again coupled to the carrier arms and the blockage of the carrier arms has been removed. In this third position, therefore, the insertion member cannot immediately be turned back clockwise to the second position, since the arms are already in their lowest position. From the third position, the insertion member can be rotated counterclockwise to the first position, during which the drive arms move upwards and the shutters raise to the open position.

Het automatisch vanuit de tweede naar de derde stand bewegen van het inwerporgaan kan geschieden door middel van veerdruk of door een op het inwerporgaan 25 aangebracht excentrisch gewicht, zoals bijvoorbeeld een verzwaring 5b op het aangrijpdeel 5a van de kap 5.The automatic insertion of the insertion member from the second to the third position can take place by means of spring pressure or by an eccentric weight arranged on the insertion member 25, such as, for example, a weighting 5b on the engaging part 5a of the cap 5.

Het mechanisme, dat de verbinding tussen de meeneemarm 10 en het inwerporgaan 2 tot stand brengt en weer kan verbreken zal hierna worden toegelicht aan de hand van figuur 3, waarin slechts het mechanisme van één meeneemarm is weergegeven. Het zal 30 duidelijk zijn dat beide meeneemarmen zijn voorzien van hetzelfde mechanisme, zodat de toevoegingen a en h hier voor het gemak zijn weggelaten.The mechanism which establishes and can break the connection between the carrier arm 10 and the insertion member 2 will be explained below with reference to Figure 3, in which only the mechanism of one carrier arm is shown. It will be clear that both carrier arms are provided with the same mechanism, so that the additions a and h are omitted here for convenience.

1007618 -5-1007618 -5-

In figuur 3 is de meeneemarm 10 gedeeltelijk weergegeven, die zwenkbaar is gelagerd om de hartlijn 3. De meeneemarm heeft een boogvormig sleufgat 15, waardoor een pen 16 steekt, die vast is verbonden met een zijwand 4 van het inwerporgaan 2. De sleuf 15 heeft de hartlijn 3 als krommingsmiddelpunt, zodat het inwerporgaan een door 5 deze sleuf 15 begrensde relatieve verdraaiing ten opzichte van de meeneemarm kan uitvoeren. Op de meeneemarm is tevens een tuimelorgaan 17 aangebracht, dat draaibaar is om een schamierpen 18. Het tuimelorgaan is bovendien voorzien van een nok 19, die is geleid in een boogvormige sleuf 20, die is aangebracht in een vast met de opvanghouder 1 verbonden plaat 21. De sleuf 20 heeft eveneens de hartlijn 3 als krommingsmiddelpunt, en 10 is aan het onderste uiteinde voorzien van een radiaal naar buiten lopend sleufdeel 20’. De sleuf 20 en de plaat 21 bevinden zich in feite boven het vlak van tekening en zijn daarom aangegeven met streep-puntlijnen.In figure 3 the carrier arm 10 is shown partly, which is pivotally mounted about the center line 3. The carrier arm has an arc-shaped slotted hole 15, through which a pin 16 protrudes, which is fixedly connected to a side wall 4 of the insertion member 2. The slot 15 has the centerline 3 as the center of curvature, so that the insertion member can perform a relative rotation with respect to the carrier arm, which is limited by this slot 15. A tumbler 17, which is rotatable about a pivot pin 18. The tumbler is furthermore provided with a cam 19, which is guided in an arc-shaped slot 20, which is arranged in a plate 21 fixedly connected to the receiving holder 1. The slot 20 also has the center line 3 as the center of curvature, and 10 is provided at the lower end with a radially outwardly extending slot part 20 '. The slot 20 and the plate 21 are in fact above the plane of the drawing and are therefore indicated by dashed-dot lines.

In de in figuur 3 weergegeven stand, komt overeen met de eerste stand van het inwerporgaan, waarin de pen 16 door het tuimelorgaan 17 is vastgezet in de sleuf 15, zodat 15 het inwerporgaan 2 is gekoppeld met de meeneemarm 10. Dit betekent dat als het inwerporgaan van de eerste naar de tweede stand wordt bewogen de armen meedraaien in de richting van de wijzers van de klok (pijl V), en de rolluiken omlaag trekken naar de gesloten stand. Als de armen de onderste stand hebben bereikt komt de nok 19 van het tuimelorgaan in het radiale sleufdeel 20’ van de sleuf 20, waardoor het tuimelorgaan 20 verdraait en de pen 16 vrijgeeft. Het inwerporgaan kan hierdoor nog enigszins verder draaien tot de pen 16 het onderste uiteinde van de sleuf 15 bereikt. De pen 16 wordt dus vrijgegeven als de inwerpsleuf nog is gesloten en voordat de tweede stand wordt bereikt. Het inwerporgaan bevindt zich nu in de in figuur 1 weergegeven tweede stand, waarin de inwerpsleuf open is, en de verbinding tussen het inwerporgaan en de meeneemarmen is 25 verbroken. Het tuimelorgaan 17 is hierbij zodanig gevormd, dat het vlak 17’ van dit orgaan langs nagenoeg de gehele buitenzijde van de sleuf 15 ligt. Het tuimelorgaan kan dus niet verdraaien zolang de pen 16 zich door de sleuf 15 verplaatst. Dit betekent dat de meeneemarm 10 in deze stand is geblokkeerd, daar de nok 19 van het tuimelorgaan zich in het radiale sleufdeel 20’ bevindt, en hierin is opgesloten.In the position shown in figure 3, corresponds to the first position of the insertion member, in which the pin 16 is fixed by the tumbler 17 in the slot 15, so that the insertion member 2 is coupled to the carrier arm 10. This means that if the the injector from the first to the second position is moved to rotate the arms in a clockwise direction (arrow V), and pull the shutters down to the closed position. When the arms have reached the bottom position, the cam 19 of the tumbler member enters the radial slot part 20 of the trench 20, whereby the tumbler 20 rotates and releases the pin 16. The insertion member can hereby rotate slightly further until the pin 16 reaches the lower end of the slot 15. Thus, the pin 16 is released when the insertion slot is still closed and before the second position is reached. The insertion member is now in the second position shown in Figure 1, in which the insertion slot is open, and the connection between the insertion member and the carrier arms is broken. The tumbler 17 is formed in such a way that the surface 17 of this member lies along almost the entire outer side of the slot 15. Thus, the tumbler cannot rotate as long as the pin 16 moves through the slot 15. This means that the carrier arm 10 is locked in this position, since the cam 19 of the tumbler is located in the radial slot 20 and is contained therein.

30 Na het in de inwerpsleuf 7 werpen van het voorwerp draait het inwerporgaan automatisch terug tot de pen 16 het bovenste einde van de sleuf 15 bereikt. Als de pen het bovenste einde van de sleuf 15 bereikt zal het tuimelorgaan automatisch verdraaien, d.w.z.After inserting the object into the insertion slot 7, the insertion member automatically reverts until the pin 16 reaches the top end of the slot 15. When the pin reaches the top end of the slot 15, the tumbler will rotate automatically, i.e.

1007618 -6- de nok 19 beweegt uit het sleufdeel 20’ en de pen 16 wordt door het tuimelorgaan opgesloten, zodat het inwerporgaan weer is gekoppeld met de meeneemarm.1007618 -6- the cam 19 moves out of the slot part 20 'and the pin 16 is enclosed by the tumbler, so that the insertion member is again coupled to the carrier arm.

Het inwerporgaan bevindt zich nu in de derde stand, waarin de inwerpsleuf is gesloten en ook de rolluiken zijn gesloten. Het tuimelorgaan wordt in deze derde stand 5 geblokkeerd door hierna nog aan de hand van figuur 4 te beschrijven blokkeermiddelen, die belemmeren dat de nok 19 terug in het sleufdeel 20’ kan bewegen, en daardoor verzekeren dat de verbinding van het inwerporgaan met de meeneemarm in stand blijft. Op deze wijze wordt tevens voorkomen dat het inwerporgaan van de derde stand terug naar de tweede stand kan bewegen. De enige bewegingsmogelijkheid van het inwerporgaan is 10 tegen de wijzers van de klok in van de derde naar de eerste stand, waarbij de meeneemarmen omhoog worden bewogen en de rolluiken optrekken, zodat de ingeworpen voorwerpen in de opvanghouder naar beneden vallen. Deze beweging van de opvanghouder en de meeneemarmen veroorzaakt tevens dat de werking van de blokkeermiddelen wordt opgeheven.The insertion member is now in the third position, in which the insertion slot is closed and the shutters are also closed. The tumbler is locked in this third position 5 by blocking means to be described hereinafter with reference to Fig. 4, which prevent the cam 19 from moving back into the slot part 20 ', and thereby ensure that the connection of the insertion member with the carrier arm in remains. In this way it is also prevented that the insertion member can move from the third position back to the second position. The only means of movement of the insertion member is counterclockwise from the third to the first position, moving the carrier arms upward and raising the blinds so that the thrown objects fall down into the receptacle. This movement of the receptacle and the carrying arms also causes the operation of the blocking means to be canceled.

15 Figuur 4 toont de vaste plaat 21, die de boogvormige sleuf 20 met het radiale sleufdeel 20’ bevat. Tevens is in deze figuur de nok 19 van het tuimelorgaan zichtbaar. De nok 19 wordt gevormd door een rol, die een loodrecht op het vlak van tekening uitstekende as 19' heeft. De blokkeermiddelen worden gevormd door een drietal met elkaar samenwerkende palorganen 23, 24 en 25, die beweegbaar zijn bevestigd aan een 20 (niet weergegeven) vaste plaat, die op enige afstand van de plaat 21 staat, zodat deze palorganen ook op enige afstand van de plaat 21 liggen, zodat de as 19’ langs het palorgaan 23 omhoog kan bewegen.Figure 4 shows the fixed plate 21, which contains the arcuate slot 20 with the radial slot part 20 '. The cam 19 of the tumbler is also visible in this figure. The cam 19 is formed by a roller having a shaft 19 'projecting perpendicular to the plane of the drawing. The blocking means are formed by three mutually cooperating ratchet members 23, 24 and 25, which are movably attached to a fixed plate (not shown), which is spaced from the plate 21, so that these ratchet members are also some distance from the plate 21 so that shaft 19 'can move upward along ratchet member 23.

Het palorgaan 23 is door middel van de sleuven 26 en 27 in verticale richting verplaatsbaar, en is aan de onderkant voorzien van een lip 28, die in de richting loodrecht 25 op het vlak van tekening dikker is en zodoende kan samenwerken met de as 19’.The ratchet member 23 is vertically displaceable by means of the slots 26 and 27, and is provided at the bottom with a lip 28, which is thicker in the direction perpendicular to the plane of the drawing and can thus cooperate with the shaft 19 '. .

De in figuur 4 weergegeven toestand doet zich voor als het inwerporgaan zich in de derde stand bevindt. Hierbij voorkomt de lip 28 van het palorgaan 23 dat de nok 19 in het sleufdeel 20’ kan komen en is het tuimelorgaan geblokkeerd in de stand waarin het inwerporgaan is verbonden met de meeneemarm. Als het inwerporgaan vanuit de derde 30 naar de eerste stand wordt verdraaid beweegt de nok 19 zich in de sleuf 20 omhoog. Bij deze beweging komt de as 19’ tegen een uitstekende pen 29 van het palorgaan 23 en neemt dit palorgaan vervolgens mee omhoog. Bij het omhoog bewegen van het palorgaan 23 1007618 -7- komt de zij nok 30 van dit palorgaan tegen een nok 31 van de palhefboom 24, waardoor deze verdraait om de as 32 en hierbij de palschuif 25 naar links beweegt. De palschuif komt hierbij onder de lip 28 zodat het palorgaan 23 in de omhoog staande stand wordt geblokkeerd, en het sleufdeel 20’ dus vrij is.The situation shown in figure 4 occurs when the insertion member is in the third position. The lip 28 of the ratchet member 23 hereby prevents the cam 19 from entering the slot part 20 and the tumbler member is blocked in the position in which the insertion member is connected to the carrier arm. When the insertion member is rotated from the third 30 to the first position, the cam 19 moves up into the slot 20. In this movement, the shaft 19 comes into contact with a protruding pin 29 of the ratchet member 23 and subsequently lifts this ratchet member. When the ratchet member 23 1007618 -7- moves upward, the side cam 30 of this ratchet member comes into contact with a cam 31 of the ratchet lever 24, causing it to rotate about the axis 32, thereby moving the ratchet slide 25 to the left. The ratchet slide hereby comes under the lip 28 so that the ratchet member 23 is blocked in the upright position, and the slot part 20 is thus free.

5 Als het inwerporgaan van de eerste naar de tweede stand beweegt, verplaatst de nok 19 zich in de sleuf 20 omlaag en komt in het sleufdeel 20’, waardoor de palschuif 25 naar rechts wordt bewogen en de lip 28 op de as 19’ komt te rusten. Als het inwerporgaan vervolgens naar de derde stand wordt bewogen, komt de nok 19 uit het sleufdeel 20’, waarbij de lip 28 vrij komt en het palorgaan 23 omlaag valt en het sleufdeel weer afsluit. 10 Het inwerporgaan is nu weer vast met de meeneemarm verbonden en kan niet meer van de derde stand naar de tweede stand bewegen.As the insertion member moves from the first to the second position, the cam 19 moves down into the slot 20 and enters into the slot portion 20 ', moving the ratchet slide 25 to the right and engaging the lip 28 on the shaft 19'. rest. When the insertion member is subsequently moved to the third position, the cam 19 comes out of the slot part 20, whereby the lip 28 is released and the ratchet member 23 falls down and the slot part is closed again. The insertion member is now firmly connected to the carrier arm again and can no longer move from the third position to the second position.

Het zal duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies voor de vakman een groot aantal varianten en wijzigingen mogelijk zijn. Zo 15 kan het rolluik op verschillende manieren in de opvanghouder zijn geleid. De rolluiken kunnen tevens zijn verbonden met (niet weergegeven) contragewichten, die de bediening hiervan vergemakkelijken. In de weergegeven uitvoeringsvorm draagt elke meeneemarm een tuimelorgaan, en is het hierbij voldoende om slechts bij één van deze meeneemarmen blokkeermiddelen (23, 24, 25) aan te brengen. Het is natuurlijk ook mogelijk slechts één 20 meeneemarm te gebruiken, die het ene rolluik aandrijft, welk ene rolluik via een geschikte overbrenging het andere rolluik aandrijft. Tenslotte is het ook denkbaar dat het vlak van het rolluik loodrecht op de meeneemarm staat en de meeneemarm direct met dit rolluik is gekoppeld.It will be clear that the present invention is not limited to the embodiment shown and described here, but that a large number of variants and modifications are possible for the skilled person within the scope of the appended claims. The roller shutter can thus be guided in the receptacle in various ways. The shutters can also be connected to counterweights (not shown), which facilitate their operation. In the illustrated embodiment, each carrier arm carries a tumbler member, and it is sufficient to provide blocking means (23, 24, 25) with only one of these carrier arms. It is of course also possible to use only one take-away arm which drives one roller shutter, which roller shutter drives the other roller shutter via a suitable transmission. Finally, it is also conceivable that the surface of the roller shutter is perpendicular to the carrier arm and that the carrier arm is directly coupled to this roller shutter.

10076181007618

Claims

1. Device for inserting objects, such as letters, parcels and the like, comprising a receptacle, which has near the top a insertion member with an insertion slot, which insertion member is movable from a first position, in which the insertion slot is closed to a second position wherein the insertion slot is opened, an intermediate flap being arranged in the receptacle at some distance below the insertion member, which can close off the upper part of the receptacle from the remaining lower part of the receptacle, which intermediate flap can be moved between a closed and opened position by actuation means actuated by the movement of the insertion member, such that the intermediate valve is in the closed position when the insertion slot is opened, and in the open position when the insertion member is closed, characterized in that the intermediate valve consists of a roller shutter (8a, 8b), which is movable in a fixed guide (9), with fixed scraper members (13a, 13b) are disposed along the roller shutter, along which scraper members slide the substantially major portion of the top surface of the roller shutter as the roller shutter moves from the closed position to the open position.

Device according to claim 1, characterized in that the drive means are formed by a carrier arm (10a, 10b), which communicates on the one hand with the insertion member (2) and on the other with the roller shutter (8a, 8b), wherein between the insertion member and the drag arm a mechanism (17, 20, 21) is provided which can establish or disconnect the insertion member from the insertion arm with the drag arm, which mechanism is designed such that the drag arm is blocked as the connection between the insertion member and the take-away arm is broken.

3. Device as claimed in claim 2, characterized in that in the second position of the insertion member the connection of the insertion member with the carrier arm is broken, wherein the insertion member can move freely back to a third position situated between the second and first position, in which the insertion slot is closed, and 1007618 -9- in which third position the insertion member is reconnected to the carrier arm, wherein locking means (23, 24, 25) are present, which act on said mechanism (17, 19, 20, 21 ) to block or not block the connection between the insertion member and the carrier arm, which blocking means 5 block the connection between the insertion member and the carrier arm when the insertion member moves from the second to the third position, and release this blocking as the insertion member of the third moves to the first position, so that in the third position the return movement of the insertion member to the second position is blocked, and that means (5b) are present for the insertion automatically move member 10 from the second position to the third position.

Device according to claim 3, characterized in that the means for automatically moving the insertion member from the second to the third position consist of a weight (5b) arranged eccentrically on the insertion member. 15

Device according to one or more of the preceding claims 1-4, characterized in that two shutters (8a, 8b) moving in opposite directions are provided, which overlap slightly in the closed position, and each having its own scraper member (13a, 13b). 20

Apparatus according to claim 5, wherein the insertion member is cylindrical and rotatable about a horizontal axis running in the longitudinal direction thereof, characterized in that a carrying arm (10a, 10b), each of which has a roller shutter, is arranged on either side of the insertion member. (8a, 8b), which drive arms are pivotable about the centerline (3) of the insertion member and are provided at their ends with a transverse pin (11) which engages in a slotted hole (12) arranged in the associated roller shutter.

7. Device according to one or more of claims 1-5, characterized in that the insertion member is provided with a protruding pin (16), which is guided in an arc-shaped slot (15) arranged in the carrying arm, which axis (3) when 0 7 6 1 8 -10 has center of curvature, and the mechanism for connecting the insertion member to the carrier arm consists of a pivot member (17) rotatably mounted on the carrier arm carrying a cam (19) guided in an arcuate slot (20), which has the centerline (3) as the center of curvature, and is arranged in a fixed plate (21), which slot (20) has a radially lower slot part (20 '), which tumbler pin ( 16) can lock into said slot (15) when the cam (19) of the tumbler is in the arcuate slot (20) and release the pin when the cam is in the radial slot portion (20 ').

Device according to claim 7, characterized in that the tumbler member is provided with an arc-shaped surface 17 ', which borders on the outside in the position of the tumbler in which the pin (16) can move freely through the arc-shaped slot (15). from this slot, so that the cam (19) of the tumbler is retained in the radial slot portion (20 ') during said movement of the pin (16), thereby blocking the carrier arm (10).

Device according to one or more of the preceding claims 3-8, characterized in that the blocking means are formed by a number of mutually co-operating ratchet members (23, 24, 25) which close the radial slot part (20 ') for the cam (19) when the insertion member is in the third position and release this radial slot part when the insertion member is moved from the third position to the first position.

10. Device as claimed in one or more of the foregoing claims 1-9, characterized in that the insertion member is provided with a protruding lip (6a), which co-acts with a rim (14a) fixedly arranged inside the receptacle, as the insertion member in the second position. 1007618 Device according to claim 10, characterized in that the protruding lip (6a) forms an extension of a plate (6) forming the bottom of the insertion slot.