NL1007279C2 - Inrichting voor het in de grond inbrengen van kunstgrassprieten. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Inrichting voor het in de grond inbrengen van kunstgrassprieten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 in de grond inbrengen van langgestrekt, van draadvormig materiaal afgesneden kunstgrassprieten voorzien van een over de grond verplaatsbaar gestel.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Europese octrooi 0.610.352. Op zich voldoet deze bekende inrichting goed. Met 10 de uitvinding wordt echter beoogd een inrichting te verkrijgen, waarbij met een eenvoudigere opbouw een grote productie, d.w.z. een groot aantal kunstgrassprieten per tijdseenheid in de grond kan worden ingebracht.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de 15 inrichting is voorzien van een ringvormig orgaan, dat om een hori zontale draaiingsas draaibaar in het gestel is ondersteund, alsmede van een steunorgaan voor het zodanig ondersteunen van een spoel met draadvormig materiaal, dat de spoel om het ringvormige orgaan kan worden gedraaid voor het om het ringvormige orgaan wikkelen van het 20 draadvormig materiaal.

Bij gebruik van de inrichting volgens de uitvinding kan het ringvormige orgaan in draaiing worden gebracht en het draadvormig materiaal, dat om het ringvormig orgaan is gewikkeld met behulp van het ringvormig orgaan in de grond worden geduwd.

25 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren waarin schematisch een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht op de inrichting volgens de uitvinding.

30 Figuur 2 toont een doorsnede over figuur 1 volgens de lijn II-II in figuur 1.

Zoals in de figuren is weergegeven is de inrichting voorzien van een ringvormig orgaan 1, dat is opgebouwd uit een velg 2 en een aan de buitenomtrek van de velg 2 bevestigd ringvormig blad 3, 35 dat in een tenminste nagenoeg verticaal vlak is gelegen.

1007279 2

Het ringvormig orgaan 1 wordt in het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ondersteund door een viertal om horizontale draaiingsassen draaibare steunwielen 5, die met hun buitenomtrek aanliggen tegen de binnenomtrek van de velg 2 en die zijn 5 voorzien van uitstekende flenzen 6, waartussen de velg 2 ligt opgesloten. De wielen 5 zijn daarbij draaibaar gelegerd in een niet nader in de figuren weergegeven gestel van de inrichting. Het zal duidelijk zijn, dat het ringvormig orgaan 1 daarbij zodanig door de wielen 5 is ondersteund, dat het ringvormige orgaan 1 draaibaar is om een gezien 10 in figuur 1 loodrecht op het vlak van tekening verlopende draaiingsas door het middelpunt van de velg 2.

De inrichting is verder voorzien van een rond schijfvormig mes of zogenaamd kouter 7 dat vrij draaibaar is om een een vaste stand in het niet nader weergegeven gestel van de inrichting innemende as 8. 15 Daarbij is het schijfvormige mes 7 of kouter in een vlak gelegen met het ringvormige blad 3.

Gezien in figuur 1 is aan de van het kouter 7 afgekeerde zijde van het ringvormig orgaan een aandrukrol of wiel 9 opgesteld, die draaibaar is om een as 10, welke as 10 eveneens een vaste stand 20 ten opzichte van het gestel inneemt.

Verder is de inrichting uitgerust met een vast aan het gestel bevestigd ringvormig steunorgaan 11, dat zich rondom het ringvormig orgaan 1 uitstrekt. Op dit steunorgaan 11 is een spoel-drager 12, waarop een spoel 13 is aangebracht, in een ringvormige baan 25 om het ringvormige orgaan 1 verplaatsbaar met behulp van niet nader weergegeven aandrijfmiddelen.

Verder is de inrichting nog uitgerust met een rond snijblad 14, dat draaibaar is om een zich evenwijdig aan de draaiingsas van het ringvormig orgaan 1 uitstrekkende draaiingsas 15, welke een vaste 30 stand in het niet weergegeven gestel van de inrichting inneemt. Daarbij is het nabij de onderzijde van het ringvormige orgaan 1 opgestelde mes 14 zodanig aangebracht, dat het mes ter hoogte van een groef 16 is gelegen, die aan de binnenomtrek van de velg 2 van het ringvormige orgaan is aangebracht. Tijdens bedrijf is het mes aan te 35 drijven met behulp van een niet nader weergegeven aandrijforgaan.

1007279 3

Het niet nader weergegeven gestel van de inrichting kan zijn ondersteund door loopwielen waarbij één van deze loopwielen kan worden gevormd door de tijdens bedrijf op de grond rustende rol 9.

Ook kan de inrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat deze 5 geschikt is om te worden aangekoppeld aan een gebruikelijke hef- inrichting van een landbouwtrekker of dergelijke.

Tijdens bedrijf kan de inrichting worden voortbewogen in de richting volgens pijl A. Daarbij is de instelling van de inrichting zodanig, dat zowel het kouter 7 als het ringvormig blad 3 in de grond 10 steken, zoals in figuren 1 en 2 is weergegeven, terwijl daarbij de velg 2 met zijn buitenomtrek op de grond kan rusten.

Tijdens het vooruitbewegen van de inrichting in de richting volgens pijl A zullen dan het kouter 7, het ringvormig orgaan 1 en de rol of loopwiel 9 door hun contact met de grond in draaiing worden 15 gebracht in de met de pijlen aangeduide richting. Hierbij snijdt het kouter 7 een voor in de grond voor het blad 3. Verder wordt tijdens bedrijf de spoel 13, zoals hierboven omschreven in een ringvormige baan om het ringvormige orgaan 1 bewogen waarbij op de spoel gewikkeld draadvormig materiaal 17 van de spoel 13 wordt afgewikkeld en om het 20 ringvormig orgaan 1 wordt gewikkeld, zoals in figuur 1 is afgebeeld. Het zo om het ringvormige orgaan 1 gewikkelde draadvormige materiaal 17 wordt door het ringvormig orgaan 1 in de draairichting van het ringvormig orgaan meegenomen en nabij de onderzijde van het ringvormig orgaan 1 door het blad 3 geleidelijk in de grond gedrukt. Ter hoogte 25 van het onderste punt van de baan van het ringvormig orgaan worden de om het ringvormige orgaan gewonden en in de grond gedrukte windingen van het draadvormig materiaal 17 met behulp van het draaiende mes 14 doorgesneden, zodat uiteindelijk kunstgrassprieten 18 op de in figuur 1 weergegeven wijze in de bodem worden achtergelaten. Het achter het 30 ringvormige orgaan lopende wiel 9 drukt de door het kouter 7 en het blad 3 gevormde gleuf in de grond dicht.

Het zal duidelijk zijn, dat een inrichting, indien gewenst, ook met meerdere, gezien in de beoogde voortbewegingsrichting van de in richting volgens pijl A naast elkaar gelegen ringvormige organen 1 35 met daarbij behorende onderdelen zoals steunwielen, steunorgaan 12 en draadhaspels 13 kan zijn uitgerust.

100727# 4

Verder wordt opgemerkt, dat het draadvormige materiaal 17 iedere gewenste doorsnede kan hebben; in het algemeen zal het draadvormige materiaal een min of meer rechthoekige doorsnede hebben.

Indien gewenst kunnen ook aandrijfmiddelen zijn aangebracht 5 voor het in draaiing brengen van het ringvormige orgaan 1 en/of het kouter 7.

J o o 7 z / w

Claims (9)

1. Inrichting voor het in de grond inbrengen van lang-gestrekte, van draadvormig materiaal afgesneden kunstgrassprieten 5 voorzien van een over de grond verplaatsbaar gestel, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een ringvormig orgaan, dat om een horizontale draaiingsas draaibaar in het gestel is ondersteund alsmede van een steunorgaan voor het zodanig ondersteunen van een spoel met draadvormig materiaal, dat de spoel om het ringvormige orgaan kan 10 worden gedraaid voor het om het ringvormige orgaan wikkelen van het draadvormig materiaal.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat gezien in de beoogde bewegingsrichting van de inrichting tijdens bedrijf voor het ringvormig orgaan een tijdens bedrijf een voor in de grond 15 snijdend snijorgaan is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het ringvormige orgaan is voorzien van een velg en een aan de buitenomtrek van de velg aangebracht bladvormig orgaan, dat zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan een verticaal vlak uitstrekt.

4. Inrichting volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat nabij het laagste deel van het ringvormige orgaan een snijorgaan is opgesteld voor het doorsnijden van om het ringvormige orgaan gevormde windingen uit draadvormig materiaal.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het 25 snijorgaan is opgesteld ter hoogte van een in de binnenomtrek van het ringvormige orgaan aangebrachte rondlopende groef waarin het snijorgaan ingrijpt.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat een schijfvormig snijorgaan is aangebracht.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ringvormige orgaan vrij draaibaar in het gestel is gelegerd.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ringvormige orgaan wordt ondersteund door op de 35 binnenomtrek van het ringvormige orgaan aangrijpende, in het gestel gelegerde steunwielen. 1007279

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gezien in de beoogde voortbewegingsrichting van de inrichting achter het ringvormige orgaan een aandrukrol is opgesteld. 5 1007279