NL1007213C2

NL1007213C2 - Inrichting voor het afgeven van visceuze en/of opgeklopte vloeistof, zoals banketbakkersroom, rijstepap en dergelijke.

Info

Publication number: NL1007213C2
Application number: NL1007213A
Authority: NL
Inventors: Guido Ooms
Original assignee: Ver Coop Melkind
Priority date: 1997-10-06
Filing date: 1997-10-06
Publication date: 1999-04-08
Also published as: EP0908414A1

Description

VO 1217

Titel: Inrichting voor het afgeven van visceuze en/of opgeklopte vloeistof, zoals banketbakkersroom, rijstepap en dergelijke.

Banketbakkersroom, rijstepap, geslagen room (whipped cream), slagroom (whipping cream) en soortgelijke visceuze en/of opgeklopte vloeistoffen worden door bakkerijen, restaurants en dergelijke verbruikers in het algemeen 5 gekocht in zakken met een inhoud van 2-20 liter. De te verwerken vloeistof is in deze zakken veelal aseptisch verpakt, zodat het gedurende langere tijd kan worden bewaard. Wanneer de bakker of kok tot de verwerking van de banketbakkersroom, de rijstepap, het ijs, de slagroom of 10 dergelijke visceuze en/of opgeklopte vloeistof wenst over te gaan, wordt de zak waarin deze vloeistof zich bevindt in het algemeen opengesneden en althans ten dele geleegd in een zogenaamde spuitzak. Dergelijke spuitzakken zijn veelal voorzien van een spuitmond met behulp waarvan de betreffende 15 vloeistof in een sierlijk gevormde streng kan worden afgegeven.

Het bezwaar van deze werkwijze is dat bij het overbrengen van de vloeistof uit de zak in de spuitzak gemakkelijk vervuiling van het product kan optreden. Het is 20 onmogelijk om deze overdracht onder aseptische omstandigheden uit te voeren. Verder kost het overbrengen van de vloeistof vanuit de zak in de spuitzak vrij veel tijd en gaat daarbij een aanzienlijke hoeveelheid vloeistof verloren omdat de zak niet volledig kan worden geleegd en 25 bovendien ook de spuitzak niet volledig kan worden geleegd. Verder is het overbrengen van de vloeistof vanuit de zak in de spuitzak tamelijk zwaar werk omdat de zak in het algemeen twee tot twintig kilo weegt. Wanneer de vloeistof zich eenmaal in de spuitzak bevindt, vindt dosering plaats door 30 in de spuitzak te knijpen. Het is derhalve niet eenvoudig om met behulp van een spuitzak telkens dezelfde hoeveelheid product af te geven. Wanneer dient te worden overgeschakeld 1007213 - 2 - van de ene vloeistof op de andere vloeistof, dient de spuitzak eerst volledig te worden gereinigd, hetgeen een zeer arbeidsintensieve en tijdrovende werkzaamheid is.

De uitvinding beoogt een inrichting voor het afgeven 5 van vloeistof, zoals banketbakkersroom, rijstepap en dergelijke, welke vloeistof is opgenomen in een zak die is voorzien van een mondstuk. Volgens de uitvinding wordt de inrichting gekenmerkt door een huis dat is voorzien van een kamer, waarbij de inrichting is voorzien van een deksel dat 10 is bestemd voor het afsluiten van de kamer, waarbij de inrichting is voorzien van een plunjer die verschuifbaar is opgesteld in de kamer, waarbij de inrichting is voorzien van een uitsparing waarin het mondstuk passend opneembaar is wanneer de zak in de kamer is opgenomen, waarbij de 15 inrichting is voorzien van een slang met een spuitmond, welke slang in een aangesloten toestand via het mondstuk in fluïdum verbinding staat met het inwendige van de zak.

Ten behoeve van het legen van de met vloeistof gevulde zak, wordt de zak in de kamer van de inrichting 20 geplaatst waarbij het mondstuk van de zak in de uitsparing wordt ondergebracht. Vervolgens kan het deksel van de inrichting worden gesloten en de slang met spuitmond worden aangesloten. Vervolgens wordt de plunjer in de richting van het deksel verschoven, waarbij de zak geleidelijk wordt 25 leeggedrukt. Bij dit leegdrukken stroomt de vloeistof via de slang met spuitmond naar buiten. Doordat de vloeistof direct vanuit de zak op het product belandt, is de verwerking uiterst hygiënisch aangezien het product niet met de omgevingslucht of vervuilde onderdelen in aanraking komt.

30 Bovendien behoeft de zak niet handmatig te worden geleegd omdat de vloeistof direct vanuit de zak op de eindbestemming wordt gebracht. Daarbij kan de zak vrijwel volledig worden geleegd zonder dat product verloren gaat en kan de verwerking met grote snelheid plaatsvinden.

35 Volgens een nadere uitwerking is het bijzonder gunstig wanneer de uitsparing voor het opnemen van het mondstuk zich gedeeltelijk uitstrekt in het deksel en 1007213 - 3 - gedeeltelijk in het huis ter plaatse van een rand die de toegangsopening van de kamer begrenst, zodat het mondstuk in een gesloten toestand van het deksel is ingeklemd tussen het huis en het deksel. Bij een aldus uitgevoerde inrichting is 5 het plaatsen van het mondstuk in de uitsparing bijzonder eenvoudig doordat het mondstuk eerst in de onderste helft van de uitsparing in het huis wordt gelegd waarna het mondstuk wordt ingeklemd wanneer het deksel van de inrichting wordt gesloten.

10 Teneinde een eenvoudige verschuiving van de plunjer in de kamer te bewerkstelligen is het bijzonder gunstig wanneer volgens een nadere uitwerking van de uitvinding op het gedeelte van de kamer dat zich bevindt aan de van het deksel afgekeerde zijde van de plunjer een drukleiding is 15 aangesloten met behulp waarvan een drukmedium kan worden toegevoerd ten behoeve van het in de richting van het deksel verschuiven van de plunjer. Een dergelijke aandrijving van de plunjer heeft bovendien tot voordeel dat, wanneer de spuitmond wordt afgesloten, de verschuiving van de plunjer 20 automatisch wordt onderbroken door de in de zak optredende tegendruk.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, 25 verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een zij-aanzicht van de inrichting, waarbij de kamer in doorsnede is weergegeven; figuur 2 toont een vooraanzicht van de inrichting, waarbij de kamer in doorsnede is weergegeven; 30 figuur 3 toont een vooraanzicht van de inrichting zoals weergegeven in figuur 2, waarbij de kamer in doorsnede is weergegeven en waarbij een zak in de kamer is opgenomen; figuur 4 toont een bovenaanzicht van de inrichting; en 35 figuur 5 toont de plunjer en enkele daarop aangebrachte vulplaten.

1007213 - 4 -

Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is bestemd voor het afgeven van visceuze en/of opgeklopte vloeistof, zoals banketbakkersroom, rijstepap en dergelijke. Deze vloeistof is opgenomen in een zak B die is voorzien van een mondstuk 5 M. De inrichting is voorzien van een huis 1 dat is opgenomen in een al dan niet verrijdbaar frame 2. Het huis 1 is voorzien van een kamer 3. Verder is de inrichting voorzien van een deksel 4 dat schamierbaar is verbonden met het huis 1. In de kamer 3 bevindt zich een plunjer 5 die 10 verschuifbaar is opgesteld in de kamer 3. Verder is de inrichting voorzien van een uitsparing 6 waarin het mondstuk M passend opneembaar is wanneer de zak B in de kamer 3 is opgenomen. De inrichting is verder voorzien van een niet weergegeven slang met een spuitmond. Deze slang staat in 15 aangesloten toestand via het mondstuk in fluïdum verbinding met het inwendige van de zak B. De uitsparing 6 voor het opnemen van het mondstuk M strekt zich gedeeltelijk uit in het deksel 4 en gedeeltelijk in het huis 1 ter plaatse van de rand 7 die een toegangsopening van de kamer 3 begrenst, 20 zodat het mondstuk M in een gesloten toestand van het deksel 4 is ingeklemd tussen het huis 1 en het deksel 4.

Op het gedeelte 3a van de kamer 3 dat zich bevindt aan de van het deksel 4 afgekeerde zijde van de plunjer 5 is een drukleiding aangesloten met behulp waarvan een 25 drukmedium kan worden toegevoerd ten behoeve van het in de richting van het deksel 4 verschuiven van de plunjer 5. In het algemeen zal voor het drukmedium perslucht worden gebruikt. De toevoer van het drukmedium kan bijvoorbeeld worden geregeld door middel van een voetpedaal 8. Door 30 middel van een persluchtbesturing 9 wordt, afhankelijk van de stand van het voetpedaal 8, perslucht aan het kamergedeelte 3a onder de plunjer 5 toegevoerd. Wanneer perslucht wordt toegevoerd zal de plunjer omhoog bewegen, althans wanneer de tegendruk in de zak B niet te groot is.

35 Tijdens deze opwaartse beweging wordt een zak met visceuze vloeistof die zich bevindt in het kamergedeelte 3b van de kamer 3 tussen de plunjer 5 en het deksel 4 langzaam 10072 1 3 - 5 - leeggedrukt waarbij de vloeistof via het mondstuk M en de reeds genoemde maar niet getoonde slang wegstroomt. De toevoer van drukmedium kan worden gestaakt door het loslaten van het voetpedaal 8 of, in noodomstandigheden, door het 5 indrukken van de noodknop 10. Teneinde te verhinderen dat de plunjer 5 te ver omhoog wordt gedrukt is de inrichting voorzien van een ketting 25 die aan de van het deksel 4 afgekeerde zijde van de plunjer is gehecht en die met het andere uiteinde is verbonden met het huis 1, zodanig dat de 10 slag van de plunjer 5 is begrensd. Het spreekt vanzelf dat in plaats van een ketting ook een ander flexibel verbindingsorgaan, zoals bijvoorbeeld een koord, kan worden toegepast.

De aan het uiteinde van de slang aangebrachte 15 spuitmond is bij voorkeur voorzien van een afsluitklep, zodat het afgeven van vloeistof tijdelijk kan worden onderbroken. Het is daarbij bijzonder voordelig wanneer de spuitmond met afsluitklep is uitgevoerd als spuitpistool.

Met een dergelijke uitvoering is het doseren van vloeistof 20 bijzonder eenvoudig.

Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 5, omvat de plunjer 5 een benedendeel 5b dat is voorzien van een afdichtring 13 en van een bovendeel 5a dat dient als zakgeleider. Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding 25 is de omtreksrand 14 vein de, naar het deksel 4 toegekeerde kopse zijde van de plunjer 5, in het bijzonder van het bovendeel 5a van de plunjer, afgerond en bevindt deze omtreksrand 14 zich op enige afstand van de omstrekswand la van de kamer 3, zodat tussen de omtreksrand 15 van de 30 plunjer 5 en de omtreksrand la van de kamer 3 ter plaatse van de genoemde omtreksrand 15 een ringvormige ruimte R aanwezig is. Bij het leegdrukken van de zak B zal de folie van de zak B bij het omhoogbewegen van de plunjer 5 zich verzamelen in deze ruimte R. Aldus wordt bewerkstelligd dat 35 de zak B volledig kan worden leeggedrukt. Wanneer de zak B groter is, is een grotere ruimte R vereist. Teneinde een grotere ruimte R te verschaffen wordt volgens een nadere 1 00721 3 - 6 - uitwerking van de uitvinding een aantal vulplaten 11, 12 verschaft, die plaatsbaar zijn op de naar het deksel 4 toegekeerde zijde van de plunjer 5. Ook voor de vulplaten 11, 12 geldt dat de omtreksrand 16 van althans een dichtst 5 bij het deksel gelegen vulplaat 12 is voorzien van een afgeronde omtreksrand 16, waarbij een omtrekswand 17 van de betreffende vulplaat 12 zich op enige afstand van een omtrekswand van de kamer 3 bevindt, zodat tussen de omtrekswand 17 van de vulplaat 12 en de omtrekswand la van 10 de kamer 3 ter plaatse van de genoemde omtreksrand 16 een ringvormige ruimte R aanwezig is. Eventueel kan de inrichting ter plaatse van de spuitmond zijn voorzien van hulpinrichtingen, zoals een opklopinrichting, een doseerinrichting en/of een toevoerinrichting. Met een 15 opklopinrichting kan de visceuze vloeistof, voordat deze wordt opgebracht, worden opgeklopt. Met een doseerinrichting kan bijvoorbeeld telkens een vaste dosis vloeistof worden afgegeven. Met een toevoerinrichting kan aan de visceuze vloeistof een tweede ingrediënt worden toegevoerd. Eventueel 20 is voor de werking van deze hulpinrichtingen perslucht noodzakelijk die kan worden afgetapt van de persluchtaansluitingen 18, 19 die zijn weergegeven in figuren 1 en 2.

Zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 1, is het 25 deksel 4 voorzien van een vergrendeling 23 die verzwenkbaar is verbonden met het deksel 4 en die, in gesloten toestand van het deksel 4 achter pennen 24 kan worden gehaakt. Voor het openen van het deksel 4 is het deksel voorzien van een handvat 20. In het bovenaanzicht dat is weergegeven in 30 figuur 4 is duidelijk de noodstop 10 en de aan/uitschakelaar 21 van de inrichting weergegeven. Tevens is nog een display 22 weergegeven waarmee relevante gegevens kunnen worden aangegeven.

Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt 35 tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

1007213

Claims

1. Inrichting voor het afgeven van vloeistoffen, zoals banketbakkersroom, rijstepap, geslagen room, slagroom en dergelijke, welke visceuze vloeistof is opgenomen in een zak (B) die is voorzien van een mondstuk (M), waarbij de 5 inrichting is voorzien van een huis (1) dat is voorzien van een kamer (3), waarbij de inrichting is voorzien van een deksel (4) dat bestemd is voor het afsluiten van de kamer (3), waarbij de inrichting is voorzien van een plunjer (5) die verschuifbaar is opgesteld in de kamer (3), waarbij de 10 inrichting is voorzien van een uitsparing waarin het mondstuk (M) passend opneembaar is wanneer de zak (B) in de kamer (3) is opgenomen, waarbij de inrichting is voorzien van een slang met een spuitmond, welke slang in een aangesloten toestand via het mondstuk in fluïdumverbinding 15 staat met het inwendige van de zak (B).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparing (6) voor het opnemen van het mondstuk (M) zich gedeeltelijk uitstrekt in het deksel (4) en gedeeltelijk in het huis (1) ter plaatse van een rand (7) die een 20 toegangsopening van de kamer (3) begrenst, zodat het mondstuk (M) in een gesloten toestand van het deksel (4) is ingeklemd tussen het huis (1) en het deksel (4).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat op het gedeelte (3a) van de kamer (3) dat zich bevindt 25 aan de van het deksel (4) afgekeerde zijde van de plunjer (5) een drukleiding is aangesloten met behulp waarvan een drukmedium kan worden toegevoerd ten behoeve van het in de richting van het deksel (4) verschuiven van de plunjer (5) .

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat de spuitmond is voorzien van een afsluitklep.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de spuitmond met afsluitklep is uitgevoerd als een spuitpistool. 1007213 - 8 -

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat inrichting is voorzien van een aantal vulplaten (11, 12) die plaatsbaar zijn op de naar het deksel (4) toegekeerde zijde (5a) van de plunjer (5).

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een omtreksrand (14) van de, naar het deksel (4) toegekeerde kopse zijde (5a) van de plunjer (5) is afgerond en zich op enige afstand van een omtrekswand (la) van de kamer (3) bevindt, zodat tussen een omtrekswand 10 (15) van de plunjer (5) en de omtrekswand (la) van de kamer (3) ter plaatse van de genoemde omtreksrand (14) een ringvormige ruimte (R) aanwezig is.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat althans een dichtst bij het deksel (4) gelegen vulplaat (12) 15 is voorzien van een afgeronde omtreksrand (16), waarbij een omtrekswand (17) van de betreffende vulplaat (12) zich op enige afstand van een omtrekswand (la) van de kamer (3) bevindt, zodat tussen een omtrekswand (17) van de vulplaat (12) en de omtrekswand (1) van de kamer (3) ter plaatse van 20 de genoemde omtreksrand (16) een ringvormige ruimte (R) aanwezig is.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de van het deksel (4) afgekeerde zijde van de plunjer (5) een ketting (25) is gehecht die met het 25 andere uiteinde is verbonden met het huis (1), zodanig dat de slag van plunjer (5) is begrensd.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting ter plaatse van de spuitmond is voorzien van hulpinrichtingen, zoals een 30 opklopinrichting, een doseerinrichting en/of een toevoerinrichting. 1007213