NL1006722C2 - Pijpbeugel. - Google Patents
Pijpbeugel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1006722C2 NL1006722C2 NL1006722A NL1006722A NL1006722C2 NL 1006722 C2 NL1006722 C2 NL 1006722C2 NL 1006722 A NL1006722 A NL 1006722A NL 1006722 A NL1006722 A NL 1006722A NL 1006722 C2 NL1006722 C2 NL 1006722C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bracket
- pipe clamp
- pivot
- pipe
- segments
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L3/00—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
- F16L3/08—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
- F16L3/12—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
- F16L3/1203—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing with a pair of arms moved automatically to closed position by overcenter spring
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Supports For Pipes And Cables (AREA)
Description
Korte aanduiding: Pijpbeugel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1. Typisch voor een dergelijke pijpbeugel is dat de beugelsegmenten de buis omsluiten en door middel van de haakorganen aan elkaar 5 vasthaken wanneer een buis tussen de beugelsegmenten wordt geplaatst en de buis in de richting van het voetdeel van de pijpbeugel wordt gedrukt.
Een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1 is beschreven in NL-B-174 294. Deze bekende pijpbeugel is een 10 massaprodukt en wordt in het bijzonder als ééndelig voorwerp door middel van spuitgieten van één kwaliteit kunststof materiaal in een geschikt gevormde spuitgietmatrijs vervaardigd. Het voetdeel en de beugelsegmenten van een dergelijke pijpbeugel dienen 15 bestand te zijn tegen mechanische belastingen, waardoor zij meestal uit een stijve kunststof worden vervaardigd.
Vanwege de ééndelige opbouw van de bekende pijpbeugel zijn de zwenkverbindingen daarvan uitgevoerd uit hetzelfde materiaal als het voetdeel en de beugelsegmenten. Om de 20 gewenste buigzaamheid van de zwenkverbindingen te verkrijgen, zijn deze zwenkverbindingen als dunne lijven uitgevoerd en hebben zij ongeveer de vorm van een filmscharnier.
In de latere publikatie CH 643 338 is een 25 soortgelijke pijpbeugel beschreven, waarbij de zwenkverbindingen ook als filmscharnieren zijn uitgevoerd. Bij de pijpbeugel volgens CH 643 338 zijn de aan de filmscharnieren grenzende delen van het voetdeel echter dun en gemakkelijk buigend uitgevoerd, zodat een enkele maat 30 pijpbeugel voor verschillende buisdiameters geschikt is.
In de veel later verschenen publikatie EP 0 352 438 zijn de zwenkverbindingen van de daarin beschreven pijpbeugel uitgevoerd als vanaf het voetdeel omhoog stekende dunne en lange lijven, die verbuigen als de buis 35 in de pijpbeugel wordt gedrukt.
1006722 - 2 -
De onderhavige uitvinding beoogt maatregelen voor te stellen die een verbeterde pijpbeugel opleveren. In het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding de zwenkverbindingen van de pijpbeugel zo uit te voeren dat ze 5 minder kwetsbaar zijn dan bij de bovengenoemde bekende pijpbeugels. Verder beoogt de onderhavige uitvinding de zwenkverbindingen zo uit te voeren dat de overdracht van trillingen van de in de pijpbeugel gehouden buis naar de drager wordt beperkt.
10 De onderhavige uitvinding verschaft een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt, doordat de zwenkverbindingen zijn vervaardigd uit een ander materiaal dan de beugelsegmenten en het voetdeel.
In een voor massaproductie voordelige 15 voorkeursuitvoeringsvorm zijn de beugelsegmenten en het voetdeel uit een eerste soort kunststof vervaardigd en zijn de zwenkverbindingen uit een andere kunststof aan de beugelsegmenten aangespoten. Dit kan geschieden met een algemeen bekende meer-componenten spuitgiettechniek. Ook is 20 het bijvoorbeeld mogelijk eerst de zwenkverbindingen te vervaardigen en deze onderdelen dan in de spuitgietmatrijs voor de pijpbeugel te plaatsen, waarna het kunststof materiaal voor de resterende delen van de pijpbeugel worden ingespoten, welk kunststof materiaal vasthecht aan de 25 zwenkverbindingen.
De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van een voorkeursuitvoeringsvorm van de pijpbeugel volgens de uitvinding. Daarbij toont: 30 fig. 1 in zijaanzicht een pijpbeugel volgens de uitvinding in de geopende stand, en fig. 2 in zijaanzicht de pijpbeugel van fig. 1 in de gesloten stand.
35 De in weergegeven ééndelige pijpbeugel 1, die door twee componenten spuitgieten is vervaardigd, dient voor het bevestigen van een cilindrische buis 2 of dergelijke aan 1006722 - 3 - een drager, bijvoorbeeld een wand of een ondersteuningsconstructie.
De pijpbeugel 1 omvat een voetdeel 3, dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel 1 aan de 5 drager. In de weergegeven uitvoering is het voetdeel 3 voorzien van een uitsparing 5, die zich uitstrekt tussen de onderzijde 6 en de bovenzijde 7 van het voetdeel 3, en een dwarssleuf 8, die zich dwars op de uitsparing 5 uitstrekt. De dwarssleuf 8 is ingericht voor het opnemen van een 10 plaatvormige metalen moer (niet weergeven), waarvan het schroefgat dan in het verlengde van de uitsparing 5 ligt. Door de uitsparing 5 kan een aan de wand of ondersteuningsconstructie aangebrachte bout worden gestoken, die in de plaatvormige moer kan worden 15 geschroefd.
Het voetdeel 3 draagt aan de bovenzijde twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen 10, 11 met in hoofdzaak aan elkaar evenwijdige zwenkassen, die hier loodrecht op het vlak van de tekening liggen. Elk van de 20 nog nader toe te lichten zwenkverbindingen 10, 11 verbindt het voetdeel 3 zwenkbaar met een beugelsegment, respectievelijk 13, 14, van de pijpbeugel 1. De zwenkverbindingen 10, 11 zijn hier massieve lichamen met elk twee buitenvlakken, die evenwijdig aan elkaar en 25 evnwijdig aan de betreffende zwenkas lopen.
Elk beugelsegment 13, 14 heeft een in hoofdzaak half-cirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd aanlegvlak, respectievelijk 15, 16 voor de buis 2.
De beugelsegmenten 13, 14 zijn zodanig via de 30 zwenkverbindingen 10, 11 aan het voetdeel 3 aangebracht, dat de beugelsegmenten 13, 14 de buis 2 omsluiten wanneer de buis 2 in de richting van het voetdeel 3 tussen de beugelsegmenten 13, 14 wordt gedrukt.
In de tekening is te herkennen dat het beugelsegment 35 13 aan het van het voetdeel 3 afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een naar buiten gericht haakorgaan 17 en dat het andere beugelsegment 14 aan het van het voetdeel 3 1006722 - 4 - afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een naar binnen gericht haakorgaan 18. Wanneer de buis 2 in de pijpbeugel 1 worden gedrukt, haken de beide haakorganen 17, 18 in elkaar.
5 De zwenkverbindingen 10, 11 zijn vervaardigd uit een ander materiaal, in dit geval een andere spuitgietbare kunststof, dan de beugelsegmenten 13, 14 en het voetdeel 3 van de pijpbeugel 1. Dit is mogelijk door gebruik te maken van algemeen bekende meer componenten spuitgiettechniek, 10 waarbij twee of meer verschillende kunststof soorten in dezelfde matrijs worden gespoten. Ook is het mogelijk eerst afzonderlijk de zwenkverbindingen 10,11 te vervaardigen en deze onderdelen vervolgens in een spuitgietmatrijs te plaatsen, waarna de overige delen van de pijpbeugel 1 aan 15 de zwenkverbindingen 10, 11 worden aangespoten. Uiteraard kunnen ook eerst het voetdeel 3 en de beugelsegmenten 13, 14 worden vervaardigd en deze delen dan in een geschikte matrijs worden geplaatst, waarna de zwenkverbindingen worden aangespoten. Zo is het eveneens mogelijk het 20 voetdeel 3 of de beugelsegmenten 13, 14 uit een metaal te vervaardigen, bijvoorbeeld aluminium.
Het is voordelig voor de zwenkverbindingen 10, 11 een kunststof toe te passen die gunstige eigenschappen heeft op het gebied van elasticiteit en herstellend 25 vermogen.
De zwenkverbindingen 10, 11 worden bijvoorkeur vervaardigd uit rubber of een elastomere kunststof.
Bij voorkeur zijn de zwenkverbindingen 10, 11 vervaardigd uit een materiaal met een kleinere 30 elasticiteitsmodulus dan het voetdeel 3 en de beugelsegmenten 13, 14. Het voetdeel 3 dient immers ter bevestiging van de pijpbeugel 1 aan de drager en is daarom bij voorkeur vervaardigd uit een stijf materiaal, bijvoorbeeld een stijve kunststof of eventueel een metaal, 35 zoals aluminium. Door de grotere elasticiteit is het mogelijk de zwenkverbindingen 10, 11 uit te voeren als dikkere lijven dan bij de bekende pijpbeugel, waardoor de 1086722 - 5 - kwetsbaarheid verminderd.
Verder heeft het de voorkeur dat de zwenkverbindingen 10, 11 zijn vervaardigd uit een materiaal met een grotere procentuele vervormbaarheid tot breuk dan 5 het voetdeel 3 en de beugelsegmenten 13, 14. Een groter vervormbaarheid tot breuk voorkomt dat de zwenkverbinding 10, 11 scheurt als de beugelsegmenten 13, 14 verder dan gebruikelijk worden gezwenkt.
Bij voorkeur hebben de zwenkverbindingen 10, 11 een 10 geringere hardheid dan het voetdeel 3 en de beugelsegmenten 13, 14. Gebleken is dat een geringere hardheid van het materiaal een geringere overdracht van trilling met zich meebrengt. Met voordeel hebben de zwenkverbindingen 10, 11 een hardheid hebben die ligt tussen 30 en 80 Shore A.
15 De demping van trillingen door het materiaal van de zwenkverbindingen 10, 11 kan worden geoptimaliseerd door de zwenkverbindingen 10, 11 te vervaardigen uit een materiaal met een grotere demping (tg delta) dan het voetdeel 3 en de beugelsegmenten 13, 14.
20 Voorbeelden van geschikte materialen voor de zwenkverbindingen zijn spuitgietbare kunststof materialen zoals EPDM of een mix van EDPM en PP. Het voetdeel en de beugelsegmenten kunnen bijvoorbeeld worden gespoten uit polypropeen of polyamide.
25 In de tekening is te herkennen dat bij elk van de zwenkverbindingen 10, 11, gezien in een vlak loodrecht op de zwenkas van de de betreffende zwenkverbinding, dus in het vlak van de tekening, het voetdeel 3 een gewelfd, in het bijzonder V-vormig, en naar het betreffende 30 beugelsegment 13, 14 wijzend hechtvlak 21, 22 heeft voor het materiaal van de zwenkverbinding 10, 11. Verder heeft elk van de beugelsegmenten 13, 14 een gewelfd, in het bijzonder V-vormig, en naar het voetdeel wijzend hechtvlak 23, 24 voor het materiaal van de zwenkverbinding 10, 11.
35 Door de vorm van de hechtvlakken 21, 22, 23, 24 ontstaat in elke zwenkverbinding een plaats met een kleinste afstand tussen het voetdeel 3 en het betreffende 1006722 - 6 - beugelsegment 13, 14. Wanneer een beugelsegment om zijn bijbehorende zwenkas zwenkt, zal de buiging zich juist in het gebied van de zwenkverbinding concentrereren waar de afstand tussen het voetdeel 3 en het beugelsegment het 5 kleinst is. De vorm van de hechtvlakken heeft derhalve met name tot doel de ligging van de door een zwenkverbinding gerealiseerde zwenkas te bepalen. Een verder doel van de gewelfde vorm is het hechtoppervlak te vergroten. Om deze doelen te bereiken zou de welving van de hechtvlakken 10 21,22,23,24 in plaats van V-vormig ook half-cilindrisch of iets dergelijks kunnen zijn.
In onvervormde toestand van het materiaal van de zwenkverbindingen 10, 11, welke toestand is getoond in figuur 1, snijdt de lijn "11, 12" door de toppen van de V-15 vormige hechtvlakken van een bij een beugelsegment 13, 14 behorende zwenkverbinding 10, 11 nagenoeg de hartlijn hl, h2 van het aanlegvlak 15, 16 van dat beugelsegment 13, 14.
In de gesloten stand van de pijpbeugel 1, welke in figuur 2 is getoond, zijn de zwenkverbindingen 10, 11 20 vervormd. In deze stand wijzen de lijnen "ll" en "12 naar het hart van de cirkel die door de beugelsegmenten 13, 14 wordt gevormd. De zwenkverbindingen 10, 11 zijn bij voorkeur zo opgesteld dat lijnen "ll" en "12" in de gesloten stand van de pijpbeugel 1 onderling een hoek 25 insluiten die ligt tussen 70° en 130°.
1 0 β 6 7 2 2
Claims (12)
1. Pijpbeugel (1) voor het bevestigen van een buis (2) of dergelijke aan een drager, omvattende een voetdeel (3), dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel aan de drager, welk voetdeel (3) twee op een afstand van elkaar 5 gelegen zwenkverbindingen (10,11) draagt met in hoofdzaak aan elkaar evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen het voetdeel zwenkbaar verbindt met een beugelsegment (13,14) van de pijpbeugel (1) op een afstand van beide uiteinden van het betreffende beugelsegment, 10 waarbij elk beugelsegment een in hoofdzaak halfcirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd aanlegvlak (15,16) heeft voor de buis of dergelijke, en waarbij een van de beugelsegmenten aan het van het voetdeel afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van één of meer 15 naar buiten gerichte haakorganen (17) en het andere beugelsegment aan het van het voetdeel afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van één of meer naar binnen gerichte haakorganen (18), welke haakorganen in elkaar kunnen grijpen voor het aan elkaar vasthaken van de van het 20 voetdeel afgekeerde uiteinden van de beugelsegmenten wanneer een buis in de richting van het voetdeel tussen de beugelsegmenten wordt gedrukt, met het kenmerk, dat de zwenkverbindingen (10,11) zijn vervaardigd uit een ander materiaal dan de beugelsegmenten (13,14) en het voetdeel 25 (3) .
2. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij de zwenkverbindingen (10,11) zijn vervaardigd uit rubber of een elastomere kunststof. 30
3. Pijpbeugel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zwenkverbindingen (10,11) zijn vervaardigd uit een materiaal met een kleinere elasticiteitsmodulus dan het voetdeel en de beugelsegmenten. 35 1006722 - 8 -
4. Pijpbeugel volgens een of meer van de volgende conclusies, waarbij de zwenkverbindingen (10,11) zijn vervaardigd uit een materiaal met een grotere procentuele vervormbaarheid tot breuk dan het voetdeel en de 5 beugelsegmenten.
5. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de zwenkverbindingen (10,11) een geringere hardheid hebben dan het voetdeel en de 10 beugelsegmenten.
6. Pijpbeugel volgens conclusie 5, waarbij de zwenkverbindingen (10,11) een hardheid hebben die ligt tussen 30 en 80 Shore A. 15
7. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de zwenkverbindingen (10,11) zijn vervaardigd uit een materiaal met een grotere demping (tg delta) dan het voetdeel en de beugelsegmenten. 20
8. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de beugelsegmenten (13,14) uit kunststof zijn vervaardigd en de zwenkverbindingen (10,11) aan de beugelsegmenten zijn aangespoten. 25
9. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het voetdeel (3) uit kunststof is vervaardigd en de zwenkverbindingen (13,14) aan het voetdeel zijn aangespoten. 30
10. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij bij elk van de zwenkverbindingen (10,11), gezien in een vlak loodrecht op de zwenkas van de zwenkverbinding, het voetdeel (3) een naar het 35 beugelsegment (13,14) gewelfd, bij voorkeur ongeveer V- vormig, hechtvlak (21, 22) heeft voor het materiaal van de zwenkverbinding, en het beugelsegment (13,14) een naar het 1006722 - 9 - voetdeel (3) gewelfd, bij voorkeur ongeveer V-vormig, hechtvlak (23,24) heeft voor het materiaal van de zwenkverbinding.
11. Pijpbeugel volgens conclusie 10, waarbij in onvervormde toestand van de zwenkverbinding (10,11), de lijn (11,12) door de toppen van de hechtvlakken van een bij een beugelsegment behorende zwenkverbinding nagenoeg de hartlijn (hl,h2) snijdt van het aanlegvlak (15,16) van dat 10 beugelsegment.
12. Pijpbeugel volgens conclusie 11, waarbij de beide lijnen (11,12), die elk door de toppen van de hechtvlakken van een zwenkverbinding lopen, in de gesloten stand van de 15 pijpbeugel onderling een hoek insluiten die ligt tussen 70° en 130°. 1 0 β 6 7 2 2
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006722A NL1006722C2 (nl) | 1997-08-05 | 1997-08-05 | Pijpbeugel. |
AU87519/98A AU8751998A (en) | 1997-08-05 | 1998-08-03 | Pipe clip |
PCT/NL1998/000446 WO1999008032A1 (nl) | 1997-08-05 | 1998-08-03 | Pipe clip |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006722A NL1006722C2 (nl) | 1997-08-05 | 1997-08-05 | Pijpbeugel. |
NL1006722 | 1997-08-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1006722C2 true NL1006722C2 (nl) | 1999-02-08 |
Family
ID=19765455
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1006722A NL1006722C2 (nl) | 1997-08-05 | 1997-08-05 | Pijpbeugel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1006722C2 (nl) |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7702656A (nl) * | 1976-03-15 | 1977-09-19 | Egli Fischer & Co | Buisklem. |
US5312081A (en) * | 1992-11-30 | 1994-05-17 | Martin Gordon C | Hinged door quick access dip net holder |
-
1997
- 1997-08-05 NL NL1006722A patent/NL1006722C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7702656A (nl) * | 1976-03-15 | 1977-09-19 | Egli Fischer & Co | Buisklem. |
US5312081A (en) * | 1992-11-30 | 1994-05-17 | Martin Gordon C | Hinged door quick access dip net holder |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7497718B2 (en) | Routing clip elements with a living hinge and interlocking closure | |
US4881705A (en) | Plastic holding element | |
US5445471A (en) | Plastic joint for articulating two components | |
US6481682B2 (en) | Plate member mounting structure | |
US8157223B2 (en) | Holder for an elongate article | |
JP5453353B2 (ja) | ワイパブレードをワイパアームと結合するための結合部材 | |
US4802646A (en) | Clamp fitting, in particular for pipes and tube | |
US20080083093A1 (en) | Plastic Clamp | |
US20090283649A1 (en) | Utility Brackets for Securing Components to Structures | |
US6498296B2 (en) | Connector device for electrical cable carrier tray sections | |
MX2007000547A (es) | Dispositivo limpiador de parabrisas. | |
US6935599B2 (en) | Hook closure and pipe clip with such a hook closure | |
CN1044148C (zh) | 一种连接装置 | |
CN107208826A (zh) | 管夹 | |
USRE30861E (en) | Biased hinges | |
NZ281229A (en) | Resilient hinge; comprises two connecting arms connecting a closure part and a closure body | |
NL1006722C2 (nl) | Pijpbeugel. | |
US20080018081A1 (en) | Air bag module for vehicles | |
WO1999008032A1 (nl) | Pipe clip | |
US6632994B1 (en) | Containment apparatus | |
US20240116450A1 (en) | Roof rack for a motor vehicle, motor vehicle, and method for producing a roof rack | |
EP0864763B1 (fr) | Dispositif de fixation amovible destiné notamment à un élément de carrosserie | |
JP3039570U (ja) | 角度の調節及び保持が可能なパイプ継手 | |
US20190226605A1 (en) | Hinged clamping bracket for at least one tubular article | |
NL1006723C2 (nl) | Pijpbeugel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020301 |