NL1006612C2 - Voerdraad voor katheter. - Google Patents

Description

Voerdraad voor katheter

De onderhavige uitvinding betreft een geleidende voerdraad voor toepassing bij het inbrengen van een katheter hierlangs bij beeldvorming op basis van magnetische resonantie.

5 Een dergelijke voerdraad is algemeen bekend, waarbij deze vanaf het proximale einde tot het distale uiteinde hiervan één lange geleider van elektrische stromen vormt, waarbij hierin zonder belemmering onder invloed van het voor beeldvorming op basis van magneti-10 sche resonantie aangelegde radiofrequentieveld stromen worden geïnduceerd. In het bijzonder de eddystromen als gevolg van veldvariaties dragen bij aan teraperatuursver-hoging van de voerdraad. Deze temperatuursverhogingen zijn ongewenst en kunnen schade veroorzaken aan het weef-15 sel, dat de voerdraad in gebruik omringt, of hier in elk geval een nadelige invloed op hebben.

De uitvinding beoogt althans het bovengenoemde bezwaar weg te nemen, en verschaft hiertoe een voerdraad, die zich onderscheidt, doordat de voerdraad ten minste 20 twee longitudinale segmenten omvat, waarbij elke van de segmenten elektrisch van elk ander segment is geïsoleerd.

Door een geschikte positionering van de scheidingen tussen de segmenten en derhalve voor de keuze van de lengte van de segmenten kan warmteontwikkeling in de 25 voerdraad op doeltreffende wijze worden voorkomen, aangezien dergelijke lengtes en derhalve de keuze voor de positionering van de scheidingen hiertussen in samenhang met de frequentie van het veld bepalend is voor de geïnduceerde stromen in de voerdraad.

30 Bovendien is hiermee zowel de elektrische impedantie als de magnetische susceptibiliteit van de voerdraad beïnvloedbaar, zodat verstoring tijdens beeld 1006612 2 vorming hierdoor kan worden verminderd en veelal zelfs voorkomen.

Bij voorkeur vertoont een voerdraad volgens de onderhavige uitvinding de eigenschappen van conclusie 2.

5 In deze conclusie 2 is een eenvoudige wijze beschreven voor het verwezenlijken van de uitvinding in een voerdraad in de vorm van een metalen wikkeling.

De conclusies 3 t/m 9 hebben elk betrekking op een wijze of verbijzondering hiervan voor het aan elkaar 10 bevestigen of koppelen van de elektrisch afzonderlijke segmenten. Conclusie 10 betreft echter nog een maatregel, waarmee met voordeel parasitaire capaciteiten in de voerdraad beperkt blijven. Ook dergelijke parasitaire capaciteiten tussen de segmenten kunnen een verstorende 15 invloed hebben op de beeldvorming, hetgeen met de maatregelen van conclusie 10 op doeltreffende wijze is vermeden .

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden 20 hiervan. In de tekening toont:

Fig. 1 een perspektivisch aanzicht van een voerdraad in gebruik als geleider voor een in te brengen katheter; fig. 2 de verbinding tussen twee naburige 25 segmenten van de in fig. 1 getoonde voerdraad; fig. 3 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm; X ...

fig. 4 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 5 een derde alternatieve uitvoeringsvorm; 30 en fig. 6 een vierde alternatieve uitvoeringsvorm.

In de figuren wordt met een zelfde referentie-nummer gerefereerd aan een zelfde onderdeel.

Het in fig. 1 getoonde perspektivisch aanzicht 35 van een voerdraad 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat in hoofdzaak segmenten 3. De segmenten 3 zijn elektrisch geïsoleerd van elkaar gescheiden door middel van de ringen 4, welke zijn vervaardigd uit isolatiemateriaal 1006612 3 met een hoge elektrische weerstand. Deze ringen 4 zijn hier op zich zodanig gevormd, dat deze zonder discontinuïteiten in de wikkeling kunnen worden ingepast, en derhalve zelf de vorm van een deel van de wikkeling hebben.

5 Als alternatief kunnen de ringen onder meer in een cirkelvormig zijn genomen. Op deze wijze wordt voorkomen, dat door het metaal van de voerdraad 1 over ongewenst grote afstanden stromen kunnen gaan vloeien onder invloed van een RF-veld, zoals dat wordt toegepast bij beeld-10 vormingstechnieken op basis van magnetische resonantie.

Tevens is hiermee voorkomen, dat in de voerdraad 1 een temperatuurontwikkeling plaatsvindt tot een dusdanig hoge temperatuur, dat het de voerdraad omringende weefsel hierdoor schade kan worden berokkend.

15 Na het inbrengen van de voerdraad 1 doet deze dienst als geleider voor een katheter 2. De in fig. 1 getoonde katheter omvat een katheterslang 10, die twee lumen omvat, één voor de voerdraad en één als afzonderlijke doorvoer, die bijvoorbeeld in open verbinding staat 20 met koppeling 12 via het T-stuk 13. Op deze wijze kan bijvoorbeeld een contrastvloeistof via de koppeling 12 en de katheterslang 10 naar een gewenste plaats nabij het distale einde van de katheter 2 worden getransporteerd, nadat het distale einde van de katheter 2 met behulp van 25 de voerdraad 1 naar deze gewenste plaats is getransporteerd. Overigens is het proximale einde van de katheterslang 10 tevens voorzien van een voerdraadkoppeling 11 om plaatsing van de katheter 2 met behulp van de voerdraad 1 te vereenvoudigen, en zodat de katheter 2 zonder enige 30 belemmering over de voerdraad 1 heen kan worden geschoven .

In fig. 2 is een aanzicht in doorsnede getoond van een wijze, waarop elektrisch afzonderlijke elementen 3 met elkaar zijn verbonden. Hiertoe omvat de voerdraad 1 35 een wikkeling 7, die door middel van ring 4 van isolatiemateriaal oftewel met een hoge elektrische weerstand is onderbroken tussen de segmenten 3. Om ondanks de onderbreking door de ring 4 een afdoende mechanische sterkte 1006612 4 te verkrijgen van de verbinding tussen de segmenten 3 is in deze segmenten 3 aan weerszijden van de ring 4 een huls 6 gestoken met een lage diëlektrische constante, waarbij in de huls een pen 5 is aangebracht. De pen is 5 hier bij voorkeur van metaal, zoals hierboven vermeld voor het verkrijgen van een gewenste mechanische sterkte, waarbij de keuze voor een materiaal van de huls 6 bij voorkeur uitvalt op één met een lage waarde van de di-elektrische constante hiervan, zodat een tussen de wikke-10 ling 7 en de pen 5 aanwezige (parasitaire) capaciteit minimaal zal zijn, hetgeen gewenst is, aangezien deze capaciteit een negatieve invloed zou hebben op de beeldvorming .

In fig. 3 is een eerste alternatieve uitvoe-15 ringsvorm getoond van de verbinding tussen afzonderlijke segmenten 14, die elk een wikkeling van metaal omvatten. Hierbij convergeren de spiralen van de segmenten 14 aan de uiteinden hiervan naar elkaar toe, waarbij aan de uiteinden van de segmenten 14 schijven 9 zijn bevestigd. 20 De uiteinden van de segmenten zijn met de schijven, die als ankermiddelen dienst doen, ingegoten in een verbinding 8, die bijvoorbeeld kan zijn vervaardigd uit een epoxyhars. Ook hier geldt, dat hiermee het ontstaan van een capaciteit tussen de schijven 9, die bijvoorbeeld uit 25 een metaal zijn vervaardigd, beperkt is. Door de als schijven 9 vormgegeven ankermiddelen op deze wijze in te bedden in de verbinding 8 is een samenhang tussen de segmenten 14 verkregen, die een afdoende mechanische sterkte vertoont voor toepassing als voerdraad voor een 30 katheter.

In fig. 4 is een tweede alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een verbinding tussen afzonderlijke segmenten 15 en 16, die elk in hoofdzaak massief zijn. In beide segmenten 15 en 16 is een holte aangebracht, resp. 35 18 en 20. Een pen 17 is in beide holtes 18 en 20 gestoken, waarbij deze pen is ingebed in een kunststof vulling 19. Het kunststof dient hierbij voor het hechten aan de binnenzijde van de beide holtes 18 en 20 en aan de pen 17 1006612 5 om op deze wijze een stijve, sterke verbinding van de segmenten 15 en 16 te bewerkstelligen. Bovendien is de kunststof 19 van isolerend materiaal, zodat een elektrische scheiding is bewerkstelligd tussen de segmenten 15 5 en 16.

In fig. 5 is wederom een voerdraad getoond, die bestaat uit eerste wikkeling 21 en tweede wikkeling 25 waarvan de resp. uiteinden 24 en 23 recht zijn en in een bus 22 zijn gestoken. De op deze wijze gevormde samen-10 stelling van de uiteinden 24, 23 en de bus 22 is vervolgens in kunststof, zoals epoxy 26, ingegoten om een mechanisch sterke verbinding te verkrijgen, waarbij de eerste wikkeling 21 en de tweede wikkeling 25 elektrisch van elkaar gescheiden zijn.

15 In fig. 6 is een vierde alternatieve uitvoe ringsvorm van een voerdraad volgens de onderhavige uitvinding getoond. Ook hier, evenals in het in fig. 4 getoonde geval, zijn de segmenten 27-30 massief, waarbij elk van de segmenten 27-30 enerzijds is voorzien van een 20 gat 32 en anderzijds is voorzien van een pen 31. Opeenvolgende segmenten 27-30 worden met elkaar verbonden door de pennen 31 in de resp. gaten 32 te steken. De gaten 32 zijn hierbij enigszins ruimer dan de afmetingen, die voor de pen noodzakelijk zijn. Op deze wijze is plaats ver-25 schaft voor hulzen 34 van elektrisch isolerend materiaal, zoals epoxy. Tevens zijn om de pennen 31 tussen de opel-kaar aansluitende segmenten 27, 30 ringen 33 aangebracht, eveneens van elektrisch isolerend materiaal, zodat elke van de segmenten 27-30 elektrisch is geïsoleerd van beide 30 naburige segmenten.

Hierbij wordt nog opgemerkt, dat in de in fig.

6 getoonde uitvoeringsvorm segmenten 27-30 afzonderlijke lengtes hebben. Verder kunnen de segmenten 27-30 ook uit afzonderlijke materialen zijn vervaardigd en kunnen de 35 eigenschappen van de pennen 31 van elkaar afwijken. Op deze wijze zijn de mechanische eigenschappen van de voerdraad langs de lengte hiervan, evenals desgewenst de elektrische eigenschappen, beheersbaar en op voorhand 1006612 6 bekend, en derhalve tevens variabel langs de lengte van de voerdraad, hetgeen afhankelijk van de toepassing van voordeel kan zijn.

In de in fig. 2, 3 en 5 getoonde voerdraden 5 volgens de onderhavige uitvinding is gebruik gemaakt van wikkelingen als segmenten. Deze zijn in de in de betreffende figuren getoonde uitvoeringsvormen niet bekleed, hetgeen bij voorkeur wel het geval is om een effen uitwendig oppervlak van de voerdraad te verkrijgen, waarmee 10 het gevaar op het ontstaan van trombose althans is verminderd .

Het is binnen het kader van de onderhavige uitvinding voornamelijk van belang, dat een voerdraad elektrisch van elkaar geïsoleerde segmenten omvat, waar-15 bij tevens tussen de segmenten optredende capaciteiten dienen te worden geminimaliseerd, aangezien deze een verstorende invloed zouden kunnen hebben op de beeldvorming .

1006612

Claims (10)

1. Voerdraad van geleidend materiaal voor toepassing bij het inbrengen van een katheter hierlangs bij beeldvorming op basis van magnetische resonantie, met het kenmerk, dat de voerdraad ten minste twee longitudi- 5 nale segmenten omvat, waarbij elke van de segmenten elektrisch van elk ander segment is geïsoleerd.

2. Voerdraad volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voerdraad een metalen wikkeling omvat, waarvan de wikkelingen nauw op elkaar aansluiten, en dat 10 een element van een eerste materiaal met een hoge elektrische impedantie is ingevoegd bij een verbinding tussen de segmenten.

3. Voerdraad volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een pen is ingezet in op elkaar aansluitende 15 einden van de segmenten bij een verbinding hiertussen.

4. Voerdraad volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de pen is vervaardigd uit een tweede materiaal met een hoge elektrische impedantie.

5. Voerdraad volgens conclusie 3, met het 20 kenmerk, dat de pen en de wikkeling op afstand van elkaar zijn gehouden door een huls van een derde materiaal met een hoge elektrische impedantie, welke rond de pen is aangebracht en omringd is door de wikkeling.

6. Voerdraad volgens conclusie 2, met het 25 kenmerk, dat het element de verbinding tussen de segmenten vormt.

7. Voerdraad volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het element een in hoofdzaak staafvormige koppeling vormt met een diameter, die overeenkomt met die 30 van de segmenten, waarbij elke hiervan is verbonden met één zijkant van de koppeling in longitudinale richting.

8. Voerdraad volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat aan ten minste één van de segmenten anker-middelen zijn gekoppeld, waarbij de koppeling de anker- 35 middelen in hoofdzaak omhult. 1006612

9. Voerdraad volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat ten minste één van de segmenten in de richting van het binnenste van de koppeling convergeert.

10. Voerdraad volgens één van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de eerste, de tweede en de derde materialen en bij een verbinding tussen de segmenten aangebracht hechtmiddel een stof omvat met een lage diëlektrische constante. 1006612