NL1006588C2 - Multibladsla. - Google Patents

Multibladsla. Download PDF

Info

Publication number
NL1006588C2
NL1006588C2 NL1006588A NL1006588A NL1006588C2 NL 1006588 C2 NL1006588 C2 NL 1006588C2 NL 1006588 A NL1006588 A NL 1006588A NL 1006588 A NL1006588 A NL 1006588A NL 1006588 C2 NL1006588 C2 NL 1006588C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lettuce
leaves
leaf
plant
leaf morphology
Prior art date
Application number
NL1006588A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Marinus Moor
Original Assignee
Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadha
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadha filed Critical Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadha
Priority to NL1006588A priority Critical patent/NL1006588C2/nl
Priority to AU84660/98A priority patent/AU735647B2/en
Priority to AT98935398T priority patent/ATE410919T2/de
Priority to DE69840120T priority patent/DE69840120D1/de
Priority to PCT/NL1998/000412 priority patent/WO1999003329A1/nl
Priority to US09/254,817 priority patent/US6320104B1/en
Priority to ES98935398.2T priority patent/ES2314992T5/es
Priority to PT98935398T priority patent/PT942643E/pt
Priority to EP98935398.2A priority patent/EP0942643B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1006588C2 publication Critical patent/NL1006588C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01HNEW PLANTS OR NON-TRANSGENIC PROCESSES FOR OBTAINING THEM; PLANT REPRODUCTION BY TISSUE CULTURE TECHNIQUES
    • A01H5/00Angiosperms, i.e. flowering plants, characterised by their plant parts; Angiosperms characterised otherwise than by their botanic taxonomy
    • A01H5/12Leaves
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01HNEW PLANTS OR NON-TRANSGENIC PROCESSES FOR OBTAINING THEM; PLANT REPRODUCTION BY TISSUE CULTURE TECHNIQUES
    • A01H6/00Angiosperms, i.e. flowering plants, characterised by their botanic taxonomy
    • A01H6/14Asteraceae or Compositae, e.g. safflower, sunflower, artichoke or lettuce
    • A01H6/1472Lactuca sativa [lettuce]

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physiology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Developmental Biology & Embryology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Natural Medicines & Medicinal Plants (AREA)
  • Breeding Of Plants And Reproduction By Means Of Culturing (AREA)
  • Preparation Of Fruits And Vegetables (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Separation By Low-Temperature Treatments (AREA)
  • Massaging Devices (AREA)

Description

MULTIBLADSLA
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nieuwe kropvormeigenschap in sla, op gebruik van de nieuwe eigenschap in de ontwikkeling van een nieuw type slaplant, die morfologisch afwijkt van de tot nu toe 5 bekende slaplanten, en op kroppen sla, die deze eigenschap bevatten en daardoor morfologisch verschillen van bekende kroppen.
Er bestaat tegenwoordig een grote verscheidenheid aan slarassen. Momenteel zijn er meer dan duizend 10 cultivars bekend, die grofweg kunnen worden verdeeld in de groepen botersla, ijssla, bataviasla, bindsla of Romeinse sla, eikenbladsla en lollosla. Deze indeling is gebaseerd op de morfologie van het blad en de mate van kropvorming. Echter, naast deze indeling worden ook nog 15 andere indelingen toegepast. Zo noemt de UPOV-lijst van rasbeschrijvingen voor sla bijvoorbeeld de volgende zes groepen: botersla of kropsla, ijssla en bataviasla, bindsla of Romeinse sla, "grasse" sla, snijsla en stengelsla.
20 De bekende kropsla, ook wel botersla genoemd, en de ijssla hebben als nadeel dat bij deze typen sla de buitenste bladeren van een krop duidelijk veel groter zijn dan de binnenste bladen. Voor toepassingen, waarbij afgesneden of afgeplukte hele bladeren worden gebruikt, 25 zoals in sandwiches, op hamburgers en dergelijke, zou men het liefst bladeren van een zo uniform mogelijke grootte willen hebben. Met kroppen met een duidelijke heterogeniteit in bladgrootte, zoals de kroppende slatypen botersla of kropsla, ijssla, bataviasla, bindsla of Romeinse sla, 30 en "grasse" sla, zullen de buitenste grote bladeren ofwel niet bruikbaar zijn, ofwel voor gebruik steeds verkleind moeten worden door snijden of scheuren. Op de snij- of scheurvlakken treedt vrij snel bruinkleuring op, waardoor de sla zijn aantrekkelijkheid verliest en ook bederf 35 sneller kan optreden. Bij automatische verwerking tot gesneden sla doen zich gelijksoortige problemen voor.
1 o 0 6 5 8 8 2
Het is het doel van de uitvinding een nieuw slatype te verschaffen, waarmee bovenbeschreven problemen vermeden kunnen worden.
Volgens de uitvinding wordt nu een type sla 5 verschaft, welke in vergelijking met de bekende typen sla in het oogstrijpe stadium significant meer bladeren van in hoofdzaak gelijke afmetingen omvat. Met "van in hoofdzaak gelijke afmetingen" wordt bedoeld dat de bladeren van het multiblad-type gemiddeld een kleinere lengte en 10 kleiner gewicht hebben, ten opzichte van een normale slaplant met een vergelijkbare bladmorfologie en vergelijkbaar plantgewicht. Door het significant hogere bladaantal en de gemiddeld kleinere bladlengte valt in absolute zin een groot aantal, en in relatieve zin een groot deel, van 15 de oogstbare bladeren in de maat van 4 tot 12 cm bladlengte (zie Tabel 1). Met "significant meer bladeren" wordt in dit geval bedoeld tenminste 1M maal zoveel als een type met een vergelijkbare bladmorfologie bij gelijk (of vergelijkbaar) plantgewicht, bij voorkeur tenminste 2 20 maal zoveel, meer bij voorkeur tenminste 2¾ zoveel, meest bij voorkeur tenminste 200 bladeren van in hoofdzaak gelijke afmetingen. De sla die volgens de uitvinding verschaft wordt is op zichzelf een nieuw type, maar kan wel verschillende bladmorfologieën hebben, die weer van 25 andere slatypen afkomstig zijn. Het type sla volgens de uitvinding is echter steeds 'multiblad'-sla.
De eigenschap 'significant meer bladeren van in hoofdzaak gelijke afmetingen' is een nieuwe kropvormei-genschap en zal verder worden aangeduid met 'multiblad'-30 eigenschap en is tevens onderdeel van de uitvinding. De aanwezigheid van de multiblad-eigenschap in een slaplant kan eenvoudig worden vastgesteld door het totale aantal bladeren van een oogstrijpe slaplant, waarvan het vermoeden bestaat dat deze de multiblad-eigenschap bezit, te 35 vergelijken met het totale aantal bladeren van een qua bladmorfologie en plantgewicht vergelijkbare oogstrijpe slaplant, die de multiblad-eigenschap zeker niet bezit (controleplant). Wanneer de vermoede multiblad-slaplant 1 o 0 6 b 8 8 3 tenminste 1¼ maal zoveel bladeren heeft dan de controleplant, kan gesteld worden dat de multiblad-eigenschap aanwezig is. In dergelijke planten wordt in dat geval gebruik gemaakt van de eigenschap volgens de uitvinding.
5 Ook is er bij de vervaardiging van dergelijke planten gebruik gemaakt van de eigenschap. Deze soorten gebruik maken tevens onderdeel uit van de uitvinding.
De multiblad-eigenschap houdt in feite in dat planten een genetische constitutie hebben die in een 10 vroeg stadium van de vegetatieve groei het optreden van fasciatie bevordert. Fasciatie, ook wel bandvorming genoemd, is een op zichzelf ongewenst verschijnsel dat kan optreden bij vele soorten vaatplanten. Het werd reeds in 1948 beschreven door White in "Fasciation", Bot. Rev. 15 14, 319-358 (1948). Fasciatie in sla wordt gekenmerkt door het steeds breder worden van het groeipunt van een stengel wanneer deze zich gaat strekken. Normaal ontstaat een conusvormig groeipunt. Bij fasciatie wordt echter een platte, brede en kamachtige (gegroefde) band van meriste-20 matische weefsel gevormd. Het is bekend dat fasciatie in sla een genetische basis heeft en recessief (Haque & Godward, Genetica-Iberica 38, 139-155 (1986)) of additief overerft (Eenink & Garretsen, Euphytica 29, 653-660 (1980)). Daarnaast zijn er ook invloeden van milieu-25 omstandigheden op de expressie van fasciatie beschreven (Eenink & Garretsen, supra).
Fasciatie in sla is een reeds geruime tijd bekend verschijnsel en werd lang vooral als vervelend beschouwd, omdat voor registratie onder het UPOV Verdrag 30 aangemelde lijnen er vaak niet uniform voor reageerden en omdat fasciatie zaadproductie bemoeilijkt. Fasciatie heeft echter ook een positieve kant. Gefascieerde planten zijn namelijk traagschietend, hetgeen met name voor kasrassen voor de zomerperiode een voordeel is.
35 Volgens de uitvinding werd nu het verschijnsel fasciatie gebruikt om tot een geheel nieuw type sla te komen. Door gerichte selectie werd het mogelijk de mate en het tijdstip van fasciatie te verhogen, respectieve- 5 Q (3 6 b 8 8 4 lijk te vervroegen, waardoor reeds in een zeer jong stadium van de vegetatieve groei een gefascieerd groei-punt gevormd wordt. Hierdoor krijgt de uiteindelijke slaplant een rozetachtige krop, die is opgebouwd uit een 5 zeer groot aantal in hoofdzaak even grote bladeren op een sterk vergrote groeistengel.
Het voordeel van de nieuwe slaplant volgens de uitvinding is dat er een zeer groot aantal bladeren van in hoofdzaak dezelfde afmetingen van één krop gesneden 10 kunnen worden. Bovendien kunnen door de sterk in omtrek toegenomen stengel de bladeren eenvoudiger ter plaatse van hun bladsteel van de stengel losgesneden worden dan bij slatypen met een vergelijkbare bladmorfologie. Hierdoor ontstaat slechts een beperkt snijvlak en blijven de 15 bladeren zelf intact.
Door de in hoofdzaak gelijke afmetingen van de bladeren zijn deze bijzonder geschikt voor toepassing op bijvoorbeeld sandwiches of hamburgers, of in voorgesneden salades.
20 Als illustratie van de uitvinding wordt in de begeleidende voorbeelden en de figuren de verkrijging (voorbeeld 1), de mate van expressie en overerving (voorbeeld 2) en het uiterlijk (figuren) van een krop sla met een bladmorfologie van botersla beschreven en getoond.
25 Echter de multiblad-eigenschap kan tevens worden gecombineerd met eigenschappen van andere slatypen, zoals blad-vorm, bladdikte, insnijding, bladkleur en bladconsisten-tie (bijvoorbeeld knapperigheid). Deze eigenschappen kunnen vanuit andere slatypen worden overgebracht naar 30 het hierin beschreven typen. Dat overbrengen kan gebeuren door middel van recombinant DNA-technieken en/of door conventioneel inkruisen. De varianten, die op deze wijze ontstaan vallen eveneens binnen de onderhavige uitvinding.
35 Onder 'bladmorfologie' wordt verstaan het geheel van fenotypische eigenschappen, die een blad zijn voor het bijbehorende slatype kenmerkende uiterlijk verschaffen.
r j 0 r j 5 6 B
5
De figuren 1-3 tonen respectievelijk de bovenkant, onderkant en doorsnede van een krop multibladsla volgens de uitvinding. Ter vergelijking tonen de figuren 4 en 5 boven- en onderaanzichten in een krop botersla.
5 Aan de onderzijde van de krop multibladsla is duidelijk zichtbaar dat de krop een groter aantal bladeren van kleinere afmetingen bezit dan de krop botersla. Figuur 6 toont een typerende krop multibladsla waaruit het hart verwijderd is.
10 De onderhavige uitvinding zal worden geïllus treerd aan de hand van de begeleidende voorbeelden.
VOORBEELD 1
Verkrijging van slaplanten met multiblad eigenschap 15 Er werd een kruising gemaakt (aangeduid met het nummer 5358) tussen twee slaplanten van het type botersla. Het betrof een kruising tussen twee selectielijnen van aanvraagster. De moeder had code 16487 en de vader F4 [1366 OPG x F2 (15336 x Troppo x 1600 x Bizet)].
20 In de F2 van deze kruising werd een jaar later een plant gevonden met kenmerken zoals de plant van de uitvinding. Van deze plant werd zaad gewonnen en dit zaad werd het volgende jaar uitgezaaid om de uiterlijke kenmerken aan een groter aantal nakomelingsplanten te beoor-25 delen. Van deze F3-planten werd weer een aantal planten geselecteerd op grond van de combinatie van (nieuw) fenotype volgens de uitvinding en overige kwaliteitsbepa-lende kenmerken (bladdikte, bladvorm, bladkleur, krop-vorm, kropopbouw, opbrengst, resistentie tegen valse 30 meeldauw, etc.).
Dit proces van lijnselectie werd in de volgende 10 jaar voortgezet, aldus werd een zuivere lijn verkregen (aangeduid met het nummer 5338). Deze lijn is een goede combinatie van een nieuw fenotype volgens de uitvinding 35 en de overige kwaliteitsbepalende kenmerken.
Voor een verdere verbetering van het fenotype van de planten van de uitvinding werd deze lijn twee jaar later gekruist met het ras S0256. In de nakomelingen van 0 *) 5 è 0 6 deze kruising werd vanaf de F2 opnieuw streng geselecteerd op planten met een zeer groot aantal bladeren van in hoofdzaak dezelfde afmetingen, gecombineerd met aantrekkelijke blad- en kropkenmerken en overige voor de 5 teelt van sla gewenste kenmerken. Na plantselectie in de F2 en lijnselectie vanaf de F3-generatie werd drie jaar later uiteindelijk een voldoende zuivere lijn verkregen, die wordt aangeduid met het nummer RZ 97.41561, en waarvan op 1 april 1997 ter illustratie van de uitvinding 10 zaad gedeponeerd is bij The National Collections of
Industrial and Marine Bacteria Limited onder nummer NCIMB 40877.
VOORBEELD 2 15 Mate van expressie en overerving van de multibladeigen-schap
Planten van enkele standaardrassen van het botersla-type voor de kasteelt (Floris RZ, Vegas RZ en Limit RZ), van twee multiblad-lijnen (Nr 5338 en RZ 20 97.41561) en van een F2 tussen een normale botersla-lijn en de multiblad-lijn Nr 5338 werden gezaaid en verder geteeld. De teelt gebeurde onder een standaard teeltregi-me voor kassla. De waarnemingen zijn een gemiddelde van 4 planten per ras of lijn. De planten werden voor beoorde-25 ling veilingklaar gemaakt, dat wil zeggen dat oude bladeren met aanslag of vergeelde bladeren werden verwijderd.
U'. 1} f) 5 b 8 * *· β β Φ Φ Ό ω ω β Φ φ τ) β 4J Η (Ο Ο Φ Η β Ό 05 Öi Ό β -Η β) Φ Ε 4-1 β Φ Ο 05 Οι Λ β φ β φ γ-Η φ ·Η Ό Λ β Φ Ό <Η β .... -,........ —.....
XI Φ β > φ β >
Φ β I
Φ β — £ :Φ ' b 2 5 ϊ >λ ®
4J ·Η Φ § oödoS
φ 4J S *·"«,«♦<
ε ο w I
β ° -—- tJ1 -Η ------ a ^ —* β ΰ φ Β * β χ: υ a φ 8 φφ § Κ $ 3 $ 5! Ό β ------ Φ - Φ rH — Τ) XI · , φ β g r^. r-H · φ J ·- « S w ^ Φ«Οι r 7, 7 7«« β β 5 ο r- -j «3 «ΐ
β +1 φ I sisSK
Φ rH Ζ " Φ ·------ β β β ε - φ φ φ ι -— 05ββ A Ρ Ο αρ Ο ρ • CQ φ -η ζ ο^^οο Φ Φ Ό -Η------ • ι—I Φ (Η „
05 X I—I ι I
Φ XI Ό ~ +ι β Φ 2 5 2 5 3 2 '—' 0) Η Η Ζ β Φ XI------ β Φ β ·Η .
Λ γΗ β 4J I
ο Φ γη S Ι) «>|ιτ*|*λΙό|® •Η ι—ι φ β ; <» ® ξ s ε S Φ Β ___ Φ β ι-Η 01 β Φ Φ § 2 ο, * ® «. ρ Ο Φ β S Ζ ~ «ο 2 ϊ $ β Ο β ζ - X β β ------ φ β t Όφβφ δ R83:sa rH (L) j> Ή +1 +| f4 Μ
Φ β Χ5 Η 3ÏS2S
Ό > β Φ------
Η 0 Φ ι—I
Ε η - Φ T3 β ·η 3 Ο Η Χ3 4J Λ φ ο rH I i ϊ ι . * • Φ ·Η β______ Η X) ? ε
Μ Φ S
η «ι οι β ννν 2 Χ3 οφ ι I I ι a * Φ Ε β 01 lil ê $ 3 £ 2
t-< ν χ Η I I
1006588 8
Tabel 1 illustreert de verschillen die in commerciële (niet-muitiblad) boterslarassen gevonden kunnen worden voor het aantal bladeren langer dan 4 cm: Floris RZ heeft relatief weinig bladeren, het ras Limit 5 RZ heeft er bijna twee maal zoveel in de categorie langer dan 4 cm. Het ras Limit RZ was in deze proef opgenomen omdat bekend was dat dit ras relatief veel bladeren vormt. Echter de multiblad lijn Nr 5338 heeft ruim twee maal zoveel bladeren in de gemeten categorie dan Limit 10 RZ, en de lijn RZ 97.41561 heeft er zelfs ruim vier maal zoveel. Deze toename van het aantal bladeren gaat gepaard met een sterke toename (zowel absoluut als procentueel) van bladeren in de lengtecategorie van 4-12 cm en een sterke afname van het gemiddelde gewicht per blad.
15 Van de F2(botersla x Nr 5338) werden 76 planten beoordeeld. De botersla-lijn waarmee gekruist was stond qua morfologie dicht bij Vegas RZ. Tabel 2 geeft de frequentieverdeling voor het aantal bladeren langer dan 4 cm per krop. Tabel 3 geeft de frequentieverdeling voor 20 het quotiënt van het kropgewicht en het aantal bladeren langer dan 4 cm.
i o o f> 5 8 8 9
Tabel 2. Frequentieverdeling van het aantal bladeren langer dan 4 cm van 76 planten van een F2 populatie uit een kruising tussen een botersla-lijn (geen multiblad) en Nr 5338 (multiblad).
5 __
Klasse: aantal Aantal bladeren langer planten dan 4 cm__ < 40__0_ 10 40-50__7_ 50-60__24_ 60-70__20_ 70-80__6_ 80-90__2_ 15 90-100__5_ 100-110__1_ 110-120__2_ 120-130__2_ 130-140__1_ 20 140-150__2_ 150-160__2_ 160-170__1_ > 170__1_ > Totaal 76 25 iü8ö5a0 10
Tabel 3. Frequentieverdeling van het quotiënt van het kropgewicht en het aantal bladeren langer dan 4 cm van 76 planten van een F2 populatie uit een kruising tussen een botersla lijn (geen multiblad) en Nr 5338 (multiblad).
5
Klasse: Krop- Aan-gewicht/Aan- tal tal bladeren plan-> 4 cm ten 10 < 3.0 0 3.0- 3.5 8 3.5- 4.0 2 4.0- 4.5 5 4.5- 5.0 2 15 5.0-5.5 2 5.5- 6.0 2 6.0- 6.5 0 6.5- 7.0 1 7.0- 7.5 5 20 7.5-8.0 11 8.0- 8.5 16 8.5- 9.0 12 9.0- 9.5 8 9.5- 10.0 2 25 > 10 0
Totaal 76
Uit Tabel 2 blijkt dat het aantal bladeren groter dan 4 cm per plant een continue verdeling vertoont, met een 30 piek bij 50-60 bladeren groter dan 4cm per plant en met * Cl !'· 5 ΰ 8 11 17 planten met meer dan 90 bladeren groter dan 4 cm. Deze laatste 17 planten waren allen van het multiblad-type.
Het feit dat geen discontinue uitsplitsing van de multi-blad-eigenschap werd verkregen kan veroorzaakt worden 5 doordat de planten onderling verschilden in plantgrootte en gewicht. Het gemiddelde kropgewicht van de F2-planten varieerde van 350 tot 655 g. In tegenstelling tot het aantal bladeren per plant, geeft het quotiënt van kropgewicht en aantal bladeren wel een discontinuë verdeling, 10 met 21 planten met een quotiënt kleiner dan 6.0 (alle van het multiblad-type) en 55 planten met een quotiënt groter dan 6.5 (alle van het normale type). De uitsplitsing komt overeen met een monogeen recessieve overerving van de multiblad-eigenschap.
15 Overigens werd binnen de groep van planten met het multiblad-type een verdere uitsplitsing gevonden, wat erop duidt dat de mate waarin een plant de multiblad-eigenschap heeft nog door andere genen bepaald wordt. Dit wordt ook ondersteund door het feit dat het mogelijk was 20 om uitgaande van lijn Nr 5338 (gemiddeld 139 bladeren langer dan 4 cm, zie Tabel 1) via kruising en gerichte selectie een lijn te krijgen met gemiddeld 275 bladeren langer dan 4 cm (RZ 97.41561, zie Tabel 1).
1006568

Claims (12)

1. Multiblad-eigenschap, omvattende het vermogen om bij slaplanten met een bepaalde bladmorfologie in het oogstrijpe stadium significant meer bladeren te doen vormen dan bij slaplanten met dezelfde bladmorfologie, 5 die de eigenschap niet bevatten.
2. Multiblad-eigenschap volgens conclusie 1, waarbij het begrip 'significant meer' omvat: tenminste 1½ maal zoveel als een slatype met een vergelijkbare bladmorf ologie, bij voorkeur tenminste 2 maal zoveel, meer 10 bij voorkeur tenminste 2¾ zoveel, meest bij voorkeur tenminste 200 bladeren, in een oogstrijp stadium bij een bepaald kropgewicht.
3. Multiblad-eigenschap volgens conclusie 1 of 2 voor gebruik in een nieuw slatype.
4. Gebruik van de multiblad-eigenschap volgens conclusies 1 of 2 voor de vervaardiging van een nieuw slatype.
5. Slaplant van het genus Lactuca, omvattende de multiblad-eigenschap volgens conclusie 1 of 2, waar- 20 door de plant in het oogstrijpe stadium significant meer bladeren heeft dan bij een slaplant met dezelfde bladmor-fologie, die de eigenschap niet bevat.
6. Slaplant volgens conclusie 5, welke tenminste 1½ maal zoveel bladeren van in hoofdzaak gelijke 25 afmetingen heeft als een slatype met een vergelijkbare bladmorfologie, bij voorkeur tenminste 2 maal zoveel, meer bij voorkeur tenminste 2½ zoveel, meest bij voorkeur tenminste 200 van dergelijke bladeren, in een oogstrijp stadium bij een bepaald kropgewicht.
7. Slaplant volgens conclusie 5 of 6, met het ken merk, dat de bladmorfologie van de plant overeenkomt met de bladmorfologie van botersla.
8. Zaad van een slaplant volgens de conclusies 5, 6 of 7. 1 0 0 6 i> 6 8
9. Krop sla, omvattende significant meer bladeren dan een slaplant met dezelfde bladmorfologie, die de eigenschap niet bevat.
10. Krop sla volgens conclusie 9, welke tenmin-5 ste 1½ maal zoveel bladeren heeft als een krop sla van een type met een vergelijkbare bladmorfologie, bij voorkeur tenminste 2 maal zoveel, meer bij voorkeur tenminste 2¾ zoveel, meest bij voorkeur tenminste 200 van dergelijke bladeren, in een oogstrijp stadium bij een bepaald 10 kropgewicht.
11. Krop sla volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de bladmorfologie van de krop overeenkomt met de bladmorfologie van een krop botersla.
12. Multibladeigenschap volgens conclusie 2, sla-15 plant volgens conclusie 6 en krop sla volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het bepaalde kropgewicht tenminste ongeveer 400 gram bedraagt. 1006568
NL1006588A 1997-07-15 1997-07-15 Multibladsla. NL1006588C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006588A NL1006588C2 (nl) 1997-07-15 1997-07-15 Multibladsla.
AU84660/98A AU735647B2 (en) 1997-07-15 1998-07-15 Multileaf lettuce
AT98935398T ATE410919T2 (de) 1997-07-15 1998-07-15 Mehrblattsalatpflanze
DE69840120T DE69840120D1 (de) 1997-07-15 1998-07-15 Mehrblattsalatpflanze
PCT/NL1998/000412 WO1999003329A1 (nl) 1997-07-15 1998-07-15 Multileaf lettuce
US09/254,817 US6320104B1 (en) 1997-07-15 1998-07-15 Multileaf lettuce
ES98935398.2T ES2314992T5 (es) 1997-07-15 1998-07-15 Lechuga de múltiples hojas
PT98935398T PT942643E (pt) 1997-07-15 1998-07-15 Alface multifolhas
EP98935398.2A EP0942643B2 (en) 1997-07-15 1998-07-15 Multileaf lettuce

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006588 1997-07-15
NL1006588A NL1006588C2 (nl) 1997-07-15 1997-07-15 Multibladsla.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006588C2 true NL1006588C2 (nl) 1999-01-18

Family

ID=19765358

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006588A NL1006588C2 (nl) 1997-07-15 1997-07-15 Multibladsla.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US6320104B1 (nl)
EP (1) EP0942643B2 (nl)
AT (1) ATE410919T2 (nl)
AU (1) AU735647B2 (nl)
DE (1) DE69840120D1 (nl)
ES (1) ES2314992T5 (nl)
NL (1) NL1006588C2 (nl)
PT (1) PT942643E (nl)
WO (1) WO1999003329A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0942643A1 (en) 1997-07-15 1999-09-22 Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel B.V. Multileaf lettuce

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2486072A1 (en) * 2002-05-24 2003-12-04 Kodiak Networks, Inc. Dispatch service architecture framework
US7790962B2 (en) * 2005-07-11 2010-09-07 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel B.V. Downy mildew resistant lettuce
US8772579B2 (en) * 2009-03-06 2014-07-08 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel B.V. Lettuce variety emerson
EP2512217B1 (en) * 2009-12-17 2022-08-03 Nunhems B.V. Tetraploid corn salad
NL2005279C2 (en) * 2010-08-26 2012-02-28 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel Bv Multileaf spinach.
EP2468091A1 (en) * 2010-12-22 2012-06-27 Syngenta Participations AG New lettuce plant
US9173370B2 (en) 2011-06-23 2015-11-03 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel B.V. Lettuce variety 79-190 or 79-107 RZ
US20130111629A1 (en) * 2011-06-23 2013-05-02 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel B.V. Lettuce variety 79-190 rz or 79-107 rz
US9131658B2 (en) * 2013-03-15 2015-09-15 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel B.V. Lettuce variety pascal RZ (79-110 RZ)
US9173372B2 (en) * 2013-03-15 2015-11-03 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadhandel B.V. Lettuce variety 79-348 RZ

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4003156A (en) * 1974-06-20 1977-01-18 Agence Nationale De Valorisation De La Recherche (Anvar) Process for obtaining variants of plants with improved characteristics

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5220113A (en) * 1989-07-18 1993-06-15 Bud Antle, Inc. Lettuce cultivar bud 71-3
NL1006588C2 (nl) 1997-07-15 1999-01-18 Rijk Zwaan Zaadteelt En Zaadha Multibladsla.

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4003156A (en) * 1974-06-20 1977-01-18 Agence Nationale De Valorisation De La Recherche (Anvar) Process for obtaining variants of plants with improved characteristics

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
BOWRING, J.: "A preliminary note on fasciation in lettuce", DATABASE CABA AN:76-7708, vol. 13, no. 2, 1974, J. OF NATIONAL INSTIT. OF AGRICULTURAL BOTANY, XP002058916 *
HAQUE & GODWARD: "Effects of seed irradiation in Lactuca and CICHORIUM", GENŸTICA IBŸRICA, vol. 38, 1986, pages 139 - 155, XP002058914 *
SAHU: "An induced fasciated mutant in safflower", DATABASE CABA - AN:79-85872, vol. 44, no. 9, 1978, SCIENCE & CULTURE, XP002058915 *
WHITE, O.: "FASCIATION", THE BOTANICAL REVIEW, vol. XIV, no. 6, 1948, pages 319 - 350, XP002058913 *

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0942643A1 (en) 1997-07-15 1999-09-22 Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel B.V. Multileaf lettuce

Also Published As

Publication number Publication date
EP0942643A1 (en) 1999-09-22
DE69840120D1 (de) 2008-11-27
ES2314992T3 (es) 2009-03-16
ES2314992T5 (es) 2017-05-29
PT942643E (pt) 2009-01-23
AU8466098A (en) 1999-02-10
EP0942643B1 (en) 2008-10-15
US6320104B1 (en) 2001-11-20
EP0942643B2 (en) 2016-11-02
ATE410919T2 (de) 2008-10-15
WO1999003329A1 (nl) 1999-01-28
AU735647B2 (en) 2001-07-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006588C2 (nl) Multibladsla.
USPP4388P (en) Walnut tree
Maris The modifiability of characters important in potato breeding
AU2011347336B2 (en) New lettuce plant
Saw A revision of Licuala (Arecaceae, Coryphoideae) in Borneo
Grelen Common herbaceous plants of southern forest range
Coker The woody smilaxes of the United States
US20130312134A1 (en) White honeydew melon
Veldkamp et al. Poaceae (Graminae)
USPP7750P (en) Olive plant Tizam
KR20100002126A (ko) 파인애플 식물 &#39;dole-14&#39;
Pienaar The Vigna vexillata complex (Fabaceae) in southern Africa
USPP32532P2 (en) Musa plant named ‘FLF-1’
Olsen A guide to nonnative invasive plants inventoried in the north by forest inventory and analysis
Dutta Some bananas of Assam
Jablonski Cultivars of Alnus (Alder)
USPP29964P3 (en) Strawberry plant named ‘Allegro’
US20140123333A1 (en) Melon variety nun 26181 mem
USPP818P (en) Mgustrum plant
US20140109252A1 (en) Melon variety nun 26191 mem
USPP10936P (en) Elaeagnus plant named `Golden`
Latchman et al. Field assessment of cacao germplasm for resistance to Witches' Broom and black pod diseases: year one
USPP7680P (en) Ficus benjamina `Citation`
USPP5782P (en) Strawberry plant named Maxim
USPP8374P (en) Syngonium plant named Infra-Red

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
RD1A Patents in respect of which a request for advice has been filed [in relation to nullification]

Effective date: 20130715

RD1N Patents in respect of which a request for novelty search has been filed

Effective date: 19970716

VD4 Discontinued due to resignation by the proprietor

Effective date: 20130912

VD4 Discontinued due to resignation by the proprietor

Effective date: 19970715