NL1006551C2 - Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan. Download PDF

Info

Publication number
NL1006551C2
NL1006551C2 NL1006551A NL1006551A NL1006551C2 NL 1006551 C2 NL1006551 C2 NL 1006551C2 NL 1006551 A NL1006551 A NL 1006551A NL 1006551 A NL1006551 A NL 1006551A NL 1006551 C2 NL1006551 C2 NL 1006551C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
gas lock
closing member
valve rod
medium
Prior art date
Application number
NL1006551A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Theodorus Haasteren
Original Assignee
Air Liquide B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Air Liquide B V filed Critical Air Liquide B V
Priority to NL1006551A priority Critical patent/NL1006551C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1006551C2 publication Critical patent/NL1006551C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K43/00Auxiliary closure means in valves, which in case of repair, e.g. rewashering, of the valve, can take over the function of the normal closure means; Devices for temporary replacement of parts of valves for the same purpose

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwij -deren van het afsluitorgaan.
Afsluiters zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld in de 5 procesindustrie, en worden bijvoorbeeld toegepast voor het regelen van een stroom van een medium voor een produktie-proces. Afsluiters kunnen geplaatst zijn in leidingen, maar ook op tanks waarin het medium is opgeslagen. Op regelmatige tijden is het noodzakelijk de afsluiters te controle-10 ren op slijtage en zo nodig het afsluitorgaan van de afsluiter te vervangen. In de praktijk vindt de controle en/of vervanging van het afsluitorgaan plaats door de tank of leiding drukloos en/of leeg te maken, waarna het afsluitorgaan kan worden verwijderd.
15 Het bezwaar van de bekende werkwijze is, dat de voorbereiding voor het verwijderen van het afsluitorgaan aanzienlijke kosten met zich meebrengt, o.a. door het onderbreken van de levering van het medium voor een produk-tieproces, waardoor produktieverlies optreedt, dat er 20 tijdens het wegnemen van de druk en/of het verwijderen van het resterende medium uit de tank of leiding, ongewenste en/of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, bijvoorbeeld door afblaas-lawaai en dampwolken, en dat, nadat de afsluiter is verwijderd, de tank of leiding een open verbin-25 ding met de omgeving heeft. Met name wanneer in de tank of leiding een gevaarlijke stof aanwezig is, is dit een ongewenste situatie.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het verwijderen van het af-30 sluitorgaan van het huis van een afsluiter, dat voornoemd bezwaar niet heeft.
Dit doel wordt bereikt met de werkwijze volgens conclusie 1.
Met een dergelijke werkwijze kan tijdens het verwij- 1006551 2 deren van het afsluitorgaan de druk en/of het medium in de tank of leiding aanwezig blijven, zodat de levering van het medium voor een produktieproces niet onderbroken hoeft te worden. Er ontstaan geen gevaarlijke situaties en de inhoud 5 van de tank of leiding blijft afgesloten van de omgeving.
Een ander voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat de zuiverheid van het aanwezige medium gehandhaafd blijft.
Een verder voordeel is, dat er geen materieel ingezet 10 hoeft te worden voor het overhevelen van het resterende medium in een tank of leiding naar een tussenopslagplaats, bijv. een tankwagen.
Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk op elk gewenst moment onderhoudswerkzaamheden aan de 15 afsluiter uit te voeren.
Verder wordt met de werkwijze volgens de uitvinding de tijd, die nodig is voor de onderhoudswerkzaamheden, verkort omdat de voorbereidende werkzaamheden tot een minimum zijn beperkt, hetgeen een economisch voordeel oplevert.
20 De werkwijze volgens de uitvinding heeft het milieu technische voordeel, dat er geen medium wordt verspild en/of in de omgeving terecht komt.
De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvin-25 ding, zoals vastgelegd in conclusie 6.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies 2-5, resp. 7-12.
In het hiernavolgende zal de uitvinding nader worden 30 toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een schematisch aanzicht is van een afsluiter, fig. 2 een schematisch aanzicht is van een inrichting die geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, 35 fig. 3 de eerste fase weergeeft van het verwijderen van het afsluitorgaan van de afsluiter, fig. 4 de tweede fase weergeeft van het verwijderen 100 6551 3 van het afsluitorgaan van de afsluiter, fig. 5 de derde fase weergeeft van het verwijderen van het afsluitorgaan van de afsluiter, fig. 6 de inrichting van fig. 2 weergeeft, waarbij 5 het bovendeel met het afsluitorgaan is verwijderd.
In fig. 1 is schematisch een afsluiter weergegeven met een huis 1 en een afsluitorgaan, omvattende een klep-stanggeleider 2, een klepstang 3 en een klep 4. De klep-stang 3 steekt door de klepstanggeleider 2. De klep 4 is 10 aan het aan de zijde van het huis 1 gelegen einde van de klepstang 3 aangebracht en komt op een zitting 5 in het huis 1 van de afsluiter. Het andere einde van de klepstang 3 is voorzien van een handwiel 6 waarmee de afsluiter bediend kan worden. Pijpen 7, 8 verzorgen de aan- of afvoer 15 van medium naar resp. vanaf een tank (niet weergegeven). Het samenstel van klepstanggeleider 2 en klepstang 3 met klep 4 is met behulp van een wartelmoer 9 op het huis 1 van de afsluiter bevestigd.
In fig. 2 is schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm 2 0 weergegeven van een inrichting voor het van het huis 1 van de afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan. De klepstanggeleider 2 en de klepstang 3 met klep 4 kunnen met deze inrichting van het huis 1 verwijderd worden zonder de tank of leiding leeg en/of drukloos te maken.
25 De inrichting omvat een scheidingswand in de vorm van een in hoofdzaak cilindervormige gassluis 10 die met behulp van een vast aangelaste wartelmoer 11 op het huis 1 van de afsluiter is bevestigd. Hierdoor ontstaat een van de omgeving afgesloten ruimte 20. Om de gassluis op het huis 1 te 30 kunnen aanbrengen, omvat de inrichting verder een raamwerk 12 voor het onbeweeglijk ten opzichte van het huis 1 van de af sluiter aanbrengen van de gassluis 10. Het raamwerk 12 wordt onbeweeglijk ten opzichte van de afsluiter bevestigd door middel van een klemplaat 13, die om de pijp 8 wordt 35 geklemd. Verder is op het raamwerk 12 een verplaatsbare brug 14 aangebracht, waarop een schroefas 15 is bevestigd, zodanig dat de hartlijn van de schroefas 15 samenvalt met 1006551 4 de hartlijn van de klepstang 3. De schroefas 15 kan een axiale kracht uitoefenen op de klepstang 3.
Wanneer de gassluis 10 op de afsluiter is bevestigd, valt de hartlijn van de cilindervormige gassluis 10 samen 5 met de hartlijn van de klepstang 3.
De gassluis 10 is samengesteld uit een benedendeel in de vorm van een passtuk 16, een scheidingsorgaan in de vorm van een schuifafsluiter 17 en een bovendeel in de vorm van een sluis 18, die met behulp van flensen en bouten losneem-10 baar aan elkaar zijn bevestigd. Door het tegenover de flens van de sluis 18 liggende axiale einde van de sluis 18 steekt een spindel 21 met een handwiel 22. Op het passtuk 16 en de sluis 18 zijn kranen 23, 24, 25 aangebracht door middel waarvan een medium-bron op de gassluis 10 kan worden 15 aangesloten en de ruimte 20 gespoeld kan worden met medium tot de gewenste zuiverheid bereikt is. Hiertoe kan de ruimte bemonsterd en afgeblazen worden. Voorts zijn op de gassluis veiligheidsventielen 27, 28 aangebracht, waardoor zowel de sluis 18 als passtuk 16 zijn beveiligd. In plaats 2 0 van een schuifaf sluiter 17 kan ook een kogelaf sluiter of elke andere geschikte afsluiter worden gebruikt.
Het van het huis 1 van de afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan vindt op de volgende wijze plaats.
Nadat het raamwerk 12 is aangebracht, wordt de brug 25 14 in de lage positie op het raamwerk 12 bevestigd (zie fig. 3). Het handwiel 6 wordt van de klepstang 3 verwijderd en de schroefas 15 zover in de richting van de klepstang 3 gedraaid, dat deze een axiale kracht op de klepstang 3 uitoefent. Wanneer het medium onder druk staat moet de door 30 de schroefas 15 op de klepstang 3 uitgeoefende axiale kracht groter zijn dan de door het medium op het afsluitorgaan uitgeoefende kracht. Het raamwerk 12 zorgt ervoor dat de door de schroefas 15 op de klepstang 3 uitgeoefende kracht axiaal gericht blijft.
35 Nu kan de wartelmoer 9 worden losgedraaid en vervan gen door een gedeelde wartelmoer 19. De gedeelde wartelmoer 19 bestaat uit twee halve wartelmoeren die met behulp van 100 6551 5 bouten aan elkaar zijn bevestigd. Wanneer de gedeelde wartelmoer 19 de functie van de eerste wartelmoer 9 heeft overgenomen, wordt de schroefas 15 losgedraaid en de brug 14 tezamen met de schroefas 15 verwijderd en bevestigd op 5 een hoge positie op het raamwerk 12. De eerste wartelmoer 9 kan nu worden verwijderd.
Hierna wordt het passtuk 16 over de klepstanggeleider 2 en de klepstang 3 geplaatst en de schuifafsluiter 17 die verbonden is met de sluis 18 in het raamwerk 12 geplaatst 10 op een zo hoog mogelijke positie. De spindel 21 wordt aan het vrije einde aan de klepstang 3 bevestigd. In fig. 4 is te zien, dat de schroefas 15 zover in de richting van de klepstang 3 is gedraaid, dat de schroefas 15 in contact komt met het van het handwiel 22 voorziene einde van de 15 spindel 21. Via de spindel 21 oefent de schroefas 15 een axiale kracht uit op de klepstang 3. Door de door de schroefas 15 op de klepstang 3 uitgeoefende axiale kracht blijft de klepstang 3 met de klep 4 in positie in het huis 1 en blijft de toestand van de afsluiter onveranderd, ook 20 wanneer de wartelmoer is losgedraaid.
Nu kan de gedeelde wartelmoer 19 worden verwijderd. Het passtuk 16 met vast aangelaste wartelmoer 11, wordt bevestigd op het huis 1 van de afsluiter. De binnendiameter van het passtuk 16 is groter dan de buitendiameter van de 25 klepstanggeleider 2 en de op de klepstang 3 bevestigde klep 4. Wanneer het passtuk 16 op deze wijze op het huis 1 is bevestigd, wordt het samenstel van schuifafsluiter 17 en sluis 18 over de spindel 21 naar beneden geschoven totdat dit samenstel bevestigd kan worden op het passtuk 16. Op de 30 kranen 16, 17 of 18 wordt nu een externe mediumbron (niet weergegeven) aangesloten om de ruimte 20 te spoelen met medium totdat de gewenste zuiverheid is verkregen. De ruimte 20 kan ook direct met medium uit de tank worden gespoeld. Indien nodig wordt de druk in de ruimte 20 op de-35 zelfde waarde gebracht als de druk in de tank, zodat de resulterende kracht op de klepstang 3 beheersbaar is, wanneer de schroefas 15 wordt losgedraaid.
1006551 6
De brug 14 met de schroefas 15 kan nu worden verwij -derd (zie fig. 5) . De spindel 21 wordt tezamen met de klepstang 3 met klep 4 en de klepstanggeleider 2 in axiale richting verplaatst. De spindel 21 wordt zover uit de sluis 5 18 getrokken dat de klepstanggeleider 2 en de klepstang 3 met klep 4 zich in de sluis 18 bevinden voorbij de schuif-afsluiter 17. De schuifafsluiter 17 wordt nu gesloten waardoor de ruimte 20 wordt verdeeld in een eerste kamer 26 en een tweede kamer 27 (zie fig. 4) . De klepstang 3 met 10 klep 4 en klepstanggeleider 2 bevinden zich in de eerste kamer 26. De tweede kamer 27 heeft een open verbinding met de tank, zodat de situatie vergelijkbaar is met een volledig geopende afsluiter.
De druk in de sluis 18 wordt weggenomen, waarna de 15 sluis 18 wordt losgemaakt van de schuifafsluiter 17. In fig. 6 is te zien dat de sluis 18 is verwijderd van de schuifafsluiter 17, en dat de spindel 21 zodanig in axiale richting is verschoven, dat de klepstang 3 kan worden losgemaakt van de spindel 21. Nu kunnen onderhouds- en 20 reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd aan de klep 4, klepstang 3 en klepstanggeleider 2. Het verdient de voorkeur uit veiligheidsoverwegingen een blinde flens op de schuifafsluiter 17 te plaatsen nadat de sluis 18 is verwijderd.
25 Om de gerepareerde of vervangende klep 4, klepstang 3 en klepstanggeleider 2 te monteren worden de handelingen in omgekeerde volgorde uitgevoerd.
De beschreven inrichting heeft nog een aantal andere mogelij kheden.
30 Wanneer tijdens het repareren van het afsluitorgaan blijkt dat een deel van de klep 4 in de tweede kamer 27 is achtergebleven, of dat de pakking tussen de klepstanggeleider 2 en het huis 1 van de afsluiter op het huis 1 is achtergebleven, kan de sluis 18 worden voorzien van een 35 geschikt gereedschap waarmee na het opnieuw op de schuifafsluiter 17 plaatsen van de sluis 18 het betreffende onderdeel via de schuifafsluiter 17 kan worden verwijderd.
1006551 7
Ook kan een aangepast bovendeel op de schuifafsluiter 17 worden bevestigd, waardoor het mogelijk wordt een deel van de inhoud van de tank of leiding via het passtuk, de schuifafsluiter en het aangepaste bovendeel af te voeren, 5 daarbij in of op het huis achtergebleven onderdelen meevoerend.
Verdere toepassingen van de inrichting volgens de uitvinding zijn bijvoorbeeld het repareren van de klepzit-ting in het huis van de afsluiter met een in de sluis 10 aangebracht gereedschap.
Met de inrichting volgens de uitvinding is het ook mogelijk na verwijdering van het afsluitorgaan de leiding die in het verlengde van de klepstang ligt, af te sluiten met een prop, waarna het mogelijk is de gehele afsluiter te 15 verwijderen en te vervangen door een nieuwe afsluiter.
Bij al deze toepassingen wordt steeds een zo klein mogelijk volume rond de afsluiter op dezelfde condities gebracht als in de afsluiter en wordt het afsluitorgaan verwijderd alvorens de verdere handelingen kunnen worden 20 uitgevoerd.
In het voorgaande is de werkwijze volgens de uitvinding uiteengezet aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting die geschikt is voor de werkwijze volgens de uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat 25 andere inrichtingen denkbaar zijn die geschikt zijn voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
Het is bijvoorbeeld mogelijk op de tank voorzieningen aan te brengen waarop een gassluis kan worden bevestigd, zodanig dat de afsluiter zich in de afgesloten ruimte, die 30 gevormd wordt door de gassluis, bevindt.
De beschreven voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting is geschikt voor afsluiters waarvan de klepstang met klep en klepstanggeleider met behulp van een wartelmoer op het huis van de afsluiter zijn bevestigd. Het is mogelijk 35 de inrichting aan te passen aan afsluiters waarvan het afsluitorgaan op een andere wijze dan met een wartelmoer op het huis van de afsluiter bevestigd is.
1006551 8
De werkwijze volgens de uitvinding is geschikt voor toepassing bij afsluiters waarin een medium onder druk aanwezig is. Hierbij moet gedacht worden aan afsluiters op cryogeen tanks of op tanks die gebruikt worden in de chemi-5 sche industrie, maar ook aan afsluiters, die aangebracht zijn in leidingen. Indien het medium niet onder druk staat, is met de inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding voordeel te behalen wanneer het medium een gevaarlijke stof is. Voordat de sluis van de inrichting geopend wordt, moet 10 dan de eerste kamer gespoeld worden, waarbij de hoeveelheid gevaarlijk medium dat zich in de eerste kamer bevindt, op verantwoorde wijze kan worden opgevangen. Vervolgens kan de eerste kamer geopend en het afsluitorgaan verwijderd worden.
15 Met de werkwijze en de inrichting volgens de uitvin ding wordt een zo klein mogelijk volume rond een afsluiter op dezelfde condities gebracht als in de afsluiter, waardoorheen een medium stroomt. Bij een geschikte aanpassing van de inrichting aan de te repareren afsluiter is de 20 werkwijze toepasbaar bij alle denkbare mediums en drukken.
1006551

Claims (4)

1. Inrichting voor het verwijderen van een afsluitorgaan uit een afsluiter, die is aangebracht in een leiding of op een voorraadvat, omvattende: een raamwerk dat onbeweeglijk ten opzichte van de 5 afsluiter kan worden vastgezet; een steunelement dat verplaatsbaar op het raamwerk kan worden bevestigd en een met het steunelement verbonden schroef-as een en ander zodanig dat de schroef-as op het afsluitorgaan een axiale kracht in de richting van de 10 afsluiter kan uitoefenen; een gassluis voor het vormen van een van de omgeving afgesloten ruimte waarin de afsluiter is opgenomen, welke gassluis is samengesteld uit een benedendeel dat op de afsluiter geschroefd kan worden, zodanig dat het 15 afsluitorgaan kan worden weggenomen, een tussendeel met een scheidingsorgaan om het inwendige van de gassluis in twee compartimenten te kunnen verdelen en een bovendeel om het afsluitorgaan te kunnen opnemen, waarbij het benedendeel, het tussendeel en het bovendeel losneembaar met elkaar zijn 20 verbonden; en een roteerbare en in axiale richting beweegbare spindel die zich uitstrekt in de gassluis, die op zijn uiteinde dat zich buiten de gassluis uitstrekt, een handwiel heeft en die met zijn uiteinde dat zich in de 25 gassluis uitstrekt, verbonden kan worden met het te verwijderen afsluitorgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de gassluis is voorzien van kranen zodat de gassluis kan worden verbonden met een mediumbron om het inwendige van de 30 gassluis te kunnen spoelen met een medium en op een gewenste druk te kunnen brengen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de gassluis is voorzien van tenminste één veiligheidsventiel. 1006551
4. Werkwijze voor het verwijderen van een afsluitorgaan uit een afsluiter en op een gewenste druk te kunnen brengen voorraadvat met behulp van de inrichting volgens één van de conclusies 1-3, welk afsluitorgaan tenminste een klepstang 5 en een klepstanggeleider omvat die door middel van een wartelmoer ten opzichte van de afsluiter zijn gepositioneerd, omvattende de stappen van: het op de klepstang uitoefenen van een axiale kracht in de richting van de afsluiter; 10. het losnemen van de wartelmoer en vervangen door een gedeelde hulpwartelmoer die uit tenminste twee los-neembare delen bestaat; het wegnemen van de op de klepstang uitgeoefende axiale kracht; 15. het verwijderen van de wartelmoer; het over het afsluitorgaan plaatsen van het benedendeel van een gassluis; het positioneren van het tussendeel en het bovendeel van de gassluis, waarbij het tussendeel en het 20 bovendeel losneembaar met elkaar zijn verbonden; het met de klepstang verbinden van de spindel die zich door het inwendige van het bovendeel en het scheidingsorgaan uitstrekt; het via de spindel op de klepstang uitoefenen van een 25 axiale kracht in de richting van de afsluiter; het losnemen en verwijderen van de hulpwartelmoer; het met de afsluiter verbinden van het benedendeel door middel van de voor de wartelmoer bestemde uitwendige schroefdraad op de afsluiter; 30. het met het benedendeel verbinden van het tussendeel en het met het tussendeel verbonden bovendeel zodat de gassluis met een van de omgeving afgesloten ruimte wordt gevormd; het vullen van de gassluis met een medium, waarbij 35 het medium onder druk kan zijn gebracht; het wegnemen van de via de spindel op de klepstang uitgeoefende axiale kracht; Ί006551 het met behulp van de spindel losnemen van het afsluitorgaan en in axiale richting van de spindel tot in het bovendeel verplaatsen van het afsluitorgaan ; 5. het sluiten van het in het tussendeel aangebracht scheidingsorgaan; het ontlasten van een in het bovendeel aanwezige druk; het losnemen van het bovendeel met het zich daarin 10 bevindende afsluitorgaan; 1006551
NL1006551A 1997-07-11 1997-07-11 Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan. NL1006551C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006551A NL1006551C2 (nl) 1997-07-11 1997-07-11 Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006551 1997-07-11
NL1006551A NL1006551C2 (nl) 1997-07-11 1997-07-11 Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006551C2 true NL1006551C2 (nl) 1999-01-12

Family

ID=19765326

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006551A NL1006551C2 (nl) 1997-07-11 1997-07-11 Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1006551C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4141378A (en) * 1975-07-17 1979-02-27 Advance Valve Installations Inc. Pressure pipeline structure and method
AU504490B2 (en) * 1976-10-15 1979-10-18 Rothenberger Australia Pty. Ltd. Valve seat replacement device
GB2156491A (en) * 1984-03-22 1985-10-09 Petroles Cie Francaise Device for working on a submerged valve
FR2722268A1 (fr) * 1994-07-06 1996-01-12 Aygaz As Installation pour remplacer un robinet visse sur un recipient sous pression, notamment sur une boiteille de gaz

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4141378A (en) * 1975-07-17 1979-02-27 Advance Valve Installations Inc. Pressure pipeline structure and method
AU504490B2 (en) * 1976-10-15 1979-10-18 Rothenberger Australia Pty. Ltd. Valve seat replacement device
GB2156491A (en) * 1984-03-22 1985-10-09 Petroles Cie Francaise Device for working on a submerged valve
FR2722268A1 (fr) * 1994-07-06 1996-01-12 Aygaz As Installation pour remplacer un robinet visse sur un recipient sous pression, notamment sur une boiteille de gaz

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9765902B2 (en) Sanitary high pressure aerator valve assembly
US3799182A (en) Add-on stopper valve for existing piping
NO162702B (no) Filterenhet.
US10612672B2 (en) Pipeline control unit
DE3546354C2 (de) Probeentnahmeventil
NL1006551C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het van het huis van een afsluiter verwijderen van het afsluitorgaan.
US3633598A (en) Method and apparatus for inserting a valve member between flanges of a flanged pipe connection
US20050150550A1 (en) Valve assembly and method for hot tapping a line
CN102239354A (zh) 用于阀的流体流动控制部件
US10156297B2 (en) Sanitary high pressure aerator valve assembly
EP2786051A1 (en) Quick maintenance undersea check valve
US20070018132A1 (en) Multi-pitch threaded coupling
US4497332A (en) Apparatus for servicing gas lines
US5975104A (en) Ball valve seal replacement apparatus and method
US5996430A (en) Probe insertion and retraction assembly
US2690612A (en) Plug expansion tool
CN101038060A (zh) 锁带嵌入式快开盲板
CA2755183A1 (en) Retro-fit quick-release sealing device
WO2009016364A1 (en) Fluid reservoir cap
US20030081992A1 (en) Threaded closure with chain binder
WO2023281385A1 (en) Closure for pressurized ducts
EP4003864B1 (en) Integrated lifting and pivoting device
RU2289052C2 (ru) Запорный клапан для контейнера-цистерны
CA3034984A1 (en) Process safety bleed & blind
AU2019204935A1 (en) A vent for a bitumen tank

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090201