NL1006450C1 - Detectiesysteem voor het detecteren van een verminderde gasdruk in een band van een voertuig, en een detectie-eenheid voor toepassing daarin. - Google Patents

Description

Detectiesysteem voor het detecteren van een verminderde gasdruk in een band van een 5 voertuig, en een detectie-eenheid voor toepassing daarin.

De uitvinding heeft betrekking op een detectiesysteem voor het detecteren van een 10 verminderde gasdruk in een band van een voertuig.

Het is van groot belang dat de banden van een voertuig de juiste druk hebben.

Indien een voertuig zoals bijvoorbeeld een vrachtwagen, bus of auto een lekke band krijgt dient zo spoedig mogelijk met rijden gestopt te worden om deze te vervangen 15 omdat anders de band zodanig beschadigd raakt dat deze niet meer te repareren is.

Verder is het van groot belang om te detecteren of de gasdruk van de banden te laag is, aangezien hierdoor het brandstofverbruik toeneemt, en eventueel na langere tijd de banden beschadigd raken.

20 Vooral bij grote voertuigen kan het voorkomen dat het voor de bestuurder tijdens het rijden moeilijk waarneembaar is dat bijvoorbeeld een band van een achterwiel lek of te zacht is. In het bijzonder bij vrachtwagen-combinaties welke bestaan uit een truck en een trailer is het voor de bestuurder vrijwel onmogelijk om een lekke band of een te zachte band van de trailer tijdens het rijden waar te nemen. Evenzo is het bij een 25 voertuig met aanhangwagen zeer moeilijk waarneembaar indien een band van de aanhangwagen lek raakt dan wel te zacht is.

Een tot nu toe bekend detectiesysteem bestaat slechts uit een visuele inspectie van de banden tijdens het stilstaan van het voertuig.

30

Met de uitvinding wordt onder meer beoogd een detectiesysteem te verschaffen welke het mogelijk maakt om zowel tijdens het rijden als tijdens het stilstaan een lekke band of een te zachte band van het voertuig te detecteren. Daartoe vertoont een detectiesysteem 1 00 6 4 50 -2- volgens de uitvinding het kenmerk dat het detectiesysteem een detectie-eenheidgekoppeld met een weergeefeenheid omvat waarbij de detectie-eenheid is ingericht voor het ontvangen van gasdrukinformatie van de band voor het detecteren van een verminderde gasdruk in de band en voor het afgeven van een detectiesignaal, en 5 waarbij de weergeefeenheid is ingericht voor het weergeven van een weergeefsignaal afhankelijk van het detectiesignaal.

Hierdoor wordt het mogelijk voor de chauffeur om tijdens het rijden het lek raken of te zacht worden van een band via de weergeefeenheid bijvoorbeeld in de cabine waar te 10 nemen, waardoor het voertuig, voordat de band verder beschadigd raakt, gestopt wordt. Indien de band lek is kan deze vervolgens verwisseld worden. De lekke band kan indien het een tubeless band is bijvoorbeeld bij een garage met behulp van een zogeheten prop voor minimale kosten gerepareerd worden. Indien een binnenband aanwezig is, kan deze binnenband geplakt worden.

15 Indien slechts de bandendruk te laag is kan de band ter plaatse weer op spanning worden gebracht dan wel na verwisseling later.

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de detectie-eenheid een gascommunicatie-kanaal bevat voor het ontvangen van 20 gasdrukinformatie van een inwendige met gas gevulde ruimte van de band.

Door het gascommunicatie-kanaal ontstaat een directe relatie tussen de gasdruk in de band en de in de detectie-eenheid gedetecteerde gasdruk.

25 Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de detectie-eenheid met het gascommunicatie-kanaal gekoppeld is met een opening in een velg waarop zich de band bevindt.

Door het gascommunicatie-kanaal te koppelen met een opening welke is aangebracht in 30 de velg van de band is direct de luchtdruk in de band in het gascommunicatie-kanaal beschikbaar voor het detecteren van een vermindering van de gasdruk.

100 6 450 -3-

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de detectie-eenheid met het gascommunicatie-kanaal gekoppeld is met een ventiel van de band.

5 Hierdoor is het mogelijk om het detectiesysteem zowel voor tubeless banden als voor banden welke voorzien zijn van een binnenband toe te passen.

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de detectie-eenheid in het gascommunicatie-kanaal voorzien is van een membraan 10 en veermiddelen, welke veermiddelen tijdens bedrijf van een zijde druk op het membraan uitoefenen en de gasdruk van de band van de andere zijde druk op het membraan uitoefenen.

Zolang de gasdruk in de band overeenkomt met de vooraf bepaalde bij deze band 15 behorende gasdruk zal het membraan zich in de rustpositie bevinden. Indien de gasdruk in de band afneemt zal het membraan zich vanuit de rustpositie verplaatsen en zal ten gevolge hiervan de detectie-eenheid de verminderde gasdruk detecteren.

Het membraan en de veermiddelen kunnen zodanig ingesteld worden dat bij een vooraf bepaalde gasdruk in de band de detectie-eenheid een detectiesignaal afgeeft. Tevens kan 20 door de keuze van het membraan en de veermiddelen per type band en/of type voertuig de detectie-eenheid aangepast worden.

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvindingheeft het kenmerk dat de detectie-eenheid in het gascommunicatie-kanaal voorzien is van een beweegbare 25 klep en veermiddelen, welke veermiddelen van een zijde druk op de klep uitoefenen en de gasdruk van de band van de andere zijde druk op de klep uitoefenen.

Als alternatief voor het membraan is in deze uitvoeringsvorm een beweegbare klep opgenomen. Hiermee wordt een robuustere uitvoering verkregen.

100 6 450 -4-

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de detectie-eenheid een stand-detector bevat voor het afgeven van een signaal afhankelijk van de gedetecteerde verminderde gasdruk.

De stand-detector functioneert als een schakelaar en geeft aan of de gasdruk in de band 5 verminderd is.

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de detectie-eenheid een druksensor bevat gekoppeld met het gascommunicatiekanaal voor het detecteren van de gasdruk in de band.

10 Met een druksensor is het mogelijk om niet alleen een vermindering van de gasdruk te detecteren maar ook indien gewenst nauwkeurig de gasdruk in de band continu te bepalen.

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk 15 dat het detectiesysteem een met de detectie-eenheid gekoppelde zendeenheid en een met de weergeefeenheid gekoppelde ontvangsteenheid omvat voor het draadloos verzenden van een aan het detectiesignaal gerelateerd zendsignaal.

Door draadloos met de zendeenheid een met het detectiesignaal gerelateerd signaal van 20 het wiel naar de ontvangsteenheid op/aan het voertuig te verzenden wordt de betrouwbaarheid van het detectiesysteem vergroot.

Een verdere uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het detectiesysteem een voedingseenheid bevat gekoppeld met de 25 zendeenheid voor het van energie voorzien van de zendeenheid.

Afhankelijk van de hoeveelheid benodigde energie voor het zenden van het zendsignaal naar de ontvangsteenheid dient de voedingseenheid aangepast worden. Bijvoorbeeld kan de voedingseenheid een batterij bevatten.

30 1ÖO 6 4 5 0 -5-

Een verdere uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de voedingseenheid een spoel en een magneet omvat waarbij de magneet en de spoel tijdens het draaien van de band ten opzichte van elkaar bewegen voor het opwekken van een voedingsspanning.

5

Hiermee wordt het mogelijk om een spanning op te wekken zonder gebruik te maken van batterijen waardoor een bedrijfzekere voedingseenheid wordt verkregen welke geen externe energie nodig heeft.

10 Een andere uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de voedingseenheid een motor-eenheid bevat welke aan een aandrijfas voorzien is van een gewichtselement waarbij tijdens het draaien van de band de motor-eenheid energie opwekt.

15 Door de motor-eenheid als generator toe te passen is het mogelijk om op een eenvoudige wijze energie voor de zendeenheid op te wekken. Het gewichtselement zal zich steeds in de onderste positie bevinden, waardoor de aandrijfas ten opzichte op van een motorhuis van de motor-eenheid draait. Hierdoor werkt de motor-eenheid als generator 20

Een uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het detectiesysteem per band die gecontroleerd dient te worden een detectie-eenheid en een zendeenheid omvat.

25 Hierdoor wordt het mogelijk om per type voertuig te bepalen welke banden gecontroleerd dienen te worden, en vervolgens deze banden en velgen te voorzien van een detectie-eenheid en een zendeenheid.

Een verdere uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding heeft het 30 kenmerk dat elke zendeenheid in bedrijf een van elkaar verschillend zendsignaal 100 6 4 50 -6- uitzendt en de ontvangsteenheid is ingericht voor het ontvangen van de verschillende zendsignalen.

Door elke zendeenheid een ander zendsignaal uit te laten zenden wordt het mogelijk om 5 met één ontvangsteenheid voor alle zendeenheden te werken, hetgeen uit kostentechnisch oogpunt en uit vermindering van de complexiteit gunstig is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een detectie-eenheid, een zendeenheid en een ontvangsteenheid voor toepassing in een dergelijk detectiesysteem.

10

De uitvinding zal hieronder bij wijze van voorbeeld aan de hand van de bijgaande figuren nader worden toegelicht. Hierin toont: figuur 1 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een detectiesysteem volgens de uitvinding, 15 figuur 2 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een detectie-eenheid en van een voedingseenheid van een detectiesysteem volgens de uitvinding, figuur 3 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een detectie-eenheid gekoppeld met een ventiel van een band en van een voedingseenheid van een detectiesysteem volgens de uitvinding, en 20 figuur 4 een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een detectie-eenheid en zendeenheid van een detectiesysteem volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een detectiesysteem 1 voor het detecteren van een verminderde gasdruk in een band van een voertuig. Het detectiesysteem omvat 25 een detectie-eenheid 3, een zendeenheid 5, een ontvangsteenheid 7 en een weergeefeenheid 9.

Een dergelijk detectiesysteem kan toegepast worden om bij een voertuig zoals een vrachtwagen, een truck met trailer en dergelijke te detecteren indien de gasdruk van één of meer van de banden te zacht is en welke band eventueel lek is. Vooral bij grote 30 voertuigen kan het voor de bestuurder moeilijk waarneembaar zijn dat één van de . banden te zacht en eventueel lek is.

100 6 4 50 -7-

Indien er met de lekke band door wordt gereden raakt deze zodanig beschadigd dat het niet meer mogelijk is deze te repareren.

Verder is het brandstofverbruik van een voertuig met te zachte banden aanzienlijk hoger dan met banden die de juiste bandenspanning hebben.

5

De detectie-eenheid ontvangt een gasdrukinformatie-signaal gdi van een band B. Na detectie van een verminderde gasdruk in de band geeft de detectie-eenheid een detectiesignaal ds af aan de zendeenheid 5.

10 De detectie-eenheid 3 en de zendeenheid 5 worden in dit uitvoeringsvoorbeeld gemonteerd op de velg van de band waarvan een eventuele vermindering van de gasdruk dient te worden gedetecteerd. In de figuur is deze locatie met het verwijzingscijfer 11 aangegeven.

15 De zend-eenheid geeft draadloos een zendsignaal zs af aan de ontvangsteenheid 7. In figuur 1 is dit signaal als een stippellijn weergegeven.

Deze overdracht van het zendsignaal zs dient bij voorkeur draadloos te geschieden aangezien de band tijdens het rijden continu draait. Als alternatief zou bijvoorbeeld met sleepcontacten gewerkt kunnen worden echter de betrouwbaarheid daarvan voldoet 20 onder de vaak zware condities waaronder een dergelijk detectiesysteem dient te functioneren vaak niet.

De voor het opwekken en afgeven van het zendsignaal zs benodigde energie kan op verschillende manieren verkregen worden. Zo kan de zendeenheid bijvoorbeeld zijn voorzien van een batterij welke bij voorkeur een zodanig lange levensduur dient te 25 hebben dat de batterij bijvoorbeeld gelijktijdig met het verwisselen van de band, nadat de band versleten is, vervangen kan worden. In figuur 2,3 en 4 worden een andere mogelijkheden voor het verkrijgen van de benodigde energie getoond.

De ontvangsteenheid 7 ontvangt in dit uitvoeringsvoorbeeld het zendsignaal van één 30 zendeenheid, echter het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is om per te controleren band een detectie-eenheid en een zendeenheid toe te passen welke zendeenheden ieder een 100 6 450 -8- van elkaar verschillend zendsignaal naar de ontvangsteenheid 7 sturen. Hierdoor is het mogelijk om het detectiesysteem uit te breiden afhankelijk van het aantal te detecteren banden. De ontvangsteenheid geeft een signaal os af aan de weergeefeenheid afhankelijk van het ontvangen zendsignaal zs (of van de ontvangen zendsignalen). De 5 ontvangsteenheid dient bij voorkeur in de buurt van de zendeenheid 5 aan het voertuig gemonteerd te worden om er voor te zorgen dat de zendeenheid zo min mogelijk energie hoeft te verbruiken om het zendsignaal naar de ontvangsteenheid te zenden. In de figuur is deze locatieaanduiding met het verwijzingscijfer 13 aangegeven.

10 De weegeefeenheid 9 verschaft de bestuurder van het voertuig informatie over de toestand van de gasdruk van één of meer banden. De weergeefeenheid zal dan ook meestal in de nabijheid van de bestuurder geplaatst zijn om visueel, auditief of anderzins de bestuurder te attenderen op het te zacht zijn, en eventueel lek zijn van één of meer banden. In figuur 1 is deze locatieaanduiding aangegeven met het verwijzingscijfer 15.

15

Figuur 2 toont in meer detail een uitvoeringsvoorbeeld van de detectieenheid 3 van het detectiesysteem 1 uit figuur 1. Verder toont de figuur een uitvoeringsvoorbeeld van een voedingseenheid 4 voor het opwekken van de benodigde energie voor de zendeenheid 5 (zie figuur 1).

20 De detectie-eenheid is in dit uitvoeringsvoorbeeld gemonteerd door de velg V van de band B (zie figuur 1) en bevat een huls 31 welke door de velg heen steekt en met een moer 32 hierop bevestigd is. Verder bevat de detectie-eenheid een klep 33 welke door de huls 31 gevoerd wordt. Inwendig is de huls tevens voorzien van een veer 35 welke een veerkracht op de klep uitoefent voor het naar de binnenzijde van de band duwen van 25 de klep. De gasdruk van de band geeft een tegendruk en zorgt ervoor dat zolang de gasdruk in de band hoog genoeg is de klep gesloten blijft. Tenslotte bevat de detectie-eenheid een stand-detector 37 welke bijvoorbeeld als schakelaar werkt en informatie in de vorm van een detectiesignaal ds over de stand van de klep door geeft aan de zendeenheid (zie figuur 1).

30 100 6 450 -9-

In plaats van een klep is het tevens mogelijk om een membraan toe te passen voor het detecteren van een verminderde gasdruk in de band. Ook in deze uitvoering geeft de stand-detector 37 bijvoorbeeld werkend als een detectiesignaal af.

5 De voedingseenheid 4 voor het van energie voorzien van de zendeenheid 5 bevat in dit uitvoeringsvoorbeeld een huis 41, een exentrisch vliegwiel 43 met een vliegwielas 42 en twee spoelen 45 welke gemonteerd zijn in het huis.

Op het vliegwiel 43 is een permanente magneet 47 gemonteerd. Door het draaien van de velg tijdens het rijden van het voertuig zal het vliegwiel gaan draaien waardoor het 10 magnetisch veld in de nabijheid van de twee spoelen continu zal wisselen. Hierdoor wordt in de spoelen een stroom opgewekt waarmee de zendeenheid van energie kan worden voorzien.

Figuur 3 toont een andere uitvoeringsvorm om de detectie-eenheid 3' te monteren op het 15 al aanwezige ventiel van de band. Hiertoe wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld een druksensor 37' op het ventiel 51 geschroefd met een schroefverbinding 52, welke druksensor verder met een dunne kabel (niet getoond) met de zendeenheid is verbonden voor het doorgeven van het detectiesignaal ds. De druksensor kan indien gewenst zodanig worden uitgevoerd dat deze de gasdruk en daarmee de bandenspanning met een 20 nauwkeurigheid van 0,1 bar kan meten.

Een voordeel van deze laatste uitvoeringsvorm is dat hiermee het detectiesysteem toepasbaar is met banden welke al dan niet voorzien zijn van binnenbanden.

Verder is het constructief eenvoudiger aangezien er geen extra opening in de velg 25 gemaakt hoeft te worden.

De voedingseenheid 4 is hetzelfde uitgevoerd als in figuur 2 en is dan ook met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven,

In figuur 3 zijn tevens twee steunen 53 voor het huis 41 van de voedingseenheid 4 30 getoond voor het ondersteunen van de voedingseenheid tijdens het draaien van de velg.

100 6 450 -10-

De zendeenheid 5 kan bijvoorbeeld geplaatst worden op het lager van het wiel. Hierdoor is de zendeenheid in of nabij het centrum van de velg en dus het wiel geplaatst waardoor er geen onbalans van het wiel zal optreden welke onbalans dus ook niet gecorrigeerd hoeft dient te worden.

5

Figuur 4a toont schematisch een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een gecombineerde detectie- en zendeenheid 2, omvattende een druksensor 21 welke met een gewapende kabel 23 gekoppeld is met een basiseenheid 25.

10 De druksensor 21 is gekoppeld met een ventielmoer 51' voor het ontvangen van gasdrukinformatie van de band. De druksensor geeft de gasdruk van de band via de kabel 23 door aan de basiseenheid 25, welke basiseenheid bij voorkeur op het wiellager gemonteerd wordt.

15 Figuur 4b en 4c tonen respectievelijk in doorsnede en in dwarsdoorsnede de basiseenheid 25 van figuur 4a. De basiseenheid bevat een aansluiting 251 voor de kabel 23. Het ontvangen signaal wordt via een A/D-omvormer 252 en een filtereenheid 253 toegevoerd aan een processor 254 welke processor het signaal omzet in een voor verzending geschikte vorm. Het signaal wordt verzonden met een antenne A (zie figuur 20 4c).

De basiseenheid 25 bevat verder in deze uitvoering ook een identificatie-chip 255 welke er voor zorgt dat de zendsignalen van de verschillende zendeenheden verschillend zijn bij een toepassing van meerdere detectie-eenheden.

25

In de uitvoeringsvorm van figuur 4 wordt de voor het verzenden van het zendsignaal of de zendsignalen naar de ontvangsteenheid/heden benodigde energie verkregen met behulp van een als generator werkende motor-eenheid 256, bijvoorbeeld een stappenmotor. De motor-eenheid is voorzien van een aandrijfas waaraan een 30 gewichtselement G gekoppeld is. Tijdens het draaien van de het wiel zal het gewichtselement steeds naar beneden toe gericht blijven waardoor de aandrijfas draait 100 6 4 50 -11- ten opzichte van het huis van de motoreenheid 256. Hierdoor wekt de motoreenheid een spanning op welke spanning via een dynamo 257 op een accu 258 wordt opgeslagen. Doordat de accu tijdens het rijden steeds wordt bijgeladen is het tevens mogelijk om zelfs voor het wegrijden de gasdruk in de banden en daarmee de bandenspanning van 5 alle banden bij de bestuurder weer te geven.

De zend-eenheid 5 kan op verschillende manieren het zendsignaal zs bij voorkeur draadloos naar de ontvangsteenheid 7 zenden. Dit kan bijvoorbeeld radio-grafisch, ultra-sonor enz.

10

In een nog geavanceerdere uitvoering kan de ontvangsteenheid zodanig zijn uitgevoerd dat deze bij het opstarten van het detectiesysteem in eerste instantie aan de hand van een code welke, bijvoorbeeld door de identificatie-chip 255 verschaft wordt, met het zendsignaal wordt meegezonden zelf bepaalt van welke zendeenheden en dus van welke 15 banden deze afkomstig zijn.

Hoewel de uitvinding aan de hand van deze uitvoeringsvoorbeelden is toegelicht zal het een ieder duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven voorbeelden beperkt is. In tegendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een vakman nog vele 20 variaties en verschijningsvormen mogelijk.

100 6 450

Claims (13)

1. Detectiesysteem voor het detecteren van een verminderde gasdruk in een band van een voertuig, met het kenmerk dat het detectiesysteem een detectie-eenheid gekoppeld met een weergeefeenheid omvat, waarbij de detectie-eenheid is 5 ingericht voor het ontvangen van gasdrukinformatie van de band voor het detecteren van een verminderde gasdruk in de band en voor het afgeven van een detectiesignaal, en waarbij de weergeefeenheid is ingericht voor het weergeven van een weergeefsignaal afhankelijk van het detectiesignaal.

2. Detectiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de detectie-eenheid een gascommunicatie-kanaal bevat voor het ontvangen van gasdrukinformatie van een inwendige met gas gevulde ruimte van de band.

3. Detectiesysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de detectie-eenheid 15 met het gascommunicatie-kanaal gekoppeld is met een opening in een velg waarop zich de band bevindt.

4. Detectiesysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de detectie-eenheid met het gascommunicatie-kanaal gekoppeld is met een ventiel van de band 20

5. Detectiesysteem volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk dat de detectie-eenheid in het gascommunicatie-kanaal voorzien is van een membraan en veermiddelen, welke veermiddelen tijdens bedrijf van een zijde druk op het membraan uitoefenen en de gasdruk van de band van de andere zijde druk op het 25 membraan uitoefenen.

6. Detectiesysteem volgens conclusie 2,3 of 4, met het kenmerk dat de detectie-eenheid in het gascommunicatie-kanaal voorzien is van een beweegbare klep en veermiddelen, welke veermiddelen van een zijde druk op de klep uitoefenen en 30 de gasdruk van de band van de andere zijde druk op de klep uitoefenen. 100 6 4 50 -13-

7. Detectiesysteem volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de detectie-eenheid een stand-detector bevat voor het afgeven van een signaal afhankelijk van de gedetecteerde verminderde gasdruk.

8. Detectiesysteem volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk dat de detectie- eenheid een druksensor bevat gekoppeld met het gascommunicatie-kanaal voor het detecteren van de gasdruk in de band.

9. Detectiesysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies , met het 10 kenmerk dat het detectiesysteem een met de detectie-eenheid gekoppelde zendeenheid en een met de weergeefeenheid gekoppelde ontvangsteenheid omvat voor het draadloos verzenden van een aan het detectiesignaal gerelateerd zendsignaal.

10. Detectiesysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het detectiesysteem een voedingseenheid omvat gekoppeld met de zendeenheid voor het van energie voorzien van de zendeenheid.

11. Detectiesysteem volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de voedingseenheid 20 een spoel en een magneet omvat waarbij de magneet en de spoel tijdens het draaien van de band ten opzichte van elkaar bewegen voor het opwekken van een voedingsspanning.

12. Detectiesysteem volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de voedingseenheid 25 een motor-eenheid bevat welke aan een aandrijfas voorzien is van een gewichtselement, waarbij tijdens het draaien van de band de motor energie opwekt.

13. Detectiesysteem volgens conclusie 9, 10, 11 of 12 , met het kenmerk dat het 30 detectiesysteem per band die gecontroleerd dient te worden een detectie-eenheid en een zendeenheid omvat. 100 6 450 -ΜΙ 4. Detectiesysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk dat elke zendeenheid in bedrijf een van elkaar verschillend zendsignaal uitzendt en de ontvangsteenheid is ingericht voor he 100 6 4 50