NL1006393C2 - Inrichting voor het bereiden van softijs en aanverwante producten, alsmede daarop toepasbare verwarmingsmiddelen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het bereiden van softijs en aanverwante producten, alsmede daarop toepasbare verwarmingsmiddelen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de bereiding van 5 softijs, milkshakes en aanverwante producten, ten minste omvattende een eerste ruimte voor het opnemen en in voorraad houden van de softijs- of milkshake-bestanddelen, een, met de eerste ruimte gekoppelde, tweede ruimte, in hoofdzaak bestemd voor het verder koelen van de genoemde bestanddelen en ten minste één aftaporgaan met een uitlaat alwaar het softijs of aanverwante product kan worden afgetapt.

10 Een dergelijke inrichting is bekend en wordt veelvuldig gebruikt in horecagelegenheden, zoals bijvoorbeeld de zogenaamde “fast-food” restaurants, voor de bereiding van softijs, milkshakes en soortgelijke producten. Hiertoe wordt een mengsel van de softijs-bestanddelen in de vorm van een vloeibare brij in de eerste ruimte gebracht, alwaar gewoonlijk koeling van het mengsel plaatsvindt. Opgemerkt wordt dat met de 15 uitdrukkingen ‘mengsel van softijs-bestanddelen’ en ‘softij s-bestanddelenmengsel’ tevens mengsels van milkshake-bestanddelen en soortgelijke producten worden bedoeld. In de tweede ruimte vindt een verdere koeling van het mengsel plaats, bij voorkeur tot onder 0°C. Het verder gekoelde mengsel kan vervolgens als softijs of als een milkshake of soortgelijk product per portie uit de tweede ruimte worden afgetapt. Hiertoe is de 20 tweede ruimte gekoppeld met ten minste één aftaporgaan. Dankzij de koppeling van de eerste met de tweede ruimte kan het softijs bestanddelenmengsel, al dan niet gedwongen, vanuit de eerste naar de tweede ruimte stromen; dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden nadat vanuit de tweede ruimte een hoeveelheid softijs is afgetapt, zodat de tweede ruimte te allen tijde volledig gevuld is. Tijdens het doorstromen van het softijs-25 bestanddelenmengsel van de eerste naar de tweede ruimte wordt bovendien lucht aan het mengsel toegevoegd.

Daar een softij s-bestanddelenmengsel in hoofdzaak is samengesteld uit zuivelproducten en suiker, is een dergelijk mengsel bacteriologisch gevoelig. Deze gevoeligheid is zodanig dat strenge hygiënische maatregelen nageleefd dienen te worden om de groei 1006393 -2- van bacteriën zoveel mogelijk te beperken. Met name plaatsen aan of nabij de uitiaat waar het softijs of aanverwante product wordt afgetapt blijken bacteriologisch gevoelig te zijn. Bij deze uitlaat bevindt zich de overgang van de van buitenaf niet toegankelijke gekoelde inrichting naar een van buitenaf toegankelijk niet-gekoeld gebied. Tijdens het 5 aftappen van softij s of een aanverwant product blijven gewoonlijk resten van het product achter aan of nabij de uitlaat van het aftaporgaan die in open verbinding staat met de niet-gekoelde omgeving. Het moge duidelijk zijn dat bacteriëngroei in de achtergebleven resten eerder gestimuleerd dan geremd wordt, niet in de laatste plaats doordat het zoete product insecten aantrekt.

10 Om bovengenoemde ongewenste bacteriëngroei zoveel mogelijk te remmen dient het aftaporgaan met grote regelmaat schoon en steriel gemaakt te worden. Dit vindt gewoonlijk plaats door met een doek of borstel die doordrenkt is met een oplossing van een reinigingsmiddel of desinfectiemiddel de uitlaat van het aftaporgaan schoon te vegen. Bij laatstgenoemde handeling is het van belang dat deze zeer zorgvuldig wordt 15 uitgevoerd zodat geen enkele productresten aan de onderzijde achterblijven. Indien de zorgvuldigheid te wensen overlaat en dus productresten aan de uitlaat achterblijven, heeft dit een verdere bacteriëngroei en verslechtering van het af te tappen product tot gevolg.

Het zal duidelijk zijn dat de bovengenoemde reinigingsmethode van het aftaporgaan niet 20 ‘waterdicht’ is en dat het risico dat de handeling niet zorgvuldig wordt uitgevoerd aanzienlijk is.

De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting voor de bereiding van softijs, milkshakes en aanverwante producten te verschaffen waarbij de bovengenoemde problemen zich niet voordoen. Hiertoe voorziet de onderhavige uitvinding in een 25 inrichting volgens de aanhef die gekenmerkt wordt doordat het aftaporgaan voorzien is van verwarmingsmiddelen die een plaatselijke verhitting van ten minste 70°C van het aftaporgaan teweeg kunnen brengen.

1006393 -3-

Door het plaatselijk verhitten van het aftaporgaan, waarbij ten minste een temperatuur van 70°C bereikt dient te worden, worden de eventueel aanwezige bacteriën die zich in de softij sproductresten aan het aftaporgaan bevinden geëlimineerd.

5 Opgemerkt dient te worden dat in het aftaporgaan in sommige uitvoeringsvormen van softij s-inrichtingen reeds aan een warmtebehandeling wordt onderworpen. Het betreft hier inrichtingen die zodanig zijn uitgevoerd dat deze kunnen worden onderworpen aan een proces waarbij zowel de zich in de eerste ruimte als de zich in de tweede ruimte bevindende softijs-bestanddelenmengsels gelijktijdig tot ongeveer 70°C worden 10 verwarmd, aansluitend ongeveer 30 minuten bij deze temperatuur worden gehouden en vervolgens worden afgekoeld. Dit proces heet pasteurisatie en terugkoeling. Dit proces wordt gewoonlijk aan het einde van iedere werkdag uitgevoerd om het in de inrichting aanwezige sofftjs-bestanddelenmengsel zoveel mogelijk te ontdoen van de eventueel daarin aanwezige bacteriën. Door de warmteoverdracht van de massa in de tweede 15 ruimte wordt ook een deel van het aftaporgaan verwarmd.

De warmte die het aftaporgaan tijdens bovengenoemd pasteurisatieproces ondervindt, is echter ontoereikend om een volledige eliminatie van de in of aan het aftaporgaan aanwezige bacteriën te bereiken. Bovendien is veelal een deel van het aftaporgaan aan of nabij de uitlaat uit kunststof vervaardigd en wordt in dit deel niet de temperatuur 20 bereikt waarbij eliminatie van de bacteriën plaatsvindt.

Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding zich niet richt op de verwarmingsmiddelen die een pasteurisatiebehandeling bewerkstelligen, doch op aparte verwarmingsmiddelen die juist in het aftaporgaan zijn opgenomen en ter plaatse een verhitting kunnen bewerkstelligen.

25 In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de verwarmingsmiddelen een electrisch verwarmingselement.

1006393 -4-

Een dergelijk element is van buitenaf regelbaar en kan bij voorkeur worden ingesteld, bijvoorbeeld zodanig dat tijdens pasteurisatie van de eerste en de tweede ruimte, verhitting van ten minste een deel van het aftaporgaan plaatsvindt.

Daar het probleem van de ongewenste bacteriëngroei met name plaatsvindt in het deel 5 van het aftaporgaan nabij de uitlaat, heeft het de voorkeur dat de verwarmingsmiddelen aan of nabij de uitlaat van het aftaporgaan zijn voorzien.

In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de verwarmingsmiddelen losneembaar met de uitlaat van het aftaporgaan worden gekoppeld.

In deze uitvoeringsvorm vindt een eenvoudige koppeling van de verwarmingsmiddelen 10 met de uitlaat plaats, gevolgd door het uitvoeren van een verwarmingsbehandeling, waarna de verwarmingsmiddelen verwijderd worden en de uitlaat vrij is van bacteriën

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op verwarmingsmiddelen, geschikt voor toepassing in de bovengenoemde inrichting.

Dergelijke verwarmingsmiddelen kunnen in een daartoe geschikte uitvoeringsvorm 15 eveneens worden toegepast bij reeds bestaande inrichtingen voor de bereiding van softijs, milkshakes en aanverwante producten, opdat ook deze inrichtingen worden voorzien van een ‘waterdicht’ systeem voor de verwijdering van ongewenste bacteriën.

De onderhavige uitvinding wordt in het onderstaande nader toegelicht aan de hand van de bijgesloten tekening, waarin: 20 figuur 1 schematisch een aftaporgaan van een inrichting voor de bereiding van softijs of aanverwante producten, alsmede een gedeelte van deze inrichting toont; en figuur 2 schematisch het aftaporgaan volgens figuur 1 toont dat losneembaar gekoppeld is met verwarmingsmiddelen.

1006393 -5-

De figuur is zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige onderdelen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangegeven.

5 Figuur 1 toont schematisch het gedeelte van een inrichting voor de bereiding van softijs, milkshakes en aanverwante producten 1 waar het aftaporgaan 2 is voorzien. Verwijzingscijfer 3 toont de tweede ruimte van bovengenoemde inrichting, ofwel de vriescilinder, waar het softij s-bestanddelenmengsel tot onder 0°C wordt gekoeld. Deze ruimte 3 staat via een doorvoer 4 in verbinding met het aftaporgaan 2. Het aftaporgaan 2 10 omvat een huis 5 met een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede. Zoals blijkt uit de figuur vormt een gedeelte van het huis tevens de voorzijde van de tweede ruimte 3 van de softijs-inrichting. In het huis 5 is een in hoofdzaak massief, cilindervormig element 7 opgenomen dat in de in de figuur getoonde configuratie middels twee o-ringen 8,9 aansluit aan de binnenwand van het huis 5. Verwijzingscijfer 10 toont de uitlaat van het 15 aftaporgaan 2.

Het huis 5 van het aftaporgaan 2 wordt gebruikelijk vervaardigd uit kunststofmateriaal, evenals het bovenste gedeelte 7A van het cilindervormige element 7. Het onderste gedeelte van laatstgenoemd element wordt veelal van een metaal vervaardigd.

Bij het aftappen van een portie softijs uit de inrichting 1 wordt het cilindervormige 20 element 7 met behulp van - niet in de figuur getoonde - bedieningsmiddelen in opwaartse richting bewogen; deze situatie is in figuur 1 met stippellijn aangegeven. Gedurende deze toestand kan het in de vriescilinder 3 aanwezige softij s-product via doorvoer 4 uit de uitlaat 10 stromen. Gebruikelijk bevindt zich aan de uitlaat een - niet in de figuur getoonde - spuitmond die vast of losneembaar, bijvoorbeeld door middel 25 van een schroefverbinding, met de uitlaat 10 van het aftaporgaan 2 is verbonden. Wanneer het cilindervormige element 7 weer neerwaarts wordt bewogen tot in de toestand die in figuur 1 met ononderbroken lijn is aangegeven, wordt de verbinding van 1006393 -6- de doorvoer 4 naar de uitlaat 10 geblokkeerd zodat het softij s-product niet uit de uitlaat kan stromen.

Door de heen- en weer gaande beweging van het cilindervormige element 7 dat in aanraking komt met het softij s-product, blijven met name aan de onderzijde van het huis 5 5 nabij de uitlaat 10 en in het gedeelte nabij de o-ringen 8,9, ijsresten achter. Zoals gezegd zijn dergelijke productresten zeer bacteriologisch gevoelig.

Wanneer de softijs-inrichting zodanig is uitgevoerd dat het softijs-bestanddelenmengsel in de eerste en tweede ruimte kan worden onderworpen aan een pasteurisatieproces, wordt tijdens dit proces warmte overgedragen van de massa in de tweede ruimte aan het 10 aftaporgaan. Hierbij blijkt een gedeelte van het aftaporgaan, te weten het gedeelte dat van metaal vervaardigd is, verwarmd te worden tot een temperatuur van 70°C. De delen van het aftaporgaan 2 die vervaardigd zijn van kunststof, namelijk het huis 5 en een gedeelte van het cilindervormige element 7, waar, zoals hierboven besproken, een bron van bacteriëngroei aanwezig is, blijken echter niet een dergelijke temperatuur te 15 bereiken, zodat hier het gevaar van een overmatige bacteriëngroei niet geëlimineerd wordt.

Dit probleem wordt volgens de onderhavige uitvinding opgelost door het aftaporgaan te voorzien van verwarmingsmiddelen die een plaatselijke verhitting van het aftaporgaan tot ten minste 70°C teweeg kunnen brengen. Dergelijke verhittingsmiddelen kunnen 20 bijvoorbeeld een electrisch verwarmingselement omvatten dat in het huis 5 van het aftaporgaan 2 is opgenomen en een plaatselijke verhitting van ten minste 70°C van die delen van het aftaporgaan waar een gevaar bestaat voor een overmatige bacteriëngroei, kan bewerkstelligen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is 25 gegeven in figuur 2. In deze figuur wordt een inrichting volgens figuur 1 getoond, welke echter losneembaar is gekoppeld met verwarmingsmiddelen 12 in de vorm van een electrisch verwarmingselement dat met de uitlaat van het aftaporgaan 2 gekoppeld kan 1006393 -7- worden en een plaatselijke verhitting van de delen van het aftaporgaan waar een gevaar bestaat voor een overmatige bacteriëngroei, kan bewerkstelligen. Het in werking stellen van de verwarmingsmiddelen heeft tot gevolg dat ook de kunststofdelen van het aftaporgaan tot 70°C worden verhit opdat bacteriëngroei wordt geëlimineerd. De 5 koppeling tussen de verwarmingsmiddelen 12 en de uitlaat 10 kan op enigerlei, voor de vakman bekende, wijze plaatsvinden.

1006393

Claims (6)

1. Inrichting (1) voor de bereiding van softijs, milkshakes en aanverwante producten, ten minste omvattende een eerste ruimte voor het opnemen en in voorraad houden van de softijs- of milkshake-bestanddelen, een, met de eerste ruimte gekoppelde, tweede ruimte 5 (3), in hoofdzaak bestemd voor het verder koelen van de genoemde bestanddelen en ten minste één aftaporgaan (2) met een uitlaat (10) alwaar het softijs of aanverwante product kan worden afgetapt, met het kenmerk dat het aftaporgaan (2) voorzien is van verwarmingsmiddelen (12) die een plaatselijke verhitting van ten minste 70°C van het aftaporgaan (2) teweeg kunnen brengen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verwarmingsmiddelen (12) een electrisch verwarmingselement omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het electrische verwarmingselement in het aftaporgaan (2) is opgenomen.

4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 15 verwarmingsmiddelen aan of nabij de uitlaat (10) van het aftaporgaan (2) zijn voorzien.

5. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de verwarmingsmiddelen (12) losneembaar met de uitlaat (10) van het aftaporgaan (2) kunnen worden gekoppeld.

6. Verwarmingsmiddelen (12), geschikt voor toepassing in een inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-5. 1006393