NL1006298C2 - Inrichting voor het ondersteunen van een metselprofiel. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET ONDERSTEUNEN VAN EEN METSELPROFIEL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting 10 voor het ondersteunen van een metselprofiel, omvattende een grondplaat, die een rechte hoek bevat, waarbij het metselprofiel, dat wordt gevormd door een holle staander, door middel van een alzijdig beweegbaar scharnierorgaan nabij de genoemde rechte hoek is verbonden met de grondplaat, welk scharnierorgaan vast kan 15 worden gezet door klemmiddelen, en een tweetal schoren tussen de grondplaat en het profiel zijn aangebracht om het metselprofiel in de ingestelde stand te fixeren, zoals bekend uit het Britse octrooischrift 2 134 580.

Een dergelijke inrichting wordt gebruikt als hulpmiddel bij 20 het metselen van een muur. Aan de beide uiteinden van de te metselen muur wordt een dergelijke inrichting opgesteld, waarna de staanders of metselprofielen hiervan vervolgens nauwkeurig verticaal worden gesteld, in deze stand worden vastgezet en door middel van de schoren worden geborgd. Tussen de metselprofielen 25 wordt dan een horizontale richtdraad gespannen, meestal ter hoogte van de bovenzijde van de steeds te metselen steenlaag.

Bij de uit het Britse octrooischrift 2 134 580 bekende inrichting is het metselprofiel door middel van een kogelscharnier verbonden met de grondplaat, waarbij op deze grondplaat een 30 afzonderlijke kleminrichting aanwezig is om dit kogelscharnier in de ingestelde stand van het metselprofiel vast te zetten. De beide schoren zijn verplaatsbaar en scharnierend met de grondplaat verbonden, en het stellen van het metselprofiel geschiedt door het ten opzichte van de grondplaat verplaatsen van deze schoren. Deze 35 bekende inrichting heeft tot nadeel dat de inrichting 1006298 -2- gecompliceerd is en een groot aantal afzonderlijke onderdelen bevat. Bovendien neemt het verticaal stellen van het metselprofiel veel tijd in beslag en zijn hier in het algemeen twee personen voor nodig.

5 Het Franse octrooischrift 2 614 343 toont een inrichting, bestaande uit een staander met twee schoren. De staander rust met een afzijdig werkend scharnierorgaan op een steunplaat, die op de ondergrond wordt bevestigd, terwijl de schoren elk scharnierend zijn verbonden met een eigen steunplaat, die eveneens aan de 10 ondergrond worden bevestigd. De verbinding van de schoren met de staander is instelbaar voor het verticaal stellen van de staander. Deze inrichting is gecompliceerd met veel onderdelen, waarbij zowel het opstellen van de inrichting als het verticaal stellen van het metselprof iel veel tijd in beslag neemt. Daar de schoren 15 zowel een ondersteunende als instellende functie hebben zijn deze relatief lang en daarom zeer hinderlijk bij het uitvoeren van het metselwerk.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een inrichting voor het ondersteunen van een metselprofiel te verschaffen, die een 20 eenvoudige en goedkope constructie heeft, gemakkelijk en in korte tijd kan worden gesteld, en zo weinig mogelijk ruimte in beslag neemt.

Deze oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt, door middel van een inrichting, die de in het kenmerkende gedeelte van 25 conclusie 1 aangegeven kenmerken heeft.

Door middel van de constructie volgens de uitvinding kan het verticaal stellen van het metselprofiel geschieden door het ringvormige onderstuk over de grondplaat te verschuiven. Als de verticale stand is bereikt, wordt het profiel vastgezet door de 30 moer aan te draaien, zodat de beide ringvormige delen stevig tegen elkaar worden gedrukt. De schoren dienen in feite slechts als extra borg en kunnen dus relatief klein zijn uitgevoerd.

Andere voordelige details en uitvoeringen van de uitvinding komen naar voren in de onderconclusies 2-5.

1006298 - 3-

De inrichting volgens de uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, waarin:

Fig. 1 is een schetsmatig aanzicht van deze uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, 5 weergegeven in perspectief; fig. 2 is een uitééngetekende weergave, eveneens in perspectief, van het onderste gedeelte van de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 is een vertikale langsdoorsnede van het on-10 derste gedeelte van de inrichting van fig. 1 en 2; fig. 4 is een schetsmatig bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een gelijkbenig L-vormige bodemplaat 10 op een ondergrond 11 afgebeeld. Nabij de hoek van de bodem-15 plaat 10 is een metselprofiel 12 opgesteld. Het profiel 12 strekt zich vertikaal naar boven uit over een afstand die ten minste gelijk is aan de hoogte van de te metselen muur. Het metselwerk wordt langs een of beide buitenzeden van de benen van de grondplaat 10 opgetrokken. Tussen twee profielen wordt 20 de richtdraad (niet getekend) gespannen.

Het metselprofiel 12 is met twee schoren 13 en 14 aan de uiteinden van de benen van de L-vormige bodemplaat 10 vastgezet. Deze schoren 13 en 14 bezitten aan hun beide uiteinden een over ca. 45° omgezet gedeelte waarin een 25 slobgat is aangebracht, ten einde de schoren boven aan het metselprofiel en onder aan de L-vormige bodemplaat 10 met boutjes te kunnen bevestigen.

In fig. 4 zijn de schoren (13 en 14) niet getekend ten einde deze figuur overzichtelijk te houden.

30 Het metselprofiel 12 dient voor het werken in een exact vertikale positie georiënteerd te zijn. Deze vertikale positie kan op gebruikelijke wijze worden bereikt met behulp van een schietlood of een waterpas. Het profiel is in de weergegeven uitvoeringsvorm vierkant van dwarsdoorsnede en bestaat bij 35 voorkeur uit aluminium.

Het profiel 12 is geplaatst op een verstelbare ondersteuning ervoor, welke ondersteuning een ringvormig bovenstuk 15 en een ringvormig onderstuk 16 omvat. Het ondereinde van het profiel 12 is geplaatst over het in hoofdzaak 1006298 -b- cilindervormig bovenstuk 15 en rust met name op een daartoe aanwezige borst 17. Bij 18 zijn rondom in totaal vier lasver-bindingen aangebracht om het profiel 12 aan het bovenstuk 15 te bevestigen.

5 Tussen het bovenstuk 15 en de bodemplaat 19 be vindt zich het onderstuk 16. Het onderstuk 16 ligt plat op de bodemplaat 10, doch heeft een bolvormige bovenzijde 19.

Het bovenstuk 15 bezit een holgewelfde onderzijde 20 van dezelfde kromming, zodat het bovenstuk 15 met het daarop be-10 vestigde metselprofiel 12 op het onderstuk 16 in alle richtingen kan kantelen.

Door zowel het bovenstuk 15 als het onderstuk 16 is een doorlopend kanaal 21 respectievelijk 22 geboord, waardoor een keilbout 23 is gestoken, die via een boring in de bodem-15 plaat 10 kan worden vastgezet in een boring 2b in de bijvoorbeeld uit beton bestaande ondergrond 11. Daartoe bevindt zich op de keilbout 23 een moer 25.

De boringen 21 en 22 zijn uiteraard ruimer gekozen dan de diameter van de keilbout 23. Ten einde de moer 25 van 20 de keilbout 23 te kunnen bereieken, voor het vastdraaien of losdraaien van de moer 25, is in het profiel 12 nabij het ondereinde ervan een opening 26 voorzien, voldoende groot voor het inbrengen van een gereedschap zoals een steeksleutel of ringsleutel.

25 In de figuren 1 en 2 is deze toegangsopening 26 in het metselprofiel 12 ter wille van de duidelijkheid naar de beschouwer toe gekeerd getekend, doch ze bevindt zich in werkelijkheid een kwartslag gedraaid, dus diametraal tegenover het buitenste hoekpunt van de L-vormige bodemplaat 10.

30 Met 27 is een sluitring aangegeven van voldoende sterkte en dikte om de op de keilboutbevestiging uitgeoefende kracht over te brengen.

Rondom de buitenomtrek van het onderstuk 16 verdeeld zijn op afstanden van telkens 90° vier radiaal verlopende 35 blinde gaten 28 geboord, om het onderstuk te kunnen verschuiven.

Het verstellen van het profiel 12 gaat met deze inrichting heel eenvoudig en snel, en wel door het iets loszetten van de moer 25 op de keilbout 23, en het dan met behulp van een (niet getekende) blinde stift gestoken in een ~:: 9 3 -5- der blinde gaten 28 iets verschuiven van het onderstuk 16 over de grondplaat 10, waardoor - vanwege het bol-holle contactvlak (19, 20) tussen de delen 15 en 16 - het bovenstuk 15 enigszins in tegengestelde zin zal kantelen en het 5 erop bevestigde profiel 12 zal meenemen, totdat het profiel uiteindelijk vertikaal blijkt te staan. Vervolgens het vastzetten van de moer 25 op de keilbout 23 ten einde de delen 10, 15 en 16 op elkaar te klemmen en tegelijk het geheel aan de ondergrond 11 vast te maken, en tenslotte het borgen van 10 deze stand met behulp van de beide schoren 13 en 14.

Om de gedachten te bepalen is de maat van het profiel 5x5 cm, bij een hoogte van bijv. 300 cm, en is de L-vormige bodemplaat 10 opgebouwd uit stalen kokerprofiel van 5x10 cm met een beenlengte van ca. 45 cm.

15 In de weergegeven uitvoeringsvorm van de inrich ting volgens de uitvinding vervult de keilbout met moer zowel de functie van het vastmaken van de bodemplaat aan de ondergrond als het vastzetten van het profiel.

Bij de niet getekende uitvoering van de inrichting 20 volgens de uitvinding met gescheiden functies, bij welke de bodemplaat met een afzonderlijke keilbout reeds vooraf aan de ondergrond wordt vastgemaakt, bevindt zich het metsel-profiel wederom nabij de uitspringende hoek van de L-vormige grondplaat, doch thans ontbreekt de doorboring van de grond-25 plaat, en dient een aldaar op of in de grondplaat gelaste moer voor het opnemen van het draadeinde van de schroefbout om het profiel op de hiervoor geschetste wijze vast te zetten.

De inrichting voor het ondersteunen van een metsel-profiel volgens onderhavige uitvinding bezit een groot aantal 30 ontegensprekelijke voordelen:

Het stellen kan op heel eenvoudige wijze door slechts één persoon geschieden;

Voor het stellen zijn slechts twee naar verhouding kleine schoren aan de voet van het profiel nodig; 35 Deze schoren hinderen niet bij het opbouwen;

Het is moge lijk om het buitenprofiel tegelijk met het binnenprofiel te stellen. Hierdoor kunnen binnen- en buitenwerk tegelijkertijd worden opgetrokken;

De tijd, benodigd voor het stellen van één profiel

} o o p P

5 U U ii- ·*-' C.' -6- is teruggebracht tot maximaal drie minuten. Vergeleken met het met twee man in 20 minuten moeten stellen van andere profielen, houdt dit een enorme tijdwinst in;

Het profiel is robuust uitgevoerd en kan veelvuldig 5 worden ingezet.

1 0 1 5 20 25 30 35 1006298

Claims (5)

1. Inrichting voor het ondersteunen van een metselprofiel (12), 5 omvattende een grondplaat (10), die een rechte hoek bevat, waarbij het metselprof iel, dat wordt gevormd door een holle staander, door middel van een alzijdig beweegbaar scharnierorgaan nabij de genoemde rechte hoek is verbonden met de grondplaat, welk scharnierorgaan vast kan worden 10 gezet door klemmiddelen (23, 25) en een tweetal schoren (13, 14. tussen de grondplaat en het profiel zijn aangebracht om het metselprofiel in de ingestelde stand te fixeren met het kenmerk, dat het alzijdig beweegbare scharnierorgaan bestaat uit een op het bovenvlak van de grondplaat rustend 15 ringvormig onderstuk (16), dat een bolvormig bovenoppervlak (19) heeft, waarop een van een overeenkomstig hol onderste oppervlak (20) voorzien ringvormig bovenstuk (15) rust, dat vast is verbonden met de onderkant van het metselprof iel (12) , waarbij de klemmiddelen bestaan uit een opstaande van 20 uitwendige schroefdraad voorziene pen (23), die nabij de rechte hoek van de grondplaat is gelegen en zich met ruime speling door de centrale openingen (22, 21) van zowel het onderstuk (16) als het bovenstuk (15) uitstrekt tot in het metselprof iel, en uit een op deze pen geschroefde moer (25) 25 om de beide ringvormige delen (16, 15) ten opzichte van elkaar vast te kunnen zetten, waarbij het metselprofiel nabij de onderkant is voorzien van een opening om toegang te verschaffen tot de moer (25), en het ringvormige onderstuk (16) is voorzien van aangrijporganen (28) om dit deel over 30 de grondplaat te kunnen verplaatsen voor het instellen van de stand van het metselprofiel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grondplaat is voorzien van één of meer doorgaande gaten 1006298 - 8- (29) , om deze grondplaat aan de ondergrond (11) te kunnen bevestigen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het 5 doorgaande gat (29) is aangebracht nabij de hoek van de grondplaat en de pen (23) is uitgevoerd als een keilbout, die via het doorgaande gat in de ondergrond kan worden bevestigd.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aangrijporganen bestaan uit verdeeld over de buitenomtrek aangebrachte blinde boorgaten (28) voor het insteken van een stiftvormig gereedschap.

5. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de schoren (13, 14) aan de tegenover elkaar gelegen uiteinden zijn voorzien van omgezette einddelen, die open sleufgaten bevatten 1006298