NL1005820C2 - Gasdichte ampul. - Google Patents

Gasdichte ampul. Download PDF

Info

Publication number
NL1005820C2
NL1005820C2 NL1005820A NL1005820A NL1005820C2 NL 1005820 C2 NL1005820 C2 NL 1005820C2 NL 1005820 A NL1005820 A NL 1005820A NL 1005820 A NL1005820 A NL 1005820A NL 1005820 C2 NL1005820 C2 NL 1005820C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ampoule
filler body
wall
head space
filler
Prior art date
Application number
NL1005820A
Other languages
English (en)
Inventor
Bartholomeus Henricus Ant Maas
Original Assignee
Euro Trol Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Euro Trol Bv filed Critical Euro Trol Bv
Priority to NL1005820A priority Critical patent/NL1005820C2/nl
Priority to PCT/NL1998/000203 priority patent/WO1998046190A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1005820C2 publication Critical patent/NL1005820C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J1/00Containers specially adapted for medical or pharmaceutical purposes
    • A61J1/05Containers specially adapted for medical or pharmaceutical purposes for collecting, storing or administering blood, plasma or medical fluids ; Infusion or perfusion containers
    • A61J1/06Ampoules or carpules
    • A61J1/065Rigid ampoules, e.g. glass ampoules
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D1/00Containers having bodies formed in one piece, e.g. by casting metallic material, by moulding plastics, by blowing vitreous material, by throwing ceramic material, by moulding pulped fibrous material, by deep-drawing operations performed on sheet material
    • B65D1/09Ampoules
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D81/00Containers, packaging elements, or packages, for contents presenting particular transport or storage problems, or adapted to be used for non-packaging purposes after removal of contents
    • B65D81/24Adaptations for preventing deterioration or decay of contents; Applications to the container or packaging material of food preservatives, fungicides, pesticides or animal repellants

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)

Description

Korte aanduiding: Gasdichte ampul.
De onderhavige uitvinding hee£t betrekking op een gasdichte ampul, ten minste omvattend een hoeveelhèid medium, en een kopruimte, waarin een vullichaam is opgenomen, waarbij de ampul gesloten is door plaatselijk vervloeien 5 van de wand van de ampul ter plaatse van de kopruimte.
Dergelijke ampullen zijn in het vakgebied algemeen bekend en worden toegepast voor het verpakken van verschillende media, zoals ijkmedium voor een bloedgasmeetinrich-ting. Met deze ampullen wordt gasuitwisseling tussen het 10 medium en de omgeving uitgesloten. Ook worden dergelijke ampullen gebruikt voor media, die onder steriele omstandigheden dienen te worden verpakt en bewaard, zoals injectie-vloeistoffen. Een gebruikelijke uitvoeringsvorm van een dergelijke gasdichte ampul is een glasampul, welke door 15 breken van een gedeelte daarvan te openen is.
Plaatselijk vervloeien van de ampul vindt doorgaans plaats, door de wand van de ampul op afstand van het medium te verhitten, zodat de wand plaatselijk smelt, waardoor door vervloeien een gasdichte afsluiting ontstaat.
20 Bij het door vervloeien sluiten van een dergelijke ampul dient een aanzienlijke afstand tussen de vloeistof en het punt van dichtsmelten in acht te worden genomen. Bij een gasdichte glasampul worden bij dichtsmelten temperaturen bereikt van 1200 K. Indien de vloeistof te dicht bij 25 het punt van dichtsmelten komt, kan er te veel spanning in het materiaal van de ampul ontstaan, waardoor dit materiaal kan breken of geen goede afsluiting waarborgt. Deze hoge temperatuur kan eveneens de samenstelling van de vloeistof beïnvloeden waarbij bijvoorbeeld organische buffers kunnen 30 worden beschadigd. Een gasdichte ampul, welke gesloten is door plaatselijk vervloeien van de wand ervan, bezit derhalve gedwongen een aanzienlijke lege ruimte, waarin zich een gasfase kan bevinden. Deze lege ruimte wordt in de aanvrage de kopruimte genoemd.
35 Om een constante kwaliteit en langere houdbaarheid van het medium in een gasdichte ampul te waarborgen, is het 10 0 r'?0 - 2 - van belang, dat de gasfase in de ampul zo klein mogelijk is. Vooral bij als kwaliteitscontrolematerialen fungerende vloeibare ijkmedia voor bloedgasanalyse, is dit van doorslaggevend belang. Deze materialen worden doorgaans bewaard 5 in glasampullen van 3 ml met 2-3 ml bufferoplossing met een nauwkeurig bekende hoeveelheid zuur/base, zuurstof, kooldioxide, electrolyten, zoals Na*, K*, Li*, Ca3* en Cl' alsmede metabolieten zoals glucose en lactaat. Dergelijke ampullen worden routinematig gebruikt in klinisch chemische labora-10 toria als controle- en ijkmiddel voor analyse-apparatuur. Door de aanwezigheid van een gasfase in de ampul kunnen 02 en C02 zich tussen de gasfase in de kopruimte en de vloei-stoffase van het medium, waarin uiteindelijk wordt gemeten, verdelen. Omdat het evenwicht dat zich deux instelt, tempe-15 ratuurafhankelijk is, moeten de glas ampullen vóór gebruik bij de juiste temperatuur worden gelncubeerd. Het name de partiële zuurstofdruk, p02, is zeer gevoelig voor temperatuurveranderingen : ongeveer 1 mmHg per 1°C. Gedurende het jaar worden in laboratoria doorgaans temperatuurveranderin-20 gen van 5-10°C gemeten die bijvoorbeeld in het lage concentratiegebied, behorende bij een p02 van 60 mmHg, een afwijking kunnen geven van ca. 8-17%, hetgeen ontoelaatbaar is voor een dergelijk controlemateriaal. Ook heeft de mate van schudden invloed op de te meten waarden. Dit heeft in de 25 praktijk de nodige consequenties, omdat een groot aantal laboratoria zich van deze effecten niet bewust zijn. Het is overigens zeer bezwaarlijk op de locatie van meten de ampullen weer in de oorspronkelijke toestand, zoals deze zijn gevuld, terug te brengen: veelal is deze toestand de ge-30 bruiker onbekend en is een dergelijke behandeling tijdrovend.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel, bovengenoemde problemen op te lossen, en wordt daartoe gekenmerkt, doordat de wand ter plaatse van de vervloeiing in contact 35 staat met het vullichaam. Door de aanwezigheid van een vul-lichaam is het mogelijk, de ampul op afstand van het medium door plaatselijk vervloeien van de wand ervan gasdicht af te sluiten, waarbij het medium in de ampul geen enkele invloed ondervindt van de met het vervloeien van de wand ge- 1005820 - 3 - paard gaande e££ecten zoals bijv. verhitting. Doordat er aldus geen gasfase aanwezig is boven het vul lichaam kan het volume van de gasfase gevulde kopruimte worden gecontroleerd. Dit volume bevindt zich, wanneer de ampul 5 recht staat, tussen het vullichaam en de vloeistof.
Zn een voorkeursui tvoeringsvozm van de onderhavige uitvinding vult het vullichaam de kopruimte in hoofdzaak volledig. Hierdoor wordt een eventueel nog resterende gasfase dusdanig verkleind, dat stoffenuitwisseling met het 10 medium in hoge mate wordt verlaagd. Afhankelijk vein het gebruikte medium, de beoogde toepassing ervan en het volume van de nog resterende gasfase in de ampul, kan de stoffenuitwisseling zo binnen bepaalde gewenste grenzen worden gehouden, teneinde bijvoorbeeld een door de stoffenuitwis-15 seling tussen het medium en de gasfase veroorzaakte meet-fout binnen voor het bepaalde geval toelaatbare grenzen te beperken.
Vanwege de in hoofdzaak volledige vulling van de houder is het van voordeel dat het vullichaam vormvast en niet 20 flexibel is, zodat een eventueel klein volume dode ruimté constant is. Bij voorkeur bedraagt het volume van de naast het vullichaam in de kopruimte aanwezige lege ruimte minder dan 10% van het medium. Door de aanwezigheid van een dusdanig klein volume aan lege ruimte in de ampul kan de uitwis-25 seling tussen de in deze ruimte eventueel aanwezige gasfase en het medium tot een gewenst minimum worden beperkt.
Met voordeel bedraagt in de ampul het voltime van de naast het vullichaam in de kopruimte aanwezige lege ruimte minder dan 1,5 vol.% van het medium. Bij een dergelijke 30 volume is het haalbaar, dat een controle/ijkmedium voor een bloedgasmeetinrichting slechts maximaal een afwijking van 1% in 03-gehalte bezit ongeacht temperatuur. Een dergelijke ampul behoeft derhalve niet op een bepaalde temperatuur te worden gebracht, om zeer betrouwbare meetresultaten te ver-35 krijgen.
Het is echter ook mogelijk, de gasdichte ampul in hoofdzaak onder uitsluiting van een gasfase af te sluiten. Ofschoon dit gasstoffenuitwisseling uitsluit, kan dit onder bepaalde omstandigheden echter voor problemen zorgen, omdat 1005820 - 4 - het medium in de ampul afhankelijk van de temperatuur kan uitzetten of inkrimpen, hetgeen breuk van de ampul tot gevolg kan hebben. Het vullichaam kan in dit geval desgewenst een enigszins samendrukbaar materiaal omvatten.
5 De ampul kan gesloten zijn, door het plaatselijk ver vloeien van de wand over het vullichaam, zodat het vullichaam zich vrij in de ampul bevindt. In een voordelige uitvoeringsvorm vein de ampul is het vullichaam onder afdichting van de ampul met een deel van de wand van de ampul 10 vervloeid. De vervloeide verbinding tussen het vullichaam en de ampul waarborgt enerzijds een gasdichte afdichting van de ampul, en anderzijds is het vullichaam onbeweeglijk met de ampul verbonden, hetgeen een zekere mate van stevigheid aan de ampul kan verlenen, en een betrouwbare positio-15 nering van het vullichaam waarborgt.
Zn een zeer voordelige uitvoeringsvorm van de ampul volgens de onderhavige uitvinding bestaat het vullichaam uit hetzelfde materiaal als de ampul. Indien het vullichaam en de ampul uit hetzelfde materiaal bestaan, zullen 20 beiden dezelfde vloeieigenschappen vertonen, hetgeen de afsluiting door vervloeiing vergemakkelijkt. Ook indien het vullichaam niet met de wand vervloeid is, is een zelfde materiaal voordelig, daar aan het materiaal van beide dezelfde eisen worden gesteld met betrekking tot gasdichtheid 25 en inertheid ten opzichte van het medium. Het vullichaam kan desgewenst uit een ander materiaal dan waaruit de ampul is vervaardigd bestaan, vooropgesteld dat beide materialen inert zijn met betrekking tot het medium. In het geval dat het vervloeien van de wand plaatsvindt door versmelten on-30 der toevoeren van warmte, dient genoemd materiaal tevens bij voorkeur warmte-isolerend en hittebestendig te zijn.
Met voordeel omvat het vullichaam glas. Glas is chemisch nagenoeg inert. Bovendien is het een transparant materiaal dat relatief eenvoudig in verschillende kleuruit-35 voeringen kan worden vervaardigd.
Met de meeste voorkeur omvat het vullichaam glas van de eerste hydrolytische klasse, zoals bijvoorbeeld FIOLAX™. Ofschoon andere glaskwaliteiten eveneens kunnen voldoen, is het bij bepaalde media van belang dat het materiaal van 1005820 - 5 - zowel ampul als vullichaam aan de hoogste eisen wat betreft bijvoorbeeld zuiverheid voldoet.
Voor vervloeien van het vullichaam met de ampul is zowel een massief vullichaam als een hol vullichaam ge-5 schikt. Een massief vullichaam maakt de ampul echter onnodig zwaar of zelfs topzwaar. In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van de ampul volgens de onderhavige uitvinding is het vullichaam hol uitgevoerd. Een hol vullichaam is relatief eenvoudig te vervaardigen uit bijvoorbeeld een 10 buisvormig materiaal.
Met voordeel omvat het vullichaam een identificatiemiddel. Zo is het mogelijk, verschillende ampullen te voorzien van vullichamen met verschillende kleur als identificatiemiddel . Een bepaalde kleur kan zijn gekoppeld aan een 15 bepaald soort medium, zodat de ampullen in één oogopslag van elkaar zijn te onderscheiden. Een hol vullichaam kan daarbij met voordeel worden toegepast, omdat de identificatie van de ampul kan plaatsvinden door het in de holte van het vullichaam opnemen van een identificatiemiddel zoals 20 streepjescode, een klein gekleurd voorwerp uit bijvoorbeeld kunststof of gekleurd zand, waarbij het zand al dan niet ten dele met de wand van het vullichaam kam worden versmolten. Het identificatiemiddel kan eveneens een bepaalde vorm van het vullichaam behelzen.
25 Met voordeel is de ampul ter plaatse van de overgang tussen de kopruimte en het medium ingesnoerd, waarbij het vullichaam tegen de insnoering kan aanliggen. De plaats van het vullichaam wordt hierdoor beperkt, en het lichaam kan daardoor nagenoeg niet of zeer beperkt vrij in de kopruimte 30 van de ampul bewegen. De insnoering kam tevens dienen als een steunpunt voor het vullichaam tijdens het vervloeien van de wamd van de ampul.
Met veel voordeel is nabij de insnoering een verzwak-kingslijn aanwezig. Deze verzwaüdcingslijn kam bijvoorbeeld 35 van buitenaf op de ampul zijn aemgebracht door het aam-brengen van bijvoorbeeld een rondgaemde groef. De ampul kam door de aanwezigheid vam de verzwakkingslijn op eenvoudige wijze gecontroleerd worden opengebroken.
In een volgende uitvoeringsvorm omvat de wand vam de 0 58 20 - 6 - kopruimte ter hoogte van het vullichaam een verzwakkings-lijn. Door de verzwakkingenjn aldus op afstand van de overgang tussen kopruimte en medium te plaatsen zal bij openbreken van de ampul een soort hals worden gevormd, 5 waardoor morsen bij openen wordt verhinderd en eventueel uitschenken van het medium wordt vergemakkelijkt. Bovendien karn. een dergelijk geopende ampul eenvoudiger door aangrij-ping aam genoemde hals of eventueel aemwezige insnoering worden vastgehouden met daartoe geschikte fixatiemiddel. 10 Eveneens wordt de kams dat eventueel bij het openen losbrekende wands tukken in het medium geraken, en daardoor de steriliteit vam het medium bijvoorbeeld teniet kunnen doen, verminderd.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwij-15 ze voor het vervaardigen vam een ampul volgens de uitvinding en wordt daartoe gekenmerkt, doordat een open ampul via een toevoeropening ten minste gedeeltelijk met medium wordt gevuld, in de kopruimte een vullichaaun wordt ingébracht en de ampul vervolgens wordt gesloten door vervloei-20 en vam een deel van de wand vam de kopruimte ter plaatse vam het ingebrachte vullichaam. Door het inbrengen vam het vullichaam kam een eventueel in de kopruimte aanwezige gasfase nagenoeg volledig naar buiten worden verdrongen. Het afsluiten vam de ampul door middel vam vervloeien kan 25 plaatsvinden door het wandmateriaal bijvoorbeeld met oplosmiddel te behandelen; bij voorkeur geschiedt dit echter door middel vam een warmtebehamdeling, waarbij de wand smelt en vervloeit, hetgeen een goede gasdichte afdichting waarborgt. De kopruimte kam een vooraf instelbaar klein 30 volume aan lege ruimte, waarin zich eventueel een gasfase kam bevinden, omvatten. Het volume van deze ruimte kam worden ingesteld door het op geschikte wijze afpassen vam het mediumvolume bij vullen. Door het vullichaam bijvoorbeeld gedeeltelijk in de ampul te laten af zinken, door het bij-35 voorbeeld gebruik te maken van een insnoering, zoals hierboven reeds is beschreven, kam de lege ruimte zich bij de overgang tussen medium en vullichaam bevinden.
In het bijzonder wordt de wamd van de kopruimte over het vullichaam gesloten. Door het vervloeien vam de wamd 10 0 5o 2 0 - 7 - zal de ampul gasdicht worden afgesloten, waarbij het vul-llchaam niet noodzakel ij herwijs met de wand hoeft te zijn verbonden.
Bij voorkeur wordt de wand van de kopruimte onder af-5 dichting van de inhoud van de ampul met het vullichaam vervloeid. Op deze wijze wordt het vullichaam vast met de ampul verbonden.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt de wand van de kopruimte van de ampul met 10 het vullichaam vervloeid door een verwarmingsdraad om het te vervloeien deel van genoemde wand te klemmen en de verwarmingsdraad vervolgens tot boven het smeltpunt van het materiaal of de materialen van de wand en het vullichaam te verwarmen. Deze relatief eenvoudige ingreep waarborgt een 15 goede gasdichte afsluiting en bevestiging van het vullichaam aan de wand van de ampul.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding voorziet men het vullichaam plaatselijk van een electrisch geleidend materi-20 aal, waarbij het vullichaam met de wand van de kopruimte wordt vervloeid door genoemd materiaal inductief te verwarmen, door het onderwerpen van de ampul aam een wisselend electromagnetisch veld. Door het vullichaam bijvoorbeeld hol uit te voeren, en hierin een strook of schijf van een 25 geschikt metaal langs de binnenomtrek tegen het inwendige oppervlak van het vullichaam aan te brengen en dit vullichaam in een open ampul te brengen kan een uitstekende gasdichte afsluiting worden verkregen door de ampul met een dergelijk vullichaam te onderwerpen aan een wisselend elec-30 tromagmetisch veld van geschikte intensiteit. Het is ook mogelijk, het electrisch geleidend materiaal op het uitwendige oppervlak van het vullichaam aan te brengen om een gasdichte afsluiting te verkrijgen. Ook kunnen bijvoorbeeld halfgeleidende kunststoffen of geschikte geleidende bolle-35 tjee werken voor het inductief verwarmen van de wand van de kopruimte. Het electrisch geleidend materiaal omvat bij voorkeur één electrisch geleidend onderdeel, dat een gehele omtrek van het inwendig o£ uitwendig oppervlak van het vullichaam bestrijkt. Het is echter ook mogelijk, dat het ma- 1005820 - 8 - teriaal uit meerdere electrisch geleidende delen is opgebouwd/ waarbij het materiaal derhalve onderbroken Icings genoemde omtrek kan zijn aangebracht.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op eenvulli-5 chaam, kennelijk bestemd voor een ampul volgens de onderhavige uitvinding. Het vullichaam kan, zoals hierboven reeds is beschreven hol zijn uitgevoerd en/of een identificatiemiddel en/of glas omvatten, waarbij het lichaam bij voorkeur glas van de eerste hydrolytische klasse omvat. Het 10 vullichaam kan voorts plaatselijk zijn voorzien van een electrisch geleidend materiaal, teneinde geschikt te zijn voor de werkwijze, die hierboven reeds is uiteengezet.
Het vullichaam kan voorts een elastisch of pasteus materiaal omvatten, waardoor een ampul zonder gasfase in de 15 kopruimte kan worden vervaardigd, waarbij eventuele spanningen in de ampul door het elastische vullichaam kunnen worden opgevangen. Indien een minimaal volume lege ruimte gewenst is, is het van belang, dat het vullichaam nauw aansluit op ten minste een deel van de wand van de 20 ampul, teneinde de vrije ruimte tussen de wand en het vullichaam zo klein mogelijk te houden. Door het vullichaam nabij het medium met de wand van de ampul te versmelten, met dien verstande dat de afstand zodanig is gekozen, dat het medium geen nadelige gevolgen van het versmelten zal 25 kunnen ondervinden, wordt de eventuele tussenruimte tussen vullichaam en wand van de ampul tot een minimum beperkt.
Gewezen wordt op GB-A-561 842, waarin een glasampul wordt beschreven, waarin ter plaatse van het breekpunt een katoenen of rubberen prop of buis is opgenomen om te voor-30 komen dat er glasscherven bij openen van de ampul in de inhoud ervan terecht komt. Ook bij deze ampullen moet het dichtsmelten op een afstand van de prop of buis plaatsvinden, zodat in deze ampullen een aanzienlijke hoeveelheid lucht aanwezig is.
35 In het vakgebied zijn tevens houders bekend, waarin getracht is, de daarin aanwezige lege ruimte tot een minimaal volume te beperken. Zo beschrijft DE-B-1 285 947 een transporthouder met een deksel, waarbij het deksel verbonden is met een opblaasbare ballon van flexibel materiaal.
1005820 - 9 -
Hiertoe bevindt zich een ventiel op het deksel. Door de ballon bij gesloten houder op te pompen vermindert alleen het volume, maar niet de hoeveelheid van de lucht in de houder. Hierdoor wordt de beweging van de vloeistof.binnen 5 de houder weliswaar beperkt, maar wordt de reactie met bestanddelen uit de gasfase door de drukverhoging juist bevorderd. Voorts beschrijft DE-A-27 08337 een dichtgesmolten zak van buigzaam aluminium-kunststof laminaat.
EP-A-0 016 633 beschrijft een hol cilindervozmig lichaam, 10 waarvan het ene uiteinde is afgesloten door een septum dat met een injectienaald kan worden doorgestoken en aan de andere zijde met een beweegbaxe rubberen zuiger. Septum en zuiger zijn van een flexibel materiaal vervaardigd. US-A-4.960.708 beschrijft een buigzame ampul, waarin een 15 medium is opgenomen, waarin een zeer diffusief gas is opgenomen teneinde een bepaalde gasfase in de ampul te creëren.
Bij geen van deze verpakkingen wordt een vullichaam binnen de ampul toegepast die de hoeveelheid lucht/gas in de lege kopruimte beperkt. Bovendien betreffen al deze ver-20 pakkingen een anpul van aluminium- laminaat en/of polymeren (polyvinylchloride, rubbers). Deze materialen zijn onvoldoende inert om dienst te kunnen doen als ampul voor zeer delicate media, zoals ijkmedia voor bloedgasmeetinrichtin-gen. Genoemde ampullen kunnen niet van het hiertoe wel ge-25 schikte en inerte materiaal glas worden vervaardigd omdat, zoals hierboven reeds is besproken, glas bij zeer hoge temperaturen versmolten moet worden en dit niet mogelijk is als een vloeistof, die zich in de ampul bevindt, in contact staat met het te versmelten oppervlak. Bij toepassing van 30 kwaliteitscontrolematerialen die stabiel moeten zijn gedurende een lange periode, bijvoorbeeld 1 tot 3 jaar voldoen deze verpakkingsvormen, in tegenstelling tot de ampul van de uitvinding niet. Geen van de in deze octrooischriften genoemde ampullen heeft dan ook geresulteerd in de succes-35 volle introductie van een produkt op de markt.
Een oorzaak hiervan is de te lage 03-barrière en het niet inert zijn van de gebruikte materialen. Aluminium voldoet niet, omdat het reageert met zuurstof en ook omdat aluminium in direkt contact met water kan leiden tot uit- 1005820 - 10 - wisseling van ionen. Ook is aluminiumfolie niet geheel gas-dicht, omdat er altijd een aantal roosterfouten in aanwezig zijn en omdat aluminiumfolie slechts gesloten kam worden door het lijmen met een polymeer. Het direkt versmelten van 5 aluminium zal namelijk bij een onaanvaardbaar hoge temperatuur plaats moeten vinden. De kwaliteitscontrolematerialen hebben een p03 van 0-400 mmHg en in de buitenlucht heerst een p02 van ca. 160 mmHg, zodat de 02 dusdanig zal worden uitgewisseld totdat zich een evenwicht in heeft gesteld. 10 Het materiaal voldoet dan uiteraard niet meer als kwali-teitscontrolemateriaal. Ook polymeren en rubbers (bijvoorbeeld broom/chloorbutylrubbers) voldoen niet omdat deze niet inert zijn en een te lage barrière hebben. Sommige componenten (zoals weekmakers) reageren met 02. De 02 door-15 laatbaarheid van polymeren met een zeer hoge barrière voor 02 is altijd nog ca. 30 ml.m'3. dag'1 gemeten door een schijfje van 1 mm dikte en een Δρ02 van 760 mmHg. Dit is te hoog, gezien in 1 ml bufferoplossing bij 25°C en een p02 van 100 mmHg slechts 0,004 ml (oftewel ongeveer 0,2 /unol 02) is 20 opgelost. Zeer kleine veranderingen in de hoeveelheid 02 hebben dus desastreuze gevolgen voor de samenstelling. Daarnaast kunnen flexibele containers problemen opleveren in de praktijk bij drukverschillen zoals bij transport met het vliegtuig waardoor luchtbellen in de vloeistof gevormd 25 worden. Ook kan door het uitzetten van. de vloeistof lekkage ontstaan.
Voorts wordt opgemerkt, dat de ampul volgens de onderhavige uitvinding bij uitstek geschikt is voor het opnemen van een controle- of ijkmedium voor een bloedgasmeetin-30 richting, maar hiertoe niet is beperkt. Elk medium, in het bijzonder een medium dat gevoelig is voor een willekeurige gasvormige omgeving kan in een dergelijke ampul kan worden opgenomen, waarbij de ampul tevens niet wordt geacht te worden beperkt door enigerlei afmetingen.
35 Zo kunnen de ampullen volgens de onderhavige uitvin ding tevens op geschikte wijze worden uitgevoerd als trans-portampul voor delicate chemicaliën, die snel kunnen bederven door bijvoorbeeld oxidatie met zuurstof uit de lucht en welke stoffen doorgaans in een stikstofatmosfeer worden 10 0 5820 - 11 - vervoerd. Dergelijke eventueel grootschalig uitgevoerde verpakkingen kan men bijvoorbeeld openen door het met geschikte middelen openboren van een deel van de wand van de ampul. Het is tevens mogelijk, dergelijke ampullen toe te 5 passen bij transport en bewaren van bacteriële en celkweken onder anaërobe omstandigheden.
In die gevallen, waarin aan de gasdichtheid en/of inertheid van het materiaal van de ampul niet zulke hoge eisen worden gesteld als in het geval van bijvoorbeeld ijk-10 vloeistof voor bloedgasmeetinrichtingen, is het binnen het kader van de onderhavige uitvinding mogelijk, de ampul in andere materialen, bijvoorbeeld kunststof, uit te voeren. Van belang is dat het gekozen materiaal voldoende inert is voor het in de ampul aanwezige medium en een voldoende lage 15 gasdoorlatendheid bezit, dat de houdbaarheid van genoemd medium binnen gewenste grenzen blijft.
De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van de bijgaande tekening nader worden toegelicht, waarin
Fig. 1 een gasdichte ampul volgens de stand van de 20 techniek in dwarsdoorsnede toont,
Fig. 2 een uitvoeringsvorm van de ampul volgens de onderhavige uitvinding toont, voorzien van een vullichaam, vóór afsluiting van de ampul door het plaatselijk vervloeien van de wand, 25 Fig. 3 een gasdichte ampul, voorzien van een vulli chaam volgens de onderhavige uitvinding toont, waarvan de wand van de ampul over het vullichaam is vervloeid,
Fig. 4 een gasdichte ampul volgens de onderhavige uitvinding toont, waarbij het vullichaam gasdicht met de 30 wand van de ampul is versmolten, en
Fig. 5A-G voorbeelden van verschillende uitvoeringsvormen van het vullichaam toont.
Fig. 1 toont een ampul 1 volgens de stand van de techniek, welke gedeeltelijk is gevuld met medium 2, en een 35 kopruimte 3 omvat. Nabij de overgang tussen kopruimte 3 en medium 2 bevindt zich in de wand van de ampul een insnoering 5. De ampul is door plaatselijk vervloeien van de wand bij 7 gasdicht afgesloten.
In Fig. 2 is een ampul 1 in geopende toestand ge- 10 0 5320 - 12 - toond, waarbij dit openen bijvoorbeeld heeft plaatsgevonden door het openbranden van het eindstandige deel 7 van de wand van kopruimte 3 zoals getoond in Fig. 1, waarbij een toevoeropening 9 voor medium is gevormd. In de ampul is 5 eveneens medium 2 opgenomen. Een vullichaam 4 bevindt zich in aanraking met de wand van de kopruimte 3 in de ampul en rust op insnoering 5, waardoor een minimale lege kopruimte 6 wordt gevormd, waarin zich een gasfase kan bevinden. Afhankelijk van het volume van het aanwezige medium, alsme-10 de van de vorm van het vullichaam, kan het volume van de gasfase in de kopruimte naar wens worden ingesteld.
In Fig. 3 is de ampul volgens Fig. 2 getoond, na vervloeien van de wand van de ampul over het vullichaam 4 bij 8, waarbij zich in de kopruimte ter plaatse van 3 een gas-15 fase kan bevinden.
In Fig. 4 is de ampul volgens Fig. 2 getoond, nadat een deel 10 van de wand van de kopruimte 3 ter plaatse van het vullichaam 4 onder afdichting van de inhoud van de ampul met het vullichaam is vervloeid.
20 In Fig. 5A toont een doorsnede van een gesloten holle uitvoering van een vullichaam, algemeen aangegeven met 4. Een door een wand 41 gesloten holle ruimte 40 van dit vullichaam kan bijvoorbeeld een identificatiemiddel, zoals een gekleurd stuk kunststof of gekleurd zand omvatten.
25 Fig. 5A t/m F tonen doorsneden van mogelijke uitvoe ringsvormen van het vullichaam, welke toegepast kunnen worden wanneer het vullichaam met de wand van de ampul wordt vervloeid; het is in dat geval namelijk niet noodzakelijk, dat het vullichaam geheel door de ampul wordt ingesloten en 30 overal nauw op de wand van de ampul aansluit.
Zo karn. het vullichaam volgens Fig. 5B met de ampul worden versmolten ter plaatse van een verdikt deel 51 dat plaatselijk nauw op de wand van de ampul kan aansluiten. Een smaller deel 52 kan als handvat worden gebruikt bij het 35 door breken openen van de ampul of als mogelijk aanhechtingspunt voor een referentiemarkering.
Het vullichaam volgens Fig. 5C omvat een verdikt deel 53, dat nauw kan aansluiten op een deel van de wand van de ampul, alsmede een konisch deel 54 dat bedoeld is om 1005820 - 13 - bij afgesloten ampul in het medium te zijn gedompeld. Deze vullichaamvorm vereenvoudigt het openbraken van de ampul. Dit vullichaam kan uiteraard eveneens voorzien zijn van een versmald deel 52 zoals het vullichaam volgens Fig.· 5B of 5 bijvoorbeeld hol zijn uitgevoerd.
Fig. 5D toont een hol vullichaam, dat slechts aan één zijde is gesloten. Dit vullichaam kan met het gesloten uiteinde 55 naar het medium gericht in de ampul (1) worden geplaatst, waarna het vullichaam ter plaatse van een nauw op 10 de wand van de ampul (1) aansluitend deel (56) van het vullichaam met de ampul (1) kan worden vervloeid. Het open uiteinde van dit vullichaam kan desgewenst met bijvoorbeeld een dop vein een bepaalde kleur worden afgesloten.
Fig. 5E toont een uitvoeringsvorm van een vullichaam 15 volgens de onderhavige uitvinding, welke geschikt is voor vervloeien door inductieve verwarming. Een verdikt deel 57 kan nauw aansluiten op een deel van de wand van de ampul, welk vullichaam voorzien is van een langs de omtrek aangebrachte strip of ring 58 van een electrisch geleidend mate-20 riaal. Dit vullichaam behoeft aan de van het medium afgekeerde zijde niet te zijn afgesloten.
Fig. 5F toont een vullichaam, waarbij een strip of ring 58 van electrisch geleidend materiaal langs de buitenomtrek op het uitwendige oppervlak van het vullichaam is 25 aangebracht, waarbij het vullichaam naar de van het medium afgekeerde zijde open is uitgevoerd.
Fig. 56 toont tenslotte een vullichaam, waarin een schijf 59 is aangebracht, waarvan ten minste de rand electrisch geleidend materiaal omvat en welke tevens als ring 30 kan zijn uitgevoerd. De schijf of ring 59 bevindt zich in kontakt met een binnenomtrek op het inwendig oppervlak van het vullichaam. Om het juist inbrengen van de schijf resp. ring in het vullichaam te vergemakkelijken, kan het vullichaam eerst partieel in de ruimte, aangegeven met 60, wor-35 den gevuld met een niet geleidend materiaal, waarop vervolgens de ring of schijf 59 kan worden gelegd. Deze schijf 59 kan eveneens zijn opgebouwd uit afzonderlijke electrisch geleidende bolletjes, die op genoemd niet geleidend materiaal kunnen zijn gelegen.
1005320 - 14 -
Het moge duidelijk zijn dat er vele vormen voor het vulli-chaam mogelijk zijn, waaronder willekeurige combinaties van de hierboven getoonde als voorbeeld dienende uitvoeringsvormen.
10 0 58 20

Claims (26)

1. Gasdichte ampul (1), ten minste omvattend een hoeveelheid medium (2), en een kopruimte (3) waarin een vulli-chaam (4) is opgenomen/ waarbij de ampul gesloten is door plaatselijk vervloeien van de wand van de ampul ter plaatse 5 van de kopruimte, met het kenmerk, de wand ter plaatse van de vervloeiing in contact staat met het vullichaam.
2. Ampul (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vullichaam (4) de kopruimte (3) in hoo£dzaak volledig vult.
3. Ampul (1) volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat het volume van de naast het vullichaam (4) in de kopruimte (3) aanwezige lege ruimte minder dan 10 vol.% van het medium bedraagt.
4. Ampul (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, 15 dat het volume van de naast het vullichaam (4) in de kopruimte (3) aanwezige lege ruimte minder dan 1,5 vol.% van het medium (2) bedraagt.
5. Ampul (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vullichaam (4) onder 20 afdichting van de ampul (1) met een deel van de wand van de ampul (1) is vervloeid.
6. Ampul (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vullichaam (4) uit hetzelfde materiaal bestaat als de aspul (1).
7. Aspul (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vullichaam (4) glas omvat.
8. Ampul (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het vullichaam (4) glas van de eerste hydrolytische 30 klasse omvat.
9. Ampul (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, ziet het kenmerk, dat het vullichaam (4) hol is uitgevoerd.
10. Aspul (1) volgens één of meer van de voorgaande 35 conclusies, ziet het kenzierk, dat het vullichaam (4) een identificatiemiddel omvat. 10 0 53 20 - 16 -
11. Ampul (1) volgens conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat het identificatiemiddel in het vullichaam (4) is opgenomen en gekozen is uit een streepjescode, een gekleurd voorwerp, een kunststof voorwerp en gekleurd zand of 5 een combinatie van één of meer daarvan.
12. Ampul (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, mat het kenmerk, dat de ampul (1) ter plaatse van de overgang tussen de kopruimte (3) en het medium (2) is ingesnoerd en dat het vullichaam (4) tegen de insnoe- 10 ring (5) kam. aanliggen.
13. Ampul (1) volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat nabij de insnoering (5)een verzwakkingslijn aanwezig is.
14. Ampul (1) volgens één van de conclusies 1-12, met 15 het kenmerk, dat de wand van de kopruimte (3) ter plaatse van het vullichaam (4) een verzwakkingslijn omvat, teneinde het openen van de ampul (1) door afbreken van een gedeelte van kopruimte (3) te ondersteunen.
15. Werkwijze voor het vervaardigen van een ampul (1) 20 volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een open ampul via een toevoeropening (9) ten minste gedeeltelijk met medium (2) wordt gevuld en vervolgens in de kopruimte (3) een vullichaam (4) wordt ingebracht en de ampul (1) wordt gesloten door vervloeien 25 vam een deel vam de wand van de kopruimte (3) ter plaatse van het ingebrachte vullichaam.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de wand van de kopruimte (3) over het vullichaam (4) wordt gesloten.
17. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de wand vam de kopruimte (3) ter plaatse van het vullichaam (4) onder afdichting van de inhoud (2) vam. de ampul met het vullichaam (4) wordt vervloeid.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, 35 dat de wand van de kopruimte (3) van de ampul met het vullichaam (4) wordt vervloeid door een verwarmingsdraad om het te vervloeien deel (10) van genoemde wand te klemmen en de verwarmingsdraad vervolgens tot boven het smeltpunt van de wand en het vullichaam (4) te verwarmen. 10 0 5820 - 17 -
19. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat men het vullichaam (4) plaatselijk voorziet van een electrisch geleidend materiaal (58, 59), waarbij het vullichaam (4) met de wand (10) van de kopruimte (3) wordt ver- 5 vloeid, door genoemd materiaal (58, 59) te onderwerpen aan wisselend electromagnetisch veld.
20. Vullichaam (4), kennelijk bestemd voor een ampul (1) volgens één of meer van de conclusies 1-11.
21. Vullichaam (4) volgens conclusie 20, met het ken-10 merk, dat deze hol is.
22. Vullichaam (4) volgens conclusie 20 o£ 21, met het kenmerk, dat het een identificatiemiddel omvat.
23. Vullichaam (4) volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het identificatiemiddel in het vullichaam is op- 15 genomen en gekozen is uit een streepjescode, een gekleurd voorwerp, een kunststof voorwerp of gekleurd zand of een combinatie van één of meer daarvan.
24. Vullichaam (4) volgens één of meer van de conclusie 20-23, met het kenmerk, dat het glas omvat.
25. Vullichaam (4) volgens één of meer van de conclu sies 20-24, met het kenmerk, dat het glas van de eerste hydrolytische klasse omvat.
26. Vullichaam (4) volgens één of meer van de conclusies 20-25, met het kenmerk, dat deze plaatselijk is voor-25 zien van een electrisch geleidend materiaal (58, 59). 10 0 5320
NL1005820A 1997-04-16 1997-04-16 Gasdichte ampul. NL1005820C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005820A NL1005820C2 (nl) 1997-04-16 1997-04-16 Gasdichte ampul.
PCT/NL1998/000203 WO1998046190A1 (en) 1997-04-16 1998-04-09 Gastight ampoule

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005820A NL1005820C2 (nl) 1997-04-16 1997-04-16 Gasdichte ampul.
NL1005820 1997-04-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005820C2 true NL1005820C2 (nl) 1998-10-19

Family

ID=19764794

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005820A NL1005820C2 (nl) 1997-04-16 1997-04-16 Gasdichte ampul.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1005820C2 (nl)
WO (1) WO1998046190A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9906923D0 (en) * 1999-03-25 1999-05-19 Searle Matthew J Improvements to beer and carbonated beverage container closures
DE102011113406A1 (de) * 2011-09-16 2013-03-21 Amf Gmbh Dampfquelle zur Abscheidung dünner Schichten

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB561842A (en) * 1942-10-19 1944-06-07 Walter Sim Harris Improvements in or relating to ampoules
DE1285947B (de) * 1967-11-14 1968-12-19 Roesseler Stefan Vorrichtung zum Stabilisieren von in verschlossenen Behaeltern befindlichen Fluessigkeiten
DE2708337A1 (de) * 1977-02-25 1978-08-31 Radiometer As Packung, enthaltend eine synthetische bezugsfluessigkeit fuer die qualitaetskontrolle und/oder die eichung von blutgas- messapparaten
EP0016633A2 (en) * 1979-03-20 1980-10-01 Ortho Diagnostic Systems Inc. Blood gas controls composition, method and apparatus
US4960708A (en) * 1988-10-13 1990-10-02 Baxter International Inc. Pressurized packaged reference liquid for blood gas analysis
EP0485004A1 (en) * 1990-11-09 1992-05-13 Duphar International Research B.V Vial

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB561842A (en) * 1942-10-19 1944-06-07 Walter Sim Harris Improvements in or relating to ampoules
DE1285947B (de) * 1967-11-14 1968-12-19 Roesseler Stefan Vorrichtung zum Stabilisieren von in verschlossenen Behaeltern befindlichen Fluessigkeiten
DE2708337A1 (de) * 1977-02-25 1978-08-31 Radiometer As Packung, enthaltend eine synthetische bezugsfluessigkeit fuer die qualitaetskontrolle und/oder die eichung von blutgas- messapparaten
EP0016633A2 (en) * 1979-03-20 1980-10-01 Ortho Diagnostic Systems Inc. Blood gas controls composition, method and apparatus
US4960708A (en) * 1988-10-13 1990-10-02 Baxter International Inc. Pressurized packaged reference liquid for blood gas analysis
EP0485004A1 (en) * 1990-11-09 1992-05-13 Duphar International Research B.V Vial

Also Published As

Publication number Publication date
WO1998046190A1 (en) 1998-10-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4781679A (en) Container system with integral second substance storing and dispensing means
CA1046462A (en) Flexible medical fluid container having a combined fill and administration port and reinforced hanger
US3921630A (en) Thermoplastic bottle with controlled lateral collapse and method of dispensing liquid therefrom
US4134359A (en) Package of biologically active material stored at a cryogenic temperature at which it is inactive and method of making the same
US3676076A (en) Disposable container
US8777921B2 (en) Sterile sampling methods and apparatus
EP1516585A1 (en) Non-evacuated blood collection tube
US5423440A (en) Ampule for chemical oxygen demand test
US3208710A (en) Parenteral solution container with supporting means
US9247902B2 (en) Sterile sampling methods and apparatus
US4689308A (en) Article for preparing a chemical sensor for use
NL1005820C2 (nl) Gasdichte ampul.
JPS5815383B2 (ja) 薬液びん及びその細菌不透密封方法
US3885414A (en) Package for calibration fluids and process
US5221311A (en) Evacuated sampling vial
US7115117B2 (en) Infusion vessel
US4375743A (en) Apparatus for and method of assuring the quality of the results obtained from a blood gas analyzer
WO1998056438A1 (en) Prefilled container
CN106309125A (zh) 一种即配型输液容器
US20230225940A1 (en) Breastmilk sample collection
US20190120730A1 (en) Aseptic tamper evident sampling container
CN208393987U (zh) 一种细胞周期检测试剂盒
CN208325717U (zh) 安瓿瓶
US20080011705A1 (en) Airtight Container for Storing a Product, and in Particular a Medicament, and Aseptic Process for Filling Said Container
WO1998032534A1 (en) A method of handling substances and a container for such substances

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20011101