NL1005605C2 - Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom. Download PDF

Info

Publication number
NL1005605C2
NL1005605C2 NL1005605A NL1005605A NL1005605C2 NL 1005605 C2 NL1005605 C2 NL 1005605C2 NL 1005605 A NL1005605 A NL 1005605A NL 1005605 A NL1005605 A NL 1005605A NL 1005605 C2 NL1005605 C2 NL 1005605C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
flow
probe
conduit
housing
Prior art date
Application number
NL1005605A
Other languages
English (en)
Inventor
Sybren Van Dijk
Original Assignee
Sybren Van Dijk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sybren Van Dijk filed Critical Sybren Van Dijk
Priority to NL1005605A priority Critical patent/NL1005605C2/nl
Priority to NL1007885A priority patent/NL1007885C2/nl
Priority to AT98909877T priority patent/ATE221192T1/de
Priority to DE69806742T priority patent/DE69806742D1/de
Priority to PCT/NL1998/000155 priority patent/WO1998043061A1/en
Priority to CA002284479A priority patent/CA2284479A1/en
Priority to KR1019997008668A priority patent/KR20010005604A/ko
Priority to AU64245/98A priority patent/AU6424598A/en
Priority to NZ337965A priority patent/NZ337965A/xx
Priority to EP98909877A priority patent/EP0970360B1/en
Priority to JP54551198A priority patent/JP2001519037A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1005605C2 publication Critical patent/NL1005605C2/nl
Priority to NO994566A priority patent/NO994566L/no

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/2247Sampling from a flowing stream of gas
    • G01N1/2252Sampling from a flowing stream of gas in a vehicle exhaust
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M15/00Testing of engines
    • G01M15/04Testing internal-combustion engines
    • G01M15/10Testing internal-combustion engines by monitoring exhaust gases or combustion flame
    • G01M15/102Testing internal-combustion engines by monitoring exhaust gases or combustion flame by monitoring exhaust gases
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N33/00Investigating or analysing materials by specific methods not covered by groups G01N1/00 - G01N31/00
    • G01N33/0004Gaseous mixtures, e.g. polluted air
    • G01N33/0009General constructional details of gas analysers, e.g. portable test equipment
    • G01N33/0011Sample conditioning
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/2202Devices for withdrawing samples in the gaseous state involving separation of sample components during sampling
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/24Suction devices
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/2202Devices for withdrawing samples in the gaseous state involving separation of sample components during sampling
    • G01N2001/222Other features
    • G01N2001/2223Other features aerosol sampling devices

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het middels een sonde afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom afkomstig uit een uitlaat van bijvoorbeeld een motor zoals een dieselmotor voor een voertuig, waarbij 5 afzuigmiddelen aanwezig zijn voor het opvangen en naar een op afstand van de uitlaat gelegen plaats afvoeren van de gassenstroom alsmede op een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.
Een dergelijke werkwijze en inrichting worden onder 10 meer gebruikt voor het meten van het CO- en het roetgehalte van de uitlaatgassen van een motorvoertuig. Een dergelijke meting geschiedt veelal in een werkplaats zodat het zaak is de uitlaatgassen op te vangen en af te voeren naar de buitenlucht. Bij het meten van het CO-gehalte is het 15 gebruikelijk een opvangslang afsluitend aan te koppelen op de uitlaat van het voertuig, welke slang is aangesloten op meetapparatuur alsmede op een afzuiginrichting, zodat de uitlaatgassen niet in de werkomgeving terecht kunnen komen. Een dergelijke wijze van werken is niet mogelijk bij het 20 meten van het roetgehalte omdat dit dient te geschieden onder "vrije" drukomstandigheden, dat wil zeggen zonder dat de afzuiginrichting de druk van de uitlaatgassen beïnvloedt. De roetmeting vindt daarom tot dusverre plaats door het in de uitlaat steken van een sonde en het op enige 25 afstand achter de uitlaat opstellen van een afzuigkap.
Gebleken is dat bij deze wijze van werken een deel van de uitlaatgassen niet via de afzuigkap wordt afgevoerd en in de werkomgeving terecht komt. Bovendien heeft een losse afzuigkap het nadeel dat de door de sonde afgescheiden en 30 aan de roetmeter toegevoerde gassen niet worden opgevangen, terwijl het plaatsen van een losse afzuigkap nog wel eens bewust of onbewust wordt vergeten. Hierdoor kan er snel sprake zijn van onaangename en zeer zeker ongezonde l®®5 6 0 5 2 werkomstandigheden. Verder bevindt de los in de uitlaat gestoken sonde zich in een instabiele positie. Trillingen al dan niet in combinatie met langsstromende uitlaatgassen kunnen het uitstoten van de sonde tot gevolg hebben en de 5 meting negatief beïnvloeden.
Met de uitvinding wordt beoogd de in de aanhef omschreven werkwijze zodanig te verbeteren dat de hierboven omschreven nadelen zich niet meer voordoen.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, 10 doordat de uitlaat middels een afdichtend aan te koppelen leiding wordt aangesloten op een door een aantal wanden gevormde kamer, die wordt omgeven door een huis en middels ten minste een wanddoorbreking in verbinding staat met een tussen het huis en de kamerwanden bepaalde ruimte waarin 15 door de afzuigmiddelen een afzuigstroming naar de op afstand gelegen plaats wordt opgewekt, aan welke afzuigstroming de uit de uitlaat afkomstige via de leiding aan de kamer toegevoerde gassenstroom alsmede de via de sonde afgescheiden deelstroom worden toegevoegd. Door deze 20 maatregelen worden de uitlaatgassen vanaf de uitlaat naar een afgeschermde en goed geventileerde omgeving gebracht en wordt er zodoende voorkomen dat de uitlaatgassen in de werkomgeving terecht kunnen komen. Door de specifieke opstelling van de kamer in het huis wordt ervoor gezorgd 25 dat de afzuigstroming niet van invloed is op de druk van de uitlaatgassen, dat wil zeggen dat de uitlaat en de afzuiginrichting als het ware stromingstechnisch zijn ontkoppeld, zodat een roetmeting op de gewenste, correcte wijze kan worden uitgevoerd, terwijl anderzijds de langs de 30 wanddoorbrekingen stromende afzuigstroom er wel voor zorg draagt dat de uitlaatgassen tezamen met de daaruit afgescheiden deelstroom na het uitvoeren van de meting op de gewenste wijze naar de buitenomgeving worden afgevoerd.
Door het gebruik maken van de afsluitend op de uitlaat 35 aan te koppelen leiding, die zodoende een verlenging van die uitlaat vormt, kan er overeenkomstig een verdere 1005605 3 uitvoeringsvorm van de uitvinding in zijn voorzien, dat het door de sonde van de gassenstroom afscheiden van de deelstroom plaatsvindt in de leiding. De sonde is dan, bijvoorbeeld door deze vast met de leiding te verbinden, 5 uiterst stabiel op te stellen. Een verder voordeel van deze opstelling is dat het plaatsen van de sonde niet anders kan dan door het op de uitlaat aankoppelen van de afzuigmiddelen, zodat dit ook niet kan worden vergeten.
Teneinde het meten optimaal te kunnen aanpassen aan de 10 betreffende motor, dat wil zeggen de hoeveelheid en de druk van de uit de uitlaat van die motor komende gassen, is er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in voorzien, dat de leiding in de kamer een uiteinde met een vrije doorlaat heeft waarvan de grootte 15 afhankelijk van de hoeveelheid en/of druk van de uit de uitlaat afkomstige, toestromende gassen wordt geregeld.
Om steeds optimale drukomstandigheden in de kamer te hebben, ook als de afzuiginrichting werkzaam is doch de te meten motor nog stilstaat, verdient het overeenkomstig een 20 verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de kamer wordt voorzien van middelen voor het gecontroleerd toevoeren van omgevingslucht.
Teneinde ook steeds optimale meetomstandigheden voor de deelstroom te verzekeren, kan er verder in voorzien 25 zijn, dat de door de sonde afgescheiden deelstroom wordt toegevoerd aan een roetmeter en bij het verlaten van de roetmeter tezamen met omgevingslucht aan de afzuigstroming in de huisruimte wordt toegevoegd.
Uitlaatgassen hebben gebruikelijk een relatief vrij 30 hoge temperatuur, hetgeen om koeling van de roetmeter vraagt. Deze kan op voordeelbiedende wijze in het systeem worden geïncorporeerd, als de roetmeter wordt gekoeld met omgevingslucht die na het passeren van de roetmeter wordt gemengd met de uit de roetmeter komende deelstroom en 35 vervolgens tezamen met die deelstroom door het huis via de afzuiginrichting wordt afgevoerd.
1005605 4
Hoewel in het voorgaande in het bijzonder de nadruk is gelegd op een roetmeting is de werkwijze ook geschikt voor het meten van andere componenten van de uitlaatgassenstroom. Daartoe kan er in voorzien zijn, dat 5 in de leiding uit de gassenstroom ten minste een verdere deelstroom wordt afgescheiden, die dan vervolgens aan verdere meetapparatuur kan worden toegevoerd en na terugleiden naar het huis door de afzuiginrichting naar de buitenomgeving kan worden afgevoerd.
10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze zoals hierboven omschreven, dat wil zeggen een inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom afkomstig uit een uitlaat van bijvoorbeeld een motor zoals 15 een dieselmotor voor een voertuig, welke inrichting is voorzien van een huis dat aan een zijde open is en aan een andere zijde is aangesloten op een afzuigbuis waarin bijvoorbeeld met een ventilator een afzuigstroming is op te wekken, alsmede van een sonde met een open vooruiteinde 20 voor het onttrekken van een deelstroom aan een uit de uitlaat afkomstige gassenstroom. Om bij een dergelijke inrichting te voorzien in een gewaarborgde, optimale afzuiging van de uitlaatgassen zonder daarbij de druk waarmee de gassen de uitlaat verlaten, te beïnvloeden, 25 wordt overeenkomstig de uitvinding voorgesteld, dat binnen het huis een door wanden gevormde kamer is aangebracht, in welke kamer een uiteinde van een leiding uitmondt waarvan het andere uiteinde buiten het huis is gelegen en voorzien is van aansluitmiddelen om de leiding afdichtend te kunnen 30 koppelen met de uitlaat, waarbij de kamerwanden zijn voorzien van ten minste een doorbreking die de kamer in open verbinding brengt met een ruimte in het huis buiten de kamer door welke ruimte de afzuigstroming is op te wekken en aan welke ruimte tevens de door de sonde afgescheiden 35 deelstroom wordt toegevoegd. Met een dergelijke inrichting is door het enkel koppelen van de leiding met de uitlaat 10Ö 5b b5 5 het gehele systeem bedrijfsklaar te maken en wel met de waarborg dat ook steeds een optimale afzuiging van de uitlaatgassen plaatsvindt; zeker als er daarbij in voorzien is, dat het open vooruiteinde van de sonde zich in de 5 leiding bevindt.
Om stromingstechnisch zo gunstig mogelijke omstandigheden te creëren verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de, de kamer vormende wanden zodanig in het huis zijn 10 geplaatst dat in het huis vanaf zijn open zijde naar de afzuigbuis langskanalen in de richting van de afzuigbuis worden gevormd en het deel van de leiding dat aansluit op het uiteinde in de kamer eveneens in de richting van de afzuigbuis is gericht, waarbij de open verbinding tussen 15 kamer en huisruimte in de richting van de afzuigbuis voorbij het uiteinde van de leiding in de kamer is gelegen. De uit de leiding stromende uitlaatgassen zijn dan op voordeelbiedende wijze reeds in de afvoerrichting van de afzuiging gericht.
20 Om er steeds van verzekerd te zijn dat in de kamer optimale drukomstandigheden heersen, en meer in het bijzonder dat daarin door de afzuigmiddelen geen lichte onderdruk kan worden gecreëerd, wordt er een voorkeur voor uitgesproken, dat althans één kamerwand is voorzien van 25 regelbare verbindingsopeningen naar de omgeving buiten het huis waarmee in de kamer een langsstroming in de richting van het deel van de leiding dat aansluit op het uiteinde daarvan in de kamer, is te creëren.
Om de doorlaat van de leiding te kunnen afstemmen op 30 de druk en hoeveelheid van de uit de uitlaat komende gassen en elke zuigwerking op de uitlaat bij stilstaande motor te kunnen uitsluiten zonder evenwel een correcte meting te beïnvloeden, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat het 35 uiteinde van de leiding in de kamer is voorzien van een terugslagklep, die zodanig is geconstrueerd en 1005605 6 gebalanceerd, dat een door de leiding geleide gassenstroom de klep in hoofdzaak zonder drukverlies kan openen.
Een roetmeter dient met enige regelmaat schoon te worden gemaakt. Om dit op handige en snelle wijze te kunnen 5 uitvoeren, verdient het de voorkeur, dat het huis is voorzien van middelen voor het losmaakbaar bevestigen van een roetmeter alsmede van middelen voor het aansluiten van de sonde op de roetmeter, zodat de roetmeter voor onderhoud en dergelijke gemakkelijk is los te koppelen van het huis. 10 Verder verdient het ook de voorkeur de door de sonde afgescheiden en naar de roetmeter geleide deelstroom wat de druk betreft zoveel mogelijk onbeïnvloed te laten. Hiertoe wordt er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitgesproken, dat de roetmeter 15 is voorzien van een uitlaat voor de gemeten gassen, welke uitlaat is geplaatst bij een huisopening die in verbinding staat met de ruimte waarin de afzuigstroming is op te wekken. Wordt het gewenst geacht de roetmeter te koelen dan kan daarbij van diezelfde huisopening gebruik worden 20 gemaakt door het door de roetmeter voeren van omgevingslucht en die lucht na het verlaten van de roetmeter via bedoelde huisopening toe te voegen aan de af zuigstroming.
Hoewel in het voorgaande voornamelijk is gesproken 25 over roetmeting, is de inrichting evenzeer te gebruiken voor het meten van allerlei andere componenten van de uitlaatgassen. Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in de leiding middelen zijn aangebracht voor het afscheiden van ten minste een 30 verdere deelstroom, is de inrichting zelfs geschikt voor het gelijktijdig uitvoeren van verschillende metingen.
Onder verwijzing naar een in de tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zullen de afscheidwerkwijze en -inrichting volgens de uitvinding, 35 uitsluitend bij wijze van voorbeeld, thans nader worden toegelicht. Daarbij toont: 1005605 7
Fig. 1 een op een uitlaat van een motorvoertuig aangesloten afscheidinrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht;
Fig. 2 een deel van de in Fig. 1 weergegeven 5 afscheidinrichting op vergrote schaal; en
Fig. 3 een zijaanzicht van Fig. 2.
In Fig. 1 is een afscheidinrichting 1 weergegeven die voorzien is van een huis 2 waarop enerzijds een afzuigbuis 3 en anderzijds een leiding 4 aansluit. De afzuigbuis staat 10 in verbinding met een ventilator 5, die op zijn beurt weer aansluit op een schoorsteen 6. De leiding 4 sluit via koppelmiddelen 7 afsluitend aan op een uitlaat 8 van een voertuig 9. Het huis 2 wordt ondersteund door een poot 10.
Hoewel de opstelling vrij stationair lijkt, zal het 15 duidelijk zijn dat de nodige flexibiliteit is te verkrijgen door een flexibele uitvoering van althans een deel van de afzuigbuis 3 en de leiding 4. Verder kan de poot 10 verrijdbaar en in hoogte instelbaar zijn uitgevoerd.
Zoals uit Fig. 2 en 3 blijkt, is het huis 2 opgebouwd 20 uit een doosvormig onderstuk en een schoorsteenkapvormig bovenstuk dat een overgang vormt tussen het doosvormige onderstuk en de afzuigbuis 3. In het huis 2 is door middel van wanden 11, 12 en 13, die zich over de volle diepte van het huis 2 uitstrekken, een kamer 14 gevormd. De niet met 25 het huis verbonden randen van de wand 13 liggen op afstand van de aangrenzende randen van de geknikte bovendelen van de wanden 11 en 12, waardoor er openingen 15 en 16 worden gevormd via welke de kamer 14 in open verbinding staat met de overige ruimte binnen het huis 2 en meer in het 30 bijzonder met twee langskanalen 17 en 18, die zijn ontstaan door het aanbrengen van de wanden 11 en 12.
De leiding 4 strekt zich horizontaal uit door de wand van het huis 2 en de kamerwand 12 tot in de kamer 14, waarbij het uiteinde van de leiding 4 in de kamer 14 haaks 35 is omgezet tot in een verticale stand. De monding van de leiding 4 is voorzien van een klep 19 die scharnierbaar is 1005605 8 om een as 20. De klepconstructie 19, 20 is zodanig uitgevoerd, dat de klep 19 zich normaliter in de getekende, gesloten stand bevindt, doch bij geringe overdruk in de leiding 4 direct opent, waarbij de mate van openen 5 afhankelijk is van de overdruk en hoeveelheid van de door de leiding 4 aangevoerde gassen.
In de leiding 4 is een sonde 21 aangebracht, die de vorm heeft van een in langsrichting van de leiding 4 gelegen buis met open uiteinde. De sonde 21 volgt niet de 10 ombuiging van de leiding 4 doch loopt tot buiten de leiding 4 rechtdoor om vervolgens haaks te zijn omgezet evenwijdig aan de wand 11. In die stand doorbreekt de sonde 21 de wand van het huis 2 om vervolgens te eindigen in een verticaal omhoog omgezet deel dat middels een koppeling 22 is 15 verbonden met een roetmeter 23. Aan het huis 2 bevestigde steunen 24 dragen de roetmeter op een snel losmaakbare wijze, bijvoorbeeld door het middels tappen 25 haken in L-vormige sleuven. In de leiding 4 is nog een verdere sonde 27 aangeduid, die kan worden gebruikt voor het aan andere, 20 niet-weergegeven apparatuur toevoeren van aan de leiding 4 onttrokken gassen.
Onder de roetmeter 23 is het huis 2 voorzien van een doosvormige aanbouw 28 die in open verbinding staat met de langskanalen 17 en 18 en voorzien is van een geperforeerde 25 bovenwand 29. Verder is het huis 2 aan zijn bodemzijde ter plaatse van de langskanalen 17 en 18 open uitgevoerd en is de onderzijde van de kamer 14 afgesloten door een wand 30 die voorzien is van roosters 31 met regelbare doorlaatopeningen.
30 Voor het uitvoeren van een roetmeting wordt de leiding 4 middels de koppelmiddelen 7 aangesloten op de uitlaat 8 van het voertuig 9. Vervolgens wordt de ventilator 5 gestart, waardoor er door de langskanalen 17 en 18 en de daarop aansluitende zuigbuis 3 omgevingslucht wordt 35 aangezogen. De druk in de kamer 14 blijft daarbij in hoofdzaak onbeïnvloed. Daarbij kan het afhankelijk van de 100 560 5 9 afzuigomstandigheden de voorkeur verdienen de roosters 31 in de bodem van de kamer 14 enigszins open te zetten, zodat elke invloed van de langs de openingen 15 en 16 gerichte langsstromingen in de kanalen 17 en 18 op de druk in de 5 kamer 14 door het toestromen van omgevingslucht middels de roosters 31 is te compenseren, zodat in die kamer 4 atmosferische druk heerst.
Vervolgens wordt de motor van het voertuig 9 gestart waarvan de uitlaatgassen via de uitlaat 8 in de leiding 4 10 terecht komen. Bij het bereiken van het uiteinde van de leiding 4 openen de uitlaatgassen de klep 19 en stromen de onder atmosferische druk staande kamer 14 binnen; derhalve een situatie vergelijkbaar met de normale bedrijfsomstandigheden van het voertuig 9 waarbij de 15 uitlaatgassen in de vrije ruimte terecht komen. De uitlaatgassen in de kamer 14 stromen in de richting van de openingen 15 en 16 en worden daar meegenomen door de langsstromingen in de langskanalen 17 en 18 naar de afzuigbuis 3 en via deze naar een op afstand gelegen plaats 20 buiten de werkplaats waarin de afscheidinrichting 1 is opgesteld. Aldus worden de uitlaatgassen afgevoerd alsof het voertuig 9 niet was aangekoppeld op de afscheidinrichting 1, dat wil zeggen het uit de uitlaat 8 stromen van de uitlaatgassen wordt niet beïnvloed door de 25 aanwezigheid van de afscheidinrichting 1; een situatie die vereist is voor het correct kunnen meten van het roetgehalte van de uitlaatgassen.
Dat meten van het roetgehalte vindt plaats door het middels de sonde 21 aftappen van een deelstroom uit de 30 leiding 4 en toevoeren van deze deelstroom aan de roetmeter 23. Na het uitvoeren van de meting treedt de deelstroom uit de roetmeter en wordt dan tezamen met omgevingslucht via de geperforeerde bovenwand 29 van de doosvormige aanbouw 28 het huis 2 ingezogen en via de langskanalen 17 en 18 35 alsmede de afzuigbuis 3 afgevoerd. De uit de roetmeter 23 tredende lucht wordt tevens nog gemengd met vanaf de 1005605 10 bovenzijde door de roetmeter 23 gevoerde omgevingslucht ter koeling van de door de relatief hete gassen doorstroomde roetmeter 23.
Het spreekt voor zich dat er binnen het kader van de 5 uitvinding als neergelegd in de bijgaande conclusies nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kan er worden afgezien van het haaks omzetten van de leiding 4 en het daarbij horizontaal in plaats van verticaal opstellen van de kamer 14. De afzuigbuis 3 kan dan weer verticaal 10 omhoog worden geleid, maar evenzeer is ook deze afzuigbuis 3 min of meer horizontaal in de richting van een muur van de werkplaats op te stellen. Verder is reeds aangeduid dat de afscheidinrichting 1 ook kan worden gebruikt voor het uitvoeren van andere metingen dan een roetmeting. Daartoe 15 kan de door de sonde 21 afgescheiden deelstroom worden gebruikt dan wel een verdere deelstroom die wordt afgescheiden middels de verdere sonde 27. Daarnaast kan ook gedacht worden aan een cilindrisch uitgevoerd onderstuk van het huis 2 waarin centraal een cilindrische kamer 14 is 20 opgesteld, zodat die kamer over zijn volle omtrek wordt omspoeld door de afzuigstroming. De open verbinding tussen de kamer en het overige deel van het huis kan zich daarbij zowel in de omtrekswand van de kamer bevinden als centraal in een kegelvormig bovenstuk van de kamer.
1005605

Claims (16)

1. Werkwijze voor het middels een sonde afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom afkomstig uit een uitlaat van bijvoorbeeld een motor zoals een dieselmotor voor een voertuig, waarbij afzuigmiddelen aanwezig zijn 5 voor het opvangen en naar een op afstand van de uitlaat gelegen plaats afvoeren van de gassenstroom, met het kenmerk, dat de uitlaat middels een afdichtend aan te koppelen leiding wordt aangesloten op een door een aantal wanden gevormde kamer, die wordt omgeven door een huis en 10 middels ten minste een wanddoorbreking in verbinding staat met een tussen het huis en de kamerwanden bepaalde ruimte waarin door de afzuigmiddelen een afzuigstroming naar de op afstand gelegen plaats wordt opgewekt, aan welke afzuigstroming de uit de uitlaat afkomstige via de leiding 15 aan de kamer toegevoerde gassenstroom alsmede de via de sonde afgescheiden deelstroom worden toegevoegd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het door de sonde van de gassenstroom afscheiden van de deelstroom plaatsvindt in de leiding.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de leiding in de kamer een uiteinde met een vrije doorlaat heeft waarvan de grootte afhankelijk van de hoeveelheid en/of druk van de uit de uitlaat afkomstige, toestromende gassen wordt geregeld.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kamer wordt voorzien van middelen voor het gecontroleerd toevoeren van omgevingslucht.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de door de sonde afgescheiden deelstroom 30 wordt toegevoerd aan een roetmeter en bij het verlaten van de roetmeter tezamen met omgevingslucht aan de afzuigstroming in de huisruimte wordt toegevoegd. 1005605
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de roetmeter wordt gekoeld met omgevingslucht die na het passeren van de roetmeter wordt gemengd met de uit de roetmeter komende deelstroom.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de leiding uit de gassenstroom ten minste een verdere deelstroom wordt afgescheiden.
8. Inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom afkomstig uit een uitlaat van bijvoorbeeld 10 een motor zoals een dieselmotor voor een voertuig, welke inrichting is voorzien van een huis dat aan een zijde open is en aan een andere zijde is aangesloten op een afzuigbuis waarin bijvoorbeeld met een ventilator een afzuigstroming is op te wekken, alsmede van een sonde met een open 15 vooruiteinde voor het onttrekken van een deelstroom aan een uit de uitlaat afkomstige gassenstroom, met het kenmerk, dat binnen het huis een door wanden gevormde kamer is aangebracht, in welke kamer een uiteinde van een leiding uitmondt waarvan het andere uiteinde buiten het huis is 20 gelegen en voorzien is van aansluitmiddelen om de leiding afdichtend te kunnen koppelen met de uitlaat, waarbij de kamerwanden zijn voorzien van ten minste een doorbreking die de kamer in open verbinding brengt met een ruimte in het huis buiten de kamer door welke ruimte de 25 afzuigstroming is op te wekken en aan welke ruimte tevens de door de sonde afgescheiden deelstroom wordt toegevoegd.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het open vooruiteinde van de sonde zich in de leiding bevindt.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de, de kamer vormende wanden zodanig in het huis zijn geplaatst dat in het huis vanaf zijn open zijde naar de afzuigbuis langskanalen in de richting van de afzuigbuis worden gevormd en het deel van de leiding dat aansluit op 35 het uiteinde in de kamer eveneens in de richting van de afzuigbuis is gericht, waarbij de open verbinding tussen 1005605 kamer en huisruimte in de richting van de afzuigbuis voorbij het uiteinde van de leiding in de kamer is gelegen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat althans één kamerwand is voorzien van regelbare 5 verbindingsopeningen naar de omgeving buiten het huis waarmee in de kamer een langsstroming in de richting van het deel van de leiding dat aansluit op het uiteinde daarvan in de kamer, is te creëren.
12. Inrichting volgens een der conclusies 8-11, met het 10 kenmerk, dat het uiteinde van de leiding in de kamer is voorzien van een terugslagklep, die zodanig is geconstrueerd en gebalanceerd, dat een door de leiding geleide gassenstroom de klep in hoofdzaak zonder drukverlies kan openen.
13. Inrichting volgens een der conclusies 8-12, met het kenmerk, dat het huis is voorzien van middelen voor het losmaakbaar bevestigen van een roetmeter alsmede van middelen voor het aansluiten van de sonde op de roetmeter.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 20 de roetmeter is voorzien van een uitlaat voor de gemeten gassen, welke uitlaat is geplaatst bij een huisopening die in verbinding staat met de ruimte waarin de afzuigstroming is op te wekken.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat 25 de roetmeter is te koelen door het doorvoeren van omgevingslucht die na het verlaten van de roetmeter via de huisopening is toe te voegen aan de afzuigstroming.
16. Inrichting volgens een der conclusies 8-15, met het kenmerk, dat in de leiding middelen zijn aangebracht voor 30 het afscheiden van ten minste een verdere deelstroom. 1005605
NL1005605A 1997-03-21 1997-03-21 Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom. NL1005605C2 (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005605A NL1005605C2 (nl) 1997-03-21 1997-03-21 Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom.
NL1007885A NL1007885C2 (nl) 1997-03-21 1997-12-23 Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom.
DE69806742T DE69806742D1 (de) 1997-03-21 1998-03-18 Verfahren und vorrichtung zur abtrennung eines teilstroms aus einem gasfluss
PCT/NL1998/000155 WO1998043061A1 (en) 1997-03-21 1998-03-18 Method and apparatus for separating a partial flow from a flow of gases
AT98909877T ATE221192T1 (de) 1997-03-21 1998-03-18 Verfahren und vorrichtung zur abtrennung eines teilstroms aus einem gasfluss
CA002284479A CA2284479A1 (en) 1997-03-21 1998-03-18 Method and apparatus for separating a partial flow from a flow of gases
KR1019997008668A KR20010005604A (ko) 1997-03-21 1998-03-18 가스흐름에서 부분 흐름을 분리하기 위한 방법 및 장치
AU64245/98A AU6424598A (en) 1997-03-21 1998-03-18 Method and apparatus for separating a partial flow from a flow of gases
NZ337965A NZ337965A (en) 1997-03-21 1998-03-18 Method and apparatus for separating a partial flow from a flow of gases
EP98909877A EP0970360B1 (en) 1997-03-21 1998-03-18 Method and apparatus for separating a partial flow from a flow of gases
JP54551198A JP2001519037A (ja) 1997-03-21 1998-03-18 ガス流から部分流を分離する方法および装置
NO994566A NO994566L (no) 1997-03-21 1999-09-20 Fremgangsmåte og apparat for separering av en partiell ström fra en ström av gasser

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005605 1997-03-21
NL1005605A NL1005605C2 (nl) 1997-03-21 1997-03-21 Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005605C2 true NL1005605C2 (nl) 1998-09-22

Family

ID=19764644

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005605A NL1005605C2 (nl) 1997-03-21 1997-03-21 Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005605C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0155793A2 (en) * 1984-03-19 1985-09-25 Horiba Instruments Incorporated Proportional exhaust sampler system and control means
DE9313492U1 (de) * 1993-09-07 1993-11-25 Wolfgang Mertner Inh Ing Kurt Vorrichtung zur Abgasabsaugung bei der Abgasuntersuchung an Dieselfahrzeugen

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0155793A2 (en) * 1984-03-19 1985-09-25 Horiba Instruments Incorporated Proportional exhaust sampler system and control means
DE9313492U1 (de) * 1993-09-07 1993-11-25 Wolfgang Mertner Inh Ing Kurt Vorrichtung zur Abgasabsaugung bei der Abgasuntersuchung an Dieselfahrzeugen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN210271185U (zh) 一种可燃气体检测报警装置
NL1005605C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom.
SE465290B (sv) Anordning foer uttag av varma gasprover ur ett reaktionskaerl
NL1007885C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van een deelstroom uit een gassenstroom.
US5499945A (en) Ventilation apparatus providing air extraction adjacent selected workstations in a confined space
CN112730797A (zh) 一种用于煤与瓦斯突出模拟试验的装置
CN206037172U (zh) 家用下排式除油烟装置
CN209423198U (zh) 一种袋进袋出脉冲式滤筒除尘器
CN110686267B (zh) 一种过滤系统及燃气壁挂炉
CN205655368U (zh) 一种吸油烟机
CN209325875U (zh) 一种集成灶的吸油烟机安装结构
CN209101361U (zh) 抽油烟系统及厨电系统
CN208367868U (zh) 一种消防火灾预警系统用感烟探测器
CN106667370A (zh) 一种小孔吸尘装置
CN212339345U (zh) 一种新型烟气超低排放装置
CN108458386B (zh) 一种便于清洗维护的抽油烟机进风罩
CN220229311U (zh) 一种吸油烟机
CN215765300U (zh) 出风座以及油烟机
CN115957570B (zh) 模块化除尘装置
CN208726764U (zh) 一种防烘干水回流的减水剂烘干设备
CN220584171U (zh) 一种锅炉烟气在线监测用的设备集成柜
CN219754639U (zh) 一种防爆柴油机用排气直管
CN209696117U (zh) 一种抽插式丝网阻火器
CN109210929A (zh) 一种可视化卧式高温炉
CN210845765U (zh) 一种环保型工业除尘排烟装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: VAN DIJK TECHNICS WORLDWIDE N.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001