NL1005601C2 - Telecommunicatiesysteem. - Google Patents

Telecommunicatiesysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1005601C2
NL1005601C2 NL1005601A NL1005601A NL1005601C2 NL 1005601 C2 NL1005601 C2 NL 1005601C2 NL 1005601 A NL1005601 A NL 1005601A NL 1005601 A NL1005601 A NL 1005601A NL 1005601 C2 NL1005601 C2 NL 1005601C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
section
terminal
pager
radiotelephone
caller
Prior art date
Application number
NL1005601A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobine J Mannak
Original Assignee
Koninkl Kpn Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninkl Kpn Nv filed Critical Koninkl Kpn Nv
Priority to NL1005601A priority Critical patent/NL1005601C2/nl
Priority to EP98200776A priority patent/EP0873031A1/en
Priority to US09/045,504 priority patent/US6169908B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1005601C2 publication Critical patent/NL1005601C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W88/00Devices specially adapted for wireless communication networks, e.g. terminals, base stations or access point devices
    • H04W88/02Terminal devices

Description

Telecommunicatiesysteem ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een telecommunicatiesysteem bevattende een telecommunicatienetwerk en een terminal, welke terminal een radiotelefoongedeelte en een pagergedeelte omvat, waarbij het 5 pagergedeelte van het radiotelefoongedeelte loskoppelbaar is.
Een terminal voor gebruik in een dergelijk telecommunicatiesysteem is beschreven in "Patent Abstracts of Japan, Publication number: 08168080 A". In dit document wordt een terminal beschreven waarin het pagergedeelte door een gebruiker los van het radiotelefoongedeelte 10 wordt gedragen. Zodra er een oproep binnenkomt, koppelt de gebruiker het pagergedeelte aan het radiotelefoongedeelte vast en wordt hierdoor in staat gesteld met de oproeper te spreken.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
15 Het is een doel van de uitvinding te voorzien in een telecommunicatiesysteem, waarin het los- en vastkoppelen van het radiotelefoongedeelte en het pagergedeelte van de terminal een andere functie heeft dan in het bekende telecommunicatiesysteem.
Het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft daartoe 20 het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk oproepmiddelen bevat voor het verzenden naar het pagergedeelte van oproepen van bellers, die deel uitmaken van een voorkeursgroep, indien het pagergedeelte van het radiotelefoongedeelte is losgekoppeld, en dat de terminal is voorzien van koppeldetectiemiddelen voor het detecteren of het pagergedeelte 25 van het radiotelefoongedeelte is losgekoppeld en, als dit het geval is voor het verzenden van een indicatiesignaal hiervan naar de oproepmiddelen. Na ontvangst van het indicatiesignaal zijn de oproepmiddelen erover geïnformeerd, dat het pagergedeelte en het radiotelefoongedeelte zijn losgekoppeld. Vanaf dat moment worden 30 alleen oproepen naar het pagergedeelte verzonden, die afkomstig zijn van bellers uit de voorkeursgroep. Deze oproepen kunnen een kort tekstbericht bevatten dat de reden van de oproep aangeeft. De voorkeursgroep is door de gebruiker instelbaar. Afhankelijk van de _ voorkeur van de gebruiker kan deze voorkeursgroep bijvoorbeeld uit 35 familie, vrienden of collega's bestaan. Oproepen die afkomstig zijn van bellers die niet tot de voorkeursgroep behoren worden niet naar het pagergedeelte verzonden. Het pagergedeelte kan van het radiotelefoongedeelte worden losgekoppeld in situaties, zoals uitgaan 10056υ ; 2 of klantenbezoek, waarin de gebruiker niet de gehele terminal wil meenemen, omdat het voeren van complete telefoongesprekken in dergelijke situaties lastig of ongepast is. Door het meenemen van alleen het pagergedeelte is de gebruiker toch bereikbaar voor de voor-5 keursgroep. Het loskoppelen van het pagergedeelte en het radiotele-foongedeelte is een zeer makkelijke en intuïtieve manier om de genoemde selectieve bereikbaarheid in te stellen.
Een eerste uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het 10 telecommunicatienetwerk is voorzien van berichtenopslagmiddelen voor het opslaan van berichten van bellers, die geen deel uitmaken van de voorkeursgroep, indien het pagergedeelte van het radiotelefoongedeelte is losgekoppeld. Deze berichten kunnen later, als het pagergedeelte en het radiotelefoongedeelte weer aan elkaar vast gemaakt zijn door de 15 gebruiker van de terminal worden afgeluisterd. De bellers, die niet behoren tot de voorkeursgroep worden dus niet doorgeschakeld naar het pagergedeelte, zodat de gebruiker van de terminal niet door hen kan worden gestoord als het pagergedeelte van het radiotelefoongedeelte is losgekoppeld.
20 Een tweede uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat, dat de oproepmiddelen zijn ingericht voor het verzenden van de oproepen via een radiokanaal voor mobiele telecommunicatie. Het pagergedeelte moet dus voorzien zijn van een ontvanger voor mobiele communicatie om de oproepen te 25 kunnen ontvangen. Deze ontvanger kan, zodra het pagergedeelte en het radiotelefoongedeelte aan elkaar zijn gekoppeld ook gebruikt worden voor het afhandelen van de gesprekken gevoerd met het radiotelefoongedeelte via het mobiele radiokanaal. Op deze manier wordt de ontvanger voor twee doelen gebruikt, hetgeen efficiënt is.
30 Een derde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de oproepmiddelen zijn Ingericht voor het verzenden van de oproepen via een radiokanaal voor semafonie. Het pagergedeelte moet dus voorzien zijn van een semafonie-ontvanger om de oproepen te kunnen ontvangen. Het gebruik van een" 35 radiokanaal voor semafonie heeft als voordeel, dat het pagergedèelte weinig energie gebruikt. Dit komt, omdat in semafoniesystemen in tegenstelling tot in mobiele telefoniesystemen, alleen verkeer van het netwerk naar de terminal is en niet andersom. Dit heeft als gevolg, .100 5C;: 3 dat de terminal in een semafoniesysteem geen energie kwijt is aan het zenden van berichten naar het netwerk. In mobiele telecommunicatiesys-temen moet de terminal periodiek registratieberichten naar het netwerk zenden.
5 Een vierde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk opslagmiddelen bevat voor het opslaan van telefoonnummers van bellers, die deel uitmaken van de voorkeursgroep en vergelijkmiddelen voor het vergelijken van het telefoonnummer van 10 een beller met de opgeslagen telefoonnummers, waarbij de vergelijkmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen, indien de telefoonnummers overeenkomen. Op deze manier kan op eenvoudige manier reeds in het telecommunicatienetwerk worden vastgesteld of een beller tot de voorkeursgroep behoort en of 15 er een oproep naar het pagergedeelte moet worden verstuurd.
Een vijfde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de terminal opslagmiddelen bevat voor het opslaan van telefoonnummers van bellers, die deel uitmaken van de voorkeursgroep en vergelijkmiddelen voor het 20 vergelijken van het telefoonnummer van een beller met de opgeslagen telefoonnummers, waarbij de vergelijkmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen, indien de telefoonnummers overeenkomen. Zodra een beller probeert de terminal te bereiken, wordt het telefoonnummer van de beller naar de terminal 25 doorgestuurd. Indien de beller tot de voorkeursgroep behoort, wordt vanuit de terminal een bevestigingssignaal teruggestuurd naar de oproepmiddelen, die vervolgens een oproep van de beller naar het pagergedeelte versturen. Indien de beller niet tot de voorkeursgroep behoort stuurt de terminal een bericht van deze strekking terug naar 30 de oproepmiddelen. Deze sturen dan uiteraard geen oproep naar het pagergedeelte, zodat de gebruiker niet gestoord wordt.
Een zesde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk opslagmiddelen bevat voor het opslaan van'een 35 code en vergelijkmiddelen voor het vergelijken van een door een'beller ingegeven code met de opgeslagen code, waarbij de vergelijkmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen, indien de codes overeenkomen. De gebruiker verspreidt 100 56 0 4 de code over een voorkeursgroep, zoals vrienden, familie of zakenrelaties. Als Iemand uit deze groep belt en het pagergedeelte en het radlotelefoongedeelte zijn los van elkaar, wordt de beller verzocht een code in te voeren. Indien deze juist is wordt er een 5 oproep naar het pagergedeelte verzonden.
Een zevende uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de terminal opslagmiddelen bevat voor het opslaan van een code en vergelijkmiddelen voor het vergelijken van een door een beller 10 ingegeven code met de opgeslagen code, waarbij de vergelijkmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen, indien de codes overeenkomen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een terminal voor gebruik in een telecommunicatiesysteem, dat een 15 telecommunicatienetwerk en ten minste een terminal omvat, de terminal bevattende een radlotelefoongedeelte en een pagergedeelte, waarbij het pagergedeelte van het radlotelefoongedeelte loskoppelbaar is, met het kenmerk, dat de terminal is voorzien van koppeldetectiemiddelen voor het detecteren of het pagergedeelte van het radlotelefoongedeelte is 20 losgekoppeld en, als dit het geval is voor het verzenden van een indicatiesignaal hiervan naar het telecommunicatienetwerk.
De uitvinding heeft ten slotte betrekking op een telecommunicatienetwerk voor gebruik in een telecommunicatiesysteem, dat een telecommunicatienetwerk en ten minste een terminal omvat, de 25 terminal bevattende een radlotelefoongedeelte en een pagergedeelte waarbij het pagergedeelte van het radlotelefoongedeelte loskoppelbaar is, met het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk oproepmiddelen bevat voor het verzenden van oproepen van bellers, die deel uitmaken van een voorkeursgroep naar het pagergedeelte, indien het pagerge· 30 deelte van het radlotelefoongedeelte is losgekoppeld.
REFERENTIE
"Patent Abstracts of Japan, Publication number 08168080 A"
Deze referentie wordt beschouwd als geïncorporeerd in deze ~ 35 aanvrage. r '
UITVOERINGSVORMEN
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in de 5 figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Daarbij toont; figuur 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding, figuur 2 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van het telecom-5 municatiesysteem volgens de uitvinding, figuur 3 schematisch een derde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding, figuur 4A een flowchart van de werking van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding, en 10 figuur 4B een flowchart van de werking, op het moment dat het pagergedeelte en het radiotelefoongedeelte weer aan elkaar vast gemaakt worden.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een telecommunicatiesysteem 1, bevattende een telecommunicatienetwerk 2 en een terminal 15 3. Om de figuur overzichtelijk te houden is er maar één terminal 3 getoond maar uiteraard kan het telecommunicatiesysteem 1 een groot aantal terminals 3 bevatten. De getoonde terminal 3 bestaat uit een radiotelefoongedeelte 4 en een pagergedeelte 5. Deze beide gedeeltes kunnen aan elkaar vastgekoppeld en van elkaar losgekoppeld worden door 20 middel van mechanische koppeling 6. Deze mechanische koppeling kan van ieder geschikt type zijn. Het pagergedeelte 5 is geschikt voor het ontvangen van oproepen. Als het pagergedeelte 5 en het radiotelefoongedeelte 4 aan elkaar vast zitten kunnen er normale telefoongesprekken met de terminal 3 worden gevoerd. Het 25 telecommunicatienetwerk 2 bevat oproepmiddelen 20, vergelijkmiddelen 21, een eerste geheugen 22 en een tweede geheugen 23 voor opslag van berichten. De oproepmiddelen 20 bestaan uit een besturingsprocessor 24 en een zend/ontvanger 25. De zend/ontvanger 25 werkt volgens een standaard voor mobiele telefonie, bijvoorbeeld GSM. Het 30 telecommunicatienetwerk 2 is van het type waarin bij een oproep het nummer van de beller wordt meegestuurd (CLI—Caller Line Identification) . Het radiotelefoongedeelte 4 van de terminal 3 bevat een microfoon 41 en een user interface 42. Dit user interface 42 bestaat in ieder geval uit een telefoontoetsenbord en kan eventueel ook een 35 display omvatten. Het pagergedeelte 5 bevat een zend/ontvanger 50, detectiemiddelen 51, een besturingsprocessor 52, een user interface 53 en een luidspreker 54. Het user interface 53 bestaat uit een display voor het tonen van ontvangen berichten en eventueel een toetsenbord.
i100 5f 6
De detectiemiddelen 51 detecteren of het pagergedeelte 5 en het radiotelefoongedeelte 4 los of vastgekoppeld zijn. De zend/ontvanger 50 werkt volgens een standaard voor mobiele telefonie, bijvoorbeeld GSM.
5 Het in figuur 1 weergegeven telecommunicatiesysteem 1 werkt als volgt: Zodra de gebruiker het radiotelefoongedeelte 4 en het pagergedeelte 5 van elkaar los maakt, wordt dit gedetecteerd door de detectiemiddelen 51. De detectiemiddelen 51 sturen via de besturingsprocessor 52 en de zend/ontvanger 50 een indicatiesignaal, 10 dat het pagergedeelte 5 en het radiotelefoongedeelte 4 van elkaar losgekoppeld zijn, naar het telecommunicatienetwerk 2. Dit signaal wordt door de zend/ontvanger 25 ontvangen en doorgegeven aan de besturingsprocessor 24 voor verwerking. Als een indicatiesignaal van de detectiemiddelen 51 ontvangen is, geeft de besturingsprocessor 24 15 de terminal 3 de status "los". In de status "los" kunnen bellers uit een voorkeursgroep een oproep sturen naar de gebruiker van de terminal 3. De vergelijkmiddelen 21 bepalen of een beller, die contact met de terminal 3 probeert te krijgen tot de voorkeursgroep behoort door het telefoonnummer van de beller te vergelijken met in het eerste geheugen 20 22 opgeslagen telefoonnummers van de voorkeursgroep, of een door de beller ingetoetste geheime code te vergelijken met een in het eerste geheugen 22 opgeslagen code. Als de beller tot de voorkeursgroep behoort, wordt een oproep door de oproepmiddelen 25 naar het pagergedeelte 5 gezonden. Deze oproep omvat eventueel een kort bericht 25 van de beller, dat via het display aanwezig op het pagergedeelte 5 kan worden getoond. Andere bellers worden in de gelegenheid gesteld een boodschap achter te laten, die wordt opgeslagen in het tweede geheugen 23. De boodschap kan in de vorm van spraak (voice mail) of tekst zijn. De gebruiker wordt van het bestaan van de boodschap op de hoogte 30 gesteld, zodra hij het pagergedeelte 5 en het radiotelefoongedeelte 4 weer aan elkaar vastmaakt. Hij kan dan de boodschap afluisteren of uitlezen.
Zodra het pagergedeelte 5 en het radiotelefoongedeelte 4 weer aan elkaar vastgemaakt worden door de gebruiker, geven de ** 35 detectiemiddelen een indicatiesignaal voor deze situatie door-aan de besturingsprocessor 24. De besturingsprocessor 24 geeft de terminal 3 dan de status "vast”. Binnen deze status vast zijn er door de gebruiker drie substatussen in te stellen.
10056c · 7
Dit zijn: • Volledig bereikbaar: de gebruiker is voor zowel bellers uit de voorkeursgroep als voor andere bellers direct te bereiken, Beperkt bereikbaar: de gebruiker is alleen voor bellers uit de 5 voorkeursgroep direct bereikbaar, andere bellers worden in de gelegenheid gesteld een boodschap achter te laten, die wordt opgeslagen in het tweede geheugen 23. De boodschap kan in de vorm van spraak (voice mail) of tekst zijn.
- Geblokkeerd: de gebruiker is voor geen enkele beller direct 10 bereikbaar. Zowel de bellers uit de voorkeursgroep als de andere bellers worden in de gelegenheid gesteld een boodschap achter te laten, die wordt opgeslagen in het tweede geheugen 23. De boodschap kan in de vorm van spraak (voice mail) of tekst zijn. De gebruiker kan deze substatussen allemaal instellen via de 15 user interface 42 aanwezig in het radiotelefoongedeelte 4.
Door middel van de in het pagergedeelte 5 aanwezige luidspreker 54 en de in het radiotelefoongedeelte 4 aanwezige microfoon 41 is de gebruiker gedurende de status "vast" in staat telefoongesprekken te voeren. Het radiotelefoongedeelte 4 is niet zelf voorzien van een 20 zend/ontvanger en een besturingsprocessor. Deze twee onderdelen bevinden zich in het pagergedeelte en worden als het pagergedeelte 5 en het radiotelefoongedeelte 4 aan elkaar vastzitten ook door het radiotelefoongedeelte 4 gebruikt. Op deze manier wordt voorkomen, dat de terminal 3 van twee besturingsprocessors en zend/ontvangers moet 25 worden voorzien. Hiertoe moet de mechanische koppeling 6 ook resulteren in elektrisch contact tussen het radiotelefoongedeelte 4 en het pagergedeelte 5. De zend/ontvanger 25 aanwezig in het telecommunicatienetwerk 2 is ook geschikt voor het zenden en ontvangen van de signalen behorende bij telefoongesprekken gevoerd met terminal 30 3.
Door middel van de user interface 42 kan de gebruiker ook instellen welke telefoonnummers tot de voorkeursgroep behoren. Deze telefoonnummers worden verstuurd aan het telecommunicatienetwerk 2 en opgeslagen in opslagmiddelen 22. Een alternatieve oplossing is het 35 opslaan van een geheime code in de opslagmiddelen 22. De gebruiker van de terminal 3 geeft deze geheime code door aan de bellers uit zijn voorkeursgroep. Deze bellers moeten dan door het Intoetsen van de geheime code aangeven, dat ze tot de voorkeursgroep behoren.
100 56Π" 8
De besturlngsprocessor 24 is geladen met software voor het uitvoeren van de in figuren 4A en 4B weergegeven flow charts getoonde stappen: De in figuur 4A aangegeven stappen hebben de volgende betekenis 5
STAP BETEKENIS
100 START
110 STATUS IS "LOS"? 10 120 BELLER BEHOORT TOT VOORKEURSGROEP?
130 VERBIND BELLER HET TWEEDE GEHEUGEN
140 SLA BERICHT OP
150 BELLER KAN BERICHT ACHTERLATEN
160 STUUR BERICHT NAAR PAGERGEDEELTE
15 170 STATUS IS "BEPERKT BEREIKBAAR"? 180 BELLER BEHOORT TOT VOORKEURSGROEP?
190 BOUW VERBINDING OP MET TERMINAL
192 ANTWOORD?
194 DIRECTE VERBINDING
20 196 VERBIND BELLER MET TWEEDE GEHEUGEN
197 SLA BERICHT OP
198 STUUR NOTIFICATIEBERICHT NAAR TERMINAL
200 VERBIND BELLER MET TWEEDE GEHEUGEN
210 SLA BERICHT OP
25 215 STUUR NOTIFICATIEBERICHT NAAR TERMINAL
220 STATUS IS "GEBLOKKEERD"?
230 BOUW VERBINDING OP MET TERMINAL
232 ANTWOORD?
234 DIRECTE VERBINDING
30 236 VERBIND BELLER MET TWEEDE GEHEUGEN
237 SLA BERICHT OP
238 STUUR NOTIFICATIEBERICHT NAAR TERMINAL
240 VERBIND BELLER MET TWEEDE GEHEUGEN
250 SLA BERICHT OP
35 255 STUUR NOTIFICATIEBERICHT NAAR TERMINAL
260 STOP
Als iemand terminal 3 belt, wordt in stap 110 eerst gekeken of
10 0 5 C
9 de status van terminal 3 "vast" of "los" is. Als de status "los" is, wordt in stap 120 gekeken of de beller behoort tot de voorkeursgroep. Dit kan gebeuren doordat de vergelijkmiddelen 21 het telefoonnummer van de beller vergelijken met de door de opslagmiddelen 22 opgeslagen 5 telefoonnummers of doordat de vergelijkmiddelen een door de beller ingetypte geheime code vergelijken met een opgeslagen code. Als de beller niet tot de voorkeursgroep behoort, wordt in stap 130 de beller doorverbonden met het tweede geheugen 23 en wordt hij bijvoorbeeld door middel van een voice message verzocht een boodschap in te spreken 10 (voice mail) of in te typen. In stap 140 wordt deze boodschap opgeslagen. Zodra de status van terminal 3 weer "vast” is, wordt in een notificatiebericht naar terminal 3 gestuurd, dat er een bericht voor hem is. Dit wordt weergegeven in figuur 4B. De hierin getoonde stappen hebben de volgende betekenis: 15
300 START
310 PAGERGEDEELTE WORDT AAN RADIOTELEFOONGEDEELTE VASTGEHAAKT
320 OPGESLAGEN BERICHTEN?
330 STUUR NOTIFICATIEBERICHT NAAR TERMINAL
20 340 STOP
Zodra het pagergedeelte 5 weer aan het radiotelefoongedeelte 5 wordt vastgemaakt sturen de detectiemiddelen 51 een bericht van deze strekking naar de besturingsprocessor 24 (stap 310). Vervolgens wordt 25 er gekeken, of er gedurende de status "los" berichten voor de gebruiker zijn achtergelaten door bellers niet behorende tot de voorkeursgroep (stap 320). Als dit het geval is, wordt er een notificatiebericht naar de terminal 3 gestuurd (stap 330). De gebruiker kan het bericht dan op op zich bekende wijze afluisteren of 30 uitlezen.
Indien de beller wel tot de voorkeursgroep behoort, wordt in stap 150 de beller verzocht, bijvoorbeeld weer door middel van een voice message, een bericht achter te laten. Dit bericht wordt in stap 160 naar het pagergedeelte 5 verzonden. Het pagergedeelte 5 bevat een 35 luidspreker 54 geschikt voor het weergegeven van een bel- of - piepgeluid om de gebruiker te attenderen op het binnengekomen bericht en een display voor het tonen van dit bericht. Als de status van terminal 3 "vast" is wordt in stap 170 gekeken of de status "beperkt ,1006: 10 bereikbaar" is. Als dit zo is, wordt in stap 180 gekeken of de beller tot de voorkeursgroep behoort. Als de beller tot de voorkeursgroep behoort, wordt in stap 190 een directe telefoonverbinding met terminal 3 opgebouwd. In stap 192 wordt bepaald of de gebruiker van de terminal 5 3 binnen een zekere periode antwoordt. Als dit zo is, is er een directe verbinding tussen de beller en de terminal 3 (stap 194). Als de gebruiker niet antwoordt, wordt in stap 196 de beller doorverbonden met het tweede geheugen 23 en wordt hij verzocht een boodschap in te spreken of in te typen. In stap 197 wordt deze boodschap opgeslagen.
10 In stap 198 wordt een notificatiebericht naar terminal 3 gestuurd, dat er een bericht is. Als de beller niet tot de voorkeursgroep behoort, wordt in stap 200 de beller doorverbonden met het tweede geheugen 23 en wordt hij verzocht een boodschap in te spreken of in te typen. In stap 210 wordt deze boodschap opgeslagen. In stap 21S wordt een 15 notificatiebericht naar terminal 3 gestuurd, dat er een bericht is. De gebruiker kan dit bericht dan op op zich bekende wijze afluisteren of uitlezen. Als de status van terminal 3 niet "beperkt bereikbaar" is wordt in stap 220 gekeken of de status "geblokkeerd" is. Als dit niet zo is, is de status van terminal 3 "volledig bereikbaar". In dit geval 20 wordt in stap 230, ongeacht of de beller tot de voorkeursgroep behoort of niet een directe verbinding met terminal 3 opgebouwd. In stap 232 wordt bepaald of de gebruiker van de terminal 3 binnen een zekere periode antwoordt. Als dit zo is, is er een directe verbinding tussen de beller en de terminal 3 (stap 234). Als de gebruiker niet 25 antwoordt, wordt in stap 236 de beller doorverbonden met het tweede geheugen 23 en wordt hij verzocht een boodschap in te spreken of in te typen. In stap 237 wordt deze boodschap opgeslagen. In stap 238 wordt een notificatiebericht naar terminal 3 gestuurd, dat er een bericht is. Als de status wel "geblokkeerd" is, wordt de beller ongeacht of 30 deze tot de voorkeursgroep behoort in stap 240 doorverbonden met het tweede geheugen 23 en wordt hij verzocht een bericht in te spreken of in te typen. In stap 250 wordt dit bericht opgeslagen. In stap 255 wordt een notificatiebericht naar terminal 3 gestuurd, dat er een bericht is. Het notificatiebericht, dat er een bericht is, wordt bij 35 voorkeur verstuurd zoals in nu reeds bestaande GSM-systemen gebeurt.
Het bericht, dat naar het pagergedeelte 5 wordt doorgestuurd indien de status "los" is en de beller tot de voorkeursgroep behoort, wordt bijvoorbeeld verstuurd net zoals SMS (Short Message Service)
,100 5 C
11 berichten, In reeds bestaande GSM-systemen.
In figuur 2 wordt een tweede uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem 1 getoond. In deze uitvoeringsvorm zijn het eerste geheugen 21 en de vergelijkmiddelen 22 niet in het 5 telecommunicatienetwerk 2 maar in het pagergedeelte 5 van de terminal 3 ondergebracht. Zodra een beller gedurende de status "los" terminal 3 probeert te bereiken, wordt eerst het telefoonnummer van de beller door de oproepmiddelen 20 naar de terminal 3 gestuurd. Dit telefoonnummer wordt door de vergelijkmiddelen 21 vergeleken met de 10 telefoonnummers opgeslagen in het eerste geheugen 22. Indien het telefoonnummer van de beller gelijk is aan één van de opgeslagen telefoonnummers en de beller dus tot de voorkeursgroep behoort of als de door de beller ingetoetste geheime code overeenkomt met de opgeslagen code, sturen de vergelijkmiddelen 21 via 15 besturingsprocessor 52 en zend/ontvanger 50 de terminal een bevesti-gingssignaal naar de oproepmiddelen 20, die vervolgens een oproep van de beller naar het pagergedeelte 5 versturen. Indien de beller niet tot de voorkeursgroep behoort sturen de vergelijkmiddelen 21 een bericht van deze strekking terug naar de oproepmiddelen 20. Deze 20 sturen dan uiteraard geen oproep naar het pagergedeelte 5, zodat de gebruiker niet gestoord wordt. Gedurende de status "vast” gecombineerd met de substatus "beperkt bereikbaar", wordt een soortgelijke procedure uitgevoerd.
In figuur 3 wordt een derde uitvoeringsvorm van het telecommuni-25 catiesysteem 1 volgens de uitvinding getoond. In deze uitvoeringsvorm bevat het telecommunicatienetwerk 2 een zender 25' geschikt voor uitzenden van oproepen volgens een semafoniestandaard en een zend/ontvanger 26 die werkt volgens een standaard voor mobiele telefonie. Het pagergedeelte 5 bevat een ontvanger 50' voor ontvangst 30 van semafonie-oproepen. Het radiotelefoongedeelte 4 bevat een luidspreker 40, een zend/ontvanger 43 geschikt voor een mobiele telefoniestandaard en een besturingsprocessor 44. De detectiemiddelen 51 bevinden zich ook in het radiotelefoongedeelte 4.
In de status "los" worden de oproepen afkomstig van bellers 'uit 35 de voorkeursgroep door de zender 25' naar het pagergedeelte 5 gestuurd, dat de oproepen door middel van ontvanger 50' ontvangt. Gedurende de status "vast" kunnen telefoongesprekken gevoerd worden met het radiotelefoongedeelte 4. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van 1005R" * 12 zend/ontvanger 43 en zend/ontvanger 26 die werken volgens een standaard voor mobiele telefonie. De detectiemiddelen 51 sturen de indicatieberichten van de toestand van de terminal 3 naar het telecommunicatienetwerk 2 door middel van zend/ontvanger 43.
5 Het telecommunicatiesysteem 1 volgens deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel, dat het pagergedeelte 5 erg weinig energie gebruikt gedurende de status "los". Dit komt, omdat een semafoniesystemen alleen maar berichten van het netwerk naar de terminal gestuurd worden en niet andersom. Het pagergedeelte 5 raakt in deze,uitvoeringsvorm 10 dus geen energie kwijt met het zenden van registratieberichten, zoals het geval is in de twee uitvoeringsvormen, waarin het pagergedeelte werkt volgens een standaard voor mobiele telefonie, zoals getoond in figuur 1 en 2.
In de eerste en de tweede uitvoeringsvorm zoals getoond in de 15 figuren 1 en 2 wordt het radiotelefoongedeelte 4 zo simpel mogelijk gehouden en bevindt alle logica waaronder ook de zogenaamde "SIM" kaart, indien de terminal volgens de GSM standaard-werkt zich in het pagergedeelte 5. In de derde uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3 bevatten zowel het radiotelefoongedeelte 4 als het pagergedeelte 5 de 20 logica benodigd voor het functioneren van deze respectieve gedeeltes.
Het zal deskundigen duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de weergegeven uitvoeringsvormen en dat vele wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Het telecommunicatiesysteem kan bijvoorbeeld 25 geschikt zijn om te werken volgens een mobiele telecommunicatiestandaard anders dan GSM.
10056Ü :

Claims (10)

1. Telecommunicatiesysteem (1) bevattende een telecommunicatienetwerk (2) en een terminal (3), welke terminal (3) een radiotelefoongedeelte (4) en een pagergedeelte (5) omvat, waarbij 5 het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) loskoppelbaar is, met het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk (2) oproepmiddelen-(20) bevat voor het verzenden naar het pagergedeelte (5) van oproepen van bellers, die deel uitmaken van een voorkeursgroep, indien het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) is losgekoppeld, 10 en dat de terminal (3) is voorzien van koppeldetectiemiddelen (51) voor het detecteren of het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) is losgekoppeld en, als dit het geval is voor het verzenden van een indicatiesignaal hiervan naar de oproepmiddelen (20).
2. Telecommunicatiesysteem (1) volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk (2) is voorzien van berichtenopslagmiddelen (23) voor het opslaan van berichten van bellers, die geen deel uitmaken van de voorkeursgroep, indien het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) is losgekoppeld.
3. Telecommunicatiesysteem (1) volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat de oproepmiddelen (20) zijn ingericht voor het verzenden van de oproepen via een radiokanaal voor mobiele telecommunicatie.
4. Telecommunicatiesysteem (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de oproepmiddelen (20) zijn ingericht voor het verzenden van de oproepen via een radiokanaal voor semafonie.
5. Telecommunicatiesysteem (1) volgens één der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk (2) opslagmiddelen (22) bevat voor het opslaan van telefoonnummers van bellers, die deel uitmaken van de voorkeursgroep en vergelijkmiddelen (21) voor het vergelijken van het telefoonnummer van een beller met de opgeslagen 30 telefoonnummers, waarbij de vergelijkmiddelen (21) zijn ingericht voor het afgeven van een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen (20), Indien de telefoonnummers overeenkomen.
6. Telecommunicatiesysteem (1) volgens één der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de terminal (3) opslagmiddelen (22) bevat"voor 35 het opslaan van telefoonnummers van bellers, die deel uitmakeu van de voorkeursgroep en vergelijkmiddelen (21) voor het vergelijken van het telefoonnummer van een beller met de opgeslagen telefoonnummers, waarbij de vergelijkmiddelen (21) zijn ingericht voor het afgeven van 100560 f* een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen (20), Indien de telefoonnummers overeenkomen.
7. Telecommunicatiesysteem (1) volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk (2) opslagmiddelen (22) 5 bevat voor het opslaan van een code en vergelijkmiddelen (21) voor het vergelijken van een door een beller ingegeven code met de opgeslagen code, waarbij de vergelijkmiddelen (21) zijn ingericht voor het afgeven van een bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen (20), indien de codes overeenkomen.
8. Telecommunicatiesysteem (1) volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de terminal (3) opslagmiddelen (22) bevat voor het opslaan van een code en vergelijkmiddelen (21) voor het vergelijken van een door een beller ingegeven code met de opgeslagen code, waarbij de vergelijkmiddelen (21) zijn ingericht voor het afgeven van een 15 bevestigingssignaal aan de oproepmiddelen (20), indien de codes overeenkomen.
9. Terminal (3) voor gebruik in een telecommunicatiesysteem (1), dat een telecommunicatienetwerk (2) en ten minste een terminal (3) omvat, de terminal (3) bevattende een radiotelefoongedeelte (4) en een 20 pagergedeelte (5), waarbij het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) loskoppelbaar is, met het kenmerk, dat de terminal (3) is voorzien van koppeldetectiemiddelen (51) voor het detecteren of het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) is losgekoppeld en, als dit het geval is voor het verzenden van een 25 indicatiesignaal hiervan naar het telecommunicatienetwerk (2).
10. · Telecommunicatienetwerk (2) voor gebruik in een telecommunicatiesysteem (1), dat een telecommunicatienetwerk (2) en ten minste een terminal (3) omvat, de terminal (3) bevattende een radiotelefoongedeelte (4) en een pagergedeelte (5), waarbij het 30 pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) loskoppelbaar is, met het kenmerk, dat het telecommunicatienetwerk (2) oproepmiddelen (20) bevat voor het verzenden van oproepen van bellers, die deel uitmaken van een voorkeursgroep naar het pagergedeelte (5), indien het pagergedeelte (5) van het radiotelefoongedeelte (4) is losgekoppeld. 1005601
NL1005601A 1997-03-21 1997-03-21 Telecommunicatiesysteem. NL1005601C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005601A NL1005601C2 (nl) 1997-03-21 1997-03-21 Telecommunicatiesysteem.
EP98200776A EP0873031A1 (en) 1997-03-21 1998-03-11 Combination of a pager with a radiotelephone
US09/045,504 US6169908B1 (en) 1997-03-21 1998-03-20 Telecommunication system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005601 1997-03-21
NL1005601A NL1005601C2 (nl) 1997-03-21 1997-03-21 Telecommunicatiesysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005601C2 true NL1005601C2 (nl) 1998-09-22

Family

ID=19764642

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005601A NL1005601C2 (nl) 1997-03-21 1997-03-21 Telecommunicatiesysteem.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US6169908B1 (nl)
EP (1) EP0873031A1 (nl)
NL (1) NL1005601C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AUPP411098A0 (en) * 1998-06-15 1998-07-09 Newcom Technologies Pty Ltd Communication method and apparatus improvements
US6542721B2 (en) 1999-10-11 2003-04-01 Peter V. Boesen Cellular telephone, personal digital assistant and pager unit
US6560468B1 (en) 1999-05-10 2003-05-06 Peter V. Boesen Cellular telephone, personal digital assistant, and pager unit with capability of short range radio frequency transmissions
JP3851020B2 (ja) * 1999-05-26 2006-11-29 富士写真フイルム株式会社 データ通信システム
US6382352B1 (en) * 2001-01-16 2002-05-07 Alfonzo Dowe, Sr. Deployable emergency escape ladder

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0319210A2 (en) * 1987-11-30 1989-06-07 Kabushiki Kaisha Toshiba Radio telephone apparatus
EP0503813A2 (en) * 1991-03-11 1992-09-16 AT&T Corp. Personal mobile communication system with call bridging
EP0514360A2 (en) * 1991-04-17 1992-11-19 Telefonaktiebolaget L M Ericsson A communication system for integrating a paging system with cellular radio telephones
US5511111A (en) * 1993-11-01 1996-04-23 Engineering And Business Systems, Inc. Caller name and identification communication system with caller screening option

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5898758A (en) * 1994-09-26 1999-04-27 Rosenberg; Michael Combination cellular telephone and pager apparatus
JPH08168080A (ja) 1994-12-14 1996-06-25 Akihiko Tsunoda 無線電話一体型ページャ
US5828949A (en) * 1995-12-27 1998-10-27 Telefonaktiebologet Lm Ericsson (Publ) Radio telecommunications network and method of supporting operation of a combined mobile telephone and pager

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0319210A2 (en) * 1987-11-30 1989-06-07 Kabushiki Kaisha Toshiba Radio telephone apparatus
EP0503813A2 (en) * 1991-03-11 1992-09-16 AT&T Corp. Personal mobile communication system with call bridging
EP0514360A2 (en) * 1991-04-17 1992-11-19 Telefonaktiebolaget L M Ericsson A communication system for integrating a paging system with cellular radio telephones
US5511111A (en) * 1993-11-01 1996-04-23 Engineering And Business Systems, Inc. Caller name and identification communication system with caller screening option

Also Published As

Publication number Publication date
EP0873031A1 (en) 1998-10-21
US6169908B1 (en) 2001-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2229840C (en) Unified message announcing
EP0493427B1 (en) Call completion system
US6771949B1 (en) Method and system for providing short message services outside of the wireless network
US6181928B1 (en) Method and apparatus for event notification for wireless devices
KR100259381B1 (ko) 소스전화와 음성통신을 설정하지 않고 소스 전화로써 음성채널을개방하는 셀룰러 전화 및 관련된 방법
US6002750A (en) Method and system for providing integrated wireline/wireless voice messaging service
US20030055906A1 (en) Method of sending text messages, a mobile telecommunications network, a register for a mobile telecommunications network, and a mobile telecommunications terminal
KR100438454B1 (ko) 유무선 통신 네트워크에서 착신전환에 의한 호 연결 방법
US5649003A (en) Method in a communications systems for providing an out-of-band signaling response based on predetermined conditions
NL1005601C2 (nl) Telecommunicatiesysteem.
US5740540A (en) Method for telephone number notification and storage in a portable radio
EP1331799B1 (en) Automatic transmission of an information reply signal
CA2337136A1 (en) Call transfer activation indicator in a radio telecommunications network
US20090163192A1 (en) Communication system for call alerting
KR100703477B1 (ko) 이동 통신 단말기에서 착신 호 대기 방법
GB2365257A (en) Telephone status/availability network
JP3050285B2 (ja) 移動電話制御方式
GB2327172A (en) Voice mail service with automatic message delivery
KR100455772B1 (ko) 이동통신 단말기에서 단문 메시지를 이용한 자동응답방법
JP2001204078A (ja) 携帯電話システムにおける留守番電話サービス方式および留守番電話サービス方法
KR100305072B1 (ko) 무료 통화 서비스 방법
KR20010047655A (ko) 이동 단말기를 이용한 전자우편 답장 서비스 방법
JPH1118148A (ja) 移動通信システム
KR20020017141A (ko) 음성 메시지 통보 기능이 구비된 구내 교환기 및 통보방법
KR20000046048A (ko) 이동통신 시스템의 사서함 서비스에서 메시지수신 통보 및 자동호출 방법

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001