NL1005393C2 - Afgifte-inrichting voor platte artikelen. - Google Patents

Description

Afgifte-inrichting voor platte artikelen

Bekend zijn afgifte-inrichtingen voor kranten. Een dergelijke bekende inrichting omvat een door een deksel gesloten bak. Door het in een daartoe bestemde gleuf werpen van één of meer geldstukken wordt het deksel 5 ontgrendeld en kan een krant worden uitgenomen. Het nadeel van dergelijke inrichtingen is, dat onmogelijk voorkomen kan worden, dat een gebruiker onbeperkte toegang tot inhoud van de bak heeft en derhalve meer dan één krant kan uitnemen.

10 Het is een doel van de uitvinding om een afgifte-inrichting zodanig uit te voeren, dat hij de mogelijkheid tot het afgeven van meerdere kranten tegelijkertijd uitsluit.

Een verder doel van de uitvinding is het 15 zodanig uitvoeren van een afgifte-inrichting, dat hij automatisch kan werken.

In verband met bovenstaande doelstellingen verschaft de uitvinding een afgifte-inrichting voor het telkens individueel afgeven van een in hoofdzaak plat 20 artikel, zoals een krant, een tijdschrift, of dergelijke, welke inrichting omvat: een huis met een afgifte-opening; een in dat huis opgenomen in hoofdzaak horizontale baan voor het dragen van een stapel artikelen 25 en ten minste één aan de naar de afgifte-opening gerichte eindzone van de baan aanwezige, door een gebruiker via bedieningsmiddelen te bekrachtigen aandrijfmiddelen aandrijfbare rol met althans een mantel die een hoge wrijvingscoëfficient met het ondervlak van elk artikel 30 gemeen heeft, bijvoorbeeld van een zachte rubber of rubberachtig materiaal; drukmiddelen voor het naar de aandrijfbare rol drukken van althans het onderste artikel van een stapel; en 100 5 3 9 3 2 aanslagmiddelen voor het blokkeren van de afgifte van andere dan het onderste artikel van een stapel.

Opgexnerkt wordt, dat de aanslagmiddelen met 5 voordeel instelbaar kunnen zijn. Hiermee kan worden bereikt, dat de inrichting kan worden aangepast voor het afgeven van relatief dunne en relatief dikke artikelen, zonder dat dit aanleiding geeft tot storingen of het afgeven van meerdere artikelen tegelijk.

10 Er wordt opgewezen, dat de afgifte-inrichting volgens de uitvinding zich niet beperkt tot kranten, maar ook geschikt is voor tijdschriften, stapels enveloppen, of andere in hoofdzaak platte artikelen.

De afhankelijke conclusies 2-24 betreffen 15 voordelige varianten.

De conclusies 2 en 3 geven een eenvoudige uitvoering, waarin het onderste artikel met geringe wrijving over de baan kan worden geschoven. Er kan gebruik worden gemaakt van een gladmakende deklaag, maar 20 ook kan de plaat geheel uit het betreffende gladde materiaal bestaan.

Een betere beheersbaarheid van de wrijvingscoëfficiènt in kwestie en een praktisch constant blijvende wrijvingscoëfficiënt, ook na langer gebruik, is 25 verzekerd met de variant volgens conclusie 4.

De maatregelen volgens conclusie 13 verzekeren een zeer betrouwbare en beheerste afgifte van telkens slechts één artikel. Begrepen dient te worden, dat het door onvoldoende beheersing van het krachtenspel bij 30 afgifte van een artikel het risico bestaat, dat niet alleen het onderste artikel, maar ook een daarop liggend volgend artikel wordt afgegeven.

In het bijzonder de uitvoering volgens conclusie 18 biedt een zeer betrouwbare afgifte van 35 telkens slecht één artikel. Begrepen dient te worden, dat door de scharnierbare configuratie de tijdens afgifte van een artikel omhoog bewegende klep een omlaag gerichte beweging van het drukelement met zich meebrengt. Door 100 5 3 9 3 3 deze hefboomwerking blijkt een gemakkelijke afgifte van het onderste artikel gepaard te gaan met een betrouwbaar tegenhouden van het volgende artikel.

Bij voorkeur is de voorrand van de klep 5 enigszins naar boven toe afgerond. Het werkzame onderste gedeelte van het drukelement vertoont eveneens een zekere afronding. De bedoelde afrondingen zijn niet zeer kritisch maar dienen in hoofdzaak voor het tijdens het passeren van een artikel onbeschadigd laten daarvan, 10 terwijl niettemin de bedoelde functie van de frictiemiddelen verzekerd is.

De totale massa van de frictiemiddelen volgens conclusie 18, omvattende de klep, het drukelement en de pennen, alsmede de massaverdeling, zijn bepalend voor 15 enerzijds een gemakkelijke afgifte van het onderste artikel en het betrouwbaar tegenhouden van het volgende artikel. De verticale geleidingen, waarin de pennen zijn geleid, kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als kunststof blokken, waarin sleufgaten zijn uitgespaard. Voor 20 dergelijke blokken is een nylon een zeer geschikt materiaal.

Verder betreft de uitvinding een samenstel van afgifte-inrichtingen volgens de hiervoor gegeven specificatie, omvattende selectiemiddelen voor het op elk 25 gewenst moment in werking stellen van slechts één gekozen inrichting.

De uitvinding zal nu kort worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen van enkele uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 30 Fig. 1 een opengewerkt perspektivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld;

Fig. 2 een sterk geschematiseerd doorsnede-aanzicht van de uitvoering volgens fig. 1, waarbij in de figuren 2a, 2b, 2c en 2d vier alternatieve 35 uitvoeringsvoorbeelden van frictiemiddelen zijn getekend;

Fig. 3 een met fig. 2 corresponderend aanzicht vanaf de linkerzijde; 100 5 3 9 3 4

Fig. 4 een perspektivisch deelaanzicht van een openbaar vervoermiddel, zoals een tram, waarin een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is geïnstalleerd;

Fig. 5 een met fig. 2 corresponderend aanzicht 5 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4;

Fig. 6 een met fig. 5 corresponderend aanzicht van de inrichting volgens fig. 4 in gemonteerde toestand;

Fig. 7 een met fig. 6 corresponderend aanzicht van de inrichting in de situatie, waarin de inrichting is 10 geopend voor het inbrengen of verwijderen van kranten;

Fig. 8 een met fig. 3 corresponderend aanzicht van het tweede uitvoeringsvoorbeeld;

Fig. 9 een samenstel van vijf inrichtingen volgens de uitvinding voor het ten verkoop aanbieden van 15 drie verschillende kranten en twee verschillende weekbladen.

Ten wille van de duidelijkheid zijn in alle figuren functioneel corresponderende elementen zo veel mogelijk steeds met dezelfde verwijzingsgetallen 20 aangeduid.

De figuren 1, 2 en 3 tonen een afgifte-inrichting voor het telkens individueel afgeven van een krant of tijdschrift. De inrichting omvat een huis 2, waarin een baan van vijf vrij draaiende rollen 3 is 25 opgenomen. Aan de voorzijde, in het gebied van een afgifte-opening 4 zijn twee via een ketting 5 via een transmissie 6 door een electro-motor 7 aangedreven rollen 8,9, die, zoals fig. 1 toont, elk uit deelrollen 10 bestaan. Deze deelrollen 10 zijn bekleed met een zachte 30 rubberen mantel. Door middel van verticale geleidingen 11,12 is een roestvaststalen blok 13 voor verticale vrije beweging geleid. Het blok 13 kan op het bovenste exemplaar van een stapel artikelen drukken en aldus het onderste exemplaar naar de rollen 8,9 drukken. Om een 35 goed geleidend contact tussen het laatst af te geven exemplaar en het blok 13 te verzekeren, draagt dit blok aan zijn ondervlak een glijplaat 14 van roestvast staal. Boven de rol 9 bevindt zich een borstel 15, die aan een 100 5 3 9 3 5 plaat 16 is bevestigd. Deze plaat 16 draagt tevens additionele frictiemiddelen, waarvan in fig. 2a, 2b en 2c drie alternatieve uitvoeringsvoorbeelden op vergrote schaal zijn getekend.

5 Ter weerszijden van een stapel zijn scharnierbare stangen 25, 26 geplaatst, die aan hun einden sleufgaten 27 vertonen, waardoorheen uitsteeksels steken die met het blok 13 verbonden zijn.

Fig. 2a toont een scharnierbare klep 17, waarop 10 een zachte rubberen plaat 18 is aangebracht, die op zijn beurt aan de invoerzijde is afgedekt met een roestvaststalen plaat 19.

Fig. 2b toont een variant, waarin een klep 20 gebogen is uitgevoerd en een rubberen plaat 21 draagt.

15 Fig. 2c toont een variant, waarin een scharnierbaar opgehangen gestel 22 twee onderling gekoppelde en aldus gezamenlijk tegengesteld roteerbare vrijdraaiende rollen 23,24 draagt. Bij afgifte van een krant wordt de rol 23 in rotatie gebracht, hetgeen een 20 tegengestelde rotatie van rol 24 veroorzaakt. Deze tegengestelde rotatie van de rol 24 verhindert effectief de afgifte van een boven het af te geven exemplaar op de stapel aanwezige exemplaar. De kleppen 17 en 20 hebben een zelfde functie.

25 Figuur 2 toont een variant, waarin een klep 51 integraal uit plaatmetaal is gevormd met een aandrukplaat 52. De dwarsdoorsnede door de structuur is in figuur 2d weergegeven bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld. De plaat 51, 52 is voorzien van een daaraan vastgelaste pen 53, 30 die ter weerszijden uitsteekt, zodanig dat de aldus uitstekende delen passen in corresponderende verticale sleufgaten 54 in nylon glijblokken 55. Met pijlen 56 is aangeduid dat bij het passeren van een af te geven artikel de klep 51 voorwaarts omhoog scharniert rond de 35 scharnier-hartlijn die wordt bepaald door de momentane positie van pen 53. Teneinde in hoofdzaak onafhankelijk te zijn van de dikte van een af te geven artikel is het frictie-element 51, 52, 53 door de sleufgaten 54 ook 1005 3 93 6 verticaal beweegbaar onder handhaving van zijn scharnierbaarheid.

Met onderbroken lijnen is in figuur 2d het frictie-element 51, 52, 53 weergegeven na uitvoering van 5 een zekere omhooggerichte scharnierbeweging en naar het uitvoeren van een omhooggerichte verplaatsing van pen 53. In deze beschreven positie zijn de diverse onderdelen met verwijzingsgetallen voorzien, die ten opzichte van de onderste rustpositie van een accent zijn voorzien.

10 Opgemerkt wordt, dat de glijblokken 55 van elk geschikt materiaal kunnen zijn. Een materiaal als nylon heeft het voordeel van een grote slijtvastheid en het feit, dat bij beweging van de stalen pen 53 geen hinderlijk geluid kan optreden, zoals dat onvermijdelijk 15 is bij bewegend contact van metaal op metaal.

Fig. 4 toont een inrichting 41 volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvoorbeeld. Deze variant is ingericht om te worden opgenomen in de beschikbare ruimte in een openbaar-vervoermiddel, zoals 20 een bus of tram 28.

Zoals de figuren 5, 6, 7, 8 tonen bezit het huis 29 van de inrichting 41 een aangepaste vorm. Verder is de inrichting 41 in hoofdzaak gelijk aan de inrichting 1. Opgemerkt wordt, dat in de figuren 5, 6, 7 het aantal 25 rollen 3 zeven bedraagt, terwijl in fig. 8 het aantal vijf bedraagt. Hiermee wordt aangegeven, dat het aantal rollen in principe naar de wens van de gebruiker kan worden gekozen. Een groter aantal rollen per lengte-eenheid in de transportrichting van de rollenbaan 3,8,9 30 biedt de mogelijkheid, ook relatief buigslappe artikelen goed te kunnen ondersteunen en behandelen.

Het huis 29 omvat een haakorgaan 30 om samen te werken met een uitsteeksel 31 dat deel uitmaakt van een geprofileerde balk 32, die al in een tram 28 aanwezig is. 35 Het naar het publiek gerichte, zich onder een hellingshoek uitstrekkend voorvlak 33, vertoont een presentatievenster 34, dat van polycarbonaat is vervaardigd, geheel transparant is en een 100 5 393 7 presentatieruimte 35 begrenst, waarin een exemplaar van een te verkopen krant of tijdschrift dan wel bijvoorbeeld het voorblad daarvan kan worden opgenomen.

Er wordt op gewezen, dat de borstel 15 in de 5 getekende uitvoeringen boven de aangedreven rol 9 is geplaatst.

De door het huis 2, 29 en de rollen 3 bepaalde ruimte 36 is, zoals in het bijzonder fig. 6 duidelijk toont, ingericht voor het opnemen van een stapel 10 artikelen dan wel een cassette, waarin dergelijke artikelen vooraf zijn opgenomen.

Fig. 9 toont een samenstel 37 van vijf inrichtingen volgens de uitvinding. De besturing van het samenstel vindt plaats door middel van een 15 besturingseenheid 38 met een toetsenbord 39 en een betaalinrichting 40. De betaalinrichting 40 kan zijn ingericht voor het opnemen van munten of voor betaling door middel van een creditcard. In dit laatste geval kan het toetsenbord, behalve voor selectie door de koper van 20 een af te geven artikel, ook dienen voor het invoeren van een PIN-code. Uitsluitend die inrichting van de vijf in het samenstel 37 aanwezige inrichtingen die door de koper is geselecteerd, wordt bekrachtigd voor het afgeven van een krant of tijdschrift.

100 5 3 93

Claims (25)

1. Afgifte-inrichting voor het telkens individueel afgeven van een in hoofdzaak plat artikel, zoals een krant, een tijdschrift, of dergelijke, welke inrichting omvat: 5 een huis met een afgifte-opening; een in dat huis opgenomen in hoofdzaak horizontale baan voor het dragen van een stapel artikelen en ten minste één aan de naar de afgifte-opening gerichte eindzone van de baan aanwezige, door een gebruiker via 10 bedieningsmiddelen te bekrachtigen aandrijfmiddelen aandrijfbare rol met althans een mantel die een hoge wrijvingscoëfficient met het ondervlak van elk artikel gemeen heeft, bijvoorbeeld van een zachte rubber of rubberachtig materiaal; 15 drukmiddelen voor het naar de aandrijfbare rol drukken van althans het onderste artikel van een stapel; en aanslagmiddelen voor het blokkeren van de afgifte van andere dan het onderste artikel van een 20 stapel.

2. Afgifte-inrichting volgens conclusie l, waarin de baan een in hoofdzaak vlakke plaat omvat, waarvan althans het bovenvlak uit een materiaal bestaat dat een geringe wrijvingscoëfficient met het materiaal 25 van althans het ondervlak van de af te geven artikelen gemeen heeft.

3. Afgifte-inrichting volgens conclusie 2, waarin het materiaal een kunststof omvat, bijvoorbeeld Polytetrafluorethyleen (PTFE) of Polypropeen (PP).

4. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin de baan een rollenbaan met een aantal vrijdraaiende rollen is.

5. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, omvattende ten minste twee aandrijfbare rollen. 100 5 3 9 3

6. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin de drukmiddelen massamiddelen omvatten.

7. Afgifte-inrichting volgens conclusie 6, waarin de massamiddelen voor uitsluitend verticale 5 beweging geleid zijn.

8. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin aan de onderzijde van de drukmiddelen ten minste één vrijdraaiende rol is aangebracht.

9. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, 10 waarin aan de onderzijde van de drukmiddelen ten minste één glijplaat, bijvoorbeeld van roestvast staal, is aangebracht.

10. Afgifte-inrichting volgens conclusie 9, waarin althans het bovenvlak van de glijplaat uit een 15 materiaal bestaat, dat een geringe wrijvingscoëfficiënt met het materiaal van althans het ondervlak van de af te geven artikelen gemeen heeft.

11. Afgifte-inrichting volgens conclusie 10, waarin het materiaal een kunststof omvat, bijvoorbeeld

12. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin de aanslagmiddelen een borstel omvatten.

13. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin de aanslagmiddelen frictiemiddelen omvatten.

14. Afgifte-inrichting volgens conclusie 13, waarin de frictiemiddelen een voorwaarts omhoog vrij scharnierbare klep omvatten, die een naar de stapel gerichte wrijvingsplaat, bijvoorbeeld van rubber, omvat.

15. Afgifte-inrichting volgens conclusie 14, 30 waarin boven de wrijvingsplaat een glijplaat geplaatst is.

16. Afgifte-inrichting volgens conclusie 14, waarin de klep een naar de stapel toegerichte convexe, in hoofdzaak prismatische vorm bezit.

17. Afgifte-inrichting volgens conclusie 13, waarin de frictiemiddelen twee voor tegenstelde rotatie met elkaar samenwerkende, vrijdraaiende rollen omvatten. 100 5 3 93

18. Afgifte-inrichtingvolgens conclusie 13, waarin de frictie-middelen een rond een in hoofdzaak horizontale scharnierhartlijn vrij scharnierbare klep omvatten, welke scharnier-hartlijn wordt bepaald door 5 twee gealigneerde, zich buitenwaarts uitstrekkende en door respectieve verticale geleidingen geleide vrij in verticale richting beweegbaar zijn, welke klep aan de achterzijde ten opzichte van de scharnierhartlijn een star met de klep verbonden drukelement draagt, 10 bijvoorbeeld een met de klep geïntegreerd plaatdeel, welk drukelement zodanig is gemodelleerd, dat bij het omhoog scharnieren van de klep onder invloed van een passerend artikel het drukelement een omlaag gerichte kracht uitoefent, waardoor gelijktijdige afgifte van een volgend 15 artikel wordt voorkomen.

19. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, omvattende middelen voor het accomoderen van een vooraf met af te geven artikelen gevulde cassette.

20. Afgifte-inrichting volgens conclusie 19, 20 waarin de cassette een in hoofdzaak vlakke bodemplaat omvat, waarvan althans het bovenvlak uit een materiaal bestaat dat een geringe wrijvingscoëfficiënt met het materiaal van althans het ondervlak van de af te geven artikelen gemeen heeft.

20 Polytetrafluorethyleen (PTFE) of Polypropeen (PP).

21. Afgifte-inrichting volgens de conclusies 4 en 19, waarin de cassette een bodem omvat, waarin openingen zijn uitgespaard voor het doorlaten van de vrijdraaiende rollen.

22. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, 30 waarin de bedieningsmiddelen een betaalinrichting omvatten.

23. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, omvattende zodanig bestuurde toevoermiddelen voor toevoer van artikelen aan de baan, dat de daarop 35 aanwezige stapel een bepaalde hoogte en/of een bepaald gewicht niet overschrijdt.

24. Afgifte-inrichting volgens conclusie l, omvattende een presentatieruimte, waarin althans een 10 0 5 3 9’ representatief deel van een artikel, bijvoorbeeld (een deel van) het voorblad van een krant of tijdschrift, kan worden opgenomen, zodanig dat het voor een consument zichtbaar is via een venster.

25. Samenstel van afgifte-inrichtingen volgens één der voorgaande conclusies, omvattende selectiemiddelen voor het op elk gewenst moment in werking stellen van slechts één gekozen inrichting. 1Ó0b 393