NL1005091C2 - Afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon. - Google Patents

Description

Nr. 10.05091

Titel: Afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon met ten minste één luidsprekerelement en ten minste één kabel, die is verbonden aan het luidsprekerelement.

5 Oortelefoons zijn algemeen bekend en worden wijd en zijd gebruikt samen met een audioorgaan, zoals een draagbare radio, een stereocasettespeler, een audio CD (compact disc) speler, een pieper of een mobiele telefoon, om te dienen als een klein geluidsontvangstorgaan, dat kan 10 worden ingestoken in het oor van de gebruiker om het geluid uit het bijbehorende audioorgaan te horen. Een oortelefoon bestaat uit ten minste één luidsprekerelement (gewoonlijk een paar luidsprekerelementen), dat kan passen in de oren van de gebruiker en een paar kabels, die de luidspreker-15 elementen verbinden met de bijbehorende audio-uitrusting.

Gedurende het gebruik van de oortelefoon, kan aan de tamelijk lange en uitgestrekte kabels, die de luidsprekerelementen verbinden met het bijbehorende audioorgaan, bij toeval worden getrokken door de gebruiker of iemand in de 20 buurt, en daardoor kunnen de luidsprekerelementen uit de oren van de gebruiker worden getrokken. Dit zal niet alleen een onderbreking in de geluidsontvangst veroorzaken, maar het met kracht rukken van de luidsprekerelementen uit de oren van de gebruiker, kan ook letsel veroorzaken aan de 25 oren van de gebruiker en kan ook schade veroorzaken aan de verbinding van de oortelefooninrichting.

Er bestaat derhalve behoefte aan een afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon, die kan voorkomen, dat de oortelefoon weggetrokken wordt uit het 30 oor wanneer de gebruiker of iemand anders bij toeval of per ongeluk trekt aan de kabel, die is verbonden met de oortelefooninrichting.

1005091 2

Het is derhalve een primair doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon, die een bescherming kan geven tegen het uit positie trekken uit het oor van de 5 gebruiker wanneer de gebruiker of iemand in de buurt bij toeval trekt aan de kabel die is verbonden met de oor-telefooninrichting. De uitvinding verschaft derhalve meer comfort aan iemand die de oortelefoon gebruikt en verlengt de levensduur van de oortelefoon.

10 De afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt, doordat de oorhanger omvat: een schachtlichaam met een eerste en een tweede uiteinde; een in wezen haakvormig deel, dat is verbonden met het eerste uiteinde van het 15 schachtlichaam en zodanig is uitgevoerd, dat dit nauwsluitend past om de achterzijde van een oor van een gebruiker; en een kabelvastgrijporgaan dat is verbonden met het tweede uiteinde van het schachtlichaam voor het vastgrijpen van een bepaald deel van de kabel, waardoor een 20 spelinglengte van de kabel overblijft tussen het kabelvastgri jporgaan en het luidsprekerelement.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het kabelvastgrijporgaan een in wezen ankervormig deel, dat is verbonden met het tweede uiteinde van het schachtlichaam 25 waarbij het ankervormig deel een schachtdeel heeft aan het tweede uiteinde van het schachtlichaam en een paar armen, die in wezen symmetrisch zijn aangebracht rond het schachtdeel, hetgeen het mogelijk maakt, dat de kabel ineengestrengeld wordt gewonden door de tussenruimten 30 tussen het schachtdeel en de twee armen zodanig, dat de kabel kan worden vastgegrepen door het ankervormige deel van de oorhanger. Het haakvormige deel op het eerste uiteinde van het schachtdeel wordt gehangen over het oor van de gebruiker.

35 Gedurende het gebruik van de oortelefoon zal, indien de gebruiker bij toeval trekt aan een deel van de kabel met 1 005091 3 uitzondering van de spelinglengte die is overgelaten tussen het luidsprekerelement van de oortelefoon en het ankervormig deel, de oorhanger uit het oor worden getrokken. Maar omdat een spelinglengte van de kabel was 5 overgebleven tussen het luidsprekerelement van de oortelefoon en de oorhanger, zal het luidsprekerelement van de oortelefoon in de meeste gevallen niet worden beïnvloed door het trekken aan de kabel en zal derhalve in positie blijven in het oor van de gebruiker.

10 Opgemerkt wordt dat op zich bekend is uit het Brits octrooischrift GB-A-2.210.534 een gebogen haakvormig onderdeel voor het dragen van een geluidstransducer rond het buitenoor. De specifieke oplossing volgens de uitvinding kan hieraan echter niet worden ontleend.

15 De uitvinding zal nu aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht, waarbij verwezen wordt naar de begeleidende tekening, waarin: fig. 1 schematisch een gebruiker weergeeft, die een 20 oortelefoon draagt samen met een oorhanger volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 schematisch de oorhanger volgens de onderhavige uitvinding toont; fig. 3 schematisch de functionaliteit van de 25 oorhanger volgens de onderhavige uitvinding weergeeft; en fig. 4 een dwarsdoorsnede toont van het kabelvastgrijporgaan volgens de lijn I-I van fig. 3, bij gebruik om een deel van een kabel vast te grijpen.

Onder verwijzing naar fig. 1 is schematisch een 30 gebruiker getoond, die een oortelefoon 11 draagt, die wordt gebruikt samen met een oorhanger 12 volgens de uitvinding. De oorhanger 12 kan een bescherming geven tegen het uit positie trekken van de oortelefoon 11 uit het oor van de gebruiker, wanneer de gebruiker of iemand anders in de 35 buurt bij toeval trekt aan de kabel 14 die is verbonden met de oortelefooninrichting.

1005091 4

De oortelefoon 11 is van een gebruikelijk type, en omvat een paar luidsprekerelementen 15, die kunnen passen in de oren van de gebruiker. De luidsprekerelementen 15 worden verbonden met de kabel 14 aan een plug 13 voor 5 verbinding met een audioorgaan, zoals een compacte audio CD speler (niet getekend). De kabel 14 omvat een aantal draden, die vertakt zijn bij het punt 16, zodat het geluid, dat wordt ontvangen door de plug 13 uit het audioorgaan (niet getekend) kan worden overgedragen naar beide 10 luidsprekerelementen 15. Het aftakdeel van de kabel 14 tussen het luidsprekerelement 15 naar het vertakte punt 16 is gemonteerd aan de oorhanger 12, zodat een spelinglengte van de kabel 14 overblijft tussen de oorhanger 12 en het luidsprekerelement 15. De oorhanger 12 wordt over het oor 15 van de gebruiker gehangen.

Onder verwijzing naar fig. 2 is de oorhanger 12 volgens de uitvinding een aan één stuk gevormd onderdeel, dat is voorzien van een in wezen haakvormig deel 18 op het bovenste uiteinde (eerste uiteinde) en een kabelvast-20 grijporgaan 19 op het onderste uiteinde, dat in wezen ankervormig is. Het haakvormige deel 18 van de oorhanger 12 is vervaardigd van een zacht, flexibel en comfortabel materiaal. Het haakvormige deel 18 wordt zodanig gevormd, dat dit nauwsluitend wordt bevestigd aan de achterzijde van 25 het oor van de gebruiker, zodat de oorhanger 12 op comfortabele wijze daaraan kan worden gehangen, zoals weergegeven in fig. 1. Het einde van het haakvormige deel 18 is verlengd om een schachtdeel 20 te vormen. Een voorkeursstructuur van het kabelvastgrijporgaan 19 is een 30 ankervorm met een paar armen, die in wezen symmetrisch zijn en parallel zijn aan het schachtdeel 20. Bij gebruik wordt, zoals getekend in fig. 1, het haakvormige deel 18 van de oorhanger 12 bevestigd aan de achterzijde van het oor van de gebruiker en de kabel 14 wordt door de tussenruimten 35 tussen het schachtdeel 20 en de twee armen 21 ineengestrengeld gewonden, zodat de kabel 14 stevig kan worden 1005091 5 vastgegrepen door het kabelvastgrijporgaan 19 van de oorhanger 20.

Onder verwijzing naar fig. 3 en 4, geeft fig. 3 schematisch de functionaliteit van de oorhanger 12 volgens 5 de uitvinding weer, en toont fig. 4 een doorsnede van het kabelvastgrijporgaan 19, getoond in fig. 3, langs de lijn I-I. Bij gebruik wordt de kabel 14, die het luidsprekerelement 15 verbindt met het vertakte punt 16 ineengestrengeld gewonden door de tussenruimten tussen het 10 schachtdeel 20 en de twee armen 21, zoals weergegeven in fig. 4, zodat de kabel 14 stevig kan worden vastgegrepen door het ankervormige kabelvastgrijporgaan 19 van de oorhanger 12. Op deze wijze blijft een spelinglengte van de kabel 14, zoals weergegeven door het verwijzingscijfer 22 15 in fig. 3 over tussen het luidsprekerelement 15 en het kabelvastgrijporgaan 19 van de oorhanger 12.

Gedurende het gebruik van de oortelefoon wordt, indien de gebruiker bij toeval trekt aan een deel van de kabel 14 uitgezonderd de spelinglengte 22, zoals in fig. 3 20 weergegeven door de trekkracht 23, de oorhanger 12 uit het oor getrokken. Maar door de spelinglengte 22 van de kabel 14 tussen het luidsprekerelement 15 en de oorhanger 12, zal het luidsprekerelement 15 in de meeste gevallen, indien de spelinglengte 22 lang genoeg is, niet 25 worden beïnvloed door het trekken aan de kabel 14 en zal derhalve in positie in het oor van de gebruiker blijven.

Het ankervormige deel van de oorhanger 12 werkt als vastgrijporgaan 19, dat een bepaald deel van de kabel 14 kan vastgrijpen om te voorzien in een geschikte speling-30 lengte tussen het luidsprekerelement 15 en de oorhanger 12 om aan het luidsprekerelement 15 een bescherming te geven tegen het uit positie trekken uit het oor van de gebruiker, wanneer aan een ander deel van de kabel 14 met een ruk wordt getrokken.

35 Samenvattend, kan de oorhanger volgens de uitvinding voorkomen, dat de oortelefoon uit positie wordt getrokken 1005091 6 uit het oor van de gebruiker, wanneer de gebruiker of iemand anders in de buurt bij toeval trekt aan de kabel, die is verbonden met de oortelefoon. Het horen van het geluid uit de oortelefoon zal derhalve niet worden onder-5 broken. Ook wordt op deze wijze voorkomen, dat de verbindingsdelen van de luidsprekerelementen los getrokken worden en schade toebrengen aan de elektrische verbinding tussen het luidsprekerelement en de kabel. De oortelefoon is derhalve betrouwbaar in gebruik met een toegenomen 10 levensduur.

De uitvinding is beschreven met gebruikmaking van voorkeursuitvoeringsvormen als voorbeeld. Het zal echter duidelijk zijn, dat de beschermingsomvang van de uitvinding niet beperkt is tot de weergegeven uitvoeringsvormen. Het 15 is daarentegen de bedoeling om allerlei modificaties en soortgelijke opstellingen te beschermen. De beschermingsomvang van de conclusies moet derhalve gelezen worden in zijn meest brede interpretatie en zal al dergelijke modificaties en soortgelijke opstellingen omvatten.

1005091

Claims (3)

1. Afneembare oorhanger voor het snoer van een oortelefoon met ten minste één luidsprekerelement en ten minste één kabel, die is verbonden aan het luidsprekerelement , 5 met het kenmerk, dat de oorhanger omvat: een schachtlichaam met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde; een in wezen haakvormig deel, dat is verbonden met het eerste uiteinde van het schachtlichaam, waarbij het 10 haakvormige deel zodanig is uitgevoerd, dat dit nauwsluitend past om de achterzijde van een oor van een gebruiker; en een kabelvastgrijporgaan, dat is verbonden met het tweede uiteinde van het schachtdeel, om een bepaald deel 15 van de kabel vast te grijpen, waardoor een spelinglengte van de kabel overblijft tussen het kabelvastgrijporgaan en het luidsprekerelement.

2. Oorhanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het haakvormige deel bestaat uit zacht en flexibel 20 materiaal.

3. Oorhanger volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het kabelvastgrijporgaan omvat: een in wezen ankervormig deel, dat is verbonden met het tweede uiteinde van het schachtlichaam, waarbij het ankervormig deel een 25 schachtdeel heeft aan het tweede uiteinde van het schachtlichaam en een paar armen, die in wezen symmetrisch rond het schachtdeel zijn aangebracht. 1005091