NL1005069C2 - Mangel. - Google Patents

Description

Mangel

De uitvinding heeft betrekking op een mangel voor het strijken en drogen van wasgoed omvattende een stoomplaat, omlooprollen, en ten minste een eindloze transportband welke ten dele verloopt langs de stoomplaat.

5 Een dergelijke mangel is bekend uit de praktijk en heeft een gebogen vormgegeven stoomplaat waarbij de omlooprollen geplaatst zijn in holten van deze stoomplaat. Er zijn voorts in de bekende mangel meerdere naast elkaar verlopende zogenaamde transportlinten die verlopen in de ruimten welke 10 begrensd worden door de stoomplaat en de omlooprollen. Dergelijke transportlinten zijn 10-25 cm breed en hebben een onderlinge tussenruimte van 5-6 cm. De bekende mangel heeft bijvoorbeeld drie grote rollen die bedekt zijn met mangel-vilt, welke rollen aangedreven worden door een elektrische 15 motor via drie vertragingskasten of met frequentiegeregelde motoren. De snelheid van de rollen loopt gezien in de door-looprichting van de mangel op.

Problematisch aan de bekende mangel is dat deze tamelijk onderhoudsgevoelig is. Frequent treedt breuk op van de 20 transportlinten welke dienen voor het transport van het wasgoed door de mangel. Een verder probleem is dat de bekende mangel relatief veel plaatsruimte in beslag neemt, en ener-gietechnisch niet efficiënt is ontworpen.

Met de uitvinding wordt beoogd een mangel te ver-25 schaffen waarbij deze problemen zijn tegengegaan.

De mangel volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt, dat de stoomplaat een meertal in hoofdzaak recht uit-gevoerde en op elkaar aansluitende stoomplaatsecties omvat, en dat bij iedere stoomplaatsectie een drukplaat is voorzien 30 aan de zijde van de transportband welke is afgekeerd van de desbetreffende stoomplaatsectie.

De mangel volgens de uitvinding heeft het voordeel een zeer goed strijk- en droogeffect te bewerkstelligen, alsmede qua onderhoud eenvoudig in het gebruik te zijn.

35 Verdere voordelen en aspecten van de mangel volgens de uitvinding zullen in het navolgende verder worden toege- 10 0 5 0 6 9 2 licht.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de mangel erdoor gekenmerkt, dat gezien in de doorvoerrichting, op elkaar volgende stoomplaatsecties telkens in tegenstroom zijn opge-5 steld. Hiermee wordt aanzienlijk bespaard op de hoeveelheid plaatsruimte die de mangel volgens de uitvinding in beslag neemt. Tevens leidt deze constructie er echter toe dat de mangel qua energieverbruik kan worden geoptimaliseerd.

Voor de zojuist bedoelde voorkeursuitvoeringsvorm is 10 het zinvol dat tussen althans enkele opvolgende stoomplaatsecties omlooprollen zijn voorzien. Bij voorkeur zijn deze omlooprollen uitgevoerd met verende wandverstelling zodanig dat het wasgoed strak gehouden wordt. De stoomplaatsecties hebben de functie het wasgoed zover te verwarmen dat vocht 15 daaruit wordt verdreven en tevens de gewenste strijkwerking wordt verschaft.

De constructie van de mangel kan zinvol zo zijn uitgevoerd, dat de stoomplaatsecties telkens ten minste paarsgewijs met elkaar voedend gekoppeld zijn. Op deze wijze is een 20 gelijkmatige verdeling van de strijkwerking realiseerbaar in van elkaar te onderscheiden secties van de mangel.

De bestuurbaarheid en beheersbaarheid van de afzonderlijke stoomplaatsecties is ermee gediend dat iedere stoom-plaatsectie stoomleidingen omvat en dekplaten aan weerszijden 25 van deze stoomleidingen, zodanig dat iedere stoomplaatsectie een gesloten kast vormt, waarbij telkens een dekplaat als strijkplaat naar de transportband is gericht.

De effectiviteit van de mangel volgens de uitvinding wordt ondersteund door deze zo in te richten dat iedere 30 stoomplaatsectie voorzien is van middelen voor het doorblazen van het wasgoed. Het doorblazen van het wasgoed leidt tot een sneller drogen daarvan zodat bespaard kan worden op het vermogen dat geïnstalleerd wordt voor verwarming van de onderscheiden stoomplaatsecties.

35 Wenselijk is daartoe dat de naar de transportband gerichte als strijkplaat functionerende dekplaat is voorzien van luchtuittreeopeningen, dat de transportband en iedere drukplaat luchtdoorlatend is, en dat voorts een of meer ventilatoren zijn voorzien voor het onderhouden van een 1005069 3 luchtstroom door de uittreeopeningen.

Deze effectiviteitsondersteunende maatregelen worden verder bevorderd door een uitvoering van de mangel volgens de uitvinding die erdoor gekenmerkt is, dat middelen zijn voor-5 zien voor het afzuigen van lucht aan de van de strijkplaten afgekeerde zijde van de drukplaten.

De beste resultaten worden daarbij verkregen indien de tijdens bedrijf uit de luchtuittreeopeningen geblazen lucht is voorverwarmd.

10 Een energietechnisch optimaal ontwerp wordt dan ver kregen indien voorzien is in een gas/gas-warmtewisselaar welke aan de primaire zijde ontvangend gekoppeld is met een stoomketel en voedend gekoppeld is met de stoomleidingen van de stoomplaatsecties.

15 Daarbij is wenselijk dat de gas/gas-warmtewisselaar aan de secundaire zijde in de doorvoerrichting gezien de kast van de laatste stoomplaatsectie voedt, en dat de afvoerzijdi-ge lucht welke bij een stoomplaatsectie beschikbaar komt aan de van de strijkplaten afgekeerde zijde van de drukplaten, 20 dient als voeding voor de kast van de daarvoor liggende stoomplaatsectie.

De uitstoot naar de omgeving en de daarmee gemoeide milieubelasting wordt zover mogelijk bestreden door de mangel volgens de uitvinding in te richten zodanig dat de afvoerzij- 25 dige lucht welke beschikbaar komt bij de eerste stoomplaatsectie via een ontwateraar althans ten dele dient als voeding voor de secundaire zijde van de gas/gas-warmtewisselaar.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, welke 30 in fig. 1 de mangel volgens de uitvinding in zijaan zicht van een doorsnede toont; en in fig. 2 schematisch het beluchtingsschema van de onderscheiden stoomplaatsecties van de mangel volgens de uitvinding toont.

35 In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers hebben betrekking op dezelfde onderdelen.

In fig. 1 is met verwijzingscijfer 1 de mangel volgens de uitvinding aangeduid. Deze mangel 1 heeft een meertal in hoofdzaak recht uitgevoerde en op elkaar aansluitende 1005069 4 stoomplaatsecties 2, 3, 4, 5 en 6. Bij iedere stoomplaatsectie 2, 3, 4, 5 en 6 is voorzien in een verstelbare drukplaat 2', 3', 4', 5' en 6'. Voorts is een eindloze transportband 7 aanwezig welke althans ten dele verloopt tussen de opvolgende 5 samenstellen van stoomplaatsecties en drukplaten 2, 2', 3, 3', 4, 4', 5, 5' en 6, 6'. Opvolgende stoomplaatsecties zijn telkens in tegenstroom opgesteld, waarbij tussen enkele opvolgende stoomplaatsecties voorzien is in omlooprollen, te weten omlooprol 8 tussen stoomplaatsecties 3 en 4, en omloop-10 rol 9 tussen stoomplaatsecties 5 en 6. Met verwijzingscijfer 12 wordt een laken aangeduid dat als wasgoed de mangel 1 wordt ingevoerd tussen transportband 7 en de eerste stoom-plaatsectie 2, en welke bij de uittreezijde van de mangel l deze verlaat, dat wil zeggen bij de laatste stoomplaatsectie 15 6. Iedere stoomplaatsectie heeft zoals getoond in fig. 1 een aantal evenwijdig ten opzichte van elkaar geplaatste stoom-leidingen 13 (zie stoomplaatsectie 6 in fig. 1). Aan weerszijden van deze stoomleidingen 13 is voorzien in dekplaten, zodat een in hoofdzaak gesloten kast wordt gevormd waarbij de 20 dekplaat die is gericht naar de transportband 7 dient als strijkplaat. De ruimte in de kast tussen de onderscheiden stoomleidingen 13 is doorstroombaar voor een ander medium, bijvoorbeeld, zoals in het hiernavolgende zal worden toegelicht, voorverwarmde lucht. Teneinde deze zojuist genoemde 25 optie van doorblazen met voorverwarmde lucht toe te lichten wordt verwezen naar fig. 2.

Fig. 2 toont schematisch het schema van verbindingen dat dient voor het doorblazen van het wasgoed dat zich in de mangel 1 bevindt. Met de verwijzingscijfers 2, 3, 4, 5 en 6 30 zijn overeenkomstig aan fig. 1 de schematisch weergegeven stoomplaatsecties aangeduid. In fig. 2 is van ieder van deze stoomplaatsecties slechts de omkasting getoond. Volgens de uitvinding is de mangel nu uitgerust met voorzieningen zodat iedere stoomplaatsectie geschikt is voor het doorblazen van 35 het wasgoed. Daartoe is van iedere stoomplaatsectie de naar de transportband 7 gerichte en als strijkplaat functionerende dekplaat voorzien van luchtuittreeopeningen (niet getoond), is de transportband 7 en zijn de drukplaten 2', 3', 4', 5' en 6' luchtdoorlatend, en is voorts voorzien in één of meer ven- 1005069 5 tilatoren 13, 14, 15, 16 om de luchtstroom door de uittree-openingen in de dekplaten te onderhouden. Ten behoeve van de duidelijkheid is verder niet getoond in fig. 1 dat de mangel 1 aan de van de strijkplaten afgekeerde zijde van de drukpla-5 ten 2', 3', 4', 5' en 6' dicht is uitgevoerd zodat de aan deze zijde beschikbaar komende lucht welke vanuit de stoom-plaatsecties door het wasgoed, de transportband 7, en de drukplaten 2', 3', 4', 5' en 6' wordt geblazen en aldaar beschikbaar komt, kan worden afgezogen met behulp van de venti-10 latoren 14, 15 en 16 getoond in fig. 2. Ten behoeve van een geoptimaliseerde werking en benutting van de doorgeblazen lucht voor de droging van het wasgoed, is de eerste persventilator 13, welke de laatste stoomplaatsecties 6 en 5 voedt, aan haar intreezijde gekoppeld met een warmtewisselaar 17 15 vanuit welke voorverwarmde lucht wordt betrokken. Deze warmtewisselaar 17 is daartoe aan de primaire zijde ontvangend gekoppeld met een overigens niet getoonde stoomketel, welke aan de uittreezijde van deze primaire zijde gekoppeld is met de stoomleidingen van de onderscheiden stoomplaatsecties 2, 20 3, 4, 5 en 6. Zoals gezegd, voedt de warmtewisselaar 17 aan haar secundaire zijde de kast van de laatste stoomplaatsecties 6 en 5. De lucht welke hier afvoerzijdig beschikbaar komt en met ventilator 14 wordt afgezogen, wordt vervolgens toegevoerd aan de kasten van de stoomplaatsecties 4 en 3 wel-25 ke daarvoor liggen. Op overeenkomstige wijze wordt de bij deze stoomplaatsecties 4 en 3 afvoerzijdig beschikbaar komende lucht met de ventilator 15 geleid naar de in de doorloop-richting van de mangel 1 gezien eerste stoomplaatsectie 2. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is voorts het systeem 30 zoveel mogelijk gesloten uitgevoerd door de aan de afvoerzij-de van deze eerste stoomplaatsectie 2 beschikbaar komende lucht met een ventilator 16 door een ontwateraar 18 te leiden in welke overtollig water wordt afgescheiden, waarna de gedroogde lucht althans ten dele dient als voeding voor de se-35 cundaire zijde van de warmtewisselaar 17.

Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm van de mangel volgens de uitvinding vele variaties toelaat welke alle liggen binnen de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.

1005069

Claims (14)

1. Mangel voor het strijken en drogen van wasgoed omvattende een stoomplaat, omlooprollen, en ten minste een eindloze transportband welke ten dele verloopt langs de stoomplaat, met het kenmerk, dat de stoomplaat een meertal in 5 hoofdzaak recht uitgevoerde en op elkaar aansluitende stoomplaat secties omvat, en dat bij iedere stoomplaatsectie een drukplaat is voorzien aan de zijde van de transportband welke is afgekeerd van de desbetreffende stoomplaatsectie.

2. Mangel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 gezien in de doorvoerrichting, op elkaar volgende stoomplaat- secties telkens in tegenstroom zijn opgesteld.

3. Mangel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen althans enkele opvolgende stoomplaatsecties omlooprollen zijn voorzien.

4. Mangel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de omlooprollen zijn uitgevoerd met verende wandverstelling zodat het wasgoed strak gehouden wordt.

5. Mangel volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de stoomplaatsecties telkens ten minste paarsge- 20 wijs met elkaar voedend gekoppeld zijn.

6. Mangel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat iedere stoomplaatsectie stoomleidingen omvat en dekplaten aan weerszijden van deze stoomleidingen, zodanig dat iedere stoomplaatsectie een in hoofdzaak gesloten kast 25 vormt, waarbij telkens een dekplaat als strijkplaat naar de transportband is gericht.

7. Mangel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat iedere stoomplaatsectie voorzien is van middelen voor het doorblazen van het wasgoed.

8. Mangel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de naar de transportband gerichte als strijkplaat functionerende dekplaat is voorzien van luchtuittreeopeningen, dat de transportband en iedere drukplaat luchtdoorlatend is, en dat voorts een of meer ventilatoren zijn voorzien voor het onder- 35 houden van een luchtstroom door de uittreeopeningen.

9. Mangel volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, 1005069 dat middelen zijn voorzien voor het afzuigen van lucht aan de van de strijkplaten afgekeerde zijde van de drukplaten.

10. Mangel volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de tijdens bedrijf uit de luchtuittreeopeningen 5 geblazen lucht is voorverwarmd.

11. Mangel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat voorzien is in een gas/gas-warmtewisselaar welke aan de primaire zijde ontvangend gekoppeld is met een stoomketel en voedend gekoppeld is met de stoomleidingen van de stoom- 10 plaatsecties.

12. Mangel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de gas/gas-warmtewisselaar aan de secundaire zijde in de doorvoerrichting gezien de kast van de laatste stoom-plaatsectie voedt.

13. Mangel volgens een der conclusies 7-12, met het kenmerk, dat de afvoerzijdige lucht welke bij een stoomplaat-sectie beschikbaar komt aan de van de strijkplaten afgekeerde zijde van de drukplaten, dient als voeding voor de kast van de daarvoor liggende stoomplaatsectie.

14. Mangel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afvoerzijdige lucht welke beschikbaar komt bij de eerste stoomplaatsectie via een ontwateraar althans ten dele dient als voeding voor de secundaire zijde van de gas/gas-warmtewisselaar. 1 0 0 5 0 6 9