NL1004895C2 - Dakpaneel. - Google Patents

Description

Dakpaneel

De onderhavige uitvinding betreft een dakpaneel, in het geheel te plaatsen op dragers van een dak-draagconstructie, waarbij het dakpaneel omvat: - dwarsprofielen; 5 - langsprofielen, welke met de dwarsprofielen zijn verbonden om in samenwerking hiermee een vlak het dakpaneel omringend raamwerk te vormen, - een onderplaat, welke althans nabij de onderzijde aan het raamwerk is aangebracht; 10 - een dekplaat, welke op het raamwerk is aangebracht; en - isolatiemateriaal tussen de onderplaat en de dekplaat, waarbij tussen op elkaar aansluitende langsprofielen en tussen op elkaar aansluitende dwarsprofielen van afzonderlijke dakpanelen in op de dragers gemonteerde toestand 15 een dichtingsstrook van flexibel materiaal is aangebracht .

Een dergelijk dakpaneel is bekend uit de Internationale octrooiaanvrage WO 85/03540, waarbij het raamwerk rechthoekvormig is. Langs de lange zijde van het 20 raamwerk met de dwarsprofielen, zijn de dwarsprofielen gevormd door een Z-profiel en een hierin te haken C-profiel bij het monteren van naburige panelen. Aan de korte zijde van het rechthoekige raamwerk zijn de langs-profielen gevormd door in elkaar te haken Z-profielen, 25 waarbij een Z-profiel van één van de panelen rust op een drager en uitsteekt onder het ondervlak van de dakpanelen, en het Z-vormige langsprofiel van een aan te sluiten dakpaneel rust op het aan de drager gemonteerde Z-vormige langsprofiel van het naburige dakpaneel.

30 Een dakpaneel volgens de bekende techniek heeft als nadeel, dat in de configuratie van het met de bekende dakpanelen te vormen dak een windverband noodzakelijk is i 0 4 8 9 5 2 om op de dakpanelen werkende krachten te niet te doen. Verder steken onder het ondervlak van het te vormen dak profieldelen, in het bijzonder van de Z-vormige dwarsprofielen, uit, hetgeen afwerking na montage belemmert.

5 Verder rusten de langsprofielen met een uit het ondervlak van de dakpanelen stekend deel hiervan op de drager, waarbij het ondervlak van de dakpanelen en derhalve van het te vormen dak hierboven zijn gelegen. Als gevolg hiervan werken grote krachten op dit onder het ondervlak 10 van het te vormen dak uitstekende delen van het Z-vormige langsprofiel, waarop het gehele gewicht van het dak rust. Als gevolg hiervan dienen deze profielen bijzonder zwaar te worden uitgevoerd, hetgeen relatief hoge kosten met zich meebrengt en assemblage bemoeilijkt, doordat beves-15 tigingen hiervan aan de dragers bijv. met schroeven hierdoorheen worden bewerkstelligd, waarbij het aanbrengen van de schroef hierdoorheen bij zwaar uitgevoerde profielen is bemoeilijkt.

Met de uitvinding is beoogd althans bovenge-20 noemde nadelen te verhelpen, waartoe een dakpaneel is verschaft, dat zich onderscheidt, doordat tegenover elkaar gelegen langsprofielen respectievelijk een Z-profiel en een L-profiel omvatten, waarbij het horizontaal georiënteerde been van het L-profiel aan de boven-25 zijde van het dakpaneel is gelegen en van het Z-profiel is afgekeerd, en het Z-profiel is ingesloten in de dikte van het dakpaneel.

Met een dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk het ondervlak van het dakpaneel 30 te laten rusten op de dragers en toch bevestiging van het Z-vormige langsprofiel hierin aan de drager te bewerkstelligen, zonder dat dit een belemmering vormt voor de naburige, hierop aan te sluiten L-vormige langsprofielen van het naburige dakpaneel. Aldus is een gunstigere 35 krachtverdeling bewerkstelligd en kunnen relatief lichte langsprofielen worden toegepast. Bovendien steken geen delen van de langsprofielen meer uit onder het ondervlak 1004895 3 van het te assembleren dak, hetgeen een aanmerkelijke vereenvoudiging met betrekking tot afwerking oplevert.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm vertoont het dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding de eigen-5 schap, dat de op elkaar aansluitende dwarsprofielen van afzonderlijke dakpanelen elk C-profielen omvatten, waarbij de benen van de C-profielen van elkaar af zijn gericht. De op elkaar aansluitende dwarsprofielen van naburige dakpanelen haken niet in elkaar, steken niet uit 10 onder het ondervlak van het te assembleren dak, zodat krachten uitgeoefend op één van de naburige panelen, niet worden overgebracht op de andere van de naburige panelen. De op elkaar aansluitende, in hoofdzaak C-profielen kunnen op eenvoudige wijze aan elkaar worden bevestigd, 15 waarbij een gewenste positionering van de langs de dwarsprofielen op elkaar aansluitende dakpanelen kan worden gehandhaafd. Verder is met dergelijke C-profielen een aanmerkelijke vereenvoudiging verkregen ten opzichte van een dakpaneel volgens de bekende techniek, waarbij de 20 dwarsprofielen van op elkaar langs de dwarsprofielen aansluitende dakpanelen resp. een C-profiel en een Z-profiel omvatten, waarbij het c-profiel in het Z-profiel dient te worden genest en waarbij aan het Z-profiel nog een L-profiel is bevestigd om hierop de onderplaat van 25 het betreffende dakpaneel te ondersteunen. De configuratie van de dwarsprofielen volgens de onderhavige uitvinding verschaft derhalve dakpanelen, waarvan de dwarsprofielen een hogere mate van structurele integriteit verzekeren en eenvoudiger en derhalve goedkoper te produ-30 ceren zijn, waarmee goedkopere dakpanelen met een ten minste even hoge mate van sterkte worden verkregen.

Bij voorkeur is in deze uitvoeringsvorm ten minste één aanvullend langsprofiel tussen de dwarsprofielen aangebracht, welke dienstdoet als verstevigingsribbe 35 met een relatief korte afstand en derhalve hogere doeltreffendheid, dan de verstevigingsribbe in een dakpaneel volgens de bekende techniek, welke is aangebracht tussen de langsprofielen van een dakpaneel. De door de verstevi- 1004895 4 gingsribbe in het bekende dakpaneel te overspannen afstand is groter dan in het geval van een dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding, zodat de structurele integriteit van een dakpaneel volgens de onderhavige 5 uitvinding in deze uitvoeringsvorm aanmerkelijk is verhoogd .

Een dakpaneel vertoont in een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding de maatregel, dat de bevestigingsmiddelen spanbare aangrijpingsorganen 10 omvatten, zoals aangrijpingsbouten en hiermee samenwerkende moeren of klink- of popnagels. Hierbij is het niet noodzakelijk om de profielen, die gewoonlijk uit gegalvaniseerd ijzer zijn vervaardigd, te lassen, zoals bij een dakpaneel volgens de bekende techniek, waarbij giftige 15 gassen en andere milieubelastende dampen vrijkomen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld hiervan.

In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een 20 uiteengenomen dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een ander perspectivisch aanzicht op het in fig. 1 getoonde dakpaneel, eveneens in uiteengenomen toestand; 25 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van gedeel telijk opengewerkte dakpanelen in te monteren toestand; en fig. 4 een detail van fig. 3.

In de figuren wordt met een zelfde referentie-30 nummer gerefereerd aan een zelfde onderdeel.

Het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van een dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding omvat: een als golfplaat 7 vormgegeven onderplaat; als C-profie-len 2 vormgegeven dwarsprofielen; een als Z-profiel 4 35 vormgegeven eerste langsprofiel; een als L-profiel 3 vormgegeven tweede langsprofiel; als isolatieplaat 6 vormgegeven isolatiemateriaal; en een als OSB-plaat 9 vormgegeven dekplaat, en een dampremmende laag 15.

1004895 5

De c-profielen 2 zijn zodanig met het L-profiel 3 en het Z-profiel 4 verbonden, dat deze tezamen met de golfplaat 7, die tevens de plafondplaat vormt, een bak-vormige configuratie vormen. Constructie hiervan is 5 schematisch weergegeven in fig. 2 vanuit een ander perspectief dan dat van fig. 1.

De C-profielen 2 zijn onderling verbonden door middel van ribben 5, die evenwijdig aan het L-profiel 3 en het Z-profiel 4 zijn aangebracht. De ribben 5 zijn op 10 zich C-vormig en vertonen derhalve een hoge mate van stijfheid tegen buigbelasting onder invloed van het eigen gewicht van het dakpaneel, wanneer het L-profiel 3 en het Z-profiel 4 op een drager van een dakdraagconstructie rusten. De samenstelling van C-profielen 2, golfplaat 7, 15 L-profiel 3 en Z-profiel 4 is dermate sterk en stijf, dat een overspanning van ten minste 15 meter bewerkstelligd kan worden met een dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding.

De isolatieplaat 6 komt hierbij op de golfplaat 20 7 te rusten ter verkrijging van de gewenste isolatie-eigenschappen van het dakpaneel. Deze isolatieplaat 6 dient bij voorkeur nauw aan te sluiten op de deze omringende samenstelling van de C-profielen 2, het L-profiel 3 en het Z-profiel 4, waarbij tussen de isolatieplaat 6 en 25 de golfplaat 7 de dampremmende laag 15 is aangebracht. Deze omvat bij voorbeeld PVC-folie of een dergelijk materiaal.

De dekplaat is vormgegeven als OSB-plaat 9, in tegenstelling tot dakpanelen volgens de bekende techniek, 30 waar gewoonlijk gebruik wordt gemaakt van bijv. een spaanplaat, waarbij wordt opgemerkt, dat de OSB-plaat 9 de reeds verbeterde structurele integriteit van het dakpaneel volgens de uitvinding verder verbetert. Ook biedt OSB-plaat betere houvast voor bevestigingsmiddelen 35 voor bevestiging van de OSB-plaat 9 aan één van de profielen, zoals nieten of spijkers, die met een luchtdruk-werktuig worden ingeslagen. Tevens biedt de OSB-plaat 9 een zeer goede houvast voor mechanische bevestiging van 1004895 6 de dakbedekking 8 hierop De oSB-plaat 9 heeft afmetingen, die overeenkomen met de afmetingen van de samenstelling van de c-profielen 2, het L-profiel 3 en het Z-profiel 4. Deze OSB-plaat 9 is, zoals hieronder nader zal worden 5 beschreven, evenwijdig aan de lengterichting van de C-profielen 2 en evenwijdig aan de lengterichting van zowel het L-profiel 3 als van het Z-profiel 4 verschoven en bevestigd om over twee randen van de samenstelling van de genoemde profielen uit te steken. Het doel hiervan is, 10 dat het in de figuren 1 en 2 getoonde dakpaneel met de OSB-plaat 9 overlappend aansluitende dakpanelen kan worden geschoven om tijdens constructie van het dak de aansluitende, onder de OSB-plaat 9 stekende dakpanelen hieraan te bevestigen. Na constructie van het dak door 15 aansluiting en bevestiging van naburige dakpanelen wordt over het aldus gevormde vlak van het dak een dakbedekking 8 aangebracht, zoals bituum of brandrollen. Deze constructie zal hieronder in samenhang met de fig. 3 en 4 nader worden beschreven. Als alternatief en bij voorkeur 20 kan de dakbedekking, welke tevens uit rubber of kunststof kan zijn gevormd, per dakpaneel bij constructie hiervan zijn aangebracht. Over de naden tussen op elkaar aansluitende panalen worden voor het dichten hiervan, feunen of plakken, welke in de techniek op zich bekend zijn, aange-25 bracht.

In de fig. 3 en 4 zijn dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding getoond, welke op dragers 10 van een dakdraagconstructie zijn geplaatst om tezamen een gesloten dak te vormen. Zoals hierboven is beschreven 30 hebben de dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding een dusdanige sterkte en stijfheid, dat overspanning van ten minste 15 meter tussen de dragers 10 van de dakdraagconstructie mogelijk zijn.

In gemonteerde toestand zijn de langsprofielen, 35 te weten L-profiel 3 en Z-profiel 4, op de dragers 10 van de dakdraagconstructie geplaatst. De dwarsprofielen, te weten de C-profielen 2, overbruggen de afstand tussen de dragers 10, waarbij de afstand tussen de dragers 10 1004895 7 bepalend is voor de lengte van de C-profielen 2. De lengte van dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding kan op eenvoudige wijze worden gevarieerd door met deze lengte overeenkomende C-profielen 2 toe te passen in de 5 dakpanelen.

Bij het plaatsen van de dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding wordt bij voorkeur als volgt te werk gegaan. De dakpanelen worden opeenvolgend aangebracht in de richting in zowel fig. 3 als fig. 4 boven 10 naar onder hierin. Van rechtsboven naar linksonder sluit telkens een L-profiel als tweede langsprofiel van een te plaatsen dakpaneel aan op een Z-profiel als eerste langsprofiel van een reeds geplaatst dakpaneel. Hierbij valt de OSB-plaat 9 van het te plaatsen dakpaneel op het Z-15 profiel 4 van het reeds geplaatste dakpaneel. Vervolgens worden het L-profiel 3 en het Z-profiel 4 aan elkaar bevestigd met behulp van gehard stalen spijkers, schroeven, bouten en moeren, popnagels of dergelijke andere bevestigingsmiddelen, anders dan een lasverbin-20 ding, welke milieuschadelijk is als gevolg van het vrijkomen van schadelijke damp bij het lassen van gegalvaniseerd ijzer, waaruit het L-profiel 3 het Z-profiel 4, en de C-profielen 2 zijn vervaardigd. Voor bevestiging van het L-profiel 3 en het Z-profiel 4 aan elkaar is hiertus-25 sen een strook als zelfklevend schuimprofiel 11 vormgegeven isolatiemateriaal, bij voorbeeld van het soort dat bekend staat als "compriband", als dichtingsstrook van flexibel materiaal aangebracht, welke bij bevestiging van het L-profiel 3 en het Z-profiel 4 aan elkaar hiertussen 30 wordt ingeklemd. De afmetingen hiervan kunnen ca. 1,5 x 2 a 3 cm bedragen. Op deze wijze wordt verzekerd, dat langs deze weg geen warme, vochtige lucht door de naden tussen de op elkaar aansluitende dakpanelen naar de onderzijde van de koude OSB-plaat 9 kan stromen, waardoor hier 35 condensvorming op zou treden. De strook isolatiemateriaal 11 kan bijv. een strook rubber of een ander warmte- en luchtstromingisolerend materiaal omvatten.

1004895 δ

Het bovenstaande met betrekking tot montage van de dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding betrof aansluiting van de als L-profiel 3 en als Z-profiel 4 vormgegeven langsprofielen van het dakpaneel, maar de C-5 profielen 2 als dwarsprofielen van het dakpaneel worden in hoofdzaak op dezelfde wijze aan elkaar bevestigd, waarbij echter niet voorafgaand aan plaatsing van een aan te brengen dakpaneel het C-profiel 2 van een reeds geplaatst dakpaneel aan een drager 10 is bevestigd, zoals 10 wel het geval is voor het Z-profiel 4 van een eerst geplaatst dakpaneel. Deze bevestiging van het Z-profiel 4 aan de drager 10 vindt eveneens bij voorkeur plaats met andere middelen dan een las om het ontstaan van schadelijke dampen te voorkomen, bijvoorbeeld wel met behulp 15 van gehard stalen schietspijkers, zelfborende schroeven of dergelijke.

Wanneer de dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding op de hierboven beschreven wijze zijn geplaatst, worden de OSB-platen, welke zich uitstrekken 20 buiten de door de langsprofielen en dwarsprofielen van een dakpaneel bepaalde vorm, bevestigd aan de langsprofielen en de dwarsprofielen van op het betreffende dakpaneel aansluitende andere dakpanelen, waarvan zich een dwarsprofiel en/of langsprofiel onder de betreffende OSB-25 plaat 9 uitstrekt.

In de fabriek wordt een baan van bijvoorbeeld 1,50 m brede dakbedekking in het midden op de panelen aangebracht door deze op de OSB-plaat bijv. te nieten of te plakken. Deze middenbaan met een overlengte van ± 10 30 cm wordt zodanig aangebracht, dat op beide einden van het dakpaneel een overstek is gevormd, welke bij voorkeur ten minste 5 cm bedraagt. Op de randen van deze middenbaan worden stroken van zodanige breedte gefeund of gelijmd, dat deze plm. 5 cm over de randen van het paneel steken, 35 zodanig dat rondom de dakbedekking 5 cm oversteekt over het paneel. Op deze wijze wordt bereikt dat de panelen ook voor langere tijd in de open lucht in voorraad gehouden kunnen worden zonder dat een afdekking noodzakelijk 1004895 9 is, doordat de panelen ieder voor zich op deze wijze waterdicht zijn. Na de montage van de dakpanelen op de dragers worden de naden van de dakbedekking tussen de dakpanelen gedicht door de middels bovenstaande omschre-5 ven wijze ontstane overlappen van de dakbedekking op elkaar te feunen of te lijmen.

1004895

Claims (8)

1. Dakpaneel, in het geheel te plaatsen op dragers van een dakdraagconstructie, waarbij het dakpaneel omvat: - dwarsprofielen; 5. langsprofielen, welke met de dwarsprofielen zijn verbonden om in samenwerking hiermee een vlak het dakpaneel omringend raamwerk te vormen; - een onderplaat, welke althans nabij de onderzijde aan het raamwerk is aangebracht; 10. een dekplaat, welke op het raamwerk is aangebracht; en - isolatiemateriaal tussen de onderplaat en de dekplaat, waarbij tussen op elkaar aansluitende langsprofielen en tussen op elkaar aansluitende dwarsprofielen van afzonderlijke dakpanelen in op de dragers gemonteerde toestand 15 een dichtingsstrook van flexibel materiaal is aangebracht, met het kenmerk, dat tegenover elkaar gelegen langsprofielen respectievelijk een Z-profiel en een L-profiel omvatten, waarbij het horizontaal geörienteerde been van het L-profiel aan de bovenzijde van het dakpa- 20 neel is gelegen en van het Z-profiel is afgekeerd, en het Z-profiel is ingesloten in de dikte van het dakpaneel.

2. Dakpaneel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de op elkaar aansluitende dwarsprofielen van afzonderlijke dakpanelen elk C-profielen omvatten, waar- 25 bij de benen van de C-profielen van elkaar af zijn gericht.

3. Dakpaneel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste één aanvullend langsprofiel tussen de dwarsprofielen is aangebracht.

4. Dakpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen spanbare aangrijpingsorganen omvatten.

5. Dakpaneel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aangrijpingsorganen bouten en hiermee 35 samenwerkende moeren omvatten. 1004895

6. Dakpaneel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aangrijpingsorganen klink- of popnagels omvatten.

7. Dakpaneel volgens één van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de dichtingsstrook compriband omvat.

8. Dakpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dekplaat een chip-woodplaat of OSB-plaat omvat. 1004895