NL1004871C2 - Stortbunker en transportorgaan voor toepassing in een stortbunker. - Google Patents

Description

Titel: Stortbunker en transportorgaan voor toepassing in een stortbunker.

De uitvinding heeft betrekking op een stortbunker, omvattend ten minste een bodemdeel in de vorm van een via keerzones rondgaand eindloos transportorgaan, dat is voorzien van langwerpige elementen, waarvan de langs-5 richting zich dwars op de voortbewegingsrichting van het transportorgaan uitstrekt en die nabij elk van de kopse einden daarvan zijn verbonden met een scharnierketting, die in de keerzones rond kettingwielen geleid zijn voor aandrijving van het transportorgaan, waarbij ten minste één 10 langwerpig element een in de voortbewegingsrichting gezien achterste gewelfd gedeelte heeft met een vrije rand, die althans in het trantporttraject van het transportorgaan met een langwerpig contactgebied rust op een voorste deel van het volgende langwerpige element. De uitvinding heeft 15 voorts betrekking op een transportorgaan voor een dergelijke stortbunker.

Een dergelijke stortbunker is algemeen bekend en wordt bijvoorbeeld in het agrarische bedrijf veelvuldig toegepast als een inrichting die een onderdeel vormt in de 20 keten voor het transport van geoogste aardappelen naar de uiteindelijke opslagplaats daarvan in een opslagloods, omvattende de aanvoer van de geoogste aardappelen in bijvoorbeeld de laadbak van een vrachtwagen, de stortbunker, sorteermachine, aardappelopslagbunker. Uit het 25 Nederlandse octrooi 187151 is een dergelijke stortbunker bekend, die een oplopende transportgoot met vaste, opstaande wanden en een bodem in de vorm van een eindloze rond een bovenste en een onderste keerrol gevoerde panelen-baan of lattenbaan omvat. De afzonderlijke latten van de 30 lattenbaan sluiten daarbij in het tussen de keerrollen gelegen gebied met de langszijden daarvan op elkaar aan.

Bij de bekende inrichting zijn de panelen van het transportorgaan nabij de kopse einden daarvan, dat wil 1004871 2 zeggen nabij de langszijden van het transportorgaan bevestigd op kettingen, die bestaan uit schakels die middels scharnierpennen met elkaar zijn verbonden, op soortgelijke wijze als bij een fietsketting het geval is.

5 Voorts hebben de panelen aan de achterste zijde (gezien in de transportrichting) een gewelfd achterste gedeelte, waarvan de vrije langsrand rust op het voorste gedeelte van het volgende paneel. Op deze wijze is een gesloten trans-portbodem verkregen zonder dat de panelen direct aan elkaar 10 bevestigd zijn. In het Nederlandse octrooi 187151 is voorts beschreven hoe bij een geschikte uitvoering van de ketting-wielen bewerkstelligd kan worden, dat de panelen nabij het onderste deel van de ene keerzone enigszins van elkaar wijken, waarbij de vrije langsrand van een paneel tijdelijk 15 los komt van het volgende paneel, zodat eventueel door de transportbodem heen gedrongen zand of dergelijke uit de ruimte tussen het bovenste transporttraject en het onderste retourtraject kan vallen.

Ofschoon de bekende stortbunker in de praktijk goed 20 voldoet, is gebleken, dat zich ter plaatse van het contactgebied tussen het gewelfde gedeelte van een paneel en een daarmee samenwerkend deel van het volgende paneel een relatief sterke slijtage voordoet.

De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen en 25 in het algemeen een effectieve en betrouwbare stortbunker respectievelijk stortbunkerbodem ter beschikking te stellen met een lange levensduur.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een stortbunker van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de 30 langwerpige elementen op zodanige wijze tussen de scharnierkettingen zijn gemonteerd dat de langwerpige contactgebieden tussen de vrije randen van de gewelfde gedeelten van de elementen en de voorste delen van de volgende langwerpige elementen in hoofdzaak in lijn liggen 35 met de scharnierpennen van de scharnierkettingen.

1004871 3

Opgemerkt wordt, dat in het Duitse Offenlegungs-schrift 31 39 952 een transporteur voor een drooginrichting bekend is welke transporteur een daar op scharnierkettingen gemonteerde opeenvolgende dwarspanelen gevormde transport-5 bodem heeft.

De panelen hebben elk een C-vormig voorste gedeelte, dat grijpt om een vlakke achterrand van een voorgaand paneel. De constructie is zodanig, dat weliswaar de spleet tussen de uiteinden van de C-vormige armen 10 ongeveer de scharnieras van de kettingen omvat, doch contact tussen de armen van het C-vormige gedeelte en de vlakke achterrand van het voorgaande paneel juist zoveel mogelijk vermeden wordt.

Bij gebruik van een dergelijke transporteur als 15 stortbunkerbodem voor agrarische toepassingen kan via de tussenruimte tussen de armen van het C-vormige gedeelte en de vlakke achterrand van een voorgaand paneel stof en zand door de transporteur heen vallen, hetgeen tot vervuiling leidt. Ook is de bekende transporteur door het ontbreken 20 van een achterste gewelfd gedeelte van de panelen niet zeer geschikt om als opvoertransporteur gebruikt te worden, zoals bij een stortbunker gebruikelijk is.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bij gevoegde tekening van 25 een uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont schematisch in zijaanzicht een voorbeeld van een bekende stortbunker; figuur 2 toont schematisch in perspectief een deel van een stortbunkerbodem volgens de uitvinding; en 30 figuur 3 toont schematisch in langsdoorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2 een deel van een stortbunker volgens de uitvinding.

In de tekening is met 1 een voor stortgoed zoals bijvoorbeeld aardappels, maar ook voor andere typen 35 stortgoed, geschikte stortbunker aangegeven, voorzien van twee zijwanden 2 en 3 en een transportbodem in de vorm van 1004871 t 4 een eindloze panelenbaan 4. De stortbunker 1 is veelal voorzien van eör> van wielen voorzien, hi,^r niet-getoond onderstel, en een trekhaak 5 om de stortbunker met behulp van bijvoorbeeld een trekker te verplaatsen. De voort-5 bewegingsrichting van de transportbodem en derhalve de omlooprichting van de panelenbaan is aangegeven met een pijl A.

De eindloze panelenbaan 4 is samengesteld uit een aantal congruente panelen of latten, die zich dwars op de 10 transportrichting uitstrekken en die elk nabij elk van de uiteinden daarvan bevestigd zijn aan een langsscharnier-ketting.

In de figuren 2 en 3 is een deel van één van de scharnierkettingen te zien. De scharnierketting is 15 aangegeven met verwijzingscijfer 6. Tussen de scharnierketting 6 en een tweede, zich aan de ketting 6 evenwijdig uitstrekkende niet getoonde scharnierketting strekken zich de panelen 7 van de transportbodem 4 uit. De panelen 7 zijn aan de kettingen bevestigd maar zijn niet direct aan elkaar 20 bevestigd. Wel sluiten de panelen ten minste in het transporttraject afdichtend op elkaar aan. Hiertoe heeft elk paneel in de voortbewegingsrichting gezien aan de achterzijde een gewelfde sectie 8, die zich dwars op de transportrichting uitstrekt en die met een vrije achterste 25 langsrand 9 rust op een voorste gedeelte 10 van het volgende paneel. In het getoonde voorbeeld zijn de voorste gedeelten 10 van de panelen nog voorzien van neerwaarts gebogen profieldelen, die dienen ter versteviging van de panelen. In het opvoertraject, dat wil zeggen het trans-30 porttraject van de transportbodem vormen de panelen in dit voorbeeld gezamenlijk een ongeveer trapvormig geprofileerde bodem, die verhindert dat het stortgoed weer naar beneden glijdt. De panelen zijn aan de nabij de kettingen gelegen uiteinden elk voorzien van opstaande zijwanden 11, die in 35 het opvoertraject gezamenlijk een gesloten zijwand vormen. De kettingen 6 worden in een onderste en bovenste keerzone 1004877 5 geleid over kettingwielen, waarvan er één zichtbaar is bij 12. Ten minste één der kettingwielen kan met een aandrijfmotor of dergelijke gekoppeld zijn.

Zoals in de figuren 2 en 3 is te zien verandert in 5 een keerzone de stand van twee opeenvolgende panelen ten opzichte van elkaar. Bij de bekende stortbunkers leidt dit verschijnsel tot slijtage doordat de vrije rand 9 van het gewelfde gedeelte 8 over het volgende paneel schuift.

Volgens de uitvinding is dit probleem ondervangen 10 doordat de panelen zodanig tussen de kettingen 6 zijn gemonteerd, dat de hartlijnen 13 van de scharnierpennen 14, die de kettingschakels 15 scharnierbaar ten opzichte van elkaar verbinden, juist in het verlengde liggen van het smalle strookvormige, bij voorkeur lijnvormige contact-15 gebied tussen een langsrand 9 van een paneel en het gedeelte 10 van het volgende paneel. Hierdoor wordt bereikt dat de panelen in hoofdzaak uitsluitend ten opzichte van elkaar scharnieren, doch niet over elkaar schuiven. Als gevolg van deze maatregel wordt de slijtage in het contact-20 gebied tussen twee opeenvolgende panelen ten minste aanzienlijk gereduceerd.

De vrije randen 9 van de panelen kunnen smalle rechte randen zijn of kunnen afgerond zijn. De randen kunnen ook afgeschuind zijn zodat een scherpe rand ont-25 staat. In het laatste geval ontstaat een nagenoeg zuiver lijncontact, dat uitsluitend een scharnierbeweging tot gevolg heeft. Bij een afgeronde vrije rand 9 ontstaat ook een lijncontact, waarbij echter, afhankelijke van de straal van de afronding, de scharnierbeweging gepaard gaat met een 30 afrolbeweging van de rand 9 over het deel 10 van het volgende paneel. Deze en soortgelijke modificaties liggen voor de deskundige voor de hand.

1004871

Claims (7)

1. Stortbunker, omvattend ten minste een bodemdeel in de vorm van een via keerzones rondgaand eindloos transport-orgaan, dat is voorzien van langwerpige elementen, waarvan de langsrichting zich dwars op de voortbewegingsrichting 5 van het transportorgaan uitstrekt en die nabij elk van de kopse einden daarvan zijn verbonden met een scharnier-ketting, die in de keerzones rond kettingwielen geleid zijn voor aandrijving van het transportorgaan, waarbij ten minste één langwerpig element een in de voortbewegings-10 richting gezien achterste gewelfd gedeelte heeft met een vrije rand, die althans in het transporttraject van het transportorgaan met een langwerpig contactgebied rust op een voorste deel van het volgende langwerpige element, met het kenmerk, dat de langwerpige elementen op 15 zodanige wijze tussen de scharnierkettingen zijn gemonteerd, dat de langwerpige contactgebieden tussen de vrije randen van de gewelfde gedeelten van de elementen en de voorste delen van de volgende langwerpige elementen in hoofdzaak in lijn liggen met de scharnierpennen van de 20 scharnierkettingen.

2. Stortbunker volgens.conclusie 1, met het kenmerk, dat de contactgebieden smalle strookvormige gebieden zijn.

3. Stortbunker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de contactgebieden lijnvormig zijn.

4. Stortbunker volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de vrije randen van de gewelfde gedeelten 30 afgeschuind of afgerond zijn.

5. Stortbunker volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langwerpige elementen nabij de 1004371 « kopse einden daarvan zijn voorzien van opstaande eindwand-elementen.

6. Stortbunker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de langwerpige elementen aan de voorste gedeelten zijn voorzien van een zich (in het transporttraject) neerwaarts uitstrekkende profilering.

7. Transportorgaan geschikt voor toepassing in een 10 stortbunker volgens een der conclusies 1 t/m 6. 1 004871