NL1004668C1 - Afdicht- en doorvoerplug voor buizen. - Google Patents
Afdicht- en doorvoerplug voor buizen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1004668C1 NL1004668C1 NL1004668A NL1004668A NL1004668C1 NL 1004668 C1 NL1004668 C1 NL 1004668C1 NL 1004668 A NL1004668 A NL 1004668A NL 1004668 A NL1004668 A NL 1004668A NL 1004668 C1 NL1004668 C1 NL 1004668C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plug
- pipe
- bore
- cable
- tube
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L5/00—Devices for use where pipes, cables or protective tubing pass through walls or partitions
- F16L5/02—Sealing
- F16L5/10—Sealing by using sealing rings or sleeves only
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L7/00—Supporting of pipes or cables inside other pipes or sleeves, e.g. for enabling pipes or cables to be inserted or withdrawn from under roads or railways without interruption of traffic
- F16L7/02—Supporting of pipes or cables inside other pipes or sleeves, e.g. for enabling pipes or cables to be inserted or withdrawn from under roads or railways without interruption of traffic and sealing the pipes or cables inside the other pipes, cables or sleeves
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G9/00—Installations of electric cables or lines in or on the ground or water
- H02G9/06—Installations of electric cables or lines in or on the ground or water in underground tubes or conduits; Tubes or conduits therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Pipe Accessories (AREA)
Description
Titel: Afdicht- en doorvoerplug voor buizen-.
De uitvinding heeft betrekking op een plug voor gebruik als afdicht- en doorvoerplug voor buizen. Een dergelijke plug is uit de praktijk bekend.
Buizen die bijvoorbeeld in de grond worden gelegd 5 voor het doorvoeren van leidingen zoals electriciteits- leidingen, telefoonleidingen, glasvezelkabels en dergelijke, dienen tijdens het plaatsen en verder grondwerk te zijn afgesloten, voorafgaand aan het aanbrengen van de leidingen, teneinde vervuiling van de buizen te verhinderen. Wanneer de 10 leidingen in de buizen worden geplaatst wordt, afhankelijk van de dikte van de leidingen en de binnendiameter van de betreffende buis, een plug met een geschikte buitendiameter en een geschikte doorvoeropening over de leidingen heen aangebracht en in het vrije einde van de buis geschoven.
15 Voor elke combinatie van leiding en buisgrootte dient derhalve een andere plug gekozen te worden, welke bovendien veelal een andere plug is dan de eerstgenoemde plug die voor afsluiting van de buis zorgde. Daardoor ontstaat relatief veel afval en bovendien dient een relatief grote voorraad 20 verschillende pluggen te worden aangelegd en bijgehouden, hetgeen kostbaar is. Voorts is het kiezen en aanbrengen van een dergelijke afsluitende doorvoerplug tijdrovend en onderhevig aan maat- en plaatsingsfouten.
De uitvinding beoogt een plug van de in de aanhef 25 beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn verhinderd, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een plug volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
De boring in de plug biedt het voordeel dat bij 30 doorsnijden van de plug, ongeveer dwars op de lengterichting daarvan, een doorvoeropening wordt verkregen voor leidingen en dergelijke. Het taps toelopende heeft daarbij het voordeel dat de doorvoeropening in de aldus afgesneden plug afhankelijk is van de positie van het snijvlak. Immers, naar 1004668 2 mate de plug dichter bij het smalste einde van de boring wordt doorgesneden zal de doorvoeropening kleiner zijn. Dit betekent dat een gebruiker steeds, afhankelijk van de doorsnede van de of elke leiding die door de buis gevoerd dient 5 te woroen, de plug zodanig kan afsluiten dat deze afdichtend de leidingen kan omgeven. Daardoor kan steeds dezelfde plug worden toegepast.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een plug volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens 10 conclusie 2.
De afgesloten plug biedt het voordeel dat bij ongesneden plug een volledige afdichting van de buis wordt verkregen, terwijl toch steeds een geschikte afdichting kan worden verkregen 15 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een plug vol gens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
De snede maakt het mogelijk de plug althans in "gesneden" toestand, dat wil zeggen met een doorlopende 20 doorvoeropening, open te vouwen en om een zich reeds door een door de buis geleide leiding te plaatsen. Dit biedt het belangrijke voordeel dat de leiding niet door de plug hoeft te worden getrokken.
Een plug volgens de uitvinding wordt voorts bij 25 voorkeur gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.
Het relatief zachte materiaal van de plug maakt een eenvoudige inkorting daarvan mogelijk, bijvoorbeeld door snijden, knippen of zagen, terwijl bovendien een goede afdichting kan worden verkregen tegen de buis en tegen de 30 leidingen, ook wanneer de vorm daarvan bijvoorbeeld niet geheel overeenkomt met de vorm van de doorvoeropening of het buitenvlak.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt een plug volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maat-35 regelen volgens conclusie 8.
De maatindicatie maakt een snelle bepaling van de doorsnede van de doorvoeropening mogelijk op een bepaalde 1004668 3 afstand van een einde van de plug, waardoor de plug snel en doelgericht, nauwkeurig kan worden afgesneden voor het verkrijgen van de gewenste doorvoeropening.
In een nadere uitvoeringsvorm wordt een plug volgens 5 de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9.
De getrapte boring biedt het voordeel dat een aantal doorsneden wordt verkregen, elk over enige lengte binnen de boring. Daardoor hoeft de plug minder nauwkeurig door-10 gesneden te worden om een betreffende doorsnede van de doorvoeropening te verkrijgen en bovendien wordt een langer aan-ligvlak verkregen voor de plug tegen de of elke leiding, hetgeen tot een betere afdichting zal leiden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werk-15 wijze voor het afdichten van leidingen door een buis. Een dergelijke werkwijze wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.
Door toepassing van een werkwijze volgens de uitvinding kan op bijzonder eenvoudige en voordelige wijze een 20 leiding voerende buis worden afgedicht, zonder dat daarbij onnodig veel afval ontstaat en zonder dat daartoe verschillende pluggen in voorraad gehouden hoeven te worden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een maat-indicatorelement voor gebruik bij een plug volgens de uit-25 vinding of een werkwijze volgens de uitvinding. Een dergelijk element wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.
Een indicatorelement volgens de uitvinding biedt het voordeel dat een gebruiker met behulp daarvan eenvoudig 30 vanaf de buitenzijde van de plug kan bepalen welke doorsnede de boring in de plug op een bepaalde hoogte heeft, waardoor gericht afsnijden van de plug snel en duidelijk, zonder fouten kan gebeuren.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een plug, 35 een werkwijze en een maatindicatorelement zijn gegeven in de volgconclusies en de beschrijving.
S. r r ! I Ό ü *, 4
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoe-ringsvoorbeelden van een plug, werkwijze en maatindicator-element, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven. Daarin toont: 5 fig. 1 een dwarsdoorsnedeaanzicht van een plug in een eerste uitvoeringsvorm; fig. 2 een dwarsdoorsnedeaanzicht van een plug volgens fig. 1 in een leidingvoerende buis; fig. 3 een dwarsdoorsnedeaanzicht van een plug in 10 een tweede uitvoeringsvorm; en fig. 4 een maatindicatorelement volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een plug 1 in een eerste uitvoeringsvorm, omvattende een lijf 2 en een daarop 15 aansluitende kraag 3, welke beide over hun lengte een ongeveer cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben. De plug 1 is vervaardigd uit kunststof of rubber met een relatief lage zachtheid, bijvoorbeeld 50 Shore A, althans minder dan 100 Shore A. De plug 1 is derhalve eenvoudig vervormbaar.
20 Door de kraag 3 en het lijf 2 strekt zich een centrale boring 4 uit, welke aan de zijde van de kraag 3 open is. De boring 4 omvat een eerste deel 5 met een cilindrische vorm en een tweede deel 6 met een afgeknot conische vorm. Het tweede deel 6 is aan de van de kraag 3 afgekeerde zijde 25 afgesloten door een bodemdeel 7 en strekt zich geheel binnen het lijf 2 uit. Het eerste deel 5 strekt zich door de kraag 3 uit tot in het lijf 2.
Aan de buitenzijde van het lijf 2 is een reeks annulaire groeven 8 aangebracht, op regelmatige onderlinge 30 afstand G over de lengte vein het lijf 2 verdeeld. De aan de zijde van het bodemdeel 7 gelegen flanken van de tussen de groeven 8 gelegen annulaire randen 9 zijn afgeschuind. De buitendiameter D van de randen 9 komt ongeveer overeen met of is bij voorkeur enigszins groter dan de binnendiameter 35 van de buis 10 (fig. 2). Wanneer de plug 1 in de buis 10 wordt gedrukt komt deze door wrijving, eventuele hechtmiddelen en eventuele vervorming vast te zitten en Ί v 5 dicht af tegen de binnenwand van de buis 10. De overgang tussen het lijf 2 en de kraag 3 is enigszins conisch, waardoor een in de richting van de kraag 3 oplopend sluitvlak 40 wordt verkregen. Dit sluitvlak 40 zorgt voor 5 een nog betere afdichting tegen de rand van de buis 10.
Door de wand 11 van de plug 1, dat wil zeggen ten minste vanaf het bodemdeel 9 door het lijf 2 en door de kraag 3 strekt zich een snede 12 uit waardoor de plug 1 opengevouwen kan worden. De wand 11 kan zodanig worden weg-10 gevouwen dat de langsranden van de wand welke de snede 12 vormen uit elkaar worden gebracht, zodat wanneer ten minste het bodemdeel 9 is verwijderd een leiding 13 of dergelijk door te voeren element vanaf een zijde in de plug 1, althans in de boring 4 kan worden geplaatst, waarna de plug 1 om de 15 leiding 13 kan worden gesloten. Dit wordt nog nader toegelicht .
Zoals getoond in fig. 2 kan een plug volgens de uitvinding worden gebruikt voor afdichting van de buis 10 zonder leiding (weergegeven in onderbroken lijnen), bijvoor-20 beeld wanneer de buis in de grond wordt aangebracht, teneinde vervuiling te verhinderen, of voor afdichting van een leidingvoerende buis 10 (weergegeven in volle lijnen).
Zoals duidelijk blijkt uit fig. 2 is het in de inschuifrichting van de plug 1 gezien voorliggende deel 14 25 van de plug 1 afgesneden, in een groef 8. Daardoor strekt de boring 4 zich door de gehele plug 1 uit en kan een leiding 13 door de plug worden gevoerd. De opening in het snijvlak 15 heeft, als gevolg van een gerichte keuze van de snij-positie, een grootte die overeenkomt met de doorsnede van de 30 of elke leiding ter plaatse, zodat de binnenzijde vein de wand 11 van de plug afdichtend aanligt tegen de buitenzijde van de of elke leiding 13. Hoe dichter het snijvlak 15 bij het bodemdeel 9 ligt, hoe kleiner de doorlaat van de plug 1. De minimale doorlaat van de plug 1 wordt steeds bepaald door 35 de opening in het snijvlak 15. Zo kan met behulp van de plug 1 steeds een doorlaat worden verkregen die overeenkomt met 1004668 6 de afmeting van de leiding 13 die door de buis 10 gevoerd moet worden, afhankelijk van de keuze van de snijpositie.
Ter illustratie worden afmetingen gegeven van een plug 1, welke afmetingen echter geenszins als beperkend 5 begrepen dienen te worden.
De plug 1 is bijvoorbeeld 80 mm lang en het lijf 2 heeft een maximale buitendiameter D van 43 mm. De groeven 8 zijn 5 mm diep en 5 mm breed. De kraag is 15 mm hoog en heeft een diameter van 60 mm. Het cilindrische deel van de 10 boring heeft een diameter van 22 mm en een lengte van 25, het bodemdeel heeft een dikte van 5 mm. Het conische deel van de boring heeft derhalve een lengte van 50 mm en aan het smalle, gesloten einde een diameter van 7 mm. Leidingen met doorsneden gelegen tussen 7 en 22 mm kunnen derhalve met 15 deze, als illustratie bedoelde plug worden afgedicht in een buis met een binnendiameter van ongeveer 43 mm.
Voor het geschikt afsnijden van de plug 1, dat wil zeggen voor het verkrijgen van een snijvlak met een passende doorlaat kan op geschikte wijze gebruik worden gemaakt van 20 een maatindicatorelement 20 zoals getoond in fig. 4.
Het maatindicatorelement 20 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld opgebouwd uit een plaatdeel 21 dat aan een langsrand 22 is voorzien van een getand profiel dat overeenkomt met het profiel van de buitenzijde van de plug 25 1, in lengterichting gezien. Het maatindicatorelement 20 kan derhalve passend langs de plug 1 worden gehouden. Op het maatindicatorelement 20 is langs de genoemde langsrand 22 een maatverdeling 23 met indicatiestrepen 24 aangegeven. De maat bij een indicatiestreep 24 komt steeds overeen met de 30 diameter van de boring ter hoogte van de betreffende indicatiestreep 24, wanneer het maatindicatorelement 20 op geschikte wijze langs de plug 1 wordt gehouden (fig. 4).
Voor een gebruiker is derhalve steeds eenvoudig duidelijk waar de plug 1 ingekort dient te worden om de gewenste 35 (maximale) doorlaat voor de plug te verkrijgen.
Een plug 1 wordt als volgt gebruikt.
1 Q 0 46 6 B
7
Bij het plaatsen van de buis 10 wordt de plug 1 in gesloten toestand (fig. 1) in een einde van de buis geplaatst en gehouden door met name de randen 9. Bij doorvoer van de leiding wordt de plug 1 weggenomen. Op basis van 5 de maat van de leiding 13 wordt de plug op eerder beschreven wijze ingekort, opengevouwen en over de leiding gelegd, waarna de plug 1 over de leiding in de buis wordt geschoven tot aan de kraag 3, daarbij de ruimte tussen de leiding en de buis afdichtend. Aan de buitenzijde wordt een glijmiddel 10 op het lijf 2 van de plug 1 aangebracht dat binnen de buis 10 droogt en voor een nog betere vastzetting en afdichting van de plug in de buis zorgt. De snede 12 is nabij de kraag 3 voorzien van een profilering 24 die zorgt dat bij het dichtvouwen en inschuiven van de plug 1 geen 15 ongewenste vervorming van de plug 1 optreden. De plug 1, althans de snedevlakken zijn zelfzoekend.
In fig. 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een plug 30 getoond. Gelijke delen hebben gelijke verwij-zingscijfers, vermeerderd met 30.
20 De plug 31 heeft een boring 34 die toeloopt in getrapte vorm, in plaats van het conische deel 6 in fig. 1. Bij doorsnijding van de plug 31 voor het doorvoeren van een leiding 31 ontstaat derhalve steeds een cilindrische doorgang met de minimale doorlaatmaat voor de betreffende 25 leiding, waardoor een nog betere afdichting kan worden verkregen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de beschrijving gegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk. Zo kan het buiten-30 oppervlak van de plug 1, 31 conisch of getrapt zijn; teneinde in verschillende buizen toepasbaar te zijn en kan de plug meer of minder flexibel worden uitgevoerd. Het bodemdeel kan zijn weggelaten, waarbij het smalste einde van de boring streepvormig, dat wil zeggen spieetvormig kan zijn 35 en al dan niet gesloten kan zijn. De plug en de boring kunnen beide een dwarsdoorsnede hebben die afwijkt van cirkelvormig en kan zijn aangepast aan de vorm van de buis « -Λ ·’ , r' · \ '* 8 waarin de plug gebruikt dient te worden. Voorts kan de plug aan twee zijden van de kraag zijn voorzien van een lijf met boring, zodat de plug tussen twee buizen kan worden aangebracht als doorvoerkoppeling. Deze en vele vergelijkbare 5 aanpassingen worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
Claims (12)
1. Plug voor gebruik als afdicht- en doorvoerplug voor buizen, omvattende een busvormig lijf, voorzien van een buitenvlak dat is ingericht voor afdichtende aanligging tegen een binnenzijde van een buis, waarbij een zich in de 5 lengterichting van de plug uitstrekkende boring is voorzien, omvattende een in de richting van een einde van de plug toelopend gedeelte, één en ander zodanig dat bij doorsnijden van de plug ongeveer dwars op de lengterichting daarvan de plug een minimale doorlaat heeft die overeenkomt met de 10 doorsnede van de boring ter hoogte van het snedevlak.
2. Plug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het toelopende gedeelte aan de nauwe zijde is afgesloten.
3. Plug volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het lijf althans in hoofdzaak cilindrisch is, waarbij het 15 toelopende gedeelte in hoofdzaak conisch is.
4. Plug volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plug is voorzien van een kraag die tijdens gebruik afdichtend kan aanliggen tegen het vrije einde van de af te dichten buis.
5. Plug volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het lijf aan de buitenzijde is voorzien van wrijvingsmiddelen voor het door wrijving vastzetten van de plug in een buis.
6. Plug volgens één der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de plug is voorzien van een zich in de lengterichting uitstrekkende snede, zodanig dat de plug althans gedeeltelijk kan worden opengevouwen.
7. Plug volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plug is vervaardigd uit kunststof of rubber 30 met een relatief lage hardheid, bij voorkeur een hardheid van minder dan 100 Shore A, meer in het bijzonder minder dan 75 Shore A en bij voorkeur ongeveer 50 Shore A.
8. Plug volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plug aan de buitenzijde is voorzien van een maatindicatie welke een indicatie geeft voor de doorsnede van de boring in de dwarsdoorsnede ter hoogte van de 5 betreffende indicatie.
9. Plug volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de boring trapsgewijs toeloopt.
10. Werkwijze voor het afdichten van ten minste een kabel of dergelijke voerende buis met behulp van een plug volgens 10 één der voorgaande conclusies, waarbij de of elke kabel door een buis wordt gelegd, waarbij ten minste één vrij einde van de buis wordt afgesloten door de plug, zodanig dat het buitenoppervlak van de plug afdichtend aanligt tegen de binnenzijde van de buis, waarbij voorafgaand aan plaatsing 15 van de plug een geschikte lengte van het gesloten einde wordt afgesneden, zodanig dat de minimale doorlaat van de plug ongeveer gelijk is aan de buitenafmetingen van een dwarsdoorsnede van de door de plug te voeren kabel of gezamenlijke kabels, zodanig dat de wand van de boring van 20 de plug althans gedeeltelijk afdichtend aanligt tegen de buitenzijde van de of elke kabel.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de buis, afgedicht door de plug in een gebruikspositie wordt gebracht, dat vervolgens de of elke kabel door de buis wordt 25 gevoerd onder verwijdering van de plug, dat vervolgens een geschikte lengte van de plug wordt afgesneden en de plug in opengevouwen toestand om de of elke kabel wordt gebracht, waarna vervolgens de plug in de rond de of elke kabel gesloten toestand over de of elke kabel in de buis wordt 30 geschoven.
12. Maatindicatorelement voor gebruik bij een plug volgens één der conclusies 1 - 9 of bij een werkwijze volgens conclusie 10 of 11, voorzien van een eerste indicator welke correspondeert met een eerste indicator op de buitenzijde 35 van de plug en voorzien van een reeks tweede indicatoren welke een indicatie geven van de daarmee corresponderende doorsneden van de boring wanneer het indicatorelement ongeveer evenwijdig aan de lengterichting daarvan langs de plug wordt gehouden, zodanig dat de eerste indicatoren op geschikte wijze ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. 1004668
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004668A NL1004668C1 (nl) | 1996-12-02 | 1996-12-02 | Afdicht- en doorvoerplug voor buizen. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004668 | 1996-12-02 | ||
NL1004668A NL1004668C1 (nl) | 1996-12-02 | 1996-12-02 | Afdicht- en doorvoerplug voor buizen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1004668C1 true NL1004668C1 (nl) | 1998-06-03 |
Family
ID=19763973
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1004668A NL1004668C1 (nl) | 1996-12-02 | 1996-12-02 | Afdicht- en doorvoerplug voor buizen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1004668C1 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1008480C2 (nl) | 1998-03-04 | 1999-09-07 | Filoform Bv | Inrichting en werkwijze voor het afdichten van een doorvoeropening. |
EP1101992A3 (de) * | 1999-11-19 | 2003-05-21 | HILTI Aktiengesellschaft | Dichtungszylinder |
CN108506630A (zh) * | 2018-01-23 | 2018-09-07 | 东莞市联洲知识产权运营管理有限公司 | 一种橡胶密封进气堵头 |
-
1996
- 1996-12-02 NL NL1004668A patent/NL1004668C1/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1008480C2 (nl) | 1998-03-04 | 1999-09-07 | Filoform Bv | Inrichting en werkwijze voor het afdichten van een doorvoeropening. |
EP1101992A3 (de) * | 1999-11-19 | 2003-05-21 | HILTI Aktiengesellschaft | Dichtungszylinder |
CN108506630A (zh) * | 2018-01-23 | 2018-09-07 | 东莞市联洲知识产权运营管理有限公司 | 一种橡胶密封进气堵头 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN1134872C (zh) | 电缆用多通道导管组件 | |
JP3980059B2 (ja) | 固い敷設ベースに光ケーブルを導入するための方法 | |
EP3156710A1 (en) | Method for pipe insertion in a pipeline | |
US20100034593A1 (en) | Novel deployment technique for optical fibres within pipeline coatings | |
US7131671B2 (en) | Transparent coupling | |
HUT56965A (en) | Device for testing inside of branch pipe system | |
ES2195582T3 (es) | Procedimiento para el tendido de cables de datos. | |
FR2938124A1 (fr) | Dispositif filete de maintien pour lignes de transmission de fond | |
US4685189A (en) | Pliable sleeve which is turned inside out and lubricated when fitted on a core and method of installing same | |
NL1004668C1 (nl) | Afdicht- en doorvoerplug voor buizen. | |
EP0978715B1 (de) | Überwachung und Nachrichtenübermittlung in Rohren durch Verbundglasfaserkabel und deren Verlegung | |
US4887875A (en) | Fiber optic connector for use in temporary repair of multiple fiber cable | |
DE102009057900B4 (de) | Wanddurchführung zur Durchführung von Kabeln, Kabelschutzrohren oder sonstigen Leitungen | |
US20050151369A1 (en) | Device and method for coupling pipes | |
US4600176A (en) | Apparatus for producing a cable conduit system suitable for the drawing-in of cables | |
US3989282A (en) | Plug-type device for interconnecting conduits | |
KR860700242A (ko) | 내부 도관을 사용해서 케이블을 설치하는 방법 | |
CA1325651C (fr) | Piece de raccord entre un element mecanique rigide et un tube flexible | |
US20180017192A1 (en) | Device and method for coupling pipes | |
ATE208669T1 (de) | Vorrichtung und verfahren zum verbinden eines ersten rohres mit einem rohrförmigen element | |
AU2007274861A1 (en) | Laying network cables in sewers | |
US20030152335A1 (en) | Sleeve for fixing optical cables | |
NL1003249C2 (nl) | Buisconnector voor het verbinden van voor het daarin installeren van kabels bestemde buizen. | |
EP0076207A1 (fr) | Câble pour fibres optiques destiné à être posé en conduite | |
EP0716256A1 (en) | Push-in plug |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20021202 |