NL1004641C2 - Indicatiepaneel voor het verschaffen van verkeersinformatie aan weggebruikers. - Google Patents

Description

Indicatiepaneel voor het verschaffen van verkeersinformatie aan weggebruikers

De uitvinding heeft betrekking op een indicatiepaneel voor het ver-5 schaffen van verkeersinformatie aan weggebruikers, omvattende een plaat waarop een plattegrond van wegen zichtbaar is waarbij naast althans een deel van de wegen indicatiemiddelen zijn aangebracht waarmee op zichtbare wijze delen van wegen kunnen worden gemarkeerd en verder omvattende een stuureenheid voor het genereren van stuursignalen voor het aansturen 10 van de indicatiemiddelen en een communicatie-ontvanger waarmee via een communicatiekanaal instructies voor de stuureenheid kunnen worden ontvangen .

Een dergelijk indicatiepaneel is bekend uit US-5.132.684. Het betreffende indicatiepaneel is bestemd voor gebruik in een auto door de 15 bestuurder daarvan. Het paneel, dat voorzien is van lampjes, LED's, of dergelijke voor het markeren van bepaalde weggedeelten waar sprake is van filevorming, heeft aan dit gebruik aangepaste relatief kleine afmetingen. In US-5.132.684 is aangegeven dat het gehele weergeefpaneel draagbaar is en bijvoorbeeld de afmetingen van een "notebook" kan heb-20 ben.

Een ander bekend indicatiepaneel is beschreven in US-5.313.200. Bij dit indicatiepaneel wordt gebruik gemaakt van een beeldbuis die in de auto op een vaste plaats is gemonteerd. Deze beeldbuis wordt enerzijds aangestuurd met informatie afkomstig van een CD-ROM, waarop met name de 25 vaste informatie betreffende de plattegrond of meerdere plattegronden is opgeslagen, terwijl de variabele verkeersinformatie, bijvoorbeeld informatie betreffende filevorming, werkzaamheden aan de weg en dergelijke, via het communicatiekanaal aan de stuureenheid worden overgedragen en tezamen met de vaste informatie op het beeldscherm zichtbaar wordt ge-30 maakt. Ook hier zijn de afmetingen van het indicatiepaneel op zichzelf relatief beperkt en bestemd voor gebruik door alleen de inzittenden van de auto.

Het nadeel van dergelijke indicatiepanelen, die alleen in een auto kunnen worden gebruikt is o.a. het feit dat de verkeersinformatie 35 slechts een klein aantal deelnemers bereikt, namelijk alleen die verkeersdeelnemers die in hun auto een dergelijk indicatiepaneel hebben ingebouwd. Aangezien het inbouwen van dergelijke indicatiepanelen kosten met zich meebrengt, die, afhankelijk van het gekozen systeem, aanzien- 1004641 2 lijk kunnen zijn, zal in de praktijk een significant deel van de op de weg aanwezige voertuigen niet van een dergelijk paneel zijn voorzien en zal derhalve het verspreiden van de verkeersinformatie via dergelijke systemen voor een groot deel niet tot resultaten leiden aangezien de 5 verkeersinformatie slechts een beperkt aantal deelnemers bereikt.

Een verder nadeel van de bekende, in de auto ingebouwde panelen wordt gevormd door het feit dat de bestuurder met een zekere regelmaat naar dit paneel zal moeten kijken en derhalve zijn aandacht niet bij de weg kan houden. Dit wordt in verband met de verkeersveiligheid als een 10 ernstig nadeel beschouwd. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slechts enkele momenten van onoplettendheid van een bestuurder.

De uitvinding heeft nu ten doel indicatiepanelen te verschaffen die op gelijke wijze als verkeersborden waarop richtinginformatie, afstand-informatie en dergelijke aan de weggebruikers wordt verschaft boven of 15 naast een weg kunnen worden geplaatst zodanig, dat van deze indicatiepanelen verkeersinformatie kan worden verschaft die voor alle weggebruikers zichtbaar is.

Aan deze doelstelling wordt bij een indicatiepaneel van het in de eerste alinea omschreven type voldaan doordat de oppervlakte van de 20 plaat groter is dan 0,5 m.

Door het indicatiepaneel voldoende groot uit te voeren kan dit paneel, bij plaatsing op een geschikte positie, door alle passerende weggebruikers al van enige afstand worden waargenomen en geïnterpreteerd.

25 Het verdient de voorkeur dat het paneel voorzien is van montagemid- delen waarmee het paneel aan een steunconstructie boven of naast een weg kan worden bevestigd.

De uitvinding zal in het volgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

30 Figuur 1 toont de voorzijde van een verkeersbord dat de basis vorm voor toepassing van de uitvinding.

Figuur 2 toont een deelaanzicht van een verkeersbord dat in overeenstemming met de uitvinding voorzien is van indicatiemiddelen waarmee op zichtbare wijze delen van wegen kunnen worden gemarkeerd.

35 Figuur 3 toont het elektrische schema van het paneel.

Figuur 4 toont het paneel gemonteerd op een draagstructuur.

Figuur 1 toont in zijn algemeenheid een verkeersbord 1 waarop een plattegrond van wegen zichtbaar is. In het onderhavige geval gaat het om 1004641 3 een plattegrond van de rondweg rond de Nederlandse stad Rotterdam. De rondweg zelf heeft de wegreferentie A4 en vanaf de rondweg verlopen een aantal wegen naar elders, aangeduid met de wegenreferenties A13, A20, A15. De plaats waar het bord zich op of boven de weg bevindt is aangege-5 ven met een pijl onder de referentie A13.

Om ervoor te zorgen dat de informatie kan worden opgenomen door een gemiddelde weggebruiker die met een gemiddelde snelheid het bord passeert moet dit bord voldoende groot zijn. In de praktijk is gebleken dat de oppervlakte van het bord tenminste 0,5 m* moet bedragen en bij voor-10 keur groter moet zijn dan 1 m* . Alleen in dat geval kunnen de diverse referentietekens op het bord, zoals de wegreferenties A4, A13, A15 en A20 en ook de plaatsnaam "ROTTERDAM" dusdanig groot worden aangebracht dat ze in één oogopslag door een weggebruiker kunnen worden waargenomen.

Het in figuur 1 getoonde bord geeft informatie omtrent de geografi-15 sche ligging van de diverse wegen waarbij bij voorkeur gekozen wordt voor een altijd noord-zuid georiënteerde weergave. Met andere woorden, gezien als plattegrond zou de noordpijl naar boven wijzen. Het paneel geeft verder informatie omtrent de plaats waar zich de toeritten/afrit-ten van het wegenstelsel bevinden. In deze kale vorm geeft het bord 20 echter geen informatie omtrent de eventuele verkeersdichtheid op bepaalde weggedeelten.

In overeenstemming met de uitvinding worden nu naast althans een deel van de lijnstukken waarmee op het paneel de wegen worden aangeduid indicatiemiddelen aangebracht waarmee op zichtbare wijze de betreffende 25 wegdelen kunnen worden gemarkeerd.

In figuur 2 is een deel van de plattegrond uit figuur 1 vergroot weergegeven. De diverse, door lijnstukken weergegeven wegdelen zijn aangeduid met de referentiecijfers 10, 12, 14, 15, 18 en 20. Tussen deze weggedeelten bevinden zich telkens de punten waar toeritten/afritten het 30 op- en afrijden van de weg mogelijk maken. Deze toerit/afritpunten zijn aangeduid met 22, 24, 26, 28, 30 en 32.

Naast elk weggedeelte zijn indicatiemiddelen aangebracht. Naast de wegsectie 10 zijn bijvoorbeeld de indicatiemiddelen 10a en 10b aangebracht, elk aan een andere zijde van de wegsectie 10. Langs de wegsectie 35 12 zijn de indicatiemiddelen 12a en 12b aangebracht, enz. Deze indica tiemiddelen kunnen door elektrische stuursignalen vanuit een passieve toestand in een actieve toestand worden geschakeld. Bij voorkeur zijn de markeringen in de passieve toestand niet of nauwelijks voor een wegge- 1004641 4 bruiker zichtbaar terwijl ze in de passieve toestand juist zeer goed zichtbaar zijn. Bij voorkeur is de kleur van de indicatiemiddelen in de geactiveerde toestand verschillend van de andere op het paneel gebruikte kleuren. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de achtergrond van het 5 paneel blauw, zijn de wegen en toe- en afritpunten wit en zijn de indicatiemiddelen in de passieve toestand donker gekleurd, waarmee ze voor het oog van de weggebruiker ten opzichte van de blauwe achtergrond nauwelijks zichtbaar zijn, en zijn de indicatiemiddelen in de geactiveerde toestand helder rood gekleurd en bij voorkeur sterk oplichtend.

10 Alle indicatie-elementen 10a, 10b, 12a, 12b, ..., 20a, 20b, zijn verbonden met een stuureenheid 30 die aan elk van deze elementen een stuursignaal voor het al dan niet bekrachtigen van het betreffende element kan toevoeren. Dit is in figuur 3 schematisch weergegeven. Op zijn beurt is de stuureenheid 30 gekoppeld met een dataontvanger 32. Deze 15 dataontvanger ontvangt gegevens van een centrale post 34. Bij voorkeur wordt daarvoor een draadloze communicatieweg gebruikt, hetgeen in de figuur schematisch met de antennesymbooltjes is weergegeven, maar eventueel kan ook een draad gebonden communicatieverbinding worden gerealiseerd. In de centrale post 34 komen alle meldingen binnen over de ver-20 keersdrukte op de diverse wegen. Op grond van deze meldingen wordt met een zekere regelmaat, bijvoorbeeld elke 5 minuten, een boodschap samengesteld die over de communicatieverbinding wordt overgedragen naar de ontvanger 32 en wordt opgeslagen in de stuureenheid 30. Op grond van deze boodschap zorgt de stuureenheid 30 voor het aansturen van de diver-25 se indicatie-elementen 10a, 10b, ... 20b, zodanig dat die indicatie-elementen, die gepositioneerd zijn langs wegsecties waar filevorming of traag rijdend verkeer aanwezig is gaan oplichten. In plaats van continu oplichten is het ook mogelijk om gebruik te maken van knipperende indicatiemiddelen, die in een bepaald ritme aan en uitgeschakeld worden.

30 Omdat in de voorkeursuitvoeringsvorm de indicatiemiddelen aan beide zijden van de weg zijn aangebracht kan door het selectief aansturen van deze indicatiemiddelen ook aangegeven worden in welke rijrichting de filevorming is opgetreden.

Op grond van de zichtbare informatie kan een weggebruiker die zich 35 bevindt ter plaatse van de pijl en die dus de ring rond Rotterdam nadert, eventueel nog een keuze maken of hij deze ring linksom danwel rechtsom gaat berijden, om een eventuele file daardoor juist te missen.

Figuur 4 toont schematisch de wijze waarop een paneel volgens de 1004641 5 uitvinding boven of naast de weg kan worden geplaatst. Het paneel 1 is bevestigd aan een steunstructuur 40 zodanig dat het paneel 1 zich op een voldoende hoogte bevindt om door weggebruikers als van enige afstand goed te kunnen worden waargenomen. Dergelijke steunstructuren in de vorm 5 van portalen en dergelijke zijn op zich bekend en zullen niet nader worden besproken. Het paneel volgens de uitvinding is voorzien van bevestigingsmiddelen waarmee het paneel 1 aan de steunstructuur 40 kan worden bevestigd. In figuur 4 zijn deze bevestigingsmiddelen schematisch met 46a, 46b weergegeven. Het kiezen en toepassen van geschikte bevesti-10 gingsmiddelen wordt binnen het bereik van de vakman geacht en zal derhalve ook niet nader worden toegelicht.

De gehele installatie kan uit het lichtnet worden gevoed in welk geval natuurlijk een lichtnetaansluiting in de buurt van de installatie aanwezig moet zijn. Bij voorkeur is verder een noodstroomvoorziening 15 aanwezig in de vorm van een accu met bijbehorend laadapparaat.

Aan de structuur 40 is een behuizing 42 bevestigd, waarin de accu met bijbehorend laadapparaat kan worden opgeborgen. Dit laadapparaat kan worden aangesloten op het 220 Volt-net. In dat geval moet uiteraard een 220 Volt-aansluiting in de nabijheid van de structuur 40 worden gereali-20 seerd. Het is echter ook mogelijk om het laadapparaat aan te sluiten op bijvoorbeeld een zonnecellenpaneel 44, dat op een geschikte plaats en in een geschikte stand aan de steunstructuur 40 kan worden bevestigd. Schematisch is dit in figuur 4 weergegeven.

De stuureenheid 30 en de ontvanger 32 kunnen met gebruikmaking van 25 geïntegreerde schakelingen dusdanig klein uitgevoerd worden dat ze gemakkelijk in het paneel 1 kunnen worden ingebed danwel op een van de oppervlakken van het paneel 1 kunnen worden bevestigd. Ook dit wordt binnen het bereik van de vakman geacht.

De markeringselementen 10a, 10b, ... 20b kunnen bestaan uit lang-30 werpige lichtbronnen zoals fluorescentiebuizen en dergelijke, maar kunnen ook bestaan uit reeksen lampen, LED's, of andere bestuurbare lichtgevende elementen. Ook het gebruik van glasvezels of andere optische lichtgeleiders komt in aanmerking. Daarnaast is het mogelijk om gebruik te maken van indicatie-elementen die bestaan uit kleurstoffen die onder 35 invloed van bepaalde straling gaan oplichten en een stralingsbron in de nabijheid van het paneel waarmee de kleurstoffen kunnen worden geactiveerd. De betreffende stralingsbron kan dan boven het paneel 1 op zekere afstand daarvan worden gemonteerd. Bij bekende richtingaanwijsborden en 1004641 « 6 dergelijke wordt vaak gebruik gemaakt van een lamp die boven het bord geplaatst is om het bord 's avonds te verlichten. Eventueel kan de bovengenoemde stralingsbron met deze lamp worden gecombineerd of tezamen met deze lamp in een gecombineerd armatuur worden ondergebracht. In 5 figuur 4 is deze lampcombinatie aangeduid met het referentiecijfer 48.

Voor de bestuurbare markeringen kan ook gebruik gemaakt worden van mechanisch veranderlijke elementen. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld roteerbare elementen die in een eerste stand een eerste kleur vertonen en in een tweede stand, bijvoorbeeld 180° gedraaid, een andere kleur 10 laten zien. Het gebruik van mechanisch veranderlijke elementen in indi-catiepanelen is overigens op zichzelf bekend en het kiezen van geschikte elementen wordt binnen het bereik van de vakman geacht.

Verder verdient het de voorkeur dat het paneel althans aan de voorzijde is voorzien van een waterdichte en lichtdoorlatende laag om de 15 invloed van weer en wind op het bord zo veel mogelijk uit te sluiten.

1004641

Claims (14)

1. Indicatiepaneel voor het verschaffen van verkeersinformatie aan weggebruikers, omvattende een plaat waarop een plattegrond van wegen 5 zichtbaar is waarbij naast deze wegen, of een deel daarvan, indicatie-middelen zijn aangebracht waarmee op zichtbare wijze delen van wegen en/of richtingen kunnen worden gemarkeerd en verder omvattende een stuureenheid voor het genereren van stuursignalen voor het aansturen van de indicatiemiddelen en een communicatie-ontvanger waarmee via een 10 communicatiekanaal instructies voor de stuureenheid kunnen worden ontvangen, met het kenmerk, dat de oppervlakte van de plaat groter is dan 0,5 m.

2. Indicatiepaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 15 paneel voorzien is van montagemiddelen waarmee het paneel aan een steun- constructie boven of naast een weg kan worden bevestigd.

3. Indicatiepaneel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het paneel voorzien is van een batterij of accu waarmee het paneel gedurende 20 enige tijd van vermogen kan worden voorzien.

4. Indicatiepaneel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het paneel voorzien is van een oplader voor het opladen van de batterij of accu. 25

5. Indicatiepaneel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de oplader gekoppeld is met een zonnecellenpaneel.

6. Indicatiepaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 30 paneel voorzien is van middelen waarmee de wegen, en meer in het bijzonder de rijrichtingen op de plattegrond oplichtend kunnen worden gemarkeerd .

7. Indicatiepaneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ge-35 noemde middelen bestaan uit kleurstoffen die onder invloed van bepaalde straling gaan oplichten en een stralingsbron in de nabijheid van het paneel waarmee de kleurstoffen kunnen worden geactiveerd. 1004641

8. Indicatiepaneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de genoemde middelen bestaan uit indicatiemiddelen van dezelfde soort als de indicatiemiddelen waarmee op zichtbare wijze de delen van wegen kunnen worden gemarkeerd, en dat een verdere stuureenheid aanwezig is waarmee 5 deze verdere indicatiemiddelen worden geactiveerd zodra de sterkte van het omgevingslicht daalt onder een bepaalde waarde.

9. Indicatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de indicatiemiddelen worden gevormd door elementen waarvan de 10 kleur kan veranderen tussen een kleur die weinig of niet verschilt van de achtergrondkleur van de plaat en een voor de weggebruikers duidelijk zichtbare signaalkleur.

10. Indicatiepaneel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de sig-15 naalkleur een rode kleur is.

11. Indicatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de indicatiemiddelen meer dan twee kleuren kunnen aannemen.

12. Indicatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de indicatiemiddelen bestaan uit lichtgevende elementen.

13. Indicatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bestuurbare markeringen bestaan uit mechanisch verander- 25 lijke elementen.

14. indicatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel althans aan de voorzijde is voorzien van een waterdichte en lichtdoorlatende laag. 30 ***** 1004641