NL1004261C2

NL1004261C2 - Bulk laundry items sorting - by transporting on conveyor clamps past a reading station

Info

Publication number: NL1004261C2
Application number: NL1004261A
Authority: NL
Inventors: Petrus Bernardus Jose Lieshout
Original assignee: Lelie Tiel B V De
Priority date: 1996-10-11
Filing date: 1996-10-11
Publication date: 1997-06-10
Also published as: NL1004261A1

Abstract

A method for receiving and sorting laundry supplied in bulk comprises placing the articles (7) in individual conveyor holders, e.g. clamps (10), driven on a rail, carrying the articles singularly along a reading station (60) at suitable intervals in series, determining for each article a washing method, using the data from the reading station to control the operation by a sorting means (61) of the transport means (5).

Description

Transportklem voor te wassen kledingstukken.Transport clamp for garments to be washed.

De uitvinding heeft betrekking op een transportklem voor te wassen of te reinigen kledingstukken.The invention relates to a transport clamp for garments to be washed or cleaned.

In industriële wasserijen worden vuile kledingstukken in bulk en ongesorteerd aangevoerd, met behulp van 5 vracht- of bestelwagens waarin de kledingstukken in was-zakken vervoerd worden. Deze waszakken kunnen zijn opgenomen in rolcontainers, die van verschillende klanten of van een zelfde klant afkomstig kunnen zijn. Het gaat hierbij om (uniforme) beroepskleding, zoals bedrijfskleding, zoals 10 overalls, kleding van supermarktketens, en/of dienstkledij zoals van instellingen, zoals ziekenhuizen, en om bovenkleding, zoals pantalons, overjassen, van patiënten uit instellingen en tehuizen.In industrial laundries, dirty garments are delivered in bulk and unsorted, using 5 trucks or vans in which the garments are transported in laundry bags. These laundry bags can be contained in roll containers, which can come from different customers or from the same customer. This concerns (uniform) professional clothing, such as corporate clothing, such as 10 overalls, clothing from supermarket chains, and / or service clothing such as from institutions, such as hospitals, and outer clothing, such as trousers, overcoats, from patients from institutions and homes.

De waszakken met te wassen kledingstukken worden 15 neergezet bij een innamestation, waar de kledingstukken door arbeiders met de hand opgepakt worden om geïnspecteerd te worden op de aanwezigheid van een eigenaar- of huurderlabel en op lege zakken gecontroleerd te worden. De kledingstukken worden daarna op basis van de kennis van de 20 arbeider met betrekking tot het vereiste wasproces voor dat kledingstuk, zonodig aangevuld met informatie op een in het kledingstuk aanwezig waslabel, in één van een aantal voor verschillende wasprocessen gereedgehouden zakken of containers gegooid, hetgeen een nogal onbeheerst 25 proces is. Nadat de containers gevuld zijn worden deze 1004261 2 naar een voor het geschikte wasproces ingestelde wasmachine getransporteerd, alwaar de kledingstukken overgebracht kunnen worden in de wasmachine.The laundry bags with garments to be washed are placed at an intake station, where the garments are hand picked by workers to be inspected for the presence of an owner or tenant label and checked for empty bags. The garments are then tossed into one of a number of bags or containers prepared for different washing processes, based on the knowledge of the worker regarding the required washing process for that garment, supplemented, if necessary, by information on a washing label contained in the garment. is a rather out of control process. After the containers have been filled, they are transported to a washing machine set for the suitable washing process, where the garments can be transferred to the washing machine.

Bij deze bekende ontvangst- en sorteermethoden 5 komt het nogal eens voor dat een kledingstuk niet in de juiste container terecht komt en in een foute container valt of zelfs naast de containers. De kans op fouten is groot wanneer ter plaatse van het innamestation meerdere arbeiders tegelijk werken. De banen van gegooide kleding-10 stukken zullen elkaar dan vaak kunnen kruisen, met sor-teerfouten als gevolg. Bovendien kan de arbeider een onjuiste beoordeling maken van het gewenste wasproces, waardoor kledingstukken fout gesorteerd worden.With these known reception and sorting methods 5 it often happens that a garment does not end up in the correct container and falls into an incorrect container or even next to the containers. There is a high risk of errors if several workers work at the location of the intake station at the same time. The webs of flung garments will then often be able to intersect, resulting in sorting errors. In addition, the worker may make an incorrect assessment of the desired washing process, causing garments to be sorted incorrectly.

Volgens een meer recente ontvangst- en sorteer-15 methode, worden door de arbeiders de met de hand opgepakte kledingstukken na de bovengenoemde controle op een band-transporteur of een verzamelbak gegooid, die op een aantal plaatsen voorzien is van intrekbare gedeelten, die gelegen zijn boven evenzovele verdere transporteurs, die leiden 20 naar de verschillend ingestelde wasbehandelingsmachines of boven verdere transportbakken- of -zakken. De kledingstukken kunnen hierbij voorzien zijn van een transponder, in het algemeen een chip, van waaraf een individueel kleding-stuknummer gelezen kan worden met behulp van een geschikte 25 leesinrichting. Deze leesinrichting is gekoppeld met een database waarin allerhande gegevens zoals eigenaar/huur-der, gebruiker van het kledingstuk, het soort kledingstuk, datum aanschaf, geschikt wasproces enzovoorts, ingevoerd zijn, telkens gekoppeld met het individuele kledingstuk-3 0 nummer. Een regel inrichting zorgt er dan op basis van de informatie van de leesinrichting/database voordat het juiste gedeelte van de bandtransporteur of een verzamelbak ingetrokken wordt of dat een geïdentificeerd kledingstuk op de juiste verdere transporteur terecht komt om vervoerd 35 te worden naar de juiste wasmachine.According to a more recent reception and sorting method, the workers, after the above check, throw the hand-picked garments on a belt conveyor or a collection bin, which in some places is provided with retractable parts, which are located above as many further conveyors, which lead to the differently adjusted washing treatment machines or above further transport bins or bags. The garments can herein be provided with a transponder, generally a chip, from which an individual garment number can be read by means of a suitable reading device. This reading device is linked to a database in which all kinds of data such as owner / tenant, user of the garment, type of garment, date of purchase, suitable washing process, etc. are entered, each time linked to the individual garment number. On the basis of the information from the reader / database, a control device then ensures that the correct part of the belt conveyor or a collecting bin is withdrawn or that an identified garment ends up on the correct further conveyor for transport to the correct washing machine.

Voor een goede werking van dat systeem is het noodzakelijk dat de kledingstukken na elkaar langs de 1004261 3 leesinrichting gevoerd worden en na elkaar aangeboden worden aan de sorteerinrichting. Er moeten op het inkomst-constrolestations echter meerdere personen tegelijk bezig kunnen zijn met het van de stapels of uit de waszakken 5 halen van de vuile kledingstukken en het op de aan het transportsysteem, in het bijzonder bandtransporteurs of verzamelbakken leggen of werpen daarvan. Ondanks afspraken tussen die op het inkomststation werkende personen komt het toch vaak voor dat kledingstukken min of meer tegelijk 10 op een bandtransporteur of een verzamelbak terecht komen en althans deels samenvallen. Door deze opeenhoping of samenvalling liggen de chips te dicht bij elkaar en is de kans groot dat één van de samenvallende kledingstukken fout of niet opgemerkt wordt door de leesinrichting en dat 15 in de sorteerstap daarna tenminste één van de kledingstukken fout gesorteerd wordt.In order for this system to function properly, it is necessary that the garments are passed one after the other along the 1004261 3 reader and are presented one after the other to the sorter. However, it must be possible for several persons at the entrance check stations to be busy simultaneously removing the dirty garments from the stacks or from the laundry bags 5 and placing them on the conveying system, in particular belt conveyors or collection bins. Despite agreements between those persons working at the entry station, it often happens that garments more or less end up on a belt conveyor or a collecting bin at the same time and at least partly coincide. Due to this build-up or coincidence, the chips are too close to each other and there is a high probability that one of the coincident garments is incorrectly or not noticed by the reading device and that at least one of the garments is subsequently incorrectly sorted in the sorting step.

Een gevolg is dat men door de onvolkomen identificatie geen volmaakt zicht meer kan hebben op de gang van de kledingstukken. Hoewel een kledingstuk, dat niet ge-20 identif iceerd is, wel een wasproces doorloopt, zal de binnenkomst in de wasserij van dat kledingstuk niet geconstateerd zijn door de leesinrichting en derhalve niet doorgegeven zijn aan de daarmee gekoppelde centrale database. Een ander gevolg is dat kledingstukken, doordat zij 25 een fout wasproces ondergaan, ongeschikt worden voor verder gebruik of niet voldoende gewassen worden, hetgeen tot klachten kan leiden bij de afnemers. Bovendien kan de opeenhoping bij het sorteerstation leiden tot opeenhoping en vastlopen van machinedelen, waardoor het aanvoerproces 30 tijdelijk komt stil te vallen.As a result, imperfect identification means that it is no longer possible to have a perfect view of the course of the garments. Although a garment, which has not been identified, does go through a washing process, the entry into the laundry of that garment will not have been detected by the reader and therefore will not have been passed on to the associated central database. Another consequence is that garments, because they undergo an incorrect washing process, become unsuitable for further use or are not washed sufficiently, which can lead to complaints by customers. Moreover, the accumulation at the sorting station can lead to accumulation and seizure of machine parts, as a result of which the supply process 30 comes to a temporary standstill.

De Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155 heeft hierin verbetering gebracht met een werkwijze waarbij de kledingstukken in bulk en ongesorteerd aangevoerd worden en middels transportmiddelen van de plaats van inname 35 langs een leesstation gevoerd worden met behulp waarvan de voor het betreffende kledingstuk gekozen en vereiste wasbehandeling vastgesteld wordt, waarna de transportmid-The Dutch patent application 1,000,155 has improved this with a method in which the garments are supplied in bulk and unsorted and are transported by means of transport from the place of intake to a reading station, by means of which the washing treatment selected and required for the garment in question is determined. , after which the means of transport

1 00426H1 00426H

4 delen door de door gegevens van het leesstation geregelde sorteermiddelen bediend worden om de kledingstukken te groeperen naar soort wasbehandeling, waarbij de kledingstukken bij inname in aan een rail voortbewogen transport-5 houders geplaatst worden en de kledingstukken uniek en in serie, in de individuele transporthouders, langs het leesstation gevoerd worden, op geschikte tussenafstanden.4 parts are operated by the sorting means controlled by data from the reading station to group the garments according to the type of washing treatment, the garments being placed in transport containers moved on a rail and the garments unique and in series, in the individual transport containers , along the reading station, at suitable intervals.

Door de kledingstukken bij inname in transporthouders te plaatsen worden op dat moment de kledingstukken 10 van elkaar gescheiden en zullen zij bij verder transport van elkaar gescheiden blijven, zowel wanneer zij langs het leesstation gevoerd worden als wanneer zij door de sorteermiddelen behandeld worden. Meerdere personen kunnen aan het innamestation blijven werken zonder op elkaar te 15 hoeven te letten om het samenvallen van kledingstukken te voorkomen. Elke persoon in het innamestation kan kledingstukken in opeenvolging van de bulk afhalen en plaatsen in transporthouders, waarna op zich bekende geschikte toe-voermiddelen ervoor zorgen dat van verschillende aanvoer-20 lijnen afkomstige transporthouders achter elkaar op een centrale lijn gezet worden.By placing the garments upon receipt in transport containers, the garments 10 are then separated from each other and will remain separated from each other during further transport, both when they are passed along the reading station and when they are treated by the sorting means. Several people can continue working at the intake station without having to pay attention to each other to prevent clothing from falling together. Each person in the intake station can collect clothes in succession from the bulk and place them in transport containers, after which suitable supply means known per se ensure that transport containers from different supply lines are placed one after the other on a central line.

Bij voorkeur worden daarbij de kledingstukken individueel opgehangen aan in serie langs een rail voortbewogen transportklemmen. De transportklemmen worden 25 daarbij bij voorkeur zodanig gehanteerd, dat de klemope-ningen in hoofdzaak verticaal gericht zijn. Hierdoor zal niet alleen, zoals verderop uitgelegd zal worden, het invoeren van de kledingstukken bevorderd worden, doch ook het lossen van de kledingstukken op de juiste plaats.Preferably, the garments are individually hung on transport clamps advanced in series along a rail. The transport clamps are preferably handled in such a way that the clamping openings are directed substantially vertically. This will not only promote, as will be explained later, the introduction of the garments, but also the unloading of the garments in the right place.

30 Doordat de kledingstukken individueel in serie, bij voorkeur hangend aan transportklemmen langs een centrale rail getransporteerd worden, zijn meerdere sorteer-wijzen mogelijk. Volgens een eerste ontwikkeling van die werkwijze wordt gesorteerd doordat benedenstrooms het 35 leesstation een aantal kledingstukbakken of -zakken opgesteld staan waarover de transporthouders, in het bijzonder transportklemmen, bewogen worden, waarbij de sorteermidde- 1004261 5 len, in afhankelijkheid van de afstand tot het leesstation en de transportsnelheid of van een telling van langs het leesstation en de sorteermiddelen gepasseerde houders, en van de aflezing van het leesstation de transporthouders 5 bedienen boven de juiste kledingstukbak. Elke kledingstuk-bak is toegewezen aan een bepaald wasproces of een bepaald soort kledingstuk.Since the garments are individually transported in series, preferably suspended from transport clamps, along a central rail, several sorting methods are possible. According to a first development of that method, sorting is carried out in that a number of garment bins or bags are arranged downstream of the reading station over which the transport containers, in particular transport clamps, are moved, the sorting means being dependent on the distance to the reading station. and the transport speed or a count of containers passed along the reading station and the sorting means, and of the reading from the reading station operating the transport containers 5 above the correct garment bin. Each garment bin is assigned to a specific washing process or type of garment.

Volgens een tweede ontwikkeling van die werkwijze laat men benedenstrooms van het leesstation de centrale 10 transportbaan zich vertakken in tenminste een aantal parallelle, aan verschillende wasprogramma's toewijsbare transportbanen en worden de houders in afhankelijkheid van de aflezing van de afstand tot het leesstation en de transportsnelheid of de voornoemde telling naar de juiste 15 transportbanen gestuurd. Deze transportbanen kunnen direct leiden naar de juiste wasmachine of opgesteld zijn boven een of meer kledingstukbakken of -zakken, zodat de kledingstukken aldaar door bediening van de houders afgegeven kunnen worden.According to a second development of that method, the central transport path is branched downstream of the reading station into at least a number of parallel transport paths which can be assigned to different washing programs and the containers are changed depending on the reading of the distance to the reading station and the transport speed or the aforementioned count was sent to the correct 15 conveyors. These conveyor tracks can lead directly to the correct washing machine or be arranged above one or more garment bins or bags, so that the garments can be delivered there by operating the containers.

20 Een combinatie van beide systemen is mogelijk.20 A combination of both systems is possible.

Hierbij valt te denken aan het onder de parallelle transportbanen plaatsen van een serie kledingstukbakken, die voor hetzelfde wasproces bestemd zijn doch opgesteld zijn om de aansluiting op het wasproces flexibeler te kunnen 25 laten zijn.This may include placing a series of garment bins under the parallel conveyor belts, which are intended for the same washing process but which are arranged so that the connection to the washing process can be more flexible.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportklem voor kledingstukken, die onder meer geschikt is voor het uitvoeren van de voornoemde werkwijze volgens Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155.The present invention relates to a transport clamp for garments, which is suitable, inter alia, for carrying out the aforementioned method according to Dutch patent application 1,000,155.

30 Bij het tot nu bekende aanvoer- en sorteersys- teem voor vuile kledingstukken kon elk kledingstuk, welke aard en vorm dit ook had, zonder meer op de bandtranspor-teur of een verzamelbak gelegd worden. Wanneer bestaande transportklemmen gebruikt worden in het nieuwe systeem 35 volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155, dan kunnen problemen optreden wanneer met de transportklemmen kledingstukken van diverse aard getransporteerd dienen te 1004261 6 worden. Hierbij valt de denken aan enerzijds overjassen en broeken en anderzijds shirts. Bestaande transportklemmen zijn niet in staat om in voorkomende gevallen beide soorten kledingstukken probleemloos en betrouwbaar, hangend 5 aan de rail, van innamestation naar sorteerstation te transporteren en aldaar op betrouwbare wijze bediend te kunnen worden om het kledingstuk op de juiste plaats af te geven.In the hitherto known supply and sorting system for dirty garments, any garment, whatever its nature and shape, could simply be placed on the belt conveyor or a collecting tray. When existing transport clamps are used in the new system 35 according to Dutch patent application 1,000,155, problems can arise when garments of various kinds are to be transported with the transport clamps. This includes overcoats and trousers on the one hand and shirts on the other. Existing transport clamps are unable to transport both types of garments without problems and reliably, hanging on the rail, from intake station to sorting station and there can be reliably operated there to deliver the garment in the right place.

De uitvinding heeft nu tot doel hierin verbete-10 ring te brengen en verschaft daartoe een transportklem voor te wassen kledingstukken, omvattend een trolley voor ondersteuning op een transportrail, een eerste klem en een scharnierbare tweede klem, die middels verbindingsmiddelen verbonden zijn met de trolley, waarbij de eerste klem en 15 de tweede klem een gemeenschappelijk klemvlak bepalen en daarboven een opneemruimte voor een bovenste deel van een te klemmen kledingstuk bepalen, waarbij de eerste klem vormgegeven is om boven het klemvlak terug te wijken voor het mede bepalen van de opneemruimte.The object of the invention is now to improve this and to that end provide a transport clamp for garments to be washed, comprising a trolley for support on a transport rail, a first clamp and a hinged second clamp, which are connected to the trolley by means of connecting means, wherein the first clamp and the second clamp determine a common clamping surface and above this define a receiving space for an upper part of a garment to be clamped, wherein the first clamp is designed to recede above the clamping surface for co-determining the receiving space.

20 De opneemruimte verschaft ruimte aan het gedeel te van welk kledingstuk (broek, trui, enzovoort) dan ook dat boven het klemvlak gelegen is. Het genoemde bovenste gedeelte van dat kledingstuk zal in het gedeelte van de opneemruimte gevormd door het terugwijkende gedeelte van 25 de eerste klem in hoofdzaak buiten de zwaaibaan van het uiteinde van de tweede klem gelegen zijn wanneer deze bediend wordt om het kledingstuk af te geven.The receiving space provides space for the portion of any garment (pants, sweater, etc.) located above the clamping surface. Said upper portion of that garment will be located substantially outside the swing path of the end of the second clamp in the portion of the receiving space formed by the receding portion of the first clamp when it is operated to deliver the garment.

Deze betrouwbare werking wordt nog verder verhoogd, doordat in een eenvoudige voorkeursuitvoering van 30 de tweede klem, op afstand van het klemoppervlak, bij voorkeur aan het tegengestelde eind van die klem voorzien is van een nok, die geschikt is om aangegrepen te worden door vast opgestelde nokbedieningsmiddelen bij beweging van de transportklem daarlangs, waardoor het aantal bewe-35 gende delen in de transportklem tot een minimum beperkt is. Stof afkomstig van de kledingstukken en delen van de kledingstukken zelf zullen daardoor een goede werking van 1004261 7 de transportklemmen nauwelijks in de weg kunnen gaan staan.This reliable operation is increased even further in that in a simple preferred embodiment of the second clamp, at a distance from the clamping surface, preferably at the opposite end of that clamp, there is provided with a cam, which is suitable to be engaged by fixed arrangement cam operating means upon movement of the transport clamp therealong, thereby minimizing the number of moving parts in the transport clamp. As a result, dust from the garments and parts of the garments themselves will hardly be able to hinder the proper functioning of the transport clamps.

Bij voorkeur zijn de beide klemmen vormgegeven om boven het klemvlak, dat wil zeggen het (verticale) vlak 5 waarin de beide klemdelen in ongeladen toestand contact met elkaar zullen maken, terug te wijken om de opneemruim-te te bepalen. Aldus kan een opneemruimte van maximale grootte verschaft worden.Preferably, the two clamps are designed to deviate above the clamping surface, that is to say the (vertical) surface 5 in which the two clamping parts will make contact with each other in unloaded condition, in order to determine the receiving space. Thus, a maximum size receiving space can be provided.

Bij voorkeur is de opneemruimte enigszins in 10 horizontale richting naar de eerste klem toe versprongen gelegen ten opzichte van het klemvlak. Wanneer de eerste klem vast is aangebracht wordt hierdoor het bovenste gedeelte van het kledingstuk op zekere wijze buiten de zwaaibaan van de tweede klem gehouden, waardoor het inste-15 ken in transportklemmen en het daaruit lossen op zeer betrouwbare wijze plaats kan vinden.Preferably, the receiving space is offset in a horizontal direction towards the first clamp relative to the clamping surface. When the first clamp is fixed, the upper part of the garment is hereby kept in a certain way outside the swing path of the second clamp, so that insertion into transport clamps and the unloading therefrom can take place in a very reliable manner.

De uitvinding zal nu verduidelijkt worden aan de hand van de in de bij gevoegde tekening weergegeven voor-beelduitvoeringen. Getoond wordt in: 20 figuur 1 een bovenaanzicht van een inrichting waarmee de werkwijze volgens Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155 uitgevoerd kan worden; figuur 2 een aanzicht van het gedeelte van het innamestation waar de kledingstukken op transportklemmen 25 gestoken worden; figuur 3 een schematische weergave van een mogelijke uitvoering van een sorteerstation in de genoemde werkwijze volgens Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155; figuur 4 een vooraanzicht van een transportklem 30 volgens de uitvinding; en figuur 5 een isometrisch aanzicht op de transportklem van figuur 4.The invention will now be elucidated on the basis of the exemplary embodiments shown in the attached drawing. Figure 1 shows a top view of a device with which the method according to Dutch patent application 1,000,155 can be carried out; figure 2 shows a view of the part of the intake station where the garments are put on transport clamps 25; figure 3 shows a schematic representation of a possible embodiment of a sorting station in the said method according to Dutch patent application 1,000,155; figure 4 shows a front view of a transport clamp 30 according to the invention; and Figure 5 is an isometric view of the transport clamp of Figure 4.

In het bovenaanzicht van figuur 1 is links de aanvoerzijde en rechts de sorteerzijde weergegeven. Door 35 personen 2 worden vuile kledingstukken, gereedgehouden in waszakken in rolcontainers 4, die met bijvoorbeeld een bestelwagen aangevoerd zijn, vanuit legbakken 3 opgehangen 1004261 8 aan transportklemmen 10 (zie figuur 2) . De kledingstukken 7 worden vervolgens individueel hangend aan individuele transportklemmen 10, langs overheadtransporteurs 5a en 5b naar een wissel 6 gevoerd, waarbij de overheadtranspor-5 teurs 5a en 5b samen komen in een centrale overheadtrans-porteur 5. Door middel van niet weergegeven, doch de deskundige bekende middelen, worden de transportklemmen 10, hangend aan de overheadtransporteur 5a voortbewogen. De centrale overheadtransporteur 5 voert door een leessta- 10 tion 60 en vervolgens naar sorteerstation 61 met wissel 11, waar de overheadtransporteur 5 gesplitst wordt in een overheadtransporteur 5c en een overheadtransporteur 5e, van welke laatste overheadtransporteur ter plaatse van volgend sorteerstation 61 met wissel 11 een derde overhe- 15 adtransporteur 5d afgetakt wordt. Ter plaatse van een afgiftestation beneden de overheadtransporteurs 5c, 5d en 5e staan kledingstukbakken 13 opgesteld, die verrijdbaar zijn om de daarin opgenomen kledingstukken volgens pijlen W naar het voor die kledingstukken geschikte wasproces te 20 brengen.The top view of figure 1 shows the supply side on the left and the sorting side on the right. Dirty garments, kept ready in washing bags in roll containers 4, which are supplied with, for instance, a delivery van, are hung from storage trays 10 by transport persons 10 by 35 persons 2 (see figure 2). The garments 7 are then individually suspended from individual conveyor clamps 10, passed overhead conveyors 5a and 5b to a switch 6, the overhead conveyors 5a and 5b coming together in a central overhead conveyor 5. By means of not shown, but the skilled in the art, the transport clamps 10 are advanced suspended from the overhead conveyor 5a. The central overhead conveyor 5 passes through a reading station 60 and then to sorting station 61 with point 11, where the overhead conveyor 5 is split into an overhead conveyor 5c and an overhead conveyor 5e, of which last overhead conveyor at the next sorting station 61 with point 11 has a third top conveyor 5d is branched. At a delivery station below the overhead conveyors 5c, 5d and 5e, garment trays 13 are arranged which are movable to bring the garments contained therein according to arrows W to the washing process suitable for those garments.

Op schematische wijze is weergegeven dat de overheadtransporteurs 5c, 5d en 5e benedenstrooms van de plaats waar de kledingstukken afgegeven zijn uit de transportklemmen 10 overgaan in over-headtransporteurs 8c, 8d 25 en 8e, die ter plaatse van samenvoegers of doseerders 6 samenkomen om een centrale terugvoertransporteur 8 voor de transportklemmen te vormen, welke terugvoertransporteur 8 ter plaatse van een wissel 11 weer gesplitst wordt in terugvoertransporteurs 8a en 8b die eindigen in buffers 9 3 0 voor de transportklemmen, direct nabij de plaats waar de personen 2 de kledingstukken in de transportklemmen hangen. De terugvoertransporteur 8 kan gelijk zijn uitgevoerd aan de overheadtransporteur 5, doch alternatief eenvoudiger en behoeft, omdat geen kledingstukken gedragen hoeven 35 te worden, niet noodzakelijkerwijs hoog boven een ondergrond gelegen te zijn.It is shown schematically that the overhead conveyors 5c, 5d and 5e downstream of the place where the garments have been dispensed from the conveyor clamps 10 merge into over-head conveyors 8c, 8d 25 and 8e, which converge at a location of assemblers or dosers 6 around a central to form a return conveyor 8 for the transport clamps, which return conveyor 8 is split again at the location of a switch 11 into return conveyors 8a and 8b which end in buffers 9 3 0 for the transport clamps, immediately near the place where the persons 2 hang the garments in the transport clamps . The return conveyor 8 may be similar to the overhead conveyor 5, but alternatively simpler and, since no garments need to be worn, it does not necessarily have to be high above a surface.

In bedrijf hangen de transportklemmen 10 gereed 1004261 9 in buffer 9, die neerwaarts voert naar de plaats (zie figuur 2) waar de persoon 2 staat, met binnen handbereik een bak 3 met kledingstukken 7. De persoon 2 pakt een kledingstuk 7 en kijkt of er een label in aangebracht is.In operation, the transport clamps 10 ready 1004261 9 hang in buffer 9, which leads down to the place (see figure 2) where the person 2 is standing, with a bin 3 containing garments 7 within reach. The person 2 takes a garment 7 and checks whether there is a label in it.

5 Is dat het geval, dat steekt hij met een enkele opgaande beweging het kledingstuk 7 in de transportklem 10, waarna het kledingstuk daarin op zijn eigen gewicht blijft hangen.If this is the case, he inserts the garment 7 into the transport clamp 10 with a single upward movement, whereafter the garment remains suspended thereon at its own weight.

Met 5b worden transportklemmen aangevoerd waarop 10 door de andere persoon 2 kledingstukken 7 gehangen zijn. Ter plaatse van samenvoeger 6 worden op op zich bekende, geschikte wijze de aan de transporteurs 5a en 5b hangende klemmen 10 afwisselend, één voor één, of groepsgewijs op centrale overheadtransporteur 5 overgezet. Aldaar hangen 15 de kledingstukken 7 in serie, hetgeen gerealiseerd wordt onafhankelijk van het tijdstip waarop de personen de kledingstukken in de transportklemmen 10 hebben gehangen.Transport clamps are supplied with 5b on which 10 clothing items 7 are hung by the other person. At the location of the merger 6, the clamps 10 hanging on the conveyors 5a and 5b, which are known per se, are transferred alternately, one by one, or in groups to central overhead conveyor 5. There, the garments 7 hang in series, which is realized independently of the time when the persons have hung the garments in the transport clamps 10.

De kledingstukken 7 zijn voorzien van chips met een individueel, uniek nummer, dat ook in database 63 20 opgenomen is. Het nummer op de chip wordt gelezen in leesstation 60, alwaar de kledingstukken 7 na elkaar, individueel aangeboden worden aan, op zich bekende, lees-middelen daarvoor. Deze leesmiddelen 60 zenden het gelezen nummer aan centrale besturingseenheid 62 die op dat nummer 25 de database 63 raadpleegt. In de database 63 zijn op de nummers van de kledingstukken gegevens opgeslagen met betrekking tot soort wasproces, gebruiker, datum aanschaf, enzovoort. Rekeninghoudend met de tijd die verstrijkt voor de beweging van de transportklemmen 10 tussen de aflees-30 inrichting 60 en de rangeerstations 61, of alternatief op basis van een telling en vergelijking van langs het leesstation en sorteerstation gepasseerde klemmen worden die rangeerstations 61 met wissel 11 bediend door de besturingseenheid 62, in afhankelijkheid van het van de chip 35 gelezen nummer, gekoppeld met de in database 63 opgeslagen informatie over het voor dat nummer ingevoerde vereiste wasproces, om een betreffende transportklem 10 af te geven 1004261 10 aan de overheadtransporteur 5c, 5d of 5e.The garments 7 are provided with chips with an individual, unique number, which is also included in database 63. The number on the chip is read in reading station 60, where the garments 7 are presented individually, one after the other, to reading means known per se therefor. These reading means 60 send the read number to central control unit 62, which consults database 63 at that number 25. In the database 63, the garment numbers contain data relating to type of washing process, user, date of purchase, etc. Taking into account the time that elapses for the movement of the transport clamps 10 between the reading device 60 and the shunting stations 61, or alternatively on the basis of a count and comparison of clamps passed along the reading station and sorting station, those shunting stations 61 are operated with turnout 11 by the control unit 62, depending on the number read from the chip 35, coupled with the information stored in database 63 about the required washing process entered for that number, to deliver a respective transport terminal 10 1004261 to the overhead conveyor 5c, 5d or 5th.

Wanneer daarna de van kledingstukken 7 voorziene transportklemmen 10, hangend aan de overheadtransporteur 5c, 5d of 5e, boven het afgiftestation, rechts weergege-5 ven, zijn aangekomen worden zij geopend met behulp van vast opgestelde klembedieningsmiddelen 14, zodat, zoals weergegeven is in figuur 3, het kledingstuk 7 uit de transportklem 10 valt in een opvangtrechter 12 en daardoorheen in wasbak of waszak 13, die verrijdbaar is.When thereafter the transport clamps 10 provided with garments 7, hanging on the overhead conveyor 5c, 5d or 5e, are shown above the delivery station, on the right, they are opened using fixed clamping means 14, so that, as shown in figure 3, the garment 7 from the transport clamp 10 falls into a receiving hopper 12 and therethrough into a washbasin or laundry bag 13, which is mobile.

10 De bedieningsmiddelen 142 voor het openen van de transportklemmen kunnen voorzien zijn van middelen voor het uitschakelen van een functie, aangestuurd door de regelmiddelen 62, bijvoorbeeld afhankelijk van het door een betreffend bedieningsmiddel 14 afgegeven aantal kle-15 dingstukken 7. Zo kan langs één overheadtransporteur eerst een eerste bak 13 gevuld worden en vervolgens het bedieningsmiddel 14 daarboven buiten werking gesteld worden, zodat de transportklemmen met kledingstukken 7 aankomen bij het volgende bedieningsmiddel 14, benedenstrooms 20 daarvan, om de kledingstukken af te geven aan de daaronder opgestelde bak 13. Het bedieningsmiddel kan bijvoorbeeld een aan één eind scharnierend en parallel aan de rail opgestelde staaf zijn, die aan zijn andere eind verticaal bewogen wordt om in de bewegingsbaan van een klembedie-25 ningsdeel op de klem, zoals een nok, te komen om zo geleidelijk het beweegbare klemdeel te laten verdraaien naar een open stand.The operating means 142 for opening the transport clamps can be provided with means for switching off a function, controlled by the control means 62, for instance depending on the number of clothing items 7 delivered by a respective operating means 14. Thus, one overhead conveyor can pass first a first bin 13 is filled and then the operating means 14 above it are deactivated, so that the transport clamps with garments 7 arrive at the next operating means 14, downstream 20 thereof, in order to deliver the garments to the bin 13 arranged below them. may be, for example, a bar hinged at one end and disposed parallel to the rail, which is vertically moved at its other end to enter the path of movement of a clamp operating part on the clamp, such as a cam, so as to progressively move the movable clamping part rotate to an open position.

In plaats van de bakken 13 kan ook gebruik gemaakt worden van zakken, die aan een volgende hangbaan 30 getransporteerd worden en waarvan de onderkant op automatische wijze geopend kan worden, zoals bekend is in de wasserij techniek.Instead of the bins 13, use can also be made of bags, which are transported on a subsequent suspension track 30 and of which the bottom can be opened automatically, as is known in the laundry technique.

Het zal duidelijk zijn dat het in figuur 1 weergegeven systeem uitgebreid kan worden, bijvoorbeeld 35 door vijf of tien parallelle invoerleidingen 5a, 5b enzovoort op te stellen, die althans samenkomen in één enkele centrale overheadtransporteur die voert door een leesin- 1004261 11 richting. Aldus wordt gewaarborgd dat alle kledingstukken, onafhankelijk van het moment waarop zij in transportklem-men 10 worden gehangen, toch individueel, na elkaar gelezen en gesorteerd worden, zodat storingen en leesfouten zo 5 veel als mogelijk worden vermeden.It will be understood that the system shown in Figure 1 can be extended, for example, by arranging five or ten parallel input lines 5a, 5b, etc., which at least converge in a single central overhead conveyor passing through a reading device. In this way it is ensured that, irrespective of the moment when they are hung in transport clamps 10, all garments are individually read one after the other and sorted, so that malfunctions and reading errors are avoided as much as possible.

In de figuren 4 en 5 zijn de transportklemmen, volgens de uitvinding verticaal hangend aan de transporteurs 5, in detail weergegeven. De tranportklemmen volgens de uitvinding kunnen ook in andere transport-/sorteerin-10 richtingen voor kledingsstukken gebruikt worden.Figures 4 and 5 show the transport clamps, according to the invention vertically suspended from the conveyors 5, in detail. The transport clamps according to the invention can also be used in other transport / sorting devices for clothing.

In de rail 5, die een helmprofiel heeft, is op verrijdbare wijze opgenomen een trolley 20, opgebouwd uit een blok 21, aan weerszijden waarvan assen 23 uitsteken waarop wielen 22 gelagerd zijn. De trolleys 20 worden op 15 geschikte, beheerste onderlinge afstand langs de rail 5 voortbewogen met behulp van een niet weergegeven, van meenemers (pallen) voorziene transportketting of een andere bekend transportmiddel. Transport kan ook plaatsvinden door de rail 5 op afschot te leggen.In the rail 5, which has a helmet profile, a trolley 20, built up from a block 21, is accommodated in a mobile manner, on either side of which axles 23 protrude on which wheels 22 are mounted. The trolleys 20 are advanced at a suitable, controlled mutual distance along the rail 5 by means of a conveyor chain (not shown) provided with carriers (pawls) or another known transport means. Transport can also take place by placing the rail 5 on a slope.

2 0 Van het blok 21 hangt een steel 24 neerwaarts, waarin met behulp van scharnierpen 25 een plaatje 26, op in het verticale vlak draaibare wijze, bevestigd is. Door deze onder meer uit Nederlands octrooi 167.743 bekende ophangwijze voor de klem wordt bereikt dat de klem en 25 daardoor het kledingstuk steeds verticaal blijft hangen, ook wanneer de rail 5 schuin omhoog of omlaag verloopt.A stem 24 hangs down from the block 21, in which a plate 26, which can be rotated in the vertical plane, is fixed by means of hinge pin 25. By means of this suspension method for the clamp, which is known, inter alia, from Dutch patent 167,743, it is achieved that the clamp and thereby the garment always hang vertically, also when the rail 5 is inclined up or down.

Het plaatje 26 is vast met de eigenlijke trans-portklem 10, die gevormd wordt door een in hoofdzaak U-vormig lichaam 49. Het (omgekeerd) U-vormige lichaam 49 3 0 omvat een horizontaal bovenste deel 3 9 en een eerste neerwaarts hangend been 50 en een tweede neerwaarts hangend been 51. Het eerste been 50 is massief en vormt een eerste klemdeel 28. Het tweede been 51 vormt een holte 32, die aan de bovenzijde begrensd is door horizontale rand 33 35 en die plaats biedt aan een om scharnierpen 30 scharnier-baar bevestigd tweede klemdeel 29.The plate 26 is fixed with the actual transport clamp 10, which is formed by a substantially U-shaped body 49. The (inverted) U-shaped body 49 30 comprises a horizontal top part 3 9 and a first downwardly hanging leg 50 and a second leg 51 hanging downwards. The first leg 50 is solid and forms a first clamping part 28. The second leg 51 forms a cavity 32, which is bounded at the top by horizontal edge 33 and which accommodates a pivot pin 30 hingedly mounted second clamping part 29.

Het eerste klemdeel 28 bezit een schuin neer- 1004261 12 waarts gekeerde invoerrand 34, die aan zijn boveneind overgaat in een rand 35, die schuin terugloopt en verder naar boven overgaat in een nog sterker schuin teruglopende rand 36. Deze rand 36 gaat aan zijn boveneind over in een 5 recht omhoog lopende rand 37, die loopt tot het horizontale gedeelte 39 van het U-vormige lichaam 49 om aldaar over te gaan in horizontaal onderrand 38 van dat horizontale gedeelte 39. De horizontale rand 38 eindigt ter plaatse van het begin van het tweede been 51 van het IJ-10 vormige lichaam 49, om over te gaan in een verticaal neerwaarts lopende rand 39 daarvan. De rand 39 gaat aan zijn ondereind over in een concave rand 40, waarvan het ondereind verder naar rechts gelegen is dan het boveneind daarvan. Aan zijn ondereind gaat de concave rand 40 over 15 in een schuin neerwaarts lopende rand 41.The first clamping part 28 has an obliquely downwardly facing input edge 34, which at its top end merges into an edge 35, which slopes backwards and continues upwards into an even more obliquely receding edge 36. This edge 36 goes at its top end merges into a straight upwardly extending edge 37, which extends to the horizontal part 39 of the U-shaped body 49, where it merges into the horizontal lower edge 38 of that horizontal part 39. The horizontal edge 38 ends at the beginning of the the second leg 51 of the IJ-10 shaped body 49 to transition into a vertically downwardly extending edge 39 thereof. The edge 39 merges at its bottom end into a concave edge 40, the bottom end of which is located further to the right than the top end thereof. At its lower end, the concave rim 40 crosses 15 into an obliquely downwardly extending rim 41.

Het tweede klemdeel 29 zelf bezit een onderste concave rand 42, die overgaat in een convexe rand 43, die onder een hoek ar van 90° of groter aankomen bij de rand 40. Het tweede klemdeel 29 heeft een zwaartepunt Z dat 2 0 tussen het klemvlak C en scharnierpen 3 0 gelegen is. Het gewicht van het klemdeel 29, althans het gedeelte aan de linkerkant van de scharnierpen is zodanig groot gekozen, dat ook voor de soms relatief gladde en lichte kledingstukken toch voldoende houdkracht ontwikkeld kan worden, 25 wanneer de houdkrachten als gevolg van de wigwerking mogelijk onvoldoende zouden kunnen zijn.The second clamping part 29 itself has a lower concave edge 42, which merges into a convex edge 43, which arrive at the edge 40 at an angle ar of 90 ° or greater. The second clamping part 29 has a center of gravity Z which is between the clamping surface C and hinge pin 30 is located. The weight of the clamping part 29, at least the part on the left side of the hinge pin, has been chosen so large that sufficient holding force can still be developed for the sometimes relatively smooth and light items of clothing, if the holding forces may possibly be insufficient due to the wedge action. can be.

Het tweede klemdeel 29 is voorzien van een inham 54, die na verzwaaiing van het klemdeel 29 naar boven past om de pen 55, die voorkomt dat het klemdeel 29 naar recht 30 door zou kunnen zwaaien, en het zwaartepunt rechts van scharnierpen 3 0 zou komen te liggen. De inham 54 maakt hierbij niettemin voldoende verdraaiing van het tweede klemdeel mogelijk.The second clamping part 29 is provided with an inlet 54, which, after swinging of the clamping part 29, fits upwards around the pin 55, which prevents the clamping part 29 from swinging to the right 30, and the center of gravity coming from the right of hinge pin 30 to lay down. The recess 54 nevertheless allows sufficient rotation of the second clamping part.

De randen 34, 41 en 42 vormen een taps toelopend 35 of convergerend invoereind voor de in de transportklem 10 te hangen kledingstukken. Het concave verloop van de rand 42 van het tweede klemdeel 29 bevordert hierbij het invoe- 1004261 13 ren van een kledingstuk.The edges 34, 41 and 42 form a tapered or converging feed end for the garments to be hung in the transport clamp 10. The concave course of the edge 42 of the second clamping part 29 hereby promotes the insertion of a garment.

Het klemmen gebeurt tussen de rand 43 van het beklede klemdeel 29 en het schuine randdeel 53 van het eerste klemdeel 28. Het tweede klemdeel 29 valt in vrije 5 toestand tegen de rand 35, in klemvlak C aan, zodat elk kledingstuk daartussen geklemd kan worden. De in hoofdzaak convexe vorm van de klemranden van de beide klemdelen zorgt hierbij voor een plaatselijke, hoge klemkracht.Clamping takes place between the edge 43 of the coated clamping part 29 and the oblique edge part 53 of the first clamping part 28. The second clamping part 29, in the free state, falls against the edge 35, in clamping surface C, so that each garment can be clamped between them. The substantially convex shape of the clamping edges of the two clamping parts hereby provides a local, high clamping force.

Zoals te zien is wordt boven het klempunt door 10 de beide benen van het U-vormige lichaam 49 een schuin naar rechts, van de bewegende klemdeel omhoog en aflopende opneemruimte 52 bepaalt, die aan het boveneind overgaat in een in hoofdzaak rechthoekige opneemruimte 53. Het middelpunt M van deze opneemruimte 53 ligt op een afstand d naar 15 rechts van het klemvlak C waarin het klempunt gelegen is. Hierdoor wordt bereikt dat de gedeelten van het geklemde kledingstuk die zich boven het klempunt bevinden bij het bedienen van het tweede klemdeel niet het wegdraaien van dat tweede klemdeel 39 kunnen hinderen en het uitvallen 20 van het kledingstuk bevorderd wordt. Bovendien wordt hierdoor het invoeren van het kledingstuk in de transport-klem 10 vergemakkelijkt, doordat het oppakken, controleren en insteken in één vloeiende beweging kan gebeuren, die bovendien volledig beheersbaar is.As can be seen, above the clamping point, through the two legs of the U-shaped body 49, an obliquely to the right is defined, of the moving clamping part upwards and descending, receiving space 52, which at the top end changes into a substantially rectangular receiving space 53. The center M of this receiving space 53 is at a distance d to the right of the clamping surface C in which the clamping point is located. This ensures that the parts of the clamped garment that are above the clamping point when the second clamping part is actuated cannot hinder the rotation of that second clamping part 39 and that the garment falls out. Moreover, this facilitates the introduction of the garment into the transport clamp 10, since picking up, checking and inserting can be done in one smooth movement, which is moreover completely controllable.

25 Aan de rechterzijde is het tweede klemdeel 29 voorzien van een buiten het U-vormige lichaam 49 stekende nok 31. Deze nok 31 kan worden aangegrepen door vast opgestelde nokbedieningsmiddelen zoals een vaste rails (niet weergegeven) , die een krom deel bezit waardoor de 30 nok 31 neerwaarts gedrukt wordt om de rand 43 weg omhoog te laten zwaaien van de rand 35.On the right-hand side, the second clamping part 29 is provided with a projection 31 projecting outside the U-shaped body 49. This projection 31 can be engaged by fixedly positioned cam operating means such as a fixed rail (not shown), which has a curved part, so that the cam 31 is pressed downwardly to cause the rim 43 to swing away from the rim 35.

De afgebeelde transportklem 10 is vanwege zijn vorm geschikt voor elk kledingstuk, of dit nu uit een enkele stoflaag bestaat of meerdere stoflagen, zoals 35 bijvoorbeeld het geval is met de kraag van een stofjas of een winterjas.The transport clip 10 shown is suitable for any garment, due to its shape, whether it consists of a single fabric layer or several fabric layers, as is the case, for example, with the collar of a dust coat or a winter coat.

10042611004261

Claims

1. Transport clip for garments to be washed, comprising a trolley for support on a transport rail, a first clamp and a hinged second clamp, which are connected by means of connecting means to the trolley, wherein the first clamp and the second clamp define a common clamping surface and determining above a receiving space for an upper part of a garment to be clamped, wherein the first clamp is designed to recede above the clamping surface for partly determining the receiving space.

2. Transport clamp according to claim 1, wherein the second clamp is provided with a cam suitable for being engaged by fixedly arranged cam operating means when the transport clamp is moved along it.

Transport clamp according to claim 1 or 2, wherein both clamps are designed to recede above the clamping surface to determine the receiving space.

Transport clamp according to claim 1, 2 or 3, wherein the first clamp is fixed.

Transport clamp according to any one of claims 1-4, wherein the first and / or the second clamp are rounded on site and in the vicinity of the clamping surface.

6. Transport clamp according to any one of claims 1-5, wherein the receiving space is staggered in horizontal direction towards the first clamp relative to the clamping surface. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1004261