NL1003143C2 - Baan van met elkaar verbonden zakken van kunststof, alsmede een zak vervaardigd uit deze baan. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Baan van met elkaar verbonden zakken van kunststof, alsmede een zak vervaardigd uit deze baan.

De uitvinding heeft betrekking op een baan van met 5 elkaar verbonden zakken van kunststoffoliemateriaal, waarbij elke zak van de baan bestaat uit een buisfoliedeel dat aan twee tegenover elkaar gelegen langszijden is voorzien van harmonica vouwen, die elk een binnenste en twee buitenste harmonicavouwlangsranden omvatten, die een eerste en 10 een tweede harmonicavouwdeel begrenzen, elke zak nabij het ene einde is voorzien van een zich in dwarsrichting en over de gehele breedte van de zak uitstrekkende eerste bodem-dwarslas en, aan beide langszijden, van twee zich schuin vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden naar de binnen-15 ste harmonicavouwlangsrand en naar het betreffende einde, tot aan de eerste bodemdwarslas uitstrekkende eerste harmonicavouwdeel lassen, en nabij het andere einde, aan beide langszijden, is voorzien van twee zich schuin vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden naar de binnenste harmo-20 nicavouwlangsrand en naar het betreffende einde uitstrekkende tweede harmonicavouwdeellassen, en waarbij de baan ter plaatse van de verbinding tussen twee aan elkaar grenzende zakken is voorzien van een zich in dwarsrichting van de baan uitstrekkende eerste wandverzwakking.

25 Een dergelijk zakkenbaan is bekend uit o.a. NL-A-7903- 733 t.n.v. aanvraagster. Voor het vullen worden de afzonderlijke zakken van de baan afgescheurd, gevuld en na het vullen aan de vulzijde gesloten door middel van een tweede bodemdwarslas, analoog aan de eerste bodemdwarslas aan het 30 tegenoverliggende einde. De gevulde zakken kunnen gemakkelijk in een blokvorm worden gebracht en worden gestapeld.

In bepaalde gevallen wordt het als bezwaarlijk ervaren dat de uiteindelijke gebruiker de zakken alleen met behulp van een mes, een schaar of een ander scherp voorwerp kan 35 openen.

De uitvinding heeft tot doel een oplossing voor dit probleem te verschaffen.

1003143 2

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat bij de aan het begin genoemde baan elke zak, in langsrich-ting gezien, in het gebied van de eerste of tweede schuine harmonicavouwdeellassen is voorzien van een tweede wandver-5 zwakking, die zich in dwarsrichting van de zak, vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden aan één van de beide langszijden van de zak over ten minste een deel van de breedte van de zak uitstrekt.

Door deze maatregel kan een uiteindelijke gebruiker een 10 gevulde zak ter plaatse van de tweede wandverzwakking gemakkelijk openscheuren, waarbij het tussen deze wandverzwakking en het uiteinde van de zak gelegen gedeelte van de harmonicavouw als een soort handvat kan worden gebruikt.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de zak volgens de uit-15 vinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.

De uivinding heeft eveneens betrekking op een zak vervaardigd uit de baan volgens de uitvinding.

De uitvinding zal in het hiernavolgende uitvoerings-voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de teke-20 ning, waarin: fig. 1 in een aanzicht in perspectief een gedeeltelijk van een rol afgerolde zakkenbaan volgens de uitvinding weergeeft; fig. 2 in bovenaanzicht een platgevouwen zak van de 25 zakkenbaan van fig. 1 met de eindgedeelten van de ermee verbonden zakken weergeeft; fig. 3a-g verschillende mogelijke andere uitvoeringsvormen van de tweede wandverzwakking weergeeft; fig. 4 in een aanzicht in perspectief een gevulde en in 30 een blokvorm gebrachte zak volgens de uitvinding weergeeft; fig. 5 een hoekgedeelte van de zak van fig. 4 op vergrote schaal weergeeft.

In fig. 1 is een gedeeltelijk van een rol 2 afgerolde zakkenbaan 4 volgens de uitvinding weergegeven. De zakken-35 baan 4, die vervaardigd is uit een buisfolie, bestaat uit via een verbinding met eerste wandverzwakking 6 met elkaar verbonden zakken 8. Elke zak 8 van de baan 4 bestaat uit 1003143 3 een buisfoliedeel dat aan twee tegenover elkaar gelegen langszijden is voorzien van harmonicavouwen 10, die elk een binnenste 12 en twee buitenste harmonicavouwlangsranden 14 omvatten, die een eerste 16 en een tweede harmonicavouwdeel 5 18 begrenzen.

Zoals in fig. 2 is te zien, is elke platgevouwen zak 8 nabij het ene einde 20 voorzien van een zich in dwarsrich-ting en over de gehele breedte van de zak uitstrekkende eerste bodemdwarslas 22 en, aan de beide langszijden, van 10 twee zich schuin vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden 14 naar de binnenste harmonicavouwlangsrand 12 en naar het betreffende einde, tot aan de eerste bodemdwarslas 22 uitstrekkende eerste harmonicavouwdeellassen 24, 24', waarbij de las 24 de folielagen van het harmonicavouwdeel 15 16 en de las 24' de folielagen van het harmonicavouwdeel 18 met met elkaar verbindt. Nabij het andere einde 21 is elke zak 8, aan beide langszijden, voorzien van twee zich schuin vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden 14 naar de binnenste harmonicavouwlangsrand 12 en naar het betreffende 20 einde uitstrekkende tweede harmonicavouwdeellassen 26, 26', waarbij de las 26 de folielagen van het harmonicavouwdeel 16 en de las 26' de folielagen van het harmonicavouwdeel 18 met met elkaar verbindt. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de eerste harmonicavouwdeellassen 24, 24' via even- 25 wijdig aan de binnenste harmonicavouwlangsrand 12 lopende verbindingslassen 28, 28' verbonden met de tweede harmonicavouwdeellassen 26, 26' van een naastliggende zak, waarbij de las 28 de folielagen van het harmonicavouwdeel 16 en de las 28' de folielagen van het harmonicavouwdeel 18 met met 30 elkaar verbindt. De verbindingslassen 28, 28' kunnen echter ook worden weggelaten.

In de uitvoeringvorm van fig. 2 is elke zak 8, in langsrichting gezien, in het gebied van de eerste harmonicavouwdeellassen 24, 24' voorzien van een tweede wandver- 35 zwakking 30, die zich in dwarsrichting van de zak, vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden 14 aan de in de tekening onderste langszijde van de zak tot aan de schuine harmoni- 1003143 4 cavouwdeellassen 24, 24' aan de andere langszijde en in beide op elkaar liggende folielagen van de platgevouwen zak uitstrekt. In het gebied van de in de tekening onderste harmonicavouw 10, tussen de buitenste harmonicavouwlangs-5 randen 14 en de schuine harmonicavouwdeellassen 24, 24', is de baan ter plaatse van de tweede wandverzwakking 30 geheel doorgesneden.

De tweede wandverzwakking 30 kan echter verschillende andere uitvoeringsvormen hebben, zoals in fig. 3a-g is 10 weergegeven. In fig. 3a, b strekt de wandverzwakking 30a resp. 30b zich vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden 14 aan één van de beide langszijden van de platgevouwen zak over een gedeelte van de breedte van de zak uit. In fig. 3c-g strekt de wandverzwakking 30c, 30d, 30e, 30f resp. 30g 15 zich over de gehele breedte van de platgevouwen zak uit. De uitvoeringsvormen van fig. 3c-g verdienen echter niet de voorkeur, aangezien bij het doorscheuren van de zak langs de tweede wandverzwakking 30 een geheel van de rest van de zak gescheiden scheurstrook ontstaat.

20 Bij al deze uitvoeringsvormen van de tweede wandver zwakking 30 is de folie in het gebied tussen de schuine harmonicavouwdeellassen 24, 24' aan weerszijden van de zak in een zodanige mate verzwakt, dat de treksterkte van de folie daar ter plaatse tussen ca. 50% en ca. 70% en bij 25 voorkeur ca. 60% van de onverzwakte folie bedraagt. Hierdoor wordt bereikt dat de gevulde en gesloten zak, enerzijds, voldoende sterkte heeft en bij een val van een hoogte van twee meter niet openscheurt en, anderzijds, voor het openen gemakkelijk langs de tweede wandverzwakking kan 30 worden opengescheurd. Een dergelijke verzwakking is aangegeven met een puntlijn.

In het gebied van de harmonicavouwen 10, tussen de buitenste harmonicavouwlangsranden 14 en de schuine harmonica-ouwdeellassen 24, 24' kan de folie op dezelfde wijze als 35 tussen de harmonicavouwdeellassen aan weerszijden van de zak verzwakt zijn (aangegeven met een puntlijn) of gedeeltelijk zijn doorgesneden (aangegeven met een streeplijn).

1003U3 5

Ook kan in het betreffende gebied de folie geheel zijn doorgesneden (aangegeven net een getrokken lijn).

De tweede wandverzwakking 30 kan in een andere (niet weergegeven) uitvoeringsvorm van de zak zijn aangebracht in 5 het gebied van de tweede harmonicavouwdeellassen 26, 26'.

De aard van de tweede wandverzwakking 30 is afhankelijk van het in de zak te verpakken materiaal. Als in de zak een ademend materiaal verpakt moet worden, zal de tweede wandverzwakking 30, ten minste in het gebied tussen de schuine 10 harmonicavouwdeellassen 24, 24' resp. 26, 26' aan weerszijden van de zak, bij voorkeur bestaan uit reeks minuscule doorboringen van de folie. Als echter het in de zak te verpakken materiaal absoluut droog moet blijven, zal de tweede wandverzwakking 30 in het betreffende gebied bestaan 15 uit een, in dikterichting van de folie gezien, gedeeltelijk doorsnijding van de folie.

In het gebied van de harmonica vouwen 10, tussen de buitenste harmonicavouwlangsranden 14 en de schuine harmonicavouwdeellassen 24, 24' resp. 26, 26' zal de aard van de 20 wandverzwakking worden bepaald door het gemak waarmee de gevulde zak moet kunnen worden geopend.

Zoals reeds vermeld, dient de tweede wandverzwakking zodanig te zijn, dat voldaan wordt aan de eis dat een gevulde zak bij een val van een hoogte van twee meter niet 25 openscheurt. Ook mag tijdens de behandeling van de zak voor, tijdens en na het vullen de zak ter plaatse van de tweede wandverzwakking niet scheuren.

In fig. 4 is een gevulde, aan de vulzijde door een tweede bodemlas 31 gesloten en in een blokvorm gebrachte 30 zak 8 met een tweede wandverzwakking 30 van het in fig. 2 weergegeven type weergegeven. In fig. 5 is een hoekgedeelte van deze zak op vergrote schaal weergegeven. Duidelijk is te zien dat de tweede wandverzwakking 30 in beide, bij de platgevouwen zak op elkaar liggende folielagen uitstrekt. 35 Een dergelijke zak kan gemakkelijk en zonder hulpmiddel, zoals een mes, schaar of ander scherp voorwerp, worden geopend door het gedeelte 32 van de harmonicavouw 10, dat 1003143 6 als gevolg van de volledige doorsnijdingen 34 de vorm heeft van een losse lip, vast te grijpen en weg te trekken, waardoor de folie langs de tweede wandverzwakking 30 wordt doorgescheurd. Bij de uitvoeringsvorm waarbij de tweede 5 wandverzwakking 30 zich niet over de gehele breedte van de zak uitstrekt, blijft de aldus losgescheurde strook met de rest van de zak verbonden en kan als dichtbindstrook worden gebruikt, zodat de zak niet in één keer geleegd hoeft te worden. Bovendien heeft dit het voordeel dat de losge-10 scheurde strook niet als los afval wordt wegeworpen, maar tegelijk met het materiaal van de geleegde zak kan worden afgevoerd om opnieuw te worden verwerkt, hetgeen gunstiger is voor het milieu.

1003143

Claims (6)

1. Baan van met elkaar verbonden zakken van kunststoffo-liemateriaal, waarbij elke zak van de baan bestaat uit een buisfoliedeel dat aan twee tegenover elkaar gelegen langs-zijden is voorzien van harmonicavouwen, die elk een binnen- 5 ste en twee buitenste harmonicavouwlangsranden omvatten, die een eerste en een tweede harmonicavouwdeel begrenzen, elke zak nabij het ene einde is voorzien van een zich in dwarsrichting en over de gehele breedte van de zak uitstrekkende eerste bodemdwarslas en, aan beide langszijden, 10 van twee zich schuin vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden naar de binnenste harmonicavouwlangsrand en naar het betreffende einde, tot aan de eerste bodemdwarslas uitstrekkende eerste harmonicavouwdeellassen, en nabij het andere einde, aan beide langszijden, is voorzien van twee 15 zich schuin vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden naar de binnenste harmonicavouwlangsrand en naar het betreffende einde uitstrekkende tweede harroonicavouwdeel-lassen, en waarbij de baan ter plaatse van de verbinding tussen twee aan elkaar grenzende zakken is voorzien van een 20 zich in dwarsrichting van de baan uitstrekkende eerste wandverzwakking, met het kenmerk, dat elke zak (8) , in langsrichting gezien, in het gebied van de eerste of de tweede schuine harmonicavouwdeellassen (24, 24' resp. 26, 26. is voorzien van een tweede wandverzwakking (30), die 25 zich in dwarsrichting van de zak, vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden (14) aan één van de beide langszijden van de zak over ten minste een deel van de breedte van de zak uitstrekt.

2. Baan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 30 tweede wandverzwakking (30) zich vanaf de buitenste harmonicavouwlangsranden (14) aan één van de beide langszijden van de zak (8) tot aan de schuine harmonicavouwdeellassen 1 0 0 3 1 A3 -8- (24, 24' resp. 26, 26') aan de andere langszijde uitstrekt.

3. Baan volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tweede wandverzwakking (30) zodanig is, dat in het gebied van ten minste één van de harmonicavouwen (10), tussen de 5 buitenste harmonicavouwlangsranden (14) en de schuine harmonicavouwdeellassen (24, 24' resp. 26, 26'), de folie geheel of gedeeltelijk is doorgesneden, en in het gebied tussen de schuine harmonicavouwdeellassen (24, 24' resp 26, 26') aan weerszijden van de zak de folie ter plaatse van de 10 tweede wandverzwakking nog een voldoende treksterkte heeft.

4. Baan volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de folie in het gebied van ten minste één van de harmonicavouwen (10), tussen de buitenste harmonicavouwlangsranden (14) en de schuine harmonicavouwdeellassen (24, 24' 15 resp. 26, 26'), in het verlengde van de tweede wandverzwakking (30) tussen de schuine harmonicavouwdeellassen (24, -24' resp 26, 26') aan weerszijden van de zak (8), geheel is doorgesneden, en in het overeenkomstige gebied van de andere harmonicavouw (10) onverzwakt en niet doorgesneden 20 is.

5. Baan volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de tweede wandverzwakking (30) zich over de gehele breedte van de zak (8) uitstrekt.

6. Zak vervaardigd uit een baan volgens één der conclusies 25 1-5. 1003143