NL1002815C1

NL1002815C1 - Automatische melkinrichting.

Info

Publication number: NL1002815C1
Application number: NL1002815A
Authority: NL
Inventors: Erik Arnoldus Ir Aurik; Gijs Bertus Wouter Veldhuizen
Original assignee: Prolion Bv
Priority date: 1996-04-09
Filing date: 1996-04-09
Publication date: 1997-10-14

Description

AUTOMATISCHE MELKINRICHTING

De uitvinding omvat een melkinrichting voor het automatisch melken van dieren omvattende twee of meer melkstal-5 len, waarbij elke melkstal aan de ene lange zijde voorzien is van melkapparatuur en aanbrengmiddelen hiervoor, en aan de andere lange zijde voorzien is van een eerste beweegbaar hek waardoor een te melken dier de melkstal kan betreden en een tweede beweegbaar hek waardoor het dier de melkstal kan 10 verlaten, tevens omvattende een wachtgebied voor dieren die nog gemolken moeten worden een verblijfsgebied voor dieren die gemolken zijn, een scheidingshek tussen het wachtgebied en het verblijfsgebied alsmede een separatiehek dat aansluit aan het scheidingshek en met de van beweegbare hekken 15 voorziene lange zijden van de melkstallen een looppad vormt voor de melkstallen langs en dat voorzien is van een toegangshek.

Dergelijke melkinrichtingen zijn bekend ondermeer uit EP-A 0270165. Het nadeel van de bekende inrichting is dat 20 de koeien die de melkstallen willen betreden allen door één toegangshek het looppad kunnen betreden. Daarbij moeten de koeien voor dit toegangshek wachten totdat een van de eerste beweegbare hekken geopend is en ze een melkstal kunnen inlopen. Nadat het eerste beweegbare hek gesloten is kan 25 een overeenkomstig hek van een tweede melkstal geopend worden en kan de volgende koe van het toegangshek naar een melkstal geleid worden. Hierdoor ontstaan lange wachttijden voor het toegangshek en worden de melkstallen niet steeds optimaal benut. De capaciteit van de installatie wordt 30 hierdoor beperkt. De uitvinding beoogt de capaciteit van de bekende melkinrichting te vergroten.

1)02815 2

Bij de melkinrichting volgens de uitvinding is bij elke melkstal een toegangshek aangebracht. Door elke melkstal te voorzien van zijn eigen toegangshek, wordt voorkomen dat de dieren moeten wachten op elkaar bij het betreden van de 5 afzonderlijke melkstallen. Hierdoor worden tijdverlies en wachttijden voorkomen.

Een verdere verbetering van de uitvinding wordt bereikt doordat het eerste beweegbare hek en het toegangshek in geopende positie een pad vormen van het wachtgebied naar 10 de melkstal. Het hiermee gevormde pad kruist het looppad en geeft de dieren een snelle toegang tot de melkstal.en het daar aanwezige lokvoer. Hierdoor worden ze gestimuleerd om de melkstal te betreden en kost dit ook weinig tijd waardoor de wachttijden verder verminderd worden.

15 Een verdere verbetering wordt bereikt doordat tussen het wachtgebied en het toegangshek een toegangssluis geplaatst is. Door voor het toegangshek een toegangssluis te plaatsen wordt voorkomen dat dieren die de melkstal willen betreden elkaar verdringen en dat er opstoppingen ontstaan.

20 Een verdere verbetering van de uitvinding wordt be reikt doordat het separatiehek nabij het scheidingshek voorzien is van een uitloophek, dat in geopende positie het looppad in verbinding brengt met het wachtgebied.

Door in het separatiehek een uitloophek aan te brengen 25 wordt het mogelijk om dieren die uit de melkstal komen terug te leiden naar het wachtgebied. Dit is met name een voordeel als het aansluiten van de melkapparatuur of het melken onvoldoende succesvol is afgesloten. De dieren worden dan teruggeleid naar het wachtgebied en worden later 30 opnieuw een melkstal ingeleid.

1002815 3

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een melkinrichting voor het melken van koeien zoals weergegeven in bijgaande figuur.

De figuur toont een schematische lay-out van de mel-5 kinrichting voor het melken van koeien. De melkinrichting voor het melken van koeien is zodanig uitgevoerd, dat de in een wachtgebied 1 verblijvende kudde koeien gescheiden is van de kudde koeien die in een verblijfsgebied 2 aanwezig is. In het verblijfsgebied 2 is voldoende eten en drinken 10 voor de dieren aanwezig, waardoor deze bij voorkeur vanuit het wachtgebied 1 naar het verblijfsgebied 2 willen gaan en dus gestimuleerd zijn om een melkstal 3 te betreden langs een inloop A.Ook is in de melkstal 3 een voerbak aangebracht, waarin lokvoer wordt gebracht, om de koe te stimu-15 leren de melkstal te betreden. Nadat een dier gemolken is in de melkstal 3 loopt zij via een uitloop B naar het verbli jfsgebied 2.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn er drie melkstallen 3a, 3b en 3c, waarbij elke melkstal voorzien is 20 van mei kappara tuur 4, die bijvoorbeeld met een gemeenschappelijke aanbrengrichting aangebracht kan worden aan de te melken dieren. In melkstal 3b is schematisch een te melken dier getekend, en met gestippelde lijn is meikapparatuur 4' getoond, zoals deze is aangebracht aan de uiers van de koe 25 tijdens het melken.

Een te melken dier betreedt de melkstal 3 via een eerste beweegbaar hek 5, en na het melken verlaat deze de melkstal 3 via een tweede beweegbaar hek 6. De melkstallen 3a, 3b en 3c zijn met de naar de mei kappara tuur 4 gekeerde 30 lange zijden langs een hek 11 geplaatst, waardoor het mogelijk is dat de niet getoonde apparatuur waarmee het melkstel 4 aan de uier van een dier wordt bevestigd, langs 1002815 4 de lange zijde van de melkstallen kan bewegen, en waarbij deze apparatuur dus de drie melkstallen 3a, 3b en 3c tegelijk kan bedienen. Een dier dat de melkstal 3a verlaat moet langs de melkstallen 3b en 3c lopen naar de verblijfsruimte 5 2. Daarbij moet voorkomen worden dat dit dier weer terug loopt naar de wachtruimte 1, en daartoe is een separatiehek 13 evenwijdig langs de melkstallen geplaatst waardoor tussen de melkstallen en het separatiehek 13 een looppad 15 wordt gevormd. De de uitloop B volgende koe loopt voorlangs 10 de melkstallen 3b en 3c, loopt via een éénrichtingshek 8, en betreedt de verblijfsruimte 2. De koe die melkstal 3c wil betreden kruist het looppad 15 dat voor de stallen 3 langsloopt. In het separatiehek 13 is voor elke stal een toegangshek 7 aangebracht, waardoor de koeien direct vanuit 15 de verblijfsruimte 1 naar het eerste beweegbare hek 5 kunnen lopen. Voor het betreden van de melkstal 3c, kunnen het eerste beweegbare hek 5c en het toegangshek 7c zodanig geplaatst worden, dat de koe direct toegang heeft naar de melkstal 3c, waarbij de uitloop uit de stallen 3a en 3b 20 tijdelijk geblokkeerd is. De lengte van de inloop A naar de melkstal is echter kort en deze blokkering zal dan ook niet veel tijd vergen. Direct nadat de koe stal 3c betreden heeft sluiten het eerste beweegbare hek 5c en het toegangshek 7c, waardoor de uitloop B uit de stallen 3a en 3b weer 25 vrij is. Voor de toegangshekken 7 is een toegangssluis 10 geplaatst, waardoor voorkomen kan worden dat meerdere koeien tegelijk door het toegangshek 7 willen bewegen. In de praktijk blijkt dat dit alleen nodig is bij kuddes die onvoldoende aan de inrichting gewend zijn of die relatief 30 wild zijn. De inrichting volgens de uitvinding kan op vergelijkbare wijze functioneren indien deze toegangssluis 10 niet wordt geplaatst.

1002815 5

Indien tijdens het aansluiten van de melkapparatuur 4 blijkt dat dit niet succesvol plaatsvindt of dat het teveel tijd zal kosten, wordt het aansluiten beëindigd, en wordt het tweede beweegbare hek 6 geopend en de koe kan de melks-5 tal 3 verlaten. Ze wordt dan teruggeleid via een uitloop-hek 9, naar het verblijfsgebied 1. Na enige tijd kan zij dan terugkomen naar de melkstal en wordt opnieuw geprobeerd de melkapparatuur bij de koe aan te sluiten.

100281?

Claims

1. Melkinrichting voor het automatisch melken van dieren omvattende twee of meer melkstallen (3a, 3b, 3c), waarbij elke melkstal aan de ene lange zijde voorzien is 5 van melkapparatuur en aanbrengmiddelen hiervoor en aan de andere lange zijde voorzien is van een eerste beweegbaar hek (5a, 5b, 5c) waardoor een te melken dier de melkstal kan betreden en een tweede beweegbaar hek (6a, 6b, 6c) waardoor het dier de melkstal kan verlaten, tevens omvat-10 tende een wachtgebied (1) voor dieren die nog gemolken moeten worden, een verblijfsgebied (2) voor dieren die gemolken zijn, een scheidingshek (12) tussen het wachtgebied en het verblijfsgebied alsmede een separatiehek (13) dat aansluit aan het scheidingshek en met de van beweegbare hekken 15 voorziene lange zijde van de melkstallen een looppad (15) vormt voor de melkstallen langs en dat voorzien is van een toegangshek (7) met het kenmerk, dat bij elke melkstal een toegangshek (7a, 7b, 7c) is aangebracht.

2. Melkinrichting volgens conclusie 1 met het ken-20 merk, dat het eerste beweegbare hek (5a, 5b, 5c) en het toegangshek (7a, 7b, 7c) in geopende positie een inloop (A) vormen van het wachtgebied (1) naar de melkstal.

3. Melkinrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat tussen het wachtgebied en het toegangshek (7a, 25 7b, 7c) een toegangsluis (10a, 10b, 10c) geplaatst is.

4. Melkinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat het separatiehek (13) nabij het scheidingshek (12) voorzien is van een uitloophek (9) dat in geopende positie het looppad (15) in verbinding (C) brengt 30 met het wachtgebied. 10Q281&