NL1002536C2 - Uitlaatstuk ten behoeve van aansluiting van een centraal-verwarmings- toestel op een open schoorsteen. - Google Patents

Description

Titel: Uitlaatstuk ten behoeve van aansluiting van een centraal-verwarmingstoestel op een open schoorsteen.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een centraal-verwarmingstoestel, een schoorsteen en een aansluitstuk, waarbij het verwarmingstoestel is voorzien van een ventilator voor de gedwongen aanvoer van verbrandings-5 -lucht, en van een rookgasafvoeraansluiting.

Een dergelijk samenstel is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0 060 345. Het aansluitstuk volgens het bekende voorstel is bestemd voor het bijmengen van lucht in de rookgasstroom wanneer de temperatuur van de rookgassen te 10 laag is. Het doel dat met het bijmengen van deze lucht wordt nagestreefd is het verhinderen van condensatie in de schoorsteen. De middelen voor het bijmengen van lucht worden ofwel gevormd door een tweede luchttoevoerventilator met behulp waarvan extra lucht onder druk in het rookgaskanaal wordt 15 geblazen ofwel door een vernauwing in het rookgaskanaal zodat door versnelling van de stroomsnelheid een onderdruk in het rookgaskanaal ontstaat waardoor omgevingslucht wordt aangezogen. Nadat de rookgassen de vernauwing in het rookgaskanaal zijn gepasseerd neemt de stroomsnelheid weer 20 af met als gevolg dat de druk in het rookgaskanaal na de vernauwing weer stijgt. Bij het bekende voorstel is het derhalve zeer waarschijnlijk dat er een boven-atmosferische druk in het schoorsteenkanaal heerst.

De moderne generatie centrale-verwarmingstoestellen 25 is veelal voorzien van een ventilator met behulp waarvan de verbrandingslucht met een zekere overdruk wordt toegevoerd aan een brander. Als gevolg van deze overdruk heerst er tevens een overdruk in de verbrandingskamer alsmede in de daarop volgende rookgastrekken. Bovendien is het in verband 30 met de aanwezige verbrandingsluchttoevoerventilator zeer wel mogelijk dat tevens in de rookgasuitlaatpijp of schoorsteen waarop het centrale-verwarmingstoestel is aangesloten een overdruk heerst.

1002536 2

Dit is geen probleem wanneer het verwarmingstoestel wordt aangesloten op een rookgasuitlaatpijp die direkt uitmondt in de buitenlucht zonder dat op deze rookgas-uitlaatpijp andere apparatuur is aangesloten, zoals 5 sanitairwatergeisers of gashaarden.

Echter, de panden waarin, ten behoeve van de verwarming, het verwarmingstoestel wordt opgesteld, beschikken in de praktijk vaak niet over een geschikte ruimte om het verwarmingstoestel in op te stellen zodanig 10 dat tevens een direkte rookgasuitlaatleiding, waarop geen andere apparatuur is aangesloten, in de buitenlucht kan uitmonden. Vaak is wel een stookruimte aanwezig waarin een voormalig te vervangen atmosferisch verwarmingstoestel was opgesteld en waar zich tevens een schoorsteenkanaal-15 aansluiting van een dergelijk atmosferisch verwarmingstoestel bevindt. Dergelijke schoorsteenkanalen zijn echter meestal van het open type. Dat wil zeggen dat het schoorsteenkanaal waarop het centrale-verwarmingstoestel dient te worden aangesloten is voorzien van meer dan één 20 aansluitingopening, ten behoeve van het aansluiten van de rookgasuitgangen van bijvoorbeeld een sanitairwatergeiser, gashaard of dergelijke gas- of oliegestookte toestellen. Het aansluiten van een centraal-verwarmingstoestel met geforceerde verbrandingsluchttoevoer door middel van een 25 ventilator op een dergelijk open schoorsteenkanaal is niet mogelijk in verband met de overdruk die de verbrandingslucht toevoerventilator in het schoorsteenkanaal kan creëren. Het gevolg van een dergelijke overdruk kan zijn dat via de andere aansluitingen op het open schoorsteenkanaal, 30 rookgassen in het pand worden geblazen met alle gevaren van verstikking van dien.

Deze uitvinding beoogt het samenstel van het in de aanhef genoemde type zodanig aan te passen dat de schoorsteen een schoorsteen van het open type kan zijn 35 zonder dat het gevaar optreedt van de vorming van boven- atmosferische druk in de schoorsteen en derhalve zonder dat 1002536 3 het gevaar bestaat dat rookgassen via de andere schoorsteenaansluitingen in het te verwarmen pand belanden.

Het samenstel wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat ten behoeve van de aansluiting van het 5 centraal-verwarmingstoestel op een schoorsteen van het open type het aansluitstuk is voorzien van een invoerpijpstuk dat via een opening uitmondt in een schoorsteenverbindingspijpstuk op welk schoorsteenverbindingspijpstuk tevens een drukvereffeningspijpstuk is aangesloten dat in open 10 verbinding staat met de ruimte waarin het verwarmingstoestel is opgesteld, waarbij ter plaatse van de opening waar het invoerpijpstuk uitmondt in het schoorsteenverbindingspijpstuk een rookgasgeleidingsplaat is aangebracht die zodanig is opgesteld dat de rookgassen in 15 het schoorsteenverbindingspijpstuk worden geleid zonder dat daarbij de stroomsnelheid van de rookgassen aanzienlijk wordt vergroot, zodat de druk in het schoorsteenverbindingspijpstuk als gevolg van de open verbinding via het drukveref feningspijpstuk gelijk is aan, of als gevolg van 20 schoorsteentrek kleiner is dan druk die heerst in de ruimte waarin het verwarmingstoestel is opgesteld.

Met een aldus uitgevoerd pijpstuk wordt derhalve bewerkstelligd dat de druk die heerst in de schoorsteen van het open type gelijk is aan of kleiner is dan de druk die 25 heerst in de ruimte waarin het centrale-verwarmingstoestel is opgesteld. Aangezien stroomafwaarts van het schoorsteenverbindingspijpstuk de druk in het schoorsteenkanaal nooit hoger kan zijn dan ter plaatse van het schoorsteenverbindingspijpstuk, ter plaatse van het schoorsteen-30 verbindingspijpstuk moet immers nog de grootste stromings-weerstand worden overwonnen, is de druk in de overige delen van het open schoorsteenkanaal lager dan de druk die in het schoorsteenverbindingspijpstuk heerst en bijgevolg lager dan de druk die heerst in de ruimte waar het verwarmingstoestel 35 is opgesteld. Met het aansluitstuk dat deel uitmaakt van het samenstel volgens de uitvinding wordt derhalve bewerkstelligd dat de druk die heerst in het open 1002536 4 schoorsteenkanaal telkens lager is dan de druk die heerst in de ruimten waar zich overige aansluitopeningen van het schoorsteenkanaal bevinden. Aldus wordt derhalve verhinderd dat rookgassen die zich in het schoorsteenkanaal bevinden 5 via de overige aansluitopeningen van het schoorsteenkanaal in de overige ruimten van het pand stromen.

Nadere uitwerkingen van het samenstel volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing 10 naar de tekening, verder worden verduidelijkt.

De tekening toont een schematisch zij-aanzicht van het samenstel van een centraal-verwarmingstoestel 1, een aansluitstuk 2 en een deel van een open schoorsteen 3. Het centrale-verwarmingstoestel 1 is in het onderhavige 15 uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een gesloten kast 4 met een verbrandingsluchtaanvoeropening 5 en een rookgasafvoer-opening 6. Het verwarmingstoestel 1 is voorzien van een verbrandingsluchttoevoerventilator 7 die de verbrandingslucht, welke wordt aangevoerd via de verbrandingslucht-20 aanvoeropening 5 en benodigd is ten behoeve van de verbranding van de brandstof, onder druk aan een brander 8 toevoert. Vanaf de brander 8 worden de hete rookgassen langs een warmtewisselaar 9 geleid om vervolgens via een in de gesloten kast 4 opgenomen, intern rookgasafvoerkanaal 10 25 naar de rookgasafvoeropening 6 te worden afgevoerd.

Normaliter wordt een dergelijk centraal-verwarmingstoestel 1 van het gesloten type met de verbrandingslucht-aanvoeropening 5 aangesloten op een verbrandingsluchttoevoer leiding en met de rookgasafvoeropening 6 op een 30 rookgasafvoerleiding die direkt uitmondt in de buitenlucht, waarbij geen andere aansluitopeningen in de rookgasafvoer-leiding aanwezig zijn.

In het onderhavige geval is het centrale-verwarmingstoestel 1 echter aangesloten op een schoorsteen 3 35 van het open type, dat wil zeggen een schoorsteen die is voorzien van andere aansluitopeningen 11 waarop andere 1002536 5 apparatuur kan worden aangesloten zoals bijvoorbeeld een geiser of een gashaard.

Teneinde te verhinderen dat er een overdruk in de schoorsteen 3 kan optreden als gevolg van de door de 5 verbrandingsluchttoevoerventilator 7 onder druk afgevoerde rookgassen, omvat het samenstel een bijzonder uitgevoerd aansluitstuk 2 dat de rookgasafvoeropening 6 verbindt met de open schoorsteen 3.

Het aansluitstuk 3 is voorzien van een invoer-10 pijpstuk 12 dat via een opening 13 uitmondt in een schoor-steenverbindingspijpstuk 14 op welk schoorsteenverbindings-pijpstuk 14 tevens een drukvereffeningspijpstuk 15 is aangesloten dat in open verbinding staat met de ruimte A waarin het verwarmingstoestel 1 is opgesteld. Ter plaatse van de 15 opening 13 waar het invoerpijpstuk 12 uitmondt in het schoorsteenverbindingspijpstuk 14 is een rookgasgeleidings-plaat 16 aangebracht die zodanig is opgesteld dat de rookgassen in het schoorsteenverbindingspijpstuk 14 worden geleid zonder dat daarbij de stroomsnelheid van de rook-20 gassen aanzienlijk wordt vergroot. Aldus wordt bewerkstelligd dat de druk in het schoorsteenverbindings-pijpstuk 14 als gevolg van de open verbinding via het drukvereffeningspijpstuk 15 kleiner of gelijk is aan druk die heerst in de ruimte A waarin het verwarmingstoestel 1 is 25 opgesteld.

Meer in het bijzonder strekt het invoerpijpstuk 12 zich loodrecht uit op het schoorsteenverbindingspijpstuk 14. Het drukvereffeningspijpstuk 15 strekt zich in het verlengde uit van het schoorsteenverbindingspijpstuk 14. De rookgas-30 geleidingsplaat 16 is uitgevoerd als een over een rechte hoek omgezet, in hoofdzaak L-vormig plaatdeel 16 dat met een eerste been 16a aan de, naar het drukvereffeningspijpstuk 15 gekeerde zijde van de genoemde opening 13 is bevestigd aan het drukvereffeningspijpstuk 15. Een tweede been 16b van het 35 L-vormige plaatdeel 16 strekt zich in de van het drukveref feningspijpstuk 15 afgekeerde langsrichting van het schoorsteenverbindingspijpstuk 14 uit over althans een deel 1002536 6 van de lengte van het schoorsteenverbindingspijpstuk 14. Het tweede been 16b van de rookgasgeleidingsplaat 16 is zodanig in het schoorsteenverbindingspijpstuk 14 opgesteld dat er geen vernauwing is die de rookgassen moeten passeren, zodat 5 de rookgassen niet of nauwelijks een versnelling van de stroomsnelheid ondergaan. Aldus wordt verhinderd dat een venturi- of inspuiterwerking optreedt waardoor als gevolg van een aanzienlijke afname van de stroomsnelheid alsnog een boven-atmosferische druk in het open schoorsteenkanaal 3 zou 10 kunnen optreden.

Eventueel kan in het drukvereffeningspijpstuk 15 een temperatuursensor 17 zijn aangesloten die aansluitbaar is op bijvoorbeeld een besturing van het verwarmingstoestel 1. Wanneer, bijvoorbeeld als gevolg van een schoorsteen-15 verstopping, rookgas het aansluitstuk 2 via het drukveref f eningspi jpstuk 15 verlaat, wordt dit door de temperatuursensor 17 waargenomen. Het signaal dat als gevolg van de temperatuurtoename door de temperatuursensor 17 wordt afgegeven aan de besturing van het verwarmingstoestel 1 kan 20 bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat de besturing het verwarmingstoestel direkt uitgeschakeld, zodat de kans dat meer rookgassen in de ruimte A waar het centrale-verwarmingstoestel 1 is opgesteld stromen is uitgesloten.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt 25 tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo is het bijvoorbeeld niet noodzakelijk dat het invoer-pijpstuk 12 zich loodrecht uitstrekt op het schoorsteenverbindingspijpstuk 14 en dat het rookgasgeleidingsplaat-30 deel 16 een strakke L-vorm heeft. De beide benen 16a, 16b kunnen zeer wel via een vloeiende overgang met elkaar zijn verbonden. Ook de positie van het tweede been 16b ten opzichte van de langshartlijn van het schoorsteenverbindingspijpstuk 14 kan variëren. De positie dient in elk 35 geval zodanig te worden gekozen dat de rookgassen niet een aanzienlijke vernauwing moeten passeren, zodat wordt verhinderd dat een venturi- of inspuitereffeet optreedt, 1002536 7 welk effect een druktoename stroomafwaarts van de vernauwing tot gevolg zou kunnen hebben.

1002536

Claims (3)

1. Samenstel van een centraal-verwarmingstoestel (1), een schoorsteen (3) en een aansluitstuk (2), waarbij het verwarmingstoestel (1) althans is voorzien van een ventilator (7) voor de gedwongen aanvoer van verbrandings- 5 lucht, en van een rookgasafvoeraansluiting (6), met het kenmerk, dat ten behoeve van de aansluiting van het centraal-verwarmingstoestel (1) op een schoorsteen (3) van het open type het aansluitstuk (2) is voorzien van een invoerpijpstuk (12) dat via een opening (13) uitmondt in een 10 schoorsteenverbindingspijpstuk (14) op welk schoorsteen- verbindingspijpstuk (14) tevens een drukvereffeningspijpstuk (15) is aangesloten dat in open verbinding staat met de ruimte (A) waarin het verwarmingstoestel (1) is opgesteld, waarbij ter plaatse van de opening (13) waar het invoerpijp-15 stuk (12) uitmondt in het schoorsteenverbindingspijpstuk (14) een rookgasgeleidingsplaat (16) is aangebracht die zodanig is opgesteld dat de rookgassen in het schoorsteenverbindingspi jpstuk (14) worden geleid zonder dat daarbij de stroomsnelheid van de rookgassen aanzienlijk wordt vergroot, 20 zodat de druk in het schoorsteenverbindingspijpstuk (14) als gevolg van de open verbinding via het drukvereffeningspi jpstuk (15) kleiner of gelijk is aan druk die heerst in de ruimte (A) waarin het verwarmingstoestel (1) is opgesteld.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 het invoerpijpstuk (12) zich loodrecht uitstrekt op het schoorsteenverbindingspijpstuk (14), waarbij het drukveref feningspi jpstuk (15) zich in het verlengde uitstrekt van het schoorsteenverbindingspijpstuk (14) en waarbij de rookgasgeleidingsplaat (16) is uitgevoerd als een over een 30 rechte hoek omgezet, in hoofdzaak L-vormig plaatdeel dat met een eerste been (16a) aan de, naar het drukvereffeningspi jpstuk (15) gekeerde zijde van de genoemde opening (13) is bevestigd aan het drukvereffeningspijpstuk (15), van welk in 1002536 hoofdzaak L-vormig plaatdeel (16) een tweede been (16b) zich in de van het drukvereffeningspijpstuk (15) afgekeerde langsrichting van het schoorsteenverbindingspijpstuk (14) uitstrekt over althans een deel van de lengte van het 5 schoorsteenverbindingspijpstuk (14) .

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in het drukvereffeningspijpstuk (15) een temperatuur-sensor (17) is aangesloten die aansluitbaar is op bijvoorbeeld een besturing van het verwarmingstoestel (1). 1002536