NL1002491C2 - Ventilatiesysteem. - Google Patents

Ventilatiesysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1002491C2
NL1002491C2 NL1002491A NL1002491A NL1002491C2 NL 1002491 C2 NL1002491 C2 NL 1002491C2 NL 1002491 A NL1002491 A NL 1002491A NL 1002491 A NL1002491 A NL 1002491A NL 1002491 C2 NL1002491 C2 NL 1002491C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ventilation system
connecting piece
section
triangular
channel
Prior art date
Application number
NL1002491A
Other languages
English (en)
Inventor
Christiaan Josephus Mari Meurs
Original Assignee
Ind En Handelmaatschappij Berg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ind En Handelmaatschappij Berg filed Critical Ind En Handelmaatschappij Berg
Priority to NL1002491A priority Critical patent/NL1002491C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1002491C2 publication Critical patent/NL1002491C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements

Description

Korte aanduiding : Ventilatiesysteem.
De uitvinding heeft betrekking op een ventilatiesysteem voor een gebouw, voorzien van een of meerdere kanalen voor de doorvoer 5 van lucht.
Er bestaat een grote vraag naar een goed ventilatiesysteem voor aanbrenging in gebouwen. Voor het vervaardigen van een dergelijk ventilatiesysteem zijn kanalen voor de doorvoer van lucht noodzakelijk. Een mogelijkheid voor het vormen van kanalen is bij nieuw-10 bouw het in vloeren, muren en/of plafonds integreren van kanalen, zodat deze niet in het zicht komen. Hierbij is men echter veelal gebonden aan een vaste indeling van het gebouw. Deze oplossing is bij het renoveren van gebouwen en/of bij het ontwerpen van vrij indeel bare gebouwen moeilijk toepasbaar. In dergelijke gevallen wordt gebruike-15 lijk van in doorsnede ronde of rechthoekige kanalen gebruik gemaakt, die aan de muren, plafonds of dergelijke worden bevestigd en al dan niet van een bekleding worden voorzien. In het bijzonder ronde kanalen hebben het nadeel, dat zich althans op het bovenste gedeelte van de omtrek stof verzamelt op plaatsen, die veelal voor reiniging slecht 20 toegankelijk zijn. Om deze ronde kanalen wordt dan ook in vele ge vallen weer een in doorsnede vierkante of rechthoekige bekleding aangebracht. Dergelijke een vierkante doorsnede bezittende kanalen en/of bekledingen van kanalen worden veelal ondervonden als storende uitsteeksels, die tevens hinderlijke schaduweffecten op plafonds en/of 25 muren kunnen veroorzaken.
Volgens de uitvinding is nu een kanaal in doorsnede driehoekig uitgevoerd.
Een dergelijk in doorsnede driehoekig kanaal leent zich bijzonder goed voor plaatsen bij de overgang tussen bijvoorbeeld muur 30 en plafond of bij de overgang tussen twee op elkaar aansluitende muren, waarbij een dergelijk kanaal niet als een voor het oog storend uitstekend deel wordt ondervonden, maar veeleer als een geleidelijke overgang tussen muur en plafond en/of tussen op elkaar aangrenzende muren, terwijl ook de vorming van ongewenste slagschaduwen op muren 35 en/of plafond kan worden vermeden. Verder kan een snelle en goedkope aanpassing van een in een gebouw aangebracht ventilatiesysteem worden 1002491 2 bewerkstelligd bij bijvoorbeeld een wijziging van de indeling van het gebouw.
In het algemeen zal een doorsnede van het kanaal in de vorm van een gelijkbenige driehoek uit esthetisch en constructieve over-5 wegingen de voorkeur verdienen. Daarbij wordt bij voorkeur de top van de driehoek een weinig groter dan 90° genomen, waardoor bij de plaatsing van het kanaal in de hoek tussen een muur en plafond een goede aansluiting van de in het zicht komende randen van het kanaal op de muur resp. het plafond kan worden gerealiseerd.
10 Een hoek met elkaar insluitende kanalen kunnen op doel matige wijze op elkaar aangesloten worden met behulp van een L-vormig verbindingsstuk, dat is opgebouwd uit een tweetal in doorsnede driehoekige delen. Dergelijke L-vormige verbindingsstukken kunnen al naar gelang de beoogde toepassing op verschillende manieren zijn opgebouwd.
15 Zo kunnen bijvoorbeeld de delen van het L-vormige verbindingsstuk zodanig op elkaar zijn aangesloten, dat een tweetal op elkaar aansluitende benen van de beide delen in een vlak zijn gelegen. Een andere mogelijkheid is om de delen zodanig op te stellen, dat de beide bases van de delen in een vlak zijn gelegen.
20 Een verdere uitbreiding van de mogelijkheden voor het opbouwen van een ventilatiesysteem is te realiseren onder gebruikmaken van een T-vormig verbindingsstuk, dat is opgebouwd uit twee op elkaar aansluitende in doorsnede driehoekige delen. Ook hierbij zijn variaties in de opbouw van het T-vormige verbindingsstuk denkbaar. Zo 25 kunnen de beide delen van het T-vormige verbindingsstuk zodanig op elkaar aansluiten, dat een basis van het ene deel in een vlak is gelegen met een been van het andere deel. Een andere doelmatige uitvoeringsvorm wordt verkregen, indien de bases van de beide op elkaar aansluitende delen van het T-vormige verbindingsstuk in een 30 vlak zijn gelegen.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvormen van ventilatiesystemen en van daarvoor te gebruiken onderdelen volgens de uitvinding.
35 Figuur 1 toont schematisch in perspectief een mogelijke uitvoeringsvorm van een ventilatiesysteem.
1002491 3
Figuur 2 toont een doorsnede over een kanaal.
Figuur 3 toont een zijaanzicht op het in figuur 2 weergegeven kanaal.
Figuren 4 en 5 tonen delen van doorsneden over mogelijke 5 kanaal uitvoeringen.
Figuur 6 toont een aanzicht op een einddeksel.
Figuur 7 toont een zijaanzicht op figuur 6.
Figuur 8 toont een aanzicht op een einddeksel met leiding- aansluiting.
10 Figuur 9 toont een zijaanzicht op figuur 8.
Figuren 10-32 tonen uitvoeringsvormen van verbindingsstukken, die te gebruiken zijn voor het aan elkaar koppelen van in doorsnede driehoekige kanalen.
Figuur 33 toont een wandaansluiting voor een kanaal.
15 Figuur 34 toont een zijaanzicht op figuur 33.
Figuur 35 toont een van perforaties voorzien kanaal.
Figuur 36 toont een dwarsdoorsnede over figuur 35 met afdichtorganen voor de perforaties.
Figuren 37-48 tonen verder mogelijke uitvoeringsvormen van 20 ventilatiesystemen.
Figuren 49-52 tonen bevestigingsbeugels voor kanalen.
Figuur 1 toont een ventilatiesysteem voorzien van een tweetal kanalen 1 en 2, die nabij de bovenzijden van een tweetal een ruimte in een gebouw begrenzende en op elkaar aansluitende wanden of 25 muren 3 resp. 4 zijn bevestigd. De beide kanalen 1 en 2 zijn ter hoogte van het hoekpunt tussen de beide wanden 3 en 4 verbonden met behulp van een verbindingsstuk 5. Op het van het verbindingsstuk 5 afgekeerde uiteinde van het kanaal 1 is met behulp van een verbindingsstuk 7 een zich langs de muur 3 verticaal naar beneden uit-30 strekkend kanaal 8 aangesloten. Aan het ondereinde van het kanaal is een afzuigkap 9 bevestigd.
Zoals nader in figuren 2 en 3 schematisch is weergegeven bezit een kanaal volgens de uitvinding een driehoekige doorsnede, in het algemeen in de vorm van een gelijkbenige driehoek met een tweetal 35 benen 10 en 11 en een basis 12. Zoals in figuren 4 en 5 is aangeduid kan daarbij een kanaal worden gevouwen uit een plaat. De aansluiting 1002491 4 tussen de begrenzingsranden van de in driehoekvorm gebogen plaat kan daarbij, zoals weergegeven in figuur 4, zijn gelegen ter hoogte van het hoekpunt tussen de benen 10 en 11. Daarbij is het been 11 voorzien van een omgebogen rand 1Γ, dat in het verlengde ligt van het been 10, 5 dat aan zijn naar het been 11 toegekeerde einde is voorzien van een ten opzichte van het overige vlak van het been 10 versprongen rand-gedeelte 13, dat onder de omgebogen rand 11’ grijpt.
Een andere mogelijkheid is weergegeven in figuur 5, waarbij de beide langsranden van de de vorm van het driehoekige kanaal ge-10 vouwen plaat nabij het midden van het been 10 zijn gelegen, zodat dit been in feite is opgebouwd door een tweetal elkaar overlappende delen 14 en 15.
Bij voorkeur is de hoek tussen de benen 10 en 11 een weinig groter dan 90°, bijvoorbeeld ± 92°, waardoor bewerkstelligd wordt, 15 dat, indien een kanaal ter hoogte van de aansluiting tussen een tweetal wanden 3 en 4 of ter hoogte van de aansluiting tussen een wand en een plafond wordt aangebracht, de aansluitranden tussen de basis 12 en de benen 10 en 11 in het algemeen goed tegen de desbetreffende wanden en/of plafond zullen aanliggen.
20 Voor de afsluiting van een kanaal kan gebruik worden gemaakt van een in figuren 6 en 7 weergegeven deksel 15, dat is opgebouwd uit een driehoekige plaat 17 en een zich langs de randen van de driehoekige plaat uitstrekkende aansluitstrip 18, die van zodanige afmeting is, dat de aansluitstrip 18 nauw passend in een kanaal kan 25 worden opgenomen, zoals ook duidelijk zal zijn uit figuur 1, waarin het uiteinde van het kanaal 2 en het uiteinde van het verbindingsstuk 7 met behulp van een dergelijk deksel 16 is afgesloten.
In figuren 8 en 9 is een overeenkomstig opgebouwd deksel 16’ weergegeven opgebouwd uit een plaat 17’ en een rand 18’. Hierbij 30 is in de plaat 17’ een ronde doortocht 19 aangebracht waardoorheen een aan de plaat 17 vastgezette buisstomp 20 is gestoken. Indien een kanaal met behulp van het deksel 16’ wordt afgesloten kan met behulp van de buisstomp 16’ een verdere leiding op het kanaal worden aangesloten. De buisstomp 20 kan echter ook voor andere doeleinden worden 35 benut, bijvoorbeeld voor de inbouw van een lamparmatuur of dergelijke.
1002491 1 5
In de figuren 10-12 is de opbouw weergegeven van het verbindingsstuk 5 met behulp waarvan de uiteinden van twee zich haaks op elkaar uitstrekkende kanalen 1 en 2 zijn verbonden. Daarbij toont figuur 10 een onderaanzicht op het verbindingsstuk, figuur 11 een 5 aanzicht op figuur 10 gezien volgens de pijl XI in figuur 10 en figuur 12 een aanzicht op figuur 11 gezien volgens pijl XII in figuur 11.
Het verbindingsstuk 5 is opgebouwd uit een tweetal in doorsnede driehoekige delen 21 en 22 waarvan de naar elkaar toegekeerde einden onder een hoek van 45° ten opzichte van de lengte-as van 10 deze delen zijn afgesneden, zodat de beide stukken 21 en 22 onder verstek volgens een verbindingsvlak 23 op elkaar aansluiten.
De grootte van de doorsnede van de delen 21 en 22 is bij voorkeur zodanig, dat de daarop aan te sluiten kanalen, zoals de kanalen 1 en 2, daar nauw sluiten in of omheen passen.
15 Verder liggen bij het verbindingsstuk 5 een tweetal op elkaar aansluitende benen van de delen 2 en 3 in een vlak, terwijl de bases van de beide delen aan de binnenzijde van het door het verbindingsstuk 5 gevormde bochtstuk liggen.
In figuren 13 en 14 is op grotere schaal het in figuur 1 20 weergegeven T-vormig verbindingsstuk 7 afgebeeld. Dit verbindingsstuk 7 is opgebouwd uit een eerste in doorsnede rechthoekig gedeelte 24. Op een in de basis van dit in doorsnede driehoekige gedeelte aangebrachte opening sluit een verder in doorsnede driehoekig gedeelte 25 aan, waarvan de lengte-as de lengte-as van het in doorsnede driehoekige 25 gedeelte 24 loodrecht snijdt of kruist. Zoals uit figuren 13 en 14 duidelijk zal zijn is daarbij de opstelling zodanig, dat de basis van het in doorsnede driehoekige gedeelte 25 in een vlak ligt met een been van het in doorsnede driehoekige gedeelte 24.
Figuren 15-17 tonen een verdere uitvoeringsvorm van een 30 verbindingsstuk 26, dat te gebruiken is voor het aan elkaar koppelen van de uiteinden van een tweetal zich haaks op elkaar uitstrekkende kanalen. Daarbij is figuur 16 een aanzicht op figuur 15 gezien volgens pijl XVI in figuur 15 en is figuur 17 een aanzicht op figuur 15 gezien volgens de pijl XVII in figuur 15 weergegeven.
35 Zoals uit figuren 15-17 duidelijk zal zijn zijn hier weer een tweetal in doorsnede driehoekige gedeelten 27 en 28 onder verstek 1002491 6 op elkaar aangesloten. Het verschil met de in figuur 10 weergegeven uitvoeringsvorm is dat bij de in figuur 10 weergegeven utivoeringsvorm een tweetal benen van de beide in doorsnede driehoekvormige delen 21 en 22 in een vlak met elkaar liggen, terwijl bij de uitvoeringsvorm 5 volgens de figuren 15-17 daarentegen de basis van de beide op elkaar aansluitende driehoekvormige delen 27 en 28 in een vlak zijn gelegen.
Dit verbindingsstuk kan bijvoorbeeld worden gebruikt indien de kanalen, bijvoorbeeld de kanalen 1 en 2 met hun bases 12 tegen een wand of plafond worden gemonteerd.
10 Als verbinding tussen een tweetal zich haaks op elkaar uitstrekkende toe- en afvoerleidingen kan men gebruikmaken van een in de figuren 18-20 weergegeven uitvoeringsvorm van een verbindingsstuk 29.
Figuur 18 toont daarbij een bovenaanzicht op dit ver-15 bindingsstuk, figuur 19 een aanzicht op figuur 18 gezien volgens de pijl XIX in figuur 18 en figuur 20 een aanzicht op figuur 18 gezien volgens de pijl XX in figuur 18.
In deze uitvoeringsvorm omvat het verbindingsstuk 29 een dobbelsteenvormige kast 30. In twee haaks op elkaar staande zijwanden 20 van de kast 30 zijn in doorsnede twee driehoekige gaten 31A en 31B
resp. 32A en 32B aangebracht, terwijl op ieder van de desbetreffende zijwanden twee overeenkomstig gevormde in doorsnede driehoekige aansluitstukken 33 resp. 34 voor het aansluiten van in doorsnede driehoekige kanalen zijn bevestigd. In het inwendige van de kast 30 is
25 daarbij een scheidingsschot 35 voor het scheiden van de van gat 31A naar gat 32A stromende lucht van de van het gat 31B naar gat 32B
stromende lucht aangebracht.
Figuren 21-23 tonen een T-vormig verbindingsstuk 36, dat eveneens is opgebouwd uit een tweetal in doorsnede driehoekige delen 30 37 en 38, waarbij het deel 38, dat zich loodrecht op het deel 37 uitstrekt, tussen de uiteinden van dit deel 37 op een in een been van het deel 37 aangebracht gat aansluit. Daarbij is de uitvoering zodanig, dat de bases van de beide delen 37 en 38 in een vlak zijn gelegen, zoals duidelijk zal zijn uit de figuren 21-23.
35 Figuren 24-26 tonen een verbindingsstuk 39, dat eveneens is opgebouwd uit een tweetal in doorsnede driehoekvormige delen 40 en 41, 1002491 7 waarvan de naar elkaar toegekeerde uiteinden onder verstek op elkaar aansluiten, terwijl een tweetal benen van de op elkaar aansluitende delen 40 en 41 in een vlak zijn gelegen. Hierbij wordt de binnenzijde van de door de beide delen 40 en 41 gevormde hoek begrensd door een 5 tweetal haaks op elkaar staande benen van de in doorsnede driehoekvormige delen 40 en 41, terwijl de buitenzijde van de hoek begrensd wordt door de bases van deze beide in doorsnede driehoekvormige delen 40 en 41.
Figuren 27-29 tonen een verbindingsstuk 42, dat is opge-10 bouwd uit een drietal in doorsnede driehoekige gedeelten 43-45, die resp. doortochten 46, 47 en 48 begrenzen. Daarbij sluiten de beide delen 42 en 44 onder verstek op elkaar aan op soortgelijke wijze als uiteengezet voor de uitvoeringsvorm volgens figuren 11-13, zodat een tweetal benen van de beide delen 42 en 44 in een vlak met elkaar zijn 15 gelegen en de door de beide delen 42 en 44 bepaalde bocht aan de binnenzijde wordt begrensd door de zich haaks op elkaar uitstrekkende bases van deze delen 42 en 44.
De lengte-as van het deel 45 strekt zich loodrecht uit op het vlak waarin de lengte-assen van de zich loodrecht op elkaar 20 uitstrekkende delen 43 en 44 zijn gelegen, terwijl daarbij het deel 45 zodanig is opgesteld, dat een been van het deel 45 in een vlak ligt met een been van het deel 43 en het andere been van het deel 45 in een vlak ligt met een been van het deel 47.
Figuren 30-32 tonen een doosvormig verbindingsstuk 48. 25 Gezien in het bovenaanzicht in figuur 30 sluit op een zich in figuur 30 loodrecht op het vlak van tekening uitstrekkende wand van het verbindingsstuk een tweetal met het inwendige van het verbindingsstuk in verbinding staande buisstompen 49 en 50 aan, die in doorsnede rond of driehoekig kunnen zijn uitgevoerd.
30 Figuur 31 toont een aanzicht op figuur 30 gezien volgens pijl XXXI in figuur 30. In de in figuur 31 in het zicht komende zijwand van het verbindingsstuk 48 zijn een tweetal in doorsnede driehoekige gaten 51 en 52 aangebracht, die omgeven zijn door aan-sluitflenzen 53 voor aansluiting van een tweetal in doorsnede drie-35 hoekige kanalen of van een in doorsnede vierkant kanaal.
100249) 8
Figuur 32 toont een aanzicht op figuur 30 gezien volgens de pijl XXXII. De in figuur 32 in het zicht komende zijwand van het verbindingsstuk is voorzien van een tweetal driehoekige gaten 54 en 55, die omgeven zijn door aansluitflenzen 56 voor aansluiting van een 5 tweetal in doorsnede driehoekige of van een in doorsnede vierkant kanaal.
In het inwendige van het verbindingsstuk 48 is een schot-constructie 57 opgesteld, welke zodanig gevormd is, dat telkens drie aansluitingen op resp. gaten in de wanden van het verbindingsstuk met 10 elkaar in open verbinding staan namelijk de aansluitingen of gaten 49, 51 en 55 en de aansluitingen of gaten 50, 53 en 54.
Het doosvormige verbindingsstuk vormt dus als het ware een dubbele T-verbinding voor het tot stand brengen van kanalen, die op twee tegenover elkaar gelegen wanden van het verbindingsstuk aan-15 sluiten en van kanalen, die aansluiten op een zich tussen deze twee tegenover elkaar gelegen wanden van het verbindingsstuk aansluitende leidingen.
Er is ook een uitvoering denkbaar waarin bijvoorbeeld de buisstompen 49 en 50 aansluiten op de wand van het verbindingsstuk, 20 die is gelegen tegenover de wand waarin de gaten 54 en 55 zijn aangebracht.
Zoals nader in figuren 33 en 44 is weergegeven kan voor de aansluiting op een doorvoer door een wand en/of plafond in een been van een kanaal 60 een doorgangsopening 61 worden aangebracht. 25 Eventueel kan de opening zijn voorzien van een geschikte aansluit- flens. Een dergelijke doorgangsopening kan uiteraard ook in de basis van het kanaal worden aangebracht.
Zoals verder in figuren 35 en 36 is weergegeven kan men in de hoekpunten van een kanaal 62 bij voorkeur op regelmatige afstand 30 van elkaar gelegen gaten 63 aanbrengen, die bijvoorbeeld kunnen worden benut voor het aanzuigen van lucht uit de ruimte waarin het desbetreffende kanaal is aangebracht resp. voor het toevoeren van lucht in deze ruimte. Indien men bepaalde gaten 63 niet voor dit doel wil gebruiken kan men deze gaten op eenvoudige wijze afdichten met behulp 35 van een in het inwendige van het kanaal aan te brengen bij voorkeur 1002491 9 uit enigszins elastisch materiaal bestaande en zich in de lengterichting van het kanaal uitstrekkende afdichtstrook 64.
Met de op bovenbeschreven wijze uitgevoerde kanalen en verbindingsstukken kan men vele variaties van kanaal systemen bedenken.
5 Zo toont figuur 37 een uitvoeringsvorm, die in grote lijnen overeenkomt met de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm en in deze figuur zijn dan ook onderdelen, die overeenkomen met de in figuur 1 weergegeven onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als zijn gebruikt in figuur 1. Zoals uit figuur 37 duidelijk zal zijn is 10 op het van het verbindingsstuk 5 afgekeerde uiteinde van het kanaal 2 met behulp van een verbindingsstuk 7 (figuren 13, 14) een zich evenwijdig aan het kanaal 1 uitstrekkend kanaal 65 aangesloten, dat zodanig is aangebracht, dat dit kanaal 65 met zijn basis tegen het plafond aanligt. Dit kanaal kan benut worden als een zogenaamde 15 "dampdrempel", dat een verspreiding van dampen, bijvoorbeeld afkomstig van de onder de afzuigkap 9 gelegen omgeving, langs het plafond tegengaat.
Zoals weergegeven in figuren 38 en 39 laat een met zijn bases tegen een plafond aanliggend driehoekig kanaal 66 volgens de 20 uitvinding zich bijvoorbeeld ook goed gebruiken als afscherming voor lichtbronnen 67, ophangrails voor gordijnen en dergelijke, al dan niet in combinatie met verdere kanalen.
Figuur 40 toont een uitvoeringsvorm, waarbij in een hoekpunt van een ruimte ter hoogte van de op elkaar aansluitende 25 wanden een verticaal kanaal 68 is opgesteld, dat via een verbindingsstuk 42 (figuren 27-29) is aangesloten op een tweetal kanalen 69 en 70, die zich haaks op elkaar en langs het plafond uitstrekken.
Figuur 41 toont een uitvoeringsvorm, waarbij alleen ter hoogte van de aansluiting tussen een tweetal een ruimte begrenzende 30 wanden een verticaal, in doorsnede driehoekig kanaal 71 is opgesteld, waarin bijvoorbeeld een lichtspot 72 en/of een ventilatie-opening is aangebracht.
Figuur 42 toont een soortgelijke uitvoering, waarbij op het boveneinde van een verticaal opgesteld kanaal 73 een zich langs het 35 plafond uitstrekkend kanaal 74 is aangesloten. In het kanaal 74 en/of 1002491 10 het kanaal 73 kunnen weer een of meer lichtpunten 75 en/of ventilatieopeningen en dergelijke zijn aangebracht.
Figuur 43 toont een uitvoeringsvorm, waarbij langs het plafond een tweetal kanalen 76 en 77 zijn aangebracht, die met elkaar 5 zijn gekoppeld met behulp van een verbindingsstuk 5 (figuren 10-12).
Figuur 44 toont schematisch een uitvoeringsvorm, waarbij twee zich loodrecht op elkaar uitstrekkende met hun bases tegen een plafond liggende kanalen 76’ en 77’ op elkaar aansluiten via bijvoorbeeld een verbindingsstuk 36’ van het in figuren 21-23 weergegeven 10 type.
Figuur 45 toont een uitvoeringsvorm, waarbij de in de uitvoeringsvorm volgens figuur 37 weergegeven in doorsnede driehoekige kanalen 2 en 65 zijn vervangen door in doorsnede rechthoekige kanalen 78 en 79 of door twee tot een rechthoekig kanaal samengevoegde in 15 doorsnede driehoekige kanalen. Het kanaal 1 is daarbij op het kanaal 78 aangesloten met behulp van een in hoofdzaak dobbelsteenvormig opgebouwd verbindingsstuk 79, dat aan een begrenzingswand is voorzien van een geschikte aansluitopening met flens voor het in doorsnede driehoekige kanaal 1 en aan een zich haaks daarop uitstrekkende 20 begrenzingswand is voorzien van een geschikte aansluitopening met flens voor het in doorsnede rechthoekige kanaal 78.
De beide rechthoekige of uit in doorsnede driehoekige kanalen samengestelde kanalen 78 en 79 zijn op elkaar aangesloten met behulp van een verbindingsstuk 81, dat aan een tweetal zich haaks op 25 elkaar uitstrekkende wanden voorzien is van geschikte aansluit- openingen met flenzen voor de desbetreffende kanalen 78 en 79.
Figuur 46 toont een uitvoeringsvorm, waarbij een in doorsnede driehoekig kanaal 82 aan een uiteinde is afgesloten met behulp van het in figuren 8 en 9 weergegeven afsluitdeksel 16’ en met 30 behulp van een op de buisstomp 20 aangesloten verbindingsleiding 83 is aangesloten op een hoofdvoedingsleiding 84 van het ventilatiesysteem of dergelijke.
Figuren 47 en 48 tonen een uitvoeringsvorm, waarbij een tweetal in doorsnede driehoekige kanalen 85 en 86 aan hun nabij elkaar 35 gelegen einden zijn afgesloten door een deksel van de in figuren 8 en 1002491’ 11 9 weergegeven uitvoeringsvorm en onderling zijn verbonden door een op de stompen 20 van deze deksels aangesloten verbindingsslang 87.
Het zal duidelijk zijn, dat zo onder toepassing van de kanalen en verbindingsstukken volgens de uitvinding vele variaties van 5 kanaal stel seis, die bijvoorbeeld voor ventilatiedoeleinden kunnen worden gebruikt, kunnen worden opgebouwd. Daarbij kan voor de bevestiging van een kanaal met zijn basiszijde naar de muur of plafond gericht doelmatig worden gebruik gemaakt van de in figuren 49 en 50 afgebeelde beugel uit verenstaal, die een langgestrekt stripvormig, in 10 onbelaste stand enigszins bol staand lijf 88 heeft, waarvan de einden 89 haakvormig zijn afgebogen. In het midden van het lijf is een sleufgat 90 aangebracht voor de doorvoer van een bevestigingsschroef waarmede de beugel aan een plafond of muur kan worden bevestigd. Nadat zo enige beugels aan een muur of plafond zijn bevestigd kan daarbij 15 een kanaal met behulp van deze beugels worden vastgezet waarbij de haakvormige delen 89 om de randen van de naar de muur of het plafond toegekeerde bases van het desbetreffende kanaal zal grijpen.
In figuren 51 en 52 is een uit stripvormig verend materiaal vervaardigde, in hoofdzaak L-vormige beugel 91 weergegeven, waarvan de 20 beide benen 92 en 93 ook enigszins bol zijn gevormd, zoals duidelijk zal zijn uit figuur 51. In ten minste een van de benen is een gat 94 aangebracht voor de doorvoer van een bevestigingsschroef.
De uiteinden van de beugel zijn voorzien van haakvormig afgebogen delen 95. Indien enkele van deze bevestigingsbeugels ter 25 hoogte van twee op elkaar aansluitende wanden of ter hoogte van de aansluiting tussen een wand of een plafond zijn aangebracht kan een kanaal worden aangebracht, zodanig, dat de beide benen van het kanaal tegen de benen van de beugel komen te liggen en de haakvormige delen grijpen om de aansluitranden tussen de desbetreffende benen en de 30 basis van het kanaal.
1002491

Claims (21)

1. Ventilatiesysteem voor een gebouw voorzien van een of meerdere kanalen voor de doorvoer van lucht, met het kenmerk, dat een 5 kanaal in doorsnede driehoekig is uitgevoerd.
2. Ventilatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de driehoekige doorsnede een gelijkbenige driehoek vormt.
3. Ventilatiesysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tophoek van de driehoek een weinig groter dan 90° is.
4. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem een L-vormig verbindingsstuk omvat, dat is opgebouwd uit een tweetal in doorsnede driehoekige delen.
5. Ventilatiesysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat van de beide op elkaar aansluitende in doorsnede driehoekige delen een 15 tweetal op elkaar aansluitende benen in een vlak zijn gelegen, terwijl het verbindingsstuk aan de binnenzijde van de door het verbindingsstuk bepaalde bocht wordt begrensd door de bases van de beide op elkaar aansluitende delen.
6. Ventilatieysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 20 van de beide op elkaar aansluitende delen van het verbindingsstuk de bases van de beide delen in een vlak zijn gelegen.
7. Ventilatiesysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat van de beide op elkaar aansluitende delen van het verbindingsstuk een tweetal benen in een vlak zijn gelegen, terwijl het verbindingsstuk 25 aan de binnenzijde van de door het verbindingsstuk bepaalde bocht wordt begrensd door een tweetal verticaal op elkaar staande benen van de beide op elkaar aansluitende stukken.
8. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies 4-7, met het kenmerk, dat op de beide in doorsnede driehoekige delen 30 van het verbindingsstuk een derde in doorsnede driehoekig deel aan sluit, waarvan de lengte-as zich dwars op het vlak door de lengteassen van de beide eerstgenoemde delen uitstrekt.
9. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ventilatiesysteem is voorzien van een
35 T-vormig verbindingsstuk, dat is opgebouwd uit twee op elkaar aansluitende, in doorsnede driehoekige delen. 1002491
10. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide delen van het T-vormige verbindingsstuk zodanig op elkaar aansluiten, dat een basis van het ene deel in een vlak is gelegen met een been van het andere deel.
11. Ventilatiesysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de beide delen van het T-vormige verbindingsstuk zodanig op elkaar aansluiten, dat de bases van de beide op elkaar aansluitende delen in een vlak zijn gelegen.
12. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat het ventilatiesysteem is voorzien van een kast- vormig verbindingsstuk, dat op ten minste twee zijwanden is voorzien van een een driehoekige opening begrenzende aansluitflens.
13. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande cconclusies, met het kenmerk, dat in een been of een basis van een kanaal een 15 aansluitopening is aangebracht.
14. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in ten minste een rand van het kanaal een aantal op afstand van elkaar gelegen openingen is aangebracht.
15. Ventilatiesysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, 20 dat in het kanaal een de openingen afsluitend afsluitorgaan is aangebracht.
16. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een uiteinde van een kanaal is afgesloten met behulp van een deksel, dat is voorzien van een aansluitstomp.
17. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een tweetal in doorsnede driehoekige kanalen zijn verenigd tot een een vierkante doorsnede bezittend samengesteld kanaal.
18. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een in doorsnede vierhoekig kanaal, dat door een schot is onderverdeeld in een tweetal een driehoekige doorsnede bezittende kanalen.
19. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een doosvormig 35 verbindingsstuk, waarbij ieder van ten minste een drietal begrenzings-wanden is voorzien van een aansluitopening, waarbij iedere aansluit- 1002491 opening in een wand in open verbinding staat met een opening in de beide andere wanden.
20. In doorsnede driehoekig kanaal kennelijk bestemd om toegepast te worden bij een ventilatiesysteem volgens een der voor- 5 gaande conclusies.
21. Verbindingsstuk, kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies. 1002491
NL1002491A 1996-02-29 1996-02-29 Ventilatiesysteem. NL1002491C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002491A NL1002491C2 (nl) 1996-02-29 1996-02-29 Ventilatiesysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002491 1996-02-29
NL1002491A NL1002491C2 (nl) 1996-02-29 1996-02-29 Ventilatiesysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002491C2 true NL1002491C2 (nl) 1997-09-01

Family

ID=19762418

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002491A NL1002491C2 (nl) 1996-02-29 1996-02-29 Ventilatiesysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1002491C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20150140921A1 (en) * 2013-11-15 2015-05-21 Yorgan Gonzalez Decorative Air Conduit

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH381395A (de) * 1959-09-08 1964-08-31 Kurt Vogler & Co Ohg Einrichtung zur zugfreien Belüftung eines Raumes, insbesondere eines Viehstalles
US4007574A (en) * 1975-09-22 1977-02-15 Riddell C Randolph Structural member and system
DE3223772A1 (de) * 1982-06-25 1983-12-29 Walter Dr.-Ing. 4047 Dormagen Moog Kanal fuer raumbelueftungssysteme
JPH0395349A (ja) * 1989-09-07 1991-04-19 Hitachi Plant Eng & Constr Co Ltd 電子消音システム
JPH03117840A (ja) * 1989-09-29 1991-05-20 S B Plant:Kk クリーンルーム
JPH06341701A (ja) * 1993-05-28 1994-12-13 Kanto Noki Kk 栽培ハウス用合成樹脂製冷暖送風ダクト

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH381395A (de) * 1959-09-08 1964-08-31 Kurt Vogler & Co Ohg Einrichtung zur zugfreien Belüftung eines Raumes, insbesondere eines Viehstalles
US4007574A (en) * 1975-09-22 1977-02-15 Riddell C Randolph Structural member and system
DE3223772A1 (de) * 1982-06-25 1983-12-29 Walter Dr.-Ing. 4047 Dormagen Moog Kanal fuer raumbelueftungssysteme
JPH0395349A (ja) * 1989-09-07 1991-04-19 Hitachi Plant Eng & Constr Co Ltd 電子消音システム
JPH03117840A (ja) * 1989-09-29 1991-05-20 S B Plant:Kk クリーンルーム
JPH06341701A (ja) * 1993-05-28 1994-12-13 Kanto Noki Kk 栽培ハウス用合成樹脂製冷暖送風ダクト

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 276 (M - 1135) 12 July 1991 (1991-07-12) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 314 (M - 1145) 12 August 1991 (1991-08-12) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 94, no. 012 *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20150140921A1 (en) * 2013-11-15 2015-05-21 Yorgan Gonzalez Decorative Air Conduit
US9513025B2 (en) * 2013-11-15 2016-12-06 Yorgan Gonzalez Decorative air conduit

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5736674A (en) Electric box extender
US5959246A (en) Electric box extender and supplemental part
US20080022616A1 (en) H-shaped boot-to-register cover mounting adapter
GB2141462A (en) Screw slot runner system
US8359802B1 (en) Ceiling system
US20150101883A1 (en) Sound attenuation module and oversized grill
GB2128223A (en) Skirting board
NL1002491C2 (nl) Ventilatiesysteem.
EP0577661A1 (en) FRAME STRUCTURE FOR A CROSS WALL.
US20050000182A1 (en) Grid framework
US5879815A (en) Channel for fire damper assembly
US20070256851A1 (en) Apparatus and method for concealing conduit
US11402121B2 (en) Insulated register box with boot rail adaptor
US10648695B2 (en) Insulated register box with boot rail adaptor
EP0840416A2 (en) Enclosure component
US3049199A (en) Joint concealer and shelf t
US3917323A (en) Connecting apparatus for an air duct system
KR100518048B1 (ko) 가구의 포스트 및 그 연결구조
GB2052729A (en) Mounting assembly for gas appliance
EP4117128A1 (en) Configurable bend or junction accessory for a cable ducting system
CA3103394C (en) Drop in flush mount register
JP7257987B2 (ja) 換気扇用配管隠蔽部材および換気扇システム
CA2776267C (en) Brackets and covers for electrical wire routing at interior corners of a building
KR102031114B1 (ko) 조립식 결합구조를 갖는 천정패널
JP3607064B2 (ja) レンジフード用幕板

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130901