NL1002420C2 - Koffiezetmachine met lekstopvoorziening. - Google Patents
Koffiezetmachine met lekstopvoorziening. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1002420C2 NL1002420C2 NL1002420A NL1002420A NL1002420C2 NL 1002420 C2 NL1002420 C2 NL 1002420C2 NL 1002420 A NL1002420 A NL 1002420A NL 1002420 A NL1002420 A NL 1002420A NL 1002420 C2 NL1002420 C2 NL 1002420C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coffee
- valve
- holder
- operating
- machine
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47J—KITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
- A47J31/00—Apparatus for making beverages
- A47J31/06—Filters or strainers for coffee or tea makers ; Holders therefor
- A47J31/0605—Filters or strainers for coffee or tea makers ; Holders therefor with a valve at the filter-outlet; Anti-drip devices
- A47J31/061—Filters or strainers for coffee or tea makers ; Holders therefor with a valve at the filter-outlet; Anti-drip devices activated by the beverage container
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Apparatus For Making Beverages (AREA)
Description
Koffiezetmachine met lekstopvoorziening.
De uitvinding heeft betrekking op een koffiezetmachine met een lekstopvoorziening.
Koffiezetmachines bevatten in een uitvoering een koffiefilterhouder, middelen voor het toevoeren van water 5 vanaf een bron, zoals een reservoir, naar de koffiefilterhouder, en middelen voor het verwarmen van het water. De koffiefilterhouder is op vaste of wegneembare wijze aangebracht, boven de plaats waar een koffiekan geplaatst kan worden voor ontvangst van uit de koffiefilterhouder stro-10 mende koffie. Voor de koffiekan kan de machine uitgerust zijn met een warmhoudplaat. Bij toepassing van thermoskan-nen ontbreekt de warmhoudplaat.
Wanneer een koffiekan na het koffiezetten wordt weggehaald is de kans groot dat er nog koffie nadruppelt 15 uit de filterhouder. Deze koffie lekt dan op het warmhoudplaat je of, indien dat niet aanwezig is, op de ondergrond, bijvoorbeeld een aanrecht of een kast. Het komt echter ook nogal eens voor dat tijdens het koffiezetten de koffiekan verwijderd wordt, om alvast een of meerdere koppen koffie 20 te schenken, wanneer het wachten op het voltooien van het koffiezetproces niet mogelijk of niet gewenst is. De lekstroom uit de koffiefilterhouder kan dan aanzienlijk zijn.
Bij koffiezetmachines met verwijderbare filter-25 houder kan, in het bijzonder wanneer de koffiefilterhouder weer gevuld moet worden om gereed te zijn voor een nieuw koffiezetproces, tijdens het verplaatsen van de koffiefil- 1002420 2 terhouder van de koffiezetmachine naar een afvalbak voor het daarin afgeven van de koffieprut, koffie lekken op tussengelegen oppervlakken, zoals een vloerbedekking.
Bijgevolg bestaat er een grote behoefte aan een 5 lekstopvoorziening, waarmee in de bovengenoemde gevallen lek van koffie uit de uitstroomopening van de koffiefil-terhouder voorkomen wordt.
In het verleden heeft men hiervoor reeds getracht oplossingen te vinden. Zo wordt in de Europese 10 octrooiaanvrage 0.350.197 een lekstopvoorziening voor een automatische koffiezetmachine beschreven, waarbij de lekstopvoorziening gevormd wordt door een afsluiter in de uitstroomopening van de koffiefilterhouder, welke afsluiter voorzien is van een klepstang die neerwaarts uitsteekt 15 en aan zijn ondereind bevestigd is aan een nokplaat. De koffiekan is voorzien van een deksel met een verhoging, die, wanneer de koffiekan op de voor het koffiezetten juiste plaats opgesteld wordt, de nokplaat aangrijpt om deze omhoog te drukken, waardoor ook de klepstang omhoog 20 gedrukt wordt en de uitstroomopening van de koffiefilterhouder vrijgegeven wordt. De koffie kan dan van de koffie-filterhouder door de uitstroomopening en door een in de deksel van de koffiekan voorziene instroomopening stromen.
Een hierop gelijkende oplossing wordt beschreven 25 in de Duitse octrooiaanvrage 35.39.250, waaruit een kof-fie-automaat bekend is met een koffiefilterhouder en een koffiekan, waarbij in de uitstroomopening van de koffiefilterhouder een van een permanente magneet voorziene afsluiter aangebracht is, die reageert op een ringvormige 30 permanente magneet die opgenomen is in de deksel van de koffiekan.
Bij beide bekende koffiezetmachines is de lekstopvoorziening zodanig uitgevoerd, dat deze gerealiseerd wordt door een directe interactie tussen de koffiekan en 35 de koffiefilterhouder. In beide gevallen zijn hiervoor extra voorzieningen nodig in de deksel van de koffiekan opdat deze af gestemd is op de afsluiter. Hierdoor zal men 1 u u l k 2 0 3 gebonden zijn aan het type koffiekan dat te gebruiken is met de koffiezetmachine. Enerzijds heeft men dan niet de mogelijkheid om, met behoud van de bediende lekstopvoor-ziening, als alternatief van de koffiekan een andere 5 koffiehouder onder de koffiefilterhouder te plaatsen. Bij een afwijkende kan blijft de afsluiter gesloten en is de machine niet te gebruiken. Anderzijds zal men ook steeds een koffiekan in reserve moeten houden, omdat men anders bij breuk van de koffiekan pas weer plezier zou kunnen 10 hebben van de lekstopvoorziening na aanschaf van een nieuwe, overeenkomstige koffiekan.
Koffiezetmachines met lekstopvoorziening die op dit punt verbeterd zijn, zijn bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 93.02082 en de Duitse octrooiaanvrage 15 39.28.785. In de in die documenten getoonde koffiezetma chines is het huis van de koffiezetmachine voorzien van een schuifbaar respectievelijk draaibaar gelagerde hefboom, die aan de bovenzijde in aangrijping kan komen met een arm van de hefboom van een afsluiter voor de koffie-20 filterhouder en aan de onderzijde in aangrijping kan komen met de bovenzijde van een koffiekan. Als extra voorziening in de koffiezetmachine volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 93.02082 is de bedieningshefboom opgesteld om een aan/uit-schakelaar voor de koffiezetmachine te bedienen.
25 Een min of meer vergelijkbare oplossing is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0.163.896, waarin echter de koffiefilterhouder zelf voorzien is van een gecompliceerd hefboommechanisme, dat enerzijds kan samenwerken met een vast oploopvlak op de machine en anderzijds 30 met de bovenzijde van een koffiekan.
De lekstopvoorziening, waarbij de deksel van de kan gebruikt wordt voor bediening van het afsluiterme-chanisme, heeft als nadeel dat er steeds zo'n (geschikt) deksel aanwezig moet zijn op de koffiekan.
35 Een andere oplossing is nog bekend uit Ameri kaans octrooischrift 5.133.247, waarbij de koffiefilterhouder voorzien is van een afsluiterhefboomconstructie en 1002420 4 op het huis van de koffiezetmachine eveneens een hefboom aangebracht is, die boven het draaipunt een arm bezit die samenwerkt met de hefboom op de koffiefilterhouder en beneden het draaipunt een neerwaarts uitstekende arm 5 bezit, die door de wand van de koffiekan tegen de wand van de koffiezetmachine gedrukt moet worden om de afsluiter in de koffiefilterhouder open te zetten. Hierbij is de diameter van de te plaatsen koffiekan bepalend voor de mate van opening van de afsluiter. Bij een afwijkende, kleinere 10 diameter van de te plaatsen koffiekan zal de afsluiter evenredig minder geopend zijn of zelfs niet eens kunnen openen, terwijl bij een kan met een (veel) grotere diameter wel eens onvoldoende ruimte aanwezig kan zijn voor het onder de uitstroomopening brengen van de inlaat in de 15 deksel.
De uitvinding heeft nu tot doel om een koffiezetmachine te verschaffen met een lekstopvoorziening die in de hierboven beschreven punten verbetering brengt. Hiertoe voorziet de uitvinding in een koffiezetmachine 20 zoals omschreven in conclusie 1.
De koffiekan zal bij plaatsing op de vulplaats met een gedeelte van het oppervlak van haar wand de bedie-ningsmiddelen aangrijpen en daarbij initieel zorgen voor opening van de afsluiter en vervolgens de afsluiter in die 25 geopende stand houden, zodat de doorstroming van koffie uit de filterhouder bij opeenvolgende koffiezethandelingen gelijk zal blijven, waardoor het koffiezetproces als geheel beter beheersbaar is gemaakt. Het is daarbij niet van belang of er al dan niet een deksel aanwezig is, 30 terwijl bovendien de precieze diameter van de koffiekan er niet toe doet. Hierbij is behouden de eigenschap dat er voor de afsluiter geen speciale voorzieningen nodig zijn op de koffiekan, en toch de koffiefilterhouder gesloten wordt wanneer de koffiekan verwijderd wordt en hetzelfde 35 gebeurt wanneer de koffiefilterhouder zelf verwijderd wordt.
Bij voorkeur omvat de afsluiter een hefboom die 1002420 5 enerzijds de afsluiter draagt en anderzijds een afsluiter-arm, die opgesteld is om aangegrepen te worden door de bedieningsmiddelen. Verdere voorkeursuitvoeringen zijn omschreven in de conclusies 3-6.
5 Het heeft daarbij verder de voorkeur indien de afsluiterarm voorzien is van een in een richting evenwijdig aan de draaihartlijn en loodrecht daarop convex verlopend onderoppervlak, voor het onafhankelijk van de uitrichting van de houder maken van de bediening van de 10 afsluiter. Hierdoor blijft de opening van de afsluiter stabiel indien de koffiefilterhouder niet geheel recht op de machine is geplaatst, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn wanneer de koffiefilterhouder voorzien is van een plaatsingsflens, die opgenomen is in twee geleidings- en 15 plaatsingsrails.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de koffiezetmachine sensormiddelen op de machine, die opgesteld zijn om een bepaalde beweging van de bedieningsmiddelen op te merken en verbonden zijn met bestu-20 ringsmiddelen, die in respons op een signaal van de sensormiddelen de verwarmingsmiddelen kunnen activeren en deactiveren. Deze sensormiddelen kunnen optisch werkend zijn, om een bepaalde verdraaiing van de bedieningshefboom op te merken.
25 Volgens een ander aspect verschaft de uitvinding een oplossing voor de situatie waarin tijdens het zetpro-ces de koffiekan en/of de filterhouder weggenomen wordt en de machine anders heet water zou blijven doseren omdat het verwarmingselement ingeschakeld blijft. Indien de koffie-30 kan is weggehaald kan de filterhouder overstromen omdat deze dan af gedicht is door de afsluiter. Wanneer de f ilterhouder weggehaald is kan het hete water vrij uit de afgifte-opening stromen, over de machine. In de Nederlandse octrooiaanvrage 93.02082 wordt voor het probleem met 35 betrekking tot het weghalen van de koffiekan een oplossing verschaft, doch een oplossing voor het probleem met betrekking tot het weghalen van de filterhouder is nog niet 1002420 6 gegeven.
Volgens de uitvinding wordt hierin verbetering gebracht middels de in conclusie 10 omschreven koffiezetmachine. Volgens de uitvinding zijn aldus de verwarmings-5 middelen verbonden met de genoemde sensoren om daardoor geactiveerd te worden bij aanwezigheid van een koffiekan en koffiefilterhouder. Wanneer tijdens het koffiezetproces de koffiekan en/of de koffiefilterhouder wordt weggehaald om snel tussendoor een koffiekop te vullen, dan wordt niet 10 alleen lek van de in de koffiefilterhouder aanwezige koffie voorkomen, doordat de afsluiter zich in de sluit-stand zal bevinden, maar wordt ook voorkomen dat de kof-fiefilterhouder zal overstromen, omdat toevoer van water na korte tijd zal zijn gestopt vanwege het deactiveren van 15 de verwarmingsmiddelen.
Volgens nog een ander aspect verschaft de uitvinding een verbetering inzake de plaatsing van de koffie-filterhouder. Bij bekende inrichtingen met lekstopvoorzie-ningen worden de filterhouders door middel van een rota-20 tie-opstelling, een opzetconstructie of een inschuifcon-structie boven de vulplaats gepositioneerd. Een nadeel voor de rotatie-opstelling is dat de filterhouder niet op eenvoudige manier te verwijderen is voor reinigingsdoel-einden. Bij een opzetopstelling dient men er steeds op te 25 letten dat de filterhouder precies goed ingebracht wordt. Inschuifconstructies zijn wat dat betreft makkelijker, doch daar is weer een nadeel dat de filterhouder dan ook gemakkelijk fout gepositioneerd kan worden, hetgeen tot beschadiging kan leiden of tot enig vastklemmen en, indien 30 de filterhouder voorzien is van een lekstopmechanisme, een onvolkomen of foute positionering van het lekstopmechanisme ten opzichte van de deze aangrijpende onderdelen, zoals bijvoorbeeld een met de machine verbonden bedieningshef-boom, zoals die hierboven omschreven is.
35 De uitvinding voorziet nu in een opstelling waarbij gebruik wordt gemaakt van een inschuifconstructie maar waarbij een oplossing is verschaft die het positione- 1002420 7 ren vanuit verschillende inbrenghoeken mogelijk maakt. Hiertoe verschaft de uitvinding een koffiezetmachine zoals omschreven in conclusie 12. Een schuine stand van de fil-terhouder wordt hierdoor bij inbrengen vanzelf gecorri-5 geerd naar een rechte stand, binnen gekozen toleranties.
Bij voorkeur zijn de richtmiddelen gevormd door van de plaatsingsflens afhangende aanslag- en richtvlak-ken, die op een afstand van elkaar gelegen zijn die althans nagenoeg overeenkomt met de onderlinge afstand van 10 de rails.
Bij schuin inschuiven van de koffiefilterhouder in de rails zal één van de twee aanslag- en richtvlakken, danwel opstaande randen aan de linker of rechterzijde de betreffende rail ontmoeten en hierbij een rotatiepunt 15 veroorzaken, waarbij tijdens verder inschuiven van de koffiefilterhouder in een rechte eindpositie wordt gedwongen. Aldus verschaffen de richtvlakken, in samenwerking met de raileinden en railbanen een ergonomische hulp aan de gebruiker.
20 De aanslag- en richtvlakken kunnen met enige speling (tolerenatie) gedimensioneerd zijn, zodat zij in de eindpositie toch een bepaalde rotatie en daarmee schuine stand van de kof f ief ilterhouder toelaten, zij het niet meer dan acceptabel is voor een goede werking van een 25 afwezige afsluiter. Dit kan in het bijzonder toegelaten worden indien de afsluiter gevormd is zoals hierboven omschreven is, met een convex aangrijpoppervlak. Hierdoor blijft de opening van de afsluiter stabiel indien de koffiefilterhouder zich binnen de bepaalde, toelaatbare 30 rotatiehoekafwijking bevindt.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de in de bij gevoegde tekening weergegeven voor-beelduitvoering.
Getoond wordt in: 35 figuur 1 schematisch, opengewerkt aanzicht op een koffiezetmachine volgens de uitvinding, tijdens het koffiezetten; 1002420 8 figuur 2 de koffiezetmachine van figuur 1 na het verwijderen van de koffiefilterhouder; figuur 3 de koffiezetmachine van figuur 1, na het verwijderen van de koffiekan; 5 figuren 4A en 4E gedetailleerde weergaven van de werking van het bedieningsmechanisme van de afsluiter van de koffiefilterhouder van de koffiemachine van de figuren 1-3, figuren 5A, 5B en 5C respectievelijk een schema-10 tische weergave in horizontale projectie van het afslui-terbedieningsmechanisme van de koffiemachine volgens de figuren 1-3, bij rechte en bij schuine stand van de koffief ilterhouder, en van een doorsnede van de afsluiterhef-boom.
15 Figuren 6A-D respectievelijk een koffiefilter houder volgens de uitvinding in onderaanzicht bij het begin van inschuiving in de rails, na het inschuiven in de rails en in verticale doorsnede.
De koffiezetmachine 1 omvat een huis 2, waarin 20 een niet weergegeven waterreservoir, waterdoorstroomele-raent 25 met verwarraingsspoel 26, watertoevoerbuis 23 en besturingseenheid 24 opgenomen zijn. Het huis 2 omvat een bovenste uitkraging 5, waarop bedieningsknoppen 34 voorzien zijn en een extra warmhoudplaat 4a en vuldeksel 32, 25 door middel waarvan het waterreservoir bereikbaar is. Aan de onderzijde van de uitkraging 5 zijn rails 40 aangebracht, waarin de filterhouder ingeschoven en gehouden kan worden. Het huis 2 omvat een onderste uitkraging 3, die voorzien is van een warmhoudplaat 4, waarop de koffiekan 9 30 geplaatst en gesteund kan worden.
De koffiekan 9 is voorzien van een handgreep 3 5 en een bovenrand 12 die aan één zijde overgaat in een schenktuit 11, waarbij tevens een deksel 10 met vulopening (niet weergegeven) geplaatst is op de koffiekan 9. De 35 koffiekan 9 is op zich een gewone, universele koffiekan.
De koffiefilterhouder 6 bezit een handgreep 37 en een in hoofdzaak afgeknot-kegelvormig filterlichaam 7 1002420 9 en een bovenaan gelegen, omlopende plaatsingsflens 36. Het filterlichaam 7 loopt in het ondereind uit in een bodem met een verdiept gelegen midden, van waaruit een uit-stroombuisje 8 neerwaarts reikt. Aan de onderzijde van de 5 bodem van het filterlichaam 7 is een afsluiter 19 bevestigd, omvattend twee neerhangende plaatjes 20, die tussen zich, op verdraaibare wijze, draainokjes 21 houden die aangevormd zijn aan afsluiterhefboom 22. De afsluiterhef-boom 22 is aan één zijde verbonden met het ondereind van 10 veer 27, die met het boveneind verbonden is met de bodem van f ilterlichaam 7. Aan het andere eind is de afsluiterhefboom 22 voorzien van een kunststof afsluiterlichaam 28, dat de uitstroomopening van uitstroombuisje 8 af kan sluiten. De afsluiterhefboom 22 wordt hierbij door de veer 15 27 naar een het buisje 8 sluitende stand gespannen. Het gehele afsluitermechanisme wordt tegen beschadiging, van opzij of van onderaf, tijdens het neerzetten, beschermd door een over een groot deel van de omtrek van filterhou-der 6 omlopende afhangende beschermings- en plaatsings-20 kraag 33.
Het huis 2 van de koffiezetmachine 1 is op enige afstand boven de plaats waar de koffiekan 9 gevuld kan worden voorzien van een uitkraging 14, die reikt tot boven de vulplaats. De uitkraging 14 is aan het uiteinde voor-25 zien van een daarin middels pen 15 in een verticaal vlak verdraaibaar gelagerde bedieningshefboom 16, die aan het ondereind voorzien is van een bedieningsarm 17 en aan het boveneind voorzien is van een op bijzondere wijze gekromd bedieningsoppervlak 18, dat nader besproken zal worden aan 30 de hand van de figuren 4A en 4B.
In de uitkraging 14 is tevens een optische sensor 13 opgenomen, die de verdikking 38 van de bedieningshefboom 16 op kan merken om in dat geval via leiding 29 een signaal af te geven aan de besturingseenheid 24. In 35 samenhang daarmee is aan de onderzijde van de bovenste uitkraging 5 een contactschakelaar 31 geplaatst, die geactiveerd wordt door de omtreksflens 36 van de filter- 1 0 0 2 4 Z o 10 houder 6, wanneer deze in de juiste positie geplaatst is. In dat geval geeft de sensor 31 via leiding 30 een signaal af aan de besturingseenheid 24. Wanneer door de besturingseenheid 24 zowel van leiding 29 als van leiding 3 0 5 een signaal ontvangen wordt, zal de besturingseenheid 24 via leiding 2 8 het doorstroomelement 25 met de verwar-mingsspoel 26 activeren, waardoor verwarmd water omhoog in de richting W via de buis 23 naar afgif te-opening 39 gedwongen wordt, waar het verwarmde water in de filterhou-10 der 6 kan stromen.
De sensoren zijn zodanig gepositioneerd dat de machine pas geactiveerd wordt wanneer zowel de koffiekan 9 als de koffiefilterhouder 6 zich in een positie bevinden die een optimale werking van de lekstop garandeert. Omdat 15 de kof f ief ilterhouder 6 met de hand in de machine wordt geschoven is de sensor 31 zodanig gepositioneerd dat de machine pas geactiveerd wordt wanneer de filterhouder zich op de optimale positie boven de bedieningshefboom 16 bevindt, teneinde een zo groot mogelijke opening van de 20 afsluiter te realiseren. In die optimale positie van de koffiefilterhouder zal ook geen ongewenste damp de koffie-filterhouder kunnen verlaten, omdat de rand van de koffie-filterhouder 6 zich dan in zijn geheel onder de bovenste uitkraging 5 van het huis 2 bevindt, en derhalve naar 25 boven toe afgesloten is.
De koffiezetmachine kan tevens uitgerust zijn met een visueel waarschuwingsmiddel of proceslampje, dat oplicht wanneer het doorstroomelement 25 met verwarmings-spoel 26 in werking treedt en uitgaat wanneer het zetpro-30 ces, rekening gehouden met een bepaalde uitlektijd van het filterlichaam 7, beëindigd is. Wanneer de besturingseenheid 24 niet van beide sensoren een signaal heeft ontvangen dat het betreffende element aanwezig is, kan het zetproces niet plaatsvinden of wordt dat onderbroken. Het 35 proceslampje zal dan gaan knipperen.
In figuur 2 is de situatie weergegeven wanneer de koffiefilterhouder 6 verwijderd is, doch de koffiekan 9 1002420 11 op haar plaats is. De koffiekan 9 drukt met de tuit 11 de bedieningshefboom 16 omhoog, zodat de optische sensor 13 het verdikte gedeelte 38 opmerkt en een signaal afgeeft aan de besturingseenheid 24. Van de sensor 31 komt echter 5 geen signaal af, zodat de besturingseenheid 24 de verwarmingsmiddelen niet activeert.
In de koffiefilterhouder 6 drukt de veer 27 de afsluiterhefboom 22 linksom, zodat het afsluiterlichaam 28 tegen de uitstroomopening van het buisje 8 gedrukt wordt. 10 Koffievocht zal dan niet kunnen lekken uit de filterhouder 6.
In figuur 3 is de situatie weergegeven wanneer de koffiekan 9 verwijderd is maar de koffiefilterhouder 6 nog op de machine aanwezig is. De bedieningshefboom 16 is 15 naar de neutrale stand kunnen draaien, waarin, zoals hieronder nog zal worden toegelicht, het bedieningsopper-vlak 18 zodanig gelegen is ten opzichte van het onderop-pervlak van de af sluiterhefboom 22, dat ook in dat geval de veer 27 de afsluiterhefboom 22 neerwaarts kan drukken 20 zodat het afsluiterlichaam 28 de uitstroomopening van het buisje 8 afsluit. Ook in dat geval zal koffievocht niet uit de filterhouder 6 lekken.
In de figuren 4A en 4B zijn de bedieningshefboom 16 en de samenwerking daarvan met de afsluiter 19 in 25 detail weergegeven.
De bedieningshefboom 16 is door middel van torsieveer 40, die enerzijds afsteunt tegen daarvoor geschikt oppervlak op hefboom 16 en anderzijds afsteunt tegen een daarvoor geschikt oppervlak op uitkraging 14, in 30 de weergegeven situatie gespannen naar een toestand waarin de bedieningsarm 17 neerwaarts hangt, zoals te zien in figuur 3. In de in figuur 3 weergegeven positie hangt de hefboom 16 onbelast en is deze vrij draaibaar linksom. In dit verband wordt gewezen op de bespreking van figuur 4D. 35 In de figuren 4A en 4B is de hefboom 16 rechtsom verzwaaid door aangrijping van de rand 12 van een koffiekan op de bedieningsarm 17. De verdikking 38 is dan opgemerkt door 1002420 12 de - hier niet weergegeven - optische sensor.
In figuur 4A is het moment weergegeven tijdens plaatsing van de koffiefilterhouder 6, wanneer de afsluiter 19 in contact komt met de bedieningshefboom 16. Het 5 linker eind van de afsluiterhefboom 22 heeft een gebogen zoekrand 43, die ook in horizontale doorsnede (zie figuren 5A en 5B) gekromd is volgens een cirkelboog met middelpunt ter plaatse van de verticale hartlijn door uitstroomope-ning 8. Daardoor zal ongeacht de rotatiestand om de verti-10 cale hartlijn van de filterhouder 6 de aangrijping van de zoekrand 43 met de hefboom 16 steeds op hetzelfde moment plaatsvinden.
Het bedieningsoppervlak 18 van de hefboom 16 is tweedelig, en wordt gevormd door een eerste vlak 18a, dat 15 gebogen en daarna gestrekt wegloopt ten opzichte van draaipunt 15, en aldus een excentrisch bedieningsvlak vormt. Ter plaatse van knikpunt 18c gaat het excentrische bedieningsvlak 18a over in een cirkelvormig rondlopend en centrisch ten opzichte van draaipunt 15 gelegen bedie-20 ningsvlak 18b.
Wanneer de koffiefilterhouder naar links geschoven wordt van de positie weergegeven in figuur 4A naar de positie weergegeven in figuur 4B, dat wil zeggen de optimale plaats voor het koffiezetten, dan is de afsluiterhef-25 boom 22 rechtsom gekanteld door het oplopen van het onder-oppervlak van de afsluiterhefboom 22 op punt 18c van de bedieningshefboom 16. Om deze plaatsing van filterhouder 6 toe te staan is de omlopende kraag 3 3 ter plaatse van de zoekrand 43 onderbroken.
30 In de in figuur 4B weergegeven stand is het afsluiterlichaam 28, dat op penvormige verlenging 41 gestoken is en daarop gehouden wordt middels tegenhoudmid-delen 44 aan de ene kant en 42 aan de andere kant, op een afstand van ruim 4 mm beneden de uitstroomopening van het 35 buisje 8 gebracht.
Indien er nu sprake is van een koffiekan met een grotere diameter, dan zou de hefboom 16 verder rechtsom 1 o 0 * 4 2 0 13 gekanteld zijn. Door het centrische bedieningsvlak 18b zal dan de afstand tussen lichaam 28 en uitstroomopening van buisje 8 niet veranderen. In beide in figuur 4B en 4C weergegeven situaties zal de raaklijn aan het centrische 5 bedieningsvlak 18b nabij .de knik 18c althans nagenoeg evenwijdig lopen aan de weergegeven lijn van de onderzijde van de afsluiterhefboom 22. De koffiestraal is hierbij in beide instanties (en ook de tussenliggende) gelijk en hetzelfde geldt voor de belasting van de afsluiterhefboom. 10 De opstelling en gekozen afmetingen zijn zodanig gekozen, dat de weergegeven toestand bereikbaar is met de meeste koffiekannen. Mocht de gebruikte koffiekan een kleinere diameter hebben, zodat de hefboom 16 nog niet de in figuur 4B weergegeven toestand kan bereiken, dan zal 15 niettemin als gevolg van het excentrische, zich van de scharnieras 15 verwijdende bedieningsvlak 18a toch snel een grote opening voor de afsluiter bereikbaar zijn, zodat een goede koffiestraal nagenoeg altijd realiseerbaar is.
Begrepen zal worden dat wanneer in de in figuur 20 3 weergegeven toestand de koffiekan weer geplaatst zal worden, en de hefboom 16 met de arm 17 in ontspannen toestand neerwaarts hangt en de hefboom 22 met het onder-oppervlak vlak boven of net tegen het vlak 18a ligt, door aangrijping tussen de rand 12 en de arm 17 de hefboom 16 25 rechtsom verdraaid worden, waarbij punt 18c omhoog en naar rechts langs het onderoppervlak van de hefboom 22 bewogen zal worden om de uitstroomopening van buisje 8 te openen. Wanneer de voornoemde raaklijn van het centrische bedieningsvlak 18b dan weer evenwijdig is komen te liggen aan 3 0 het onderoppervlak van de hefboom 22, dan zal bij voort-gaande beweging van de koffiekan 9 geen wijziging meer optreden in de afstand tussen het lichaam 28 en de uitstroomopening van het buisje 8. Ondertussen zal de verdikking 38 in het werkgebied van de optische sensor in uit-35 kraging 14 terecht zijn gekomen en zal een signaal dat de koffiekan aanwezig is worden afgegeven aan de besturingseenheid 24.
1 υ 0 l 4 Z 0 14
In het geval de kan open is, dat wil zeggen niet voorzien is van een deksel, en een grote diameter heeft, zal mogelijk de rand van de kan per ongeluk voorbij het ondereind van de kan 16 geschoven kunnen worden (figuur 5 4D) . Het is dan eenvoudig om de kan terug te trekken, omdat de hefboom 16 dan vanzelf linksom opgelicht wordt door de binnenzijde van de rand 12, en daarna weer terugvalt naar een neutrale stand. Dan kan een hernieuwde, beter beheerste poging gewaagd worden voor het plaatsen 10 van de kan.
In de figuren 5A en 5B is te zien dat dankzij de cirkelvormige zoekrand 43 het moment van contact tussen bedieningshefboom 16 en afsluiterhefboom 22 steeds bij dezelfde afstand tussen de hartlijn van buisje 8 en het 15 bedieningsvlak 18 zal plaatsvinden, onafhankelijk van een verdraaide positie van de koffiefilterhouder 6. In figuur 5C is te zien dat het onderoppervlak 22a van het linkerge-deelte van de hefboom 22 convex is, waarmee de verkorting van de afstand van het aangrijppunt met de hefboom 16 tot 2 0 de draaias 21, in het geval van de hierboven besproken enigszins schuine stand, gecompenseerd wordt, opdat wanneer de aangrijping plaatsvindt op oppervlak 18a - de hefboom 22 onafhankelijk van een al dan niet schuine stand van de kan over dezelfde hoek gekanteld is en daarmee de 25 via buisje 8 afgegeven straal constant zal zijn.
In figuur 6A is op schematische wijze, van onderaf, weergegeven hoe volgens de baan A de filterhouder 6 met plaatsingsrand 36 in de door de L-vormige gelei-dings- en steunrails 40 - gevormd door horizontale benen 3 0 46 en verticale lijven 42 - en het onderoppervlak van uitkraging 5 gerealiseerde plaatsingspleten geschoven wordt. De filterhouder 6 is onder de plaatsingsflens 36 voorzien van een extra strook 43, 44, omvattende aanslag-schotjes 43 en een daartussen rond lopende omtrekskraag 35 44. Dit is ook weergegeven in figuur 6D. Schotjes 43 en kraag 44 zijn aan zijn geheel gevormd met de filterhouder 6 van kunststof. In figuur 6A kijkt men derhalve in een 1 o ü i 4 'L 0 15 naar beneden toe open omlopende spleetruimte, die begrensd wordt door schotjes 43 en kraag 44 en door de rand 7 van de filterhouder 6. Het filterpapier blijft dus ook bij deze voorziening volgens de uitvinding over de volledige 5 omtrek gesteund door het filterlichaam 7.
Indien figuur 6A weergegeven situatie is de filterhouder 6 zodanig schuin gehouden ten opzichte van de rails 40, dat het schotje 43 aan één zijde aankomt tegen de kopse invoerrand 41 van één van de rails 40. Er wordt 10 aldaar een draaipunt gevormd, waardoor de filterhouder 6 enigszins in de richting B verdraaid zal worden, totdat het andere schotje 43 bij de andere rails 40 aangekomen is en verdere verdraaiing in de richting B tegengegaan wordt door het verticale lijf 42 van de L-vormige rails 40. De 15 filterhouder 6 kan nu naar links ingeschoven worden, waarbij geleiding van de filterhouder plaatsvindt door wisselwerking tussen de hoeken 45 tussen de schotjes 43 en de kraag 44 enerzijds en het verticale lijf 42 van de rails 40 anderzijds.
20 In figuren 6B en 6C zijn situaties weergegeven die vergelijkbaar zijn met die van de figuren 5A en 5B, waarbij te zien is dat de schotjes 43 een te grote verdraaiing van de filterhouder 6 voorkomen.
De filterhouder 6 steunt hierbij steeds met de 25 plaatsingsflens 36 op de horizontale benen 46 van de rails 40.
Met de rails 40 en de plaatsingsflens 36 kan een plaatsing van de filterhouder 6 bewerkstelligd worden, waarin de bovenopening op zeer geringe afstand gelegen is 30 van het neerwaartse oppervlak van de uitkraging 5. Indien in het geval van een storing water toch doorgevoerd wordt door leiding 23 en de afsluiter van de filterhouder 6 gesloten is, dreigt er een drukopbouw in het inwendige van de filterhouder 6. Om dit te voorkomen is de filterhouder 35 6 bovenaan voorzien van drukontlatinggaatjes 47, waarlangs koffiewater kan ontwijken om langs de buitenzijde van lichaam 7 weg te stromen.
'l u 0 L ^ ®
Claims (14)
1. Koffiezetmachine omvattend een houder voor een koffiefilter met koffie, middelen voor het toevoeren van water vanaf een bron naar de houder, middelen voor het verwarmen van het water en middelen voor het houden van de 5 houder op de machine met de uitstroomopening boven een voor een koffiekan bestemde vulplaats, waarbij de houder voorzien is van een afsluiter voor de uitstroomopening die naar een sluitstand gedwongen is, en de machine voorzien is van bedieningsmiddelen voor de afsluiter die zelf 10 bedienbaar zijn door de koffiekan door beweging daarvan naar of van de vulplaats, waarbij de bedieningsmiddelen ingericht zijn om door een wandgedeelte van de koffiekan bij plaatsing van de koffiekan op de vulplaats de afsluiter tijdens een eerdere verplaatsing van de kan eerst te 15 brengen in een bepaalde geopende stand en deze daarin vervolgens te houden, tijdens een aansluitende, voortzettende tweede verplaatsing van de kan, tenminste tot de koffiekan de vulplaats bereikt heeft.
2. Koffiezetmachine volgens conclusie 1, waarbij 20 de afsluiter een afsluiterhefboom omvat, die enerzijds de afsluiter draagt en anderzijds een afsluiterarm, die opgesteld is om aangegrepen te worden door de bedieningsmiddelen.
3. Koffiezetmachine volgens conclusie 2, waarbij 25 de bedieningsmiddelen een eerste bedieningsvlak en een tweede bedieningsvlak omvatten, voor respectievelijke aangrijping van de afsluiterarm en de koffiekan, waarbij het eerste bedieningsvlak een voor bediening oplopend vlakgedeelte en een aansluitend, voor bediening constant 30 vlakgedeelte bezit.
4. Koffiezetmachine volgens conclusie 3, waarbij 1002420 de bedieningsmiddelen een bedieningshefboom omvatten, die draaibaar gelagerd is in een uitsteeksel op de machine, waarbij het oplopend vlakgedeelte een excentrisch vlak vormt en het constante vlakgedeelte een centrisch vlak, 5 ten opzichte van de draaihartlijn.
5. Koffiezetmachine volgens conclusie 4, waarbij de bedieningshefboom een bedieningsarm met het tweede bedieningsvlak omvatten, waarbij het tweede bedieningsvlak gelegen is in de horizontale baan die gevolgd wordt door 10 een bovenste gedeelte van de wand van de koffiekan tijdens het bewegen daarvan naar de vulplaats.
6. Koffiezetmachine volgens conclusie 5, waarbij de bedieningsarm een lengte bezit die in de orde van grootte ligt van de afstand tussen de rand van de koffie- 15 kan en het midden daarvan.
7. Koffiezetmachine volgens een der conclusies 2-6, waarbij de afsluiterarm voorzien is van een in een naar de machine te richten voorlooprand die in het horizontale vlak convex is volgens een cirkelboog met middel- 20 punt ter plaatse van de uitstroomopening van de filterhou-der en/of van een in een verticaal doorsnedevlak, dat evenwijdig is aan de draaihartlijn van de arm, convex verlopend onderoppervlak, voor het binnen een bepaald bereik onafhankelijk van de horizontale uitrichting van de 25 houder maken van de opening van de afsluiter.
8. Koffiezetmachine volgens een der voorgaande conclusies, voorts omvattend sensormiddelen op de machine, die opgesteld zijn om een bepaalde beweging van de bedieningsmiddelen op te merken en verbonden zijn met bestu- 30 ringsmiddelen, die in respons op een signaal van de sensormiddelen de verwarmingsmiddelen kunnen activeren en deactiveren.
9. Koffiezetmachine volgens conclusie 8, waarbij de sensormiddelen deel uitmaken van een optische schake- 35 laar.
10. Koffiezetmachine omvattend een houder voor een koffiefilter met koffie, middelen voor het toevoeren 1002420 van water vanaf een bron naar de houder, middelen voor het verwarmen van het water en middelen voor het houden van de houder op de machine met de uitstroomopening boven een voor een koffiekan bestemde vulplaats, waarbij de houder 5 voorzien is van een afsluiter voor uitstroomopening, die naar een sluitstand gedwongen is, en de machine voorzien is van bedieningsmiddelen voor de afsluiter om deze te openen wanneer zowel de koffiekan zich op de vulplaats bevindt als de houder zich in de voor koffiezetten ge-10 schikte stand bevindt, waarbij de machine voorzien is van eerste sensormiddelen, die de koffiekan opmerken en verbonden zijn met besturingsmiddelen voor de verwarmingsmiddelen, en van tweede sensormiddelen, die de filterhouder opmerken en verbonden zijn met de besturingsmiddelen, 15 waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn om pas bij ontvangst van een signaal van zowel de eerste als van de tweede sensormiddelen de verwarmingsmiddelen te activeren.
11. Koffiezetmachine volgens conclusie 10, voorts omvattend geleidingsmiddelen voor het geleiden en 20 houden van de koffiefilterhouder, waarbij de tweede sensormiddelen ingericht zijn om bij contact met delen van de houder een aanwezigheidssignaal af te geven aan de besturingsmiddelen .
12. Koffiezetmachine omvattend een houder voor 25 een koffiefilter met koffie, middelen voor het toevoeren van water vanaf een bron naar de houder, middelen voor het verwarmen van het water en middelen voor het houden van de houder op de machine met de uitstroomopening boven een voor een koffiekan bestemde vulplaats, waarbij de houder 30 bovenaan voorzien is van een zich in omtreksrichting uitstrekkende plaatsingsflens en de machine voorzien is van twee rails voor geleiding en steun van de plaatsings-flens, waarbij de houder voorts voorzien is van richtmid-delen nabij de plaatsingsflens, die geplaatst zijn voor 3 5 aangrijping van de rails voor het in een in hoofdzaak rechte stand richten van de houder tijdens de plaatsing daarvan op de machine. 100*420
13. Koffiezetmachine volgens conclusie 12, waarbij de richtmiddelen gevormd zijn door van de plaat-singsflens afhangende aanslag- en richtvlakken, die op een afstand van elkaar gelegen zijn die althans nagenoeg 5 overeenkomt met de onderlinge afstand van de rails.
14. Koffiezetmachine volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de koffiefilterhouder nabij de bovenrand daarvan voorzien is van koffievochtontlatingsopening-en ter voorkoming van een te hoge drukopbouw. 10 -o-o-o-o-o-o-o-o- 1002420
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002420A NL1002420C2 (nl) | 1996-02-22 | 1996-02-22 | Koffiezetmachine met lekstopvoorziening. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002420A NL1002420C2 (nl) | 1996-02-22 | 1996-02-22 | Koffiezetmachine met lekstopvoorziening. |
NL1002420 | 1996-02-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1002420C2 true NL1002420C2 (nl) | 1997-08-25 |
Family
ID=19762366
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1002420A NL1002420C2 (nl) | 1996-02-22 | 1996-02-22 | Koffiezetmachine met lekstopvoorziening. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1002420C2 (nl) |
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2008098296A1 (en) * | 2007-02-13 | 2008-08-21 | Breville Pty Limited | Coffee maker with single serve setting |
EP2641516A1 (en) * | 2012-03-21 | 2013-09-25 | Smithdesign B.V. | Coffee filter holder and coffee maker |
US8850958B2 (en) | 2011-12-27 | 2014-10-07 | Whirlpool Corporation | Coffee maker with drip stop supporting single serve and carafe operation |
US8904923B2 (en) | 2011-12-27 | 2014-12-09 | Whirlpool Corporation | Coffee maker supporting single serving and multiple serving operation |
US8911811B2 (en) | 2011-12-27 | 2014-12-16 | Whirlpool Corporation | Method of operating a coffee maker |
WO2016025992A1 (en) * | 2014-08-20 | 2016-02-25 | Breville Pty Limited | Coffee maker |
-
1996
- 1996-02-22 NL NL1002420A patent/NL1002420C2/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2008098296A1 (en) * | 2007-02-13 | 2008-08-21 | Breville Pty Limited | Coffee maker with single serve setting |
US20100011964A1 (en) * | 2007-02-13 | 2010-01-21 | Breville Pty Limited | Coffee Maker with Single Serve Setting |
US8635946B2 (en) * | 2007-02-13 | 2014-01-28 | Breville Pty Limited | Coffee maker with single serve setting |
US8850958B2 (en) | 2011-12-27 | 2014-10-07 | Whirlpool Corporation | Coffee maker with drip stop supporting single serve and carafe operation |
US8904923B2 (en) | 2011-12-27 | 2014-12-09 | Whirlpool Corporation | Coffee maker supporting single serving and multiple serving operation |
US8911811B2 (en) | 2011-12-27 | 2014-12-16 | Whirlpool Corporation | Method of operating a coffee maker |
US10064515B2 (en) | 2011-12-27 | 2018-09-04 | Whirlpool Corporation | Method of operating a coffee maker |
EP2641516A1 (en) * | 2012-03-21 | 2013-09-25 | Smithdesign B.V. | Coffee filter holder and coffee maker |
US9591944B2 (en) | 2012-03-21 | 2017-03-14 | Smitdesign B.V. | Coffee filter holder and coffee maker |
WO2016025992A1 (en) * | 2014-08-20 | 2016-02-25 | Breville Pty Limited | Coffee maker |
CN106998936A (zh) * | 2014-08-20 | 2017-08-01 | 布瑞威利私人有限公司 | 咖啡制作器 |
US11857102B2 (en) | 2014-08-20 | 2024-01-02 | Breville Pty Limited | Advanced drip filter coffee maker |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1007169C2 (nl) | Inrichting voor het bereiden van koffie. | |
US7077053B2 (en) | Apparatus for preparing coffee | |
RU2675469C2 (ru) | Способ и устройство для приготовления заварного напитка | |
CA2818395C (en) | Brewed beverage appliance and method | |
RU2726732C2 (ru) | Выдачной узел кофемашины эспрессо с фронтальной вставкой фильтродержателя | |
US5133247A (en) | Coffee maker | |
EP0549887A2 (en) | Compact coffee machine for espresso coffee and filter coffee, otherwise known as American coffee | |
NL1002420C2 (nl) | Koffiezetmachine met lekstopvoorziening. | |
ITFI20080198A1 (it) | "macchina da caffe'" | |
GB2173692A (en) | Coffeemaker | |
JPH0722551B2 (ja) | コーヒー機 | |
AU2017267260B2 (en) | Coffee machine with a system for a single dose dispensing of emulsionated and heated milk | |
FI4090202T3 (fi) | Kone ja menetelmä kuuman juoman valmistamiseksi | |
JP2004516055A (ja) | 飲料調製装置 | |
RU2670863C9 (ru) | Способ и устройство для приготовления заварного напитка | |
WO2004008922A2 (en) | Multi-function beverage maker | |
US5931329A (en) | Device to selectively change the height of a coffee carafe | |
NL1003068C2 (nl) | Koffiefiltreerinrichting met bypass. | |
JP2601216B2 (ja) | 電気ポット | |
JP2870974B2 (ja) | コーヒ抽出機能付き電気湯沸しポット | |
NL1005480C2 (nl) | Inrichting voor het oploskoffie vullen van een voorraadkan alsmede een mengpijp bestemd voor plaatsing in een voorraadkan voor koffie. | |
JPS62211023A (ja) | 電気ポツト | |
JPH0710675Y2 (ja) | 飲料抽出装置の原料カートリッジ受反転装置 | |
GB2614342A (en) | Liquid heating appliances | |
JPH055028U (ja) | 出湯装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MK | Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20160221 |