NL1002099C2 - Spuitinrichting. - Google Patents

Description

Spuitinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een spuitinrich-ting voor het op voorwerpen aanbrengen van een te verspuiten produkt, met ten minste twee spuitkoppen en toevoerleidingen voor het te verspuiten produkt respectievelijk een verneve-5 lingsgas.

Een bekend voorbeeld van een dergelijke spuitin-richting vormt een inrichting voor het invetten van bakvormen. Het te verspuiten produkt bestaat hierbij uit een lossingsmid-del dat dient te waarborgen dat in de bakvormen vervaardigde J.0 bakprodukten eenvoudig lossen uit de bakvormen.

In het algemeen bestaat een dergelijke bekende inrichting uit een spuitbrug die een transporteur voor de bakvormen overspant en waarop in de handel verkrijgbare verf-spuitpistolen zijn gemonteerd. De verfspuitpistolen worden 15 door middel van slangen vanuit een verdeelblok gevoed met het te verspuiten produkt respectievelijk het vernevelingsgas, meestal lucht. Een nadeel van dit bekende type spuitinrichting is, dat door het neerslaan van het vernevelde produkt een grote vervuiling van de inrichting optreedt. Hieraan dragen de 20 vele slangen op nadelige wijze bij. Gepoogd werd reeds, om dergelijke vervuilingen te beperken door een groot gedeelte van de spuitinrichting in te bouwen in een kap teneinde de neerslaande nevel weg te houden van de spuitkoppen en de slangen. Evenwel neemt hierdoor de complexiteit van de spuitin-25 richting toe, terwijl desondanks niet volledig kan worden voorkomen dat de ongewenste vervuiling optreedt. Verder bemoeilijkt een dergelijke kap te toegankelijkheid tot onderdelen van de spuitinrichting, terwijl vele moeilijk toegankelijke en verborgen hoeken en spleten een tegengesteld effect op-30 leveren, daar ze bijdragen aan een onhygiënische situatie.

De uitvinding beoogt een spuitinrichting van het onderhavige type te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn opgeheven .

1 0 0 2 0 9 3.

2

Hiertoe bezit de spuitinrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de spuitkoppen zijn voorzien van verne-velingsgas-aansluitingen die uitmonden in een voor alle spuitkoppen gemeenschappelijke verdeelkamer, in welke verdeelkamer 5 tevens de toevoerleiding voor het vernevelingsgas uitmondt en waarbij de toevoerleiding voor het te verspuiten produkt zich door de verdeelkamer uitstrekt.

Overeenkomstig de uitvinding wordt het verneve-1ingsgas thans via de verdeelkamer toegevoerd aan de afzonder-10 lijke spuitkoppen. Aparte toevoerleidingen voor het verneve-lingsgas naar de afzonderlijke spuitkoppen zijn niet langer vereist, terwijl de toevoerleiding voor het te verspuiten produkt zich binnen de verdeelkamer uitstrekt. Hierdoor wordt een in totaliteit uitermate hygiënische constructie verkregen, 15 waarbij hetzij leidingen achterwege zijn gelaten (aparte toevoerleidingen voor het vernevelingsgas) hetzij leidingen beschermd liggen opgesloten (de toevoerleidingen voor het te verspuiten produkt). Een bijkomend voordeel is, dat het aantal op de verdeelkamer aangesloten spuitkoppen eenvoudig kan wor-20 den uitgebreid zonder gecompliceerde technische maatregelen.

Constructief geniet een uitvoeringsvorm van de spuitinrichting de voorkeur, volgens welke de verdeelkamer bestaat uit een hol profiel waarbinnen op enkele afstand van elkaar twee vernevelingsgasdichte schotten zijn geplaatst, 25 waarbij de toevoerleiding voor het vernevelingsgas via één van deze schotten in de verdeelkamer uitmondt en de toevoerleiding voor het te verspuiten produkt door een der schotten de verdeelkamer binnentreedt. De vernevelingsgasdichte schotten vormen twee kopse eindwanden van de verdeelkamer, terwijl de wan-30 den van het holle profiel de zijwanden daarvan vormen. De toevoerleiding voor het vernevelingsgas mondt via één van deze schotten in de verdeelkamer uit, waarbij het mogelijk is dat de toevoerleiding voor het te verspuiten produkt door het andere schot de verdeelkamer binnentreedt; evenwel is het ook 35 mogelijk dat de beide toevoerleidingen via hetzelfde schot in de verdeelkamer uitmonden respectievelijk binnentreden. In beide gevallen wordt nog het extra voordeel verschaft, dat de 10 o ·:.

3 toevoerleidingen zich ook buiten de verdeelkamer verder door het holle profiel kunnen uitstrekken, en ook aldaar tegen uitwendige invloeden beschermd liggen opgesloten.

Teneinde de hygiëne van de spuitinrichting volgens 5 de uitvinding verder te verhogen is het mogelijk, dat de spuitkoppen zich grotendeels binnen de verdeelkamer bevinden. Op deze wijze liggen ook de spuitkoppen voor een groot deel beschermd binnen de verdeelkamer en zijn ze derhalve grotendeels ontoegankelijk voor vervuilende invloeden. In principe 10 volstaat het, wanneer slechts het spuitmondgedeelte van de spuitkoppen buiten de verdeelkamer uitsteekt.

Verder wordt een speciale uitvoeringsvorm van de spuitinrichting volgens de uitvinding genoemd, met een zich eveneens door de verdeelkamer uitstrekkende en op de spuitkop-15 pen aangesloten toevoerleiding voor een besturingsmedium voor een de afgifte van het te verspuiten produkt regelende klep. Overeenkomstig deze uitvoeringsvorm wordt de verdeelkamer tevens benut om een dergelijke toevoerleiding voor een besturingsmedium op te nemen.

v 20 In dit kader wordt opgemerkt, dat de genoemde klep meestal, zoals op zichzelf bekend is, in de spuitkoppen zelf wordt aangebracht zodat de afgifte van het te verspuiten produkt uitermate snel en nauwkeurig kan worden geregeld. Hierbij geldt dan verder meestal, dat via de verdeelkamer en de verne-25 velingsgas-aansluitingen van de spuitkoppen voortdurend verne-velingsgas uit de spuitmond van de spuitkoppen treedt. Uiteraard bestaat echter ook de mogelijkheid om ook de toevoer van het vernevelingsgas door middel van geschikte kleppen te besturen.

30 Tenslotte wordt een in het kader van de onderhavige uitvinding gunstige constructieve variant van de spuitinrichting genoemd, met een de spuitkoppen dragend brugdeel voor het overbruggen van de transporteur voor de te spuiten voorwerpen, waarbij de verdeelkamer een deel van de dragende constructie 35 van het brugdeel vormt. Een dergelijk brugdeel kan bijvoorbeeld bestaan uit een zelfdragend hol profiel. Door op enige afstand van elkaar binnen in dit holle profiel twee schotten 10 0 2 0 99 .

4 aan te brengen kan op eenvoudige wijze de verdeelkamer worden gevormd. De extra constructieve inspanning wordt hierdoor tot een minimum beperkt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de 5 hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de spuit-inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont in gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht een uitvoeringsvorm van de spuitinrichting volgens de uitvinding, en 10 fig. 2 toont een gedeelte van de in fig. 1 getoonde spuitinrichting op grotere schaal.

De getoonde spuitinrichting is bedoeld voor het op voorwerpen aanbrengen van een te verspuiten produkt, zoals het met behulp van een lossingsmiddel invetten van bakvormen. De 15 spuitinrichting is voorzien van een brugdeel 1 dat een aantal, in het getoonde voorbeeld vier, spuitkoppen 2 draagt. Het brugdeel l is bedoeld voor het overbruggen van een (niet getoonde) transporteur voor de te spuiten voorwerpen.

Het brugdeel bestaat uit een hol profiel, waarin op 20 enige afstand van elkaar twee afdichtende schotten 3 en 4 zijn geplaatst. Tussen beide schotten 3 en 4 wordt hierdoor een verdeelkamer 5 gevormd. Via het rechterschot 3 mondt in de verdeelkamer 5 een toevoerleiding 6 voor vernevelingslucht uit. De verdeelkamer 5 staat via kanalen of aansluitingen 7 in 25 verbinding met de spuitmond 8 van de spuitkoppen 2. Zoals zichtbaar is betreft dit een permanente verbinding, zodat, wanneer via de toevoerleiding vernevelingslucht in de verdeelkamer 5 wordt aangevoerd ook automatisch vernevelingslucht via de kanalen 7 naar de spuitmond 8 stroomt en hier door naar 30 buiten spuit.

Door het schot 3 strekt zich verder een toevoerleiding 9 voor het te verspuiten produkt uit. Deze toevoerleiding 9 is op zichzelf bekende wijze aangesloten op de spuitkoppen 2. Door de speciale constructie overeenkomstig de uitvinding 35 strekt deze toevoerleiding 9 zich binnen de verdeelkamer 5 uit.

' e' 5

Tenslotte is een toevoerleiding 10 weergegeven, die zich eveneens via het schot 3 naar het inwendige van de verdeelkamer 5 uitstrekt en is aangesloten op de spuitkoppen 2 voor het, op op zichzelf bekende wijze, besturen van een in 5 elke spuitkop 2 toegepaste klep die de afgifte van het te verspuiten produkt regelt. Het tot een dergelijke klep behorende klepmechanisme is in fig. 2 in het inwendige van de opengewerkt weergegeven rechterspuitkop 2 zichtbaar, doch niet nader toegelicht aangezien een dergelijk klepmechanisme in principe 10 tot de stand van de techniek behoort.

Alhoewel bij de getoonde uitvoeringsvorm de drie toevoerleidingen 6, 9 en 10 de verdeelkamer 5 bereiken via één schot, namelijk schot 3, is het uiteraard ook mogelijk dat één of een aantal van deze toevoerleidingen via de andere zijde, 15 namelijk via schot 4, de verdeelkamer 5 bereikt.

Uit de figuren blijkt verder, dat de spuitkoppen 2 zich voor een groot gedeelte eveneens binnen de verdeelkamer 5 bevinden. Hierdoor wordt bereikt, dat deze spuitkoppen, evenals de toevoerleidingen 6, 9 en 10, beschermd zijn tegen uit-20 wendige vervuiling, bijvoorbeeld tengevolge van het neerslaan van het vernevelde produkt.

Tengevolge van de continue toevoer van verneve-lingslucht vanuit de verdeelkamer 5 in de kanalen 7 wordt, tijdens besturing van de klep voor de afgifte van het te ver-25 spuiten produkt, als het ware een voor-ijlend respectievelijk na-ij lend effect van de vernevelingslucht ten opzichte van het te verspuiten produkt verkregen. Dit betekent, dat reeds vernevel ingslucht via de spuitmond 8 wordt afgegeven voordat produkt wordt afgegeven, en dat, na voltooide afgifte van het 30 produkt, nog steeds vernevelingslucht wordt afgegeven nadat de afgifte van produkt is gestopt. Overeenkomstig de stand van de techniek werd voor het bereiken hiervan gebruik gemaakt van een speciale klepconstructie waarbij twee openingsfasen konden worden onderscheiden, namelijk een eerste openingsfase waarbij 35 slechts vernevelingslucht werd toegevoerd aan de spuitmond en een tweede openingsfase waarbij tevens het te verspuiten produkt werd toegevoerd. Bij het sluiten gebeurde het omgekeerde, 10 02 093.

6 namelijk eerst het stoppen van de toevoer van het te verspuiten produkt en tijdens een volgende fase het eveneens stoppen van de toevoer van de vernevelingslucht. Uiteraard leverde dit een complexe constructie op. Overeenkomstig de uitvinding is 5 een dergelijke complexe constructie niet meer nodig.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de conclusies bepaalde kader op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

10 0 2 0 i> 3

Claims (5)

1. Spuitinrichting voor het op voorwerpen aanbrengen van een te verspuiten produkt, met ten minste twee spuitkoppen en toevoerleidingen voor het te verspuiten produkt respectievelijk een vernevelingsgas, met het kenmerk, dat de 5 spuitkoppen zijn voorzien van vernevelingsgas-aansluitingen die uitmonden in een voor alle spuitkoppen gemeenschappelijke verdeelkamer, in welke verdeelkamer tevens de toevoerleiding voor het vernevelingsgas uitmondt en waarbij de toevoerleiding voor het te verspuiten produkt zich door de verdeelkamer uit- 10 strekt.

2. Spuitinrichting volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de verdeelkamer bestaat uit een hol profiel waarbinnen op enkele afstand van elkaar twee vernevelingsgasdichte schotten zijn geplaatst, waarbij de toevoerleiding voor het 15 vernevelingsgas via één van deze schotten in de verdeelkamer uitmondt en de toevoerleiding voor het te verspuiten produkt door een der schotten de verdeelkamer binnentreedt. v

3. Spuitinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de spuitkoppen zich grotendeels binnen de 20 verdeelkamer bevinden.

4. Spuitinrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een zich eveneens door de verdeelkamer uitstrekkende en op de spuitkoppen aangesloten toevoerleiding voor een besturingsmedium voor een de afgifte van het te 25 verspuiten produkt regelende klep.

5. Spuitinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met een de spuitkoppen dragend brugdeel voor het overbruggen van een transporteur voor de te bespuiten voorwerpen, met het kenmerk, dat de verdeelkamer een deel van de dra- 30 gende constructie van het brugdeel vormt. 10 02 0 ’:!