NL1001948C2

NL1001948C2 - Track shunting arrangement for railway branch lines

Info

Publication number: NL1001948C2
Application number: NL1001948A
Authority: NL
Inventors: Anne Rodenburg; Gerrit Wijts; Willem Van Der Velden
Original assignee: Ns Wisselbouwbedrijf B V
Priority date: 1995-12-20
Filing date: 1995-12-20
Publication date: 1997-06-24

Abstract

The shunt mechanism is connected to the track ends by a rod (3) and is operated by a lever (6) which can be moved between two extreme positions which correspond with the positions of the track ends. The operating lever pivots about a main shaft which is connected via a delay mechanism to the rod (3). The delay mechanism acts so that when the operating lever is moved to and fro at least three times, the track ends jump over from one position into another.

Description

Omstelinrichting voor een spoorwegwisselDiverter for a railway switch

De uitvinding heeft betrekking op een omstelinrichting voor een spoorwegwissel, omvattende een verbindingsstang die enerzijds 5 verbindbaar is met een tweetal wisseltongen en die anderzijds samenwerkt met een bedieningshefboom welke verplaatsbaar is tussen twee uiterste posities die overeenkomen met de twee standen van de wisseltongen.The invention relates to a railway switch changeover device, comprising a connecting rod which is connectable on the one hand to two switch tongs and on the other hand cooperates with an operating lever which is movable between two extreme positions corresponding to the two positions of the switch tongues.

Dergelijke met de hand bedienbare omstelinrichtingen zijn alom 10 bekend, en worden in groten getale toegepast op bijvoorbeeld rangeerterreinen. De bedieningshefboom neemt, bij het verplaatsen daarvan tussen zijn uiterste posities, de wisseltongen mee tussen hun bijbehorende standen. Als gevolg van deze direkte overbrenging gaat dit noodzakelijkerwijze met een behoorlijke krachtsinspanning gepaard. 15 Afgezien van de bedieningshefboom zelf, moet ook het blok worden omgelegd. Dit blok, dat een aanzienlijke massa vertegenwoordigd, heeft ten doel de bedieningshefboom aangedrukt te houden in de gekozen stand. Ook voor het omleggen van dit blok is een grote krachtsinspanning nodig.Such manually operated diverter devices are widely known, and are used in large numbers in, for example, marshalling yards. The operating lever, when moved between its extreme positions, takes the changeover tongs between their associated positions. As a result of this direct transmission, this necessarily involves considerable effort. 15 Apart from the operating lever itself, the block must also be diverted. The purpose of this block, which represents a considerable mass, is to keep the operating lever pressed in the selected position. A great deal of effort is also required for the rearrangement of this block.

20 Gezien recente wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden, zijn dergelijke regelmatig terugkerende, zware inspanningen niet langer aanvaardbaar. Doel van de uitvinding is daarom een omstelinrichting voor spoorwegwissels te verschaffen die deze nadelen niet heeft. Dat doel wordt bereikt doordat tussen de verbindingsstang 25 en de bedieningshefboom een vertragingsmechanisme is voorzien zodanig dat bij het tenminste driemaal uitvoeren van een slag van de bedieningshefboom, de wisseltongen in een slag overgebracht worden tussen hun twee standen.20 In view of recent legislation on working conditions, such regular, arduous efforts are no longer acceptable. The object of the invention is therefore to provide a changeover device for railway switches which does not have these disadvantages. This object is achieved in that a deceleration mechanism is provided between the connecting rod 25 and the operating lever such that, when the operating lever is actuated at least three times, the changeover tongues are transferred in a stroke between their two positions.

Als gevolg van de vertraging tussen de bewegingen van 30 bedieningshefboom en wisseltongen is de benodigde kracht aanzienlijk geringer. Dankzij het oneven aantal slagen met bedieningshefboom, geeft deze bovendien de stand van de wisseltongen steeds op de juiste wijze aan. Anderzijds is de eindpositie van de bedieningshefboom steeds duidelijk gedefinieerd: de omstelhandeling is namelijk voltooid 35 zodra het benodigde aantal slagen is doorlopen, en de bedieningshefboom in de tegenover liggende positie stokt.As a result of the delay between the movements of the operating lever and switch tips, the required force is considerably less. Thanks to the odd number of strokes with operating lever, it also indicates the position of the changeover keys correctly. On the other hand, the end position of the operating lever is always clearly defined: the changeover operation is completed as soon as the required number of strokes has been run through, and the operating lever stops in the opposite position.

De bedieningshefboom is draaibaar opgehangen rond een hoofdas die bij voorkeur door middel van een tandwieloverbrenging samenwerkt met 1001948 2 een krukmechanisme dat is gekoppeld met de verbindingsstang. Een dergelijke tandwieloverbrenging is ook omgekeerd aandrijfbaar van de zijde van de wisseltongen af, zoals zich voordoet bij het openrijden van de wissel.The operating lever is rotatably suspended about a main shaft which preferably cooperates with a gear mechanism coupled to the connecting rod by means of a gear transmission. Such a gear transmission is also reversibly drivable from the side of the switch tongs, as occurs when the switch is driven open.

5 Bij voorkeur is op de hoofdas een zonnewiel bevestigd, welk zonnewiel samenwerkt met een eerste planeetwiel dat verplaatsbaar is om de as van het zonnewiel tussen een arbeidsstand waarin hij samenwerkt met een aan het krukmechanisme bevestigd kruktandwiel, en een vrije stand buiten samenwerking met dat kruktandwiel. Verder kan 10 een tweede planeetwiel zijn voorzien dat enerzijds met het zonnewiel samenwerkt en anderzijds met een hulptandwiel, welk tweede planeetwiel en hulptandwiel verplaatsbaar zijn om de hoofdas tussen een arbeidsstand waarin het hulptandwiel samenwerkt met het aan het krukmechanisme bevestigde kruktandwiel, en een vrije stand buiten 15 samenwerking met dat kruktandwiel.Preferably, a sun gear is mounted on the main shaft, said sun gear cooperating with a first planet gear which is movable about the axis of the sun gear between a working position in which it interacts with a crank gear attached to the crank mechanism, and a free position outside cooperation with said crank gear . Furthermore, a second planet gear can be provided which cooperates on the one hand with the sun gear and on the other hand with an auxiliary gear, which second planet gear and auxiliary gear can be moved about the main axis between a working position in which the auxiliary gear cooperates with the crank gear attached to the crank mechanism, and a free position outside 15 cooperation with that crank gear.

Door het ene planeetwiel en het hulpwiel op geschikte wijze afwisselend te laten samenwerken met het kruktandwiel, kan de heen en weer gaande beweging van de bedieningshefboom worden omgezet in een continue, rondgaande beweging in steeds dezelfde draairichting worden 20 omgezet.By suitably alternating the one planet wheel and the auxiliary wheel with the crank gear, the reciprocating movement of the operating lever can be converted into a continuous, circular movement in the same direction of rotation.

In dat verband kunnen beide planeetwielen en het hulptandwiel zijn opgenomen in een gemeenschappelijk gestel dat draaibaar is rond de hoofdas, zodanig dat telkens het eerste planeetwiel of het hulptandwiel in samenwerking is met het kruktandwiel. De draaibeweging 25 van het gestel kan tot stand komen door concentrisch met betrekking tot het kruktandwiel een daarmee draaibaar nokkenwiel te voorzien, waarvan de omtrek samenwerkt met het gestel voor het verplaatsen van het eerste planeetwiel en het hulptandwiel tussen hun arbeidsstand en vrije stand.In that connection, both planet gears and the auxiliary gear can be included in a common frame rotatable about the main axis, such that the first planet gear or auxiliary gear interacts with the crank gear each time. The rotation movement of the frame can be effected by providing a cam wheel rotatable therewith concentrically with respect to the crank gear, the circumference of which interacts with the frame for moving the first planet gear and the auxiliary gear between their working position and free position.

30 Ook kunnen twee nokkenwielen zijn voorzien welke zich bevinden ter weerszijden van zonnewiel, planeetwiel en hulptandwiel. Bij deze uitvoering werken de nokkenwielen samen met de respectievelijke assen van het eerste planeetwiel en het hulptandwiel.Two cam wheels can also be provided, which are located on either side of the sun wheel, planet wheel and auxiliary gear. In this embodiment, the cam wheels co-operate with the respective axes of the first planet gear and the auxiliary gear.

Teneinde te vermijden dat blokkeren optreedt tengevolge van het 35 op één lijn liggen van de verschillende delen, kan het krukmechanisme een kruk met krukstang bezitten die met de verbindingsstang gekoppeld is door middel van een langsveerelement, zodanig dat, vanuit de posities waarin kruk, krukstang en verbindingsstang in uitgelijnde 1001948 3 positie liggen, kruk en krukstang in een niet uitgelijnde positie worden gedwongen door dat langsveerelement.In order to avoid blocking due to alignment of the different parts, the crank mechanism may include a crank with crank rod coupled to the connecting rod by a longitudinal spring element such that, from the positions in which crank, crank rod and connecting rod in the aligned 1001948 3 position, crank and crank rod in an unaligned position are forced by that longitudinal spring element.

Verder kan een breekmiddel zijn voorzien voor het verbreken van de verbinding tussen wisseltong en bedieningshefboom bij het van 5 buitenaf aandrijven van de wisseltong. Het is echter niet noodzakelijk om een dergelijk breekmiddel te voorzien.Furthermore, a breaking means can be provided for breaking the connection between the switch tongue and the operating lever when the switch tongue is driven from the outside. However, it is not necessary to provide such a breaker.

Volgens de uitvinding is een voorspanmechanisme voorzien voor het onder voorspanning aandrukken van de verbindingsstang in zijn beide uiterste posities die samenhangen met de twee standen van de 10 wisseltong. Bij voorkeur omvat het voorspanmechanisme een op en neer beweegbare massa met een van een symmetrische, in wezen V- of U-vormige contour voorziene onderzijde die samenwerkt met een op de verbindingsstang voorzien oppervlak, zoals het buitenoppervlak van een rol.According to the invention, a biasing mechanism is provided for biasing the connecting rod into its two extreme positions associated with the two positions of the switch tongue. Preferably, the biasing mechanism comprises an up and down movable mass having a symmetrical, substantially V- or U-shaped contour bottom which interacts with a surface provided on the connecting rod, such as the outer surface of a roller.

15 Teneinde de bedieningskrachten die op de bedieningshefboom moeten worden uitgeoefend zo laag mogelijk te houden, ook bij een dergelijk voorspanmechanisme, kan een pedaalhefboom zijn voorzien voor het optillen van de massa buiten samenwerking met de verbindingsstang.In order to keep the actuating forces to be exerted on the actuating lever as low as possible, even with such a biasing mechanism, a pedal lever can be provided for lifting the mass outside cooperation with the connecting rod.

Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van een in figuren 20 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in Figures 20.

Figuur 1 toont de omstelinrichting volgens de uitvinding aan de buitenzijde, opgesteld bij een schematisch weergegeven wissel.Figure 1 shows the conversion device according to the invention on the outside, arranged at a schematically shown switch.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de omstelinrichting, met de kast gedeeltelijk weggenomen.Figure 2 shows a top view of the diverter device, with the case partially removed.

25 Figuur 3 toont het vertragingsmechanisme van de omstelinrichting in zijaanzicht.Figure 3 shows the deceleration mechanism of the diverter device in side view.

Figuur 4 toont een zijaanzicht van het vertragingsmechanisme in een eerste positie.Figure 4 shows a side view of the deceleration mechanism in a first position.

Figuur 5 toont een zijaanzicht overeenkomstig dat van figuur 3.Figure 5 shows a side view similar to that of Figure 3.

30 in een tweede positie.30 in a second position.

Figuur 6 toont een zijaanzicht van het voorspanmechanisme.Figure 6 shows a side view of the biasing mechanism.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van het voorspanmechanisme.Figure 7 shows a cross section of the biasing mechanism.

De in figuur 1 weergegeven omstelinrichting 1 volgens de uitvinding is opgesteld nabij een wissel 2. Door middel van 35 verbindingsstang 3 is de omstelinrichting 1 verbonden met de wisseltongen 4 van wissel 2. Omstelinrichting 1 is afgedekt met een kast 5. waaruit de bedieningshefboom 6 en twee pedaalhefbomen 7 steken.The diverter device 1 according to the invention shown in figure 1 is arranged near a switch 2. The diverter device 1 is connected by means of connecting rod 3 to the switch tongues 4 of switch 2. Diverter device 1 is covered with a box 5, from which the operating lever 6 and two pedal levers 7 stitches.

1001948 41001948 4

In figuur 2 is te zien dat twee van dergelijke pedaalhefbomen aanwezig zijn, die beide naar wens door het bedienend personeel kunnen worden gebruikt.Figure 2 shows that two such pedal levers are provided, both of which can be used by the operator as desired.

In figuur 2 is verder de hoofdas 8 te zien, op de beide buiten 5 het huis 5 uitstekende stompen waarvan de bedieningshefboom 6 is bevestigd. Zoals ook duidelijk te zien is in de figuren 3~5 is op de hoofdas 8 het zonnewiel 9 gemonteerd, dat enerzijds permanent in aangrijping is met het eerste planeetwiel 10 en anderzijds met het tweede planeetwiel 11. Zoals in het bovenaanzicht van figuur 2 te zien 10 is, zijn de planeetwielen 10 en 11 uitgevoerd als relatief brede tandwielen, terwijl het zonnewiel 9 een relatief smal tandwiel is.Figure 2 further shows the main shaft 8, on the two stubs protruding outside the housing 5, of which the operating lever 6 is mounted. As can also be clearly seen in Figures 3 ~ 5, the sun gear 9 is mounted on the main shaft 8, which is permanently engaged on the one hand with the first planet wheel 10 and on the other hand with the second planet wheel 11. As can be seen in the top view of Figure 2 10, the planet wheels 10 and 11 are designed as relatively wide gears, while the sun wheel 9 is a relatively narrow gear.

Het tweede planeetwiel werkt permanent samen met hulptandwiel 12, dat, zoals in figuur 2 te zien is, eveneens een smal tandwiel is. Zonnewiel 9 en hulptandwiel 12 liggen bovendien verschoven ten 15 opzichte van elkaar, zodat zij niet met elkaar in aangrijping zijn.The second planet gear interacts permanently with auxiliary gear 12, which, as shown in Figure 2, is also a narrow gear. Sun wheel 9 and auxiliary gear 12 are moreover displaced relative to each other so that they do not engage with each other.

Op de hoofdas 8 is een in figuur 2 niet, maar in de figuren 3_5 wèl weergegeven, in zijn geheel met 13 aangeduid gestel draaibaar gemonteerd. Dit gestel bezit een in figuren 3~5 net voorliggende wang 14, een achterliggende wang 15, alsmede een deze wangen 14, 15 20 verbindend bodemdeel 16. In bovenaanzicht is het gestel 13 derhalve ongeveer U-vormig, zoals te zien is in figuur 2.A frame not shown in Figure 2, but shown in Figures 3-5, is rotatably mounted on the main shaft 8 in its entirety by 13. This frame has a cheek 14 just in front of figures 3 ~ 5, a cheek 15 behind, as well as a bottom part 16 connecting these cheeks 14, 15. In top view the frame 13 is therefore approximately U-shaped, as can be seen in figure 2. .

In de omstelinrichting 1 is verder de krukas 17 draaibaar opgehangen in de steunen 33· Deze krukas 17 is verbonden aan kruk 18, die via krukstang 19 in verbinding is met verbindingsstang 3· Tevens 25 zijn op de krukas 17 twee nokkenschijven 20 en 21 onverdraaibaar gemonteerd. Tussen beide nokkenschijven 20, 21 is kruktandwiel 22 bevestigd.In the diverter device 1, the crankshaft 17 is also rotatably suspended in the supports 33 · This crankshaft 17 is connected to crank 18, which is connected to connecting rod 3 via crank rod 19 · Also, two cam disks 20 and 21 are mounted on the crankshaft 17 without rotation . Crank gear 22 is mounted between both cam discs 20, 21.

Zoals ook te zien is in de figuren 4 en 5. is het eerste planeetwiel 10 door middel van zijn as 23 opgehangen in wang 15· Het 30 hulptandwiel 12 is door middel van zijn as 24 opgehangen in wang 15, terwijl het tweede planeetwiel 11 door middel van zijn as 25 is opgehangen in beide wangen 14, 15·As can also be seen in Figures 4 and 5. the first planet wheel 10 is suspended in cheek 15 by its shaft 23 · The auxiliary gear 12 is suspended in cheek 15 by its shaft 24, while the second planet wheel 11 is suspended by center of its axis 25 is suspended in both cheeks 14, 15

Zoals in de figuren 4 en 5 duidelijk te zien is, werken de assen 23 en 24 van respectievelijk het eerste planeetwiel 10 en het 35 hulptandwiel 12 samen met het buitenoppervlak van beide nokkenwielen 20, 21. In de in figuur 4 weergegeven toestand rust as 23 van het eerste planeetwiel 10 op een nok 26 van nokkenwiel 20. As 24 van het hulptandwiel 12 rust op verdieping 27 van nokkenwiel 21. In deze 1001948 5 positie is het eerste planeetwiel 10 buiten samenwerking met het kruktandwiel 22 terwijl het hulptandwiel 12 wel samenwerkt met het kruktandwiel 22. Gevolg van deze situatie is dat bij het naar rechts bewegen van het zonnewiel 9. dus bij een overeenkomstige slag van de 5 bedieningshefboom 6, kruktandwiel 22 links omdraait: zie de pijlen in het tweede planeetwiel 11 en het hulptandwiel 12.As can be clearly seen in Figures 4 and 5, the shafts 23 and 24 of the first planet gear 10 and the auxiliary gear 12, respectively, cooperate with the outer surface of both cam wheels 20, 21. In the condition shown in Figure 4, shaft 23 rests from the first planet wheel 10 to a cam 26 of cam wheel 20. Shaft 24 of the auxiliary gear 12 rests on recess 27 of cam wheel 21. In this 1001948 5 position, the first planet wheel 10 is out of cooperation with the crank gear 22 while the auxiliary gear 12 does cooperate with the crank gear 22. As a result of this situation, when the sun gear 9 is moved to the right, so with a corresponding stroke of the operating lever 6, the crank gear 22 turns to the left: see the arrows in the second planet gear 11 and the auxiliary gear 12.

Ten gevolge van de rotatie van het kruktandwiel 22 roteren ook de nokkenwielen 20, 21, waarbij as 23 van het eerste planeetwiel 10 geleidelijk over de flank van nok 26 in de richting van het 10 kruktandwiel 22 beweegt. Overeenkomstig doch op tegengestelde wijze beweegt as 24 van het hulptandwiel 12 langzaam omhoog langs de flank van nok 28 vein nokwiel 21, totdat in figuur 5 weergegeven situatie is bereikt.As a result of the rotation of the crank gear 22, the cam wheels 20, 21 also rotate, shaft 23 of the first planet wheel 10 gradually moving over the flank of cam 26 in the direction of the crank gear 22. Correspondingly but in opposite manner, shaft 24 of the auxiliary gear 12 slowly moves up along the flank of cam 28 to cam wheel 21, until the situation shown in figure 5 is reached.

In figuur 5 rust as 24 van het hulptandwiel 12 op de nok 28 15 terwijl as 23 van het eerste plemeetwiel 10 rust in de verdieping 29 vein nokwiel 20. In deze situatie is het eerste planeetwiel 23 in seunenwerking met het kruktandwiel 22, terwijl het hulptandwiel 12 nu buiten samenwerking is met dat kruktandwiel.In Fig. 5, shaft 24 of the auxiliary gear 12 rests on the cam 28, while shaft 23 of the first feather wheel 10 rests in the recess 29 on the cam wheel 20. In this situation, the first planet wheel 23 interacts with the crank gear 22, while the auxiliary gear 12 is now out of cooperation with that crank gear.

Gevolg daarvein is dat bij de beweging linksom van het zonnewiel 20 9. dat wil zeggen bij de slag terug van de bedieningshefboom 6, het kruktandwiel 22 eveneens linksom draait: zie de aangegeven pijlen.The result is that during the counterclockwise movement of the sun gear 9, that is to say, upon the return stroke of the operating lever 6, the crank gear 22 also rotates counterclockwise: see the arrows indicated.

Met dit mechanisme kan derhalve, bij het heen- en weerbewegen van de bedieningshefboom tussen zijn uiterste posities, een continue ronddraaiende beweging van het kruktandwiel 22 worden verkregen, 25 steeds in dezelfde richting.With this mechanism, therefore, when the operating lever is moved back and forth between its extreme positions, a continuous rotary movement of the crank gear 22 can be obtained, always in the same direction.

Als gevolg daarvan draait de kruk 18 ook voortdurend in dezelfde richting, waardoor via krukstang 19 uiteindelijk de verbindingsstang 3 met een gelijkmatige beweging de wisseltongen 4 kan verplaatsen.As a result, the crank 18 also continuously rotates in the same direction, so that via the crank rod 19 the connecting rod 3 can eventually move the switch tongues 4 with an even movement.

Het zal duidelijk zijn dat, zodra de bedieningshefboom 6 in zijn 30 uiterste stand is aangekomen, een omgekeerd bewegingsverloop mogelijk is door de bedieningshefboom 6 in omgekeerde volgorde te bewegen.It will be clear that once the operating lever 6 has reached its extreme position, a reverse course of movement is possible by moving the operating lever 6 in the reverse order.

De verbinding tussen kruk 18 en krukstang 19 vindt plaats via een schuifblok 30, dat verschuifbaar is in slobgat 31· Met het schuifblok 30 is een stelschroef 32 verbonden. Zodra kruk 18 en krukstang 19 tot 35 stilstand zouden trachten te komen in een volkomen uitgelijnde positie, worden zij naar een flauwe hoekstand gedrongen ten gevolge van de voortdurende aandrukking van drukveer 46.The connection between crank 18 and crank rod 19 is effected via a sliding block 30, which is slidable in slotted hole 31. An adjusting screw 32 is connected to the sliding block 30. As soon as crank 18 and crank rod 19 to 35 attempt to come to a standstill in a fully aligned position, they are forced to a slight angular position due to the continued compression of compression spring 46.

1001948 61001948 6

Teneinde te verzekeren dat de wisseltongen met een zekere voorspanning aangedrukt kunnen worden gehouden in hun uiterste stand, is het voorspanmechanisme volgens de figuren 6 en 7 voorzien. Dit voorspanmechanisme omvat de op en neer beweegbare massa 3^. die aan 5 zijn onderzijde een V-vormige contour 35 heeft. Deze V-vormige contour 35 werkt samen met de rol 36 die draaibaar is op de verbindingsstang 3. Massa 3^ is opgehangen aan het dubbele schaarmechanisme 37 via scharnierpunt 38· Aan de andere kant is het schaarmechanisme 37. via scharnier 39. opgehangen aan een vast punt in de omstelinrichting.In order to ensure that the switch tongues can be kept pressed with a certain bias in their extreme position, the biasing mechanism according to Figures 6 and 7 is provided. This biasing mechanism comprises the up and down movable mass 3 ^. which has a V-shaped contour 35 on its underside. This V-shaped contour 35 cooperates with the roller 36 which is rotatable on the connecting rod 3. Mass 3 ^ is suspended from the double scissor mechanism 37 via hinge point 38 · On the other hand, the scissor mechanism 37. is suspended from hinge 39. fixed point in the diverter device.

10 De beide andere scharnieren *40, *41 van het schaarmechanisme 37 worden voortdurend naar elkaar toe belast door de voorspanveren *42, die zijn aangebracht rond as *43 welke verschuifbaar samenwerkt met de scharnierpunten *40, *41. Door deze voorspanveren *42 wordt een extra aandrukkende werking op de verbindingsstang 3 uitgeoefend.The two other hinges * 40, * 41 of the scissor mechanism 37 are continuously loaded towards each other by the biasing springs * 42, which are arranged around shaft * 43 which slidably interacts with the hinge points * 40, * 41. These biasing springs * 42 exert an additional pressing action on the connecting rod 3.

15 De in figuur 2 weergegeven pedaalhefbomen 7 zijn bevestigd op een stang *4*4, waaraan meenemer *45 is bevestigd. Door de pedaalhefboom 7 naar beneden te drukken, kantelt meenemer *45 in figuur 7 linksom, waarbij het schaarmechanisme gespreid wordt, zoals is weergegeven met de punt-streeplijnen. Daardoor massa 3^ opgetild naar de eveneens met 20 streep-puntlijnen weergegeven stand, waarna de verbindingsstang 3 zonder veel inspanning kan worden verplaatst.The pedal levers 7 shown in figure 2 are mounted on a rod * 4 * 4, to which driver * 45 is attached. By pressing down the pedal lever 7, driver * 45 in Figure 7 tilts counterclockwise, spreading the scissor mechanism, as shown by the dashed lines. As a result, mass 3 ^ is lifted to the position also indicated by 20 dotted lines, after which the connecting rod 3 can be moved without much effort.

Bij het loslaten van de pedaalhefboom komt de massa 3^ onder aandrukking van veren *42 en onder invloed van de zwaartekracht weer te rusten op de rol 36, waarbij steeds is verzekerd dat de 25 verbindingsstang 3 naar de uiterste stand wordt gedreven. Aldus wordt de vereiste aandrukkracht voor de wisseltongen verkregen.When the pedal lever is released, the mass 3 ^ rests again on the roller 36 under the pressure of springs * 42 and under the influence of gravity, always ensuring that the connecting rod 3 is driven to the extreme position. The required contact force for the switch tongues is thus obtained.

10019481001948

Claims

Railway changeover changeover device (1) (2), comprising a connecting rod (3) connectable on the one hand to two 5 switch tongues (4) and on the other hand cooperating with an operating lever (6) movable between two extreme positions corresponding to with the two positions of the switch tongues (4), characterized in that a deceleration mechanism (46) is provided between the connecting rod (3) and the operating lever (6) such that, when the operating lever (6 is actuated at least three times) ), the switch tongues (4) are transferred in one stroke between their two positions.

Diverter device according to claim 1, wherein the operating lever (6) is rotatable about a main shaft (8) which interacts with a crank mechanism coupled to the connecting rod (3) by means of a gear transmission.

Diverter device according to claim 2, wherein a sun wheel (9) is mounted on the main shaft (8), the sun wheel (9) cooperating with a first planet wheel (10) which is movable about the main shaft (8) between a working position in which it cooperates with a crank gear (22) attached to the crank mechanism, and a neutral position outside of that crank gear (22). 25

Diverter device according to claim 3, wherein a second planet gear (11) is provided which co-acts on the one hand with the sun gear (9) and on the other hand with an auxiliary gear (12), which second planet gear (11) and auxiliary gear (12) are movable about the main axis (9) between a working position in which the auxiliary gear (12) interacts with the crank gear (22) attached to the crank mechanism, and a neutral position outside of that crank gear (22).

Diverter device according to claim 4, wherein both planet wheels (10, 11) and the auxiliary gear (12) are accommodated in a common frame (13) which is rotatable about the main axis (8), such that the first planet wheel (10) is whether the auxiliary gear (12) interacts with the crank gear (22). 1001948

Diverter device according to claim 4 or 5. wherein both planet wheels (10, 11) and the auxiliary gear (12) have equal tooth pitch diameters. 5

A diverter device according to claim 5 or 6, wherein the width of the teeth of the sun gear (9) and the auxiliary gear (12) is smaller than that of the planet gears (10, 11), and the teeth of the sun gear (9) and auxiliary gear (12) are displaced relative to each other in the direction of their axis of rotation (8, 24) such that those teeth are rotatable without nasal intervention.

A diverter device according to any one of claims 5 "7. Wherein concentrically with respect to the crank gear (22) a cam wheel (20, 21) rotatable therewith is provided, the circumference of which interacts with the frame (13) or the parts included therein for moving the first planetary gear (10) and the auxiliary gear (12) between their working position and the neutral position.

Diverter device according to claim 8, wherein two with 20 cam wheels (20, 21) are provided, which are located on either side of the sun wheel (9), planet wheels (10, 11) and auxiliary gear (12).

Diverter device according to claim 9, wherein both cam wheels (20, 21) cooperate with the shafts (23, 24) of the first planet gear (10) and the auxiliary gear (12).

Reversing device according to any one of claims 2-10, wherein the crank mechanism has a crank (18) with crank rod (19) coupled to the connecting rod (3) by means of a longitudinal spring element (32), such that, from the positions wherein crank (18), crank rod (19) and connecting rod (3) are in an aligned position, crank (18) and crank rod (19) are forced into an unaligned position by said longitudinal spring element (46). 35

Changeover device according to any one of the preceding claims, wherein a breaking means is provided for breaking the connection between switch points (i *) and operating lever (6) when driving the switch tips (4) from the outside.

A diverter device according to any one of the preceding claims, wherein a biasing mechanism (47) is provided for biasing the connecting rod (3) into its two extreme positions associated with the two positions of the switch tongues (4).

Diverter device according to claim 13, wherein the biasing mechanism (47) comprises an up and down movable mass (3 * 0) with a bottom provided with a symmetrical, substantially V- or U-shaped contour (35), which interacts with a on the connecting rod (3) provided surface, such as the outer surface of a roller (36)

A diverter device according to claim 14, wherein the mass (34) is coupled to a biasing spring (42) for biasing said mass (3 * 0 against the surface of the connecting rod (3) · 20

Diverter device according to claim 15, wherein the mass (34) is slidable along a vertical guide rod, and is suspended by means of a double scissors (37). 25

Diverter device according to claim 16, wherein the two free pivot points (40, 4l) of the double scissors (37) are urged together by biasing springs (42).

Changeover device according to any one of claims 14-17, wherein a pedal lever (7) is provided for lifting the mass (34) outside of cooperation with the connecting rod (3). 1001948