NL1001411C1 - The formation and control of warp thread gaps in weaving looms - Google Patents

The formation and control of warp thread gaps in weaving looms Download PDF

Info

Publication number
NL1001411C1
NL1001411C1 NL1001411A NL1001411A NL1001411C1 NL 1001411 C1 NL1001411 C1 NL 1001411C1 NL 1001411 A NL1001411 A NL 1001411A NL 1001411 A NL1001411 A NL 1001411A NL 1001411 C1 NL1001411 C1 NL 1001411C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
knife
chair according
weaving
weaving chair
heddles
Prior art date
Application number
NL1001411A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Antonius Josephus Co Smeulders
Original Assignee
Antonius Josephus Cornelius Sm
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Antonius Josephus Cornelius Sm filed Critical Antonius Josephus Cornelius Sm
Priority to NL1001411A priority Critical patent/NL1001411C1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001411C1 publication Critical patent/NL1001411C1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/20Electrically-operated jacquards

Abstract

A weaving loom is constructed with a frame and parallel shafts for unwinding warp threads (7) and for winding up woven cloth. Means (39,40) are provided for forming, between the shafts, a gap between upper and lower warp threads by the separate positioning of each thread. A weft thread can be moved through the gap, transverse to the warp threads.

Description

WEEFSTOEL MET AFZONDERLIJKE BEDIENING VAN DE HEVELSWEAVING CHAIR WITH SEPARATE LEVER CONTROLS

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een weefstoel, omvattende: een frame; een in het frame bevestigde kettingboom voor het afwikkelen van kettingdraden,· een in het frame bevestigde, zich hoofdzakelijk parallel aan de kettingboom uitstrekkende doekboom voor het opwik-10 kelen van de geweven stof; aan het frame bevestigde middelen voor het tussen de kettingboom en de doekboom vormen van een sprong tussen kettingdraden in een bovenpositie en kettingdraden in een onderpositie; en middelen voor het in de sprong dwars op de richting van de ket-15 tingdraden heen en weer doen bewegen van een inslagdraad.The present invention relates to a weaving chair, comprising: a frame; a warp thread mounted in the frame for unwinding warp threads; a cloth boom fixed in the frame, extending substantially parallel to the warp beam for winding the woven fabric; means attached to the frame for forming a jump between warp wires in an upper position and warp wires in a lower position between the warp beam and the cloth boom; and means for reciprocating a weft thread in the jump transverse to the direction of the warp threads.

Dergelijke weefstoelen zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld uit het "GroSes Textilhandbuch", Nordhausen, tussen 1935 en 1943.Such weaving chairs are generally known, for example from the "GroSes Textilhandbuch", Nordhausen, between 1935 and 1943.

Bij dergelijke, tot de stand van de techniek beho-20 rende weefstoelen zijn de hevels in groepen samengevoegd, waarbij elk van de tot een groep behorende hevels aan een enkele heveltrekker is verbonden. Dit betekent dat de hevels alleen groepsgewijs kunnen worden bediend of geflotteerd. Als gevolg daarvan bestaat een beperkte mate 25 van vrijheid voor het verkrijgen van patronen in het op de weefstoel geproduceerde weefsel.In such prior art looms, the heddles are grouped together, each of the heddles belonging to a group being connected to a single lever puller. This means that the levers can only be operated or floated in groups. As a result, there is a limited degree of freedom in obtaining patterns in the fabric produced on the loom.

Tevens zijn uit deze literatuurplaats zogenaamde Jaquard-weefstoelen bekend, waarbij de vrijheidsgraad groter is, en wel door het toepassen van een groot aantal 30 heveltrekkers. Hierbij wordt er op gewezen dat bij de aanvankelijk genoemde weefstoelen steeds naburige, of in eikaars nabijheid liggende hevels aan eenzelfde hevel-trekker zijn verbonden, terwijl bij de zogenaamde Jaquard-machines op afstand van elkaar gelegen hevels aan 35 eenzelfde heveltrekker zijn verbonden. Dit heeft tot gevolg dat de op Jaquard-weefstoelen geweven stoffen de patronen zich in het algemeen op een zekere breedte 1001411 2 herhalen; deze breedte is uiteraard gelijk aan de afstand tussen aan eenzelfde heveltrekker bevestigde hevels.In addition, so-called Jaquard weaving chairs are known from this literature reference, in which the degree of freedom is greater, namely by the use of a large number of siphon pullers. It is pointed out here that in the initially mentioned weaving chairs, neighboring hedges, or in proximity to each other, are always connected to the same lever puller, while in the so-called Jaquard machines spaced hedges are connected to the same lever puller. As a result, the fabrics woven on Jaquard weaving chairs generally repeat the patterns to a certain width 1001411 2; this width is of course equal to the distance between heddles attached to the same lever puller.

Tevens wordt hierbij op gewezen dat bij dergelijke Jaquard-machines grote aantallen heveltrekkers aanwezig 5 zijn. Toch is het bij dergelijke Jacguard-weefstoelen slechts mogelijk een beperkt aantal ketting draden onafhankelijk te laten flotteren.It is also pointed out here that large numbers of lever pullers are present in such Jaquard machines. However, with such Jacguard weaving chairs it is only possible to let a limited number of warp threads float independently.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een weefstoel van de in de aanhef genoemde 10 soort, waarbij alle kettingdraden afzonderlijk kunnen worden bediend of geflotteerd.The object of the present invention is to provide a weaving chair of the type mentioned in the preamble, in which all warp threads can be operated or floated separately.

Dit doel wordt bereikt, doordat de middelen voor het vormen van de sprong zijn ingericht voor het voor elke kettingdraad afzonderlijk bepalen van de onder- of boven-15 positie.This object is achieved in that the means for forming the jump are arranged for determining the bottom or top position separately for each warp thread.

Dit levert het voordeel dat bij een dergelijke weefstoel de positie van elk zichtbaar element van een weefsel kan worden bepaald, onafhankelijk van de andere elementen in dezelfde breedte, uiteraard binnen de beper-20 kingen van het weefprincipe.This provides the advantage that with such a weaving chair the position of each visible element of a fabric can be determined, independently of the other elements in the same width, of course within the limitations of the weaving principle.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de middelen voor het vormen van de sprong een afzonderlijk bestuurbare hevel voor elk van de kettingdraden.According to a first preferred embodiment, the means for forming the jump comprise a separately controllable siphon for each of the warp threads.

Volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm omvatten 25 de middelen voor het vormen van de sprong een ten opzichte van het frame in vertikale richting aandrijfbare, zich hoofdzakelijk in horizontale richting uitstrekkende eerste mes, waarbij elk van de hevels door middel van een bestuurbare verbinding met het mes verbindbaar zijn.According to a second preferred embodiment, the means for forming the jump comprise a first knife which can be driven in the vertical direction relative to the frame and which extends mainly in horizontal direction, each of the heddles being connectable to the knife by means of a controllable connection .

30 Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de onderconclusies.Other attractive preferred embodiments are apparent from the subclaims.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 35 figuur l: een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een weefstoel volgens de uitvinding; 10 01 A 1 1 3 figuur 2: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch detailaanzicht van de in figuur l afgeheelde weefstoel ; figuur 3: een met figuur 2 overeenkomend detailaan-5 zicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de weefstoel volgens de uitvinding; en figuur 4: een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de in figuur 2 weergegeven weefstoel.The present invention will be elucidated hereinbelow with reference to the annexed drawings, in which: figure 1 shows a schematic perspective view of a first embodiment of a weaving chair according to the invention; 10 01 A 1 1 3 figure 2: a partly broken away perspective detail view of the weaving chair shown in figure 1; figure 3 shows a detail view corresponding with figure 2 of an alternative embodiment of the weaving chair according to the invention; and figure 4: another alternative embodiment of the weaving chair shown in figure 2.

In figuur 1 is een weefstoel 1 afgebeeld die gevormd 10 wordt door een basisframe 2. Op het basisframe zijn aan de voorzijde twee voorstijlen 3,4 aangebracht, en is aan de achterzijde een achterstijl 5 aangebracht en een niet in de tekening weergegeven achterstijl.Figure 1 shows a weaving chair 1 which is formed by a base frame 2. On the base frame, two front posts 3,4 are mounted on the front, and a rear post 5 and a rear post not shown in the drawing are mounted on the rear.

Tussen beide achterstijlen, waarvan er één met 5 is 15 aangeduid, is een kettingboom 6 aangebracht, waarop de kettingdraden 7 gewikkeld zijn. Aan de bovenzijde van beide achterstijlen is een strijkboom 8 aangebracht voor het geleiden van de van de kettingboom 6 afkomstige kettingdraden 7 vanuit een vertikale richting naar een 20 hoofdzakelijk horizontale richting.Between the two rear pillars, one of which is indicated by 5, a warp beam 6 is arranged, on which the warp threads 7 are wound. At the top of both rear posts, a stringer 8 is arranged for guiding the warp threads 7 coming from the warp beam 6 from a vertical direction to a substantially horizontal direction.

Aan de voorzijde is via een in de tekening niet weergegeven structuur bovenaan de beide voorstijlen 3,4 van het frame een borstboom 9 aangebracht, terwijl aan de onderzijde van de achterstijlen een doekboom 10 bevestigd 25 is. Verder is aan de voorzijde van de weefstoel een knieboom 11 bevestigd, evenals een glasboom 13.At the front, via a structure not shown in the drawing, at the top of the two front posts 3,4 of the frame, a breast boom 9 is arranged, while at the bottom of the rear posts a cloth boom 10 is attached. Furthermore, a knee beam 11 is attached to the front of the weaving chair, as is a glass beam 13.

Alle tot nu toe beschreven bomen 6,8,9,10,11 en 13 strekken zich hoofdzakelijk parallel aan elkaar, en dwars op het vlak van de kettingdraden 7 uit.All the trees 6, 8, 9, 10, 11 and 13 described so far extend mainly parallel to each other and transversely to the plane of the warp threads 7.

30 De op de kettingboom 6 gewikkelde kettingdraden 7 strekken zich vanaf de kettingboom 6 in hoofdzakelijk vertikale richting uit tot aan de achterzijde van de strijkboom 8. Deze kettingdraden zijn hierbij naast elkaar gelegen. Vervolgens strekken de kettingdraden zich 35 in hoofdzakelijk horizontale richting uit naar de voorzijde van de weefstoel 1. Daarbij strekken de kettingdraden zich uit door een regel 14, de hevels en een riet tot aan de doekrand.The warp threads 7 wound on the warp beam 6 extend in a substantially vertical direction from the warp beam 6 to the rear side of the bar 8. These warp threads are situated next to each other. Then the warp threads extend in substantially horizontal direction towards the front of the weaving chair 1. The warp threads thereby extend through a rule 14, the heddles and a reed, up to the cloth edge.

1001411 41001411 4

Verder is de weefstoel voorzien van een eerste mes 15 dat door middel van een paar armen 16,17 in vertikale richting aandrijfbaar is. Hierbij wordt het eerste mes 15 geleid door niet in de tekening weergegeven geleidemidde-5 len, welke een onderdeel vormen van het frame, en welke ter verduidelijking uit de tekening zijn weggelaten. Bij de getoonde uitvoeringsvorm voeren de beide messen 15,18 een tegengestelde beweging uit. Het is in plaats daarvan mogelijk een van de beide messen te laten stilstaan en 10 het andere mes een beweging met een dubbele slag uit te laten voeren. Het laten stilstaan van het mes waarop de bedieningselementen zijn aangebracht, heeft het voordeel dat de verbindingen naar deze elementen star zijn.The weaving chair is further provided with a first knife 15 which can be driven in the vertical direction by means of a pair of arms 16, 17. The first knife 15 is guided by guide means, not shown in the drawing, which form part of the frame and which have been omitted from the drawing for clarification. In the embodiment shown, the two knives 15, 18 perform an opposite movement. Instead, it is possible to have one of the two blades stationary and the other blade to perform a double-stroke movement. Stopping the knife on which the operating elements are mounted has the advantage that the connections to these elements are rigid.

Verder is een tweede mes 18 aangebracht die gedragen 15 wordt door armen 19,20 en die eveneens in vertikale richting aandrijfbaar zijn en geleid worden door niet in de tekening weergegeven geleidemiddelen.Furthermore, a second knife 18 is provided, which is carried by arms 19, 20 and which are also drivable in vertical direction and guided by guide means not shown in the drawing.

Beide paren hefbomen 16,17, respectievelijk 19,20 worden aangedreven door middel van hefbomen 21,22, res-20 pectievelijk 23,24 die met hun vooreinde draaibaar bevestigd zijn aan de voorstijl 3, respectievelijk 4. De secundaire hefbomen worden aangedreven door middel van een lade 25. De lade is namelijk voorzien van een verbin-dingsstang 26, waarop de hefbomen 21,22,23,24 rusten, en 25 waarbij de hefbomen 21,22,23,24 zodanig zijn gebogen, dat bij de heen-en-weer gaande beweging van de lade 25 en van de daarin opgenomen verbindingsstang 26 de messen 15,18 een beweging in vertikale richting uitvoeren.Both pairs of levers 16,17 and 19,20, respectively, are driven by means of levers 21,22 and 23,24, respectively, which are rotatably attached with their front ends to the front post 3, 4 respectively. The secondary levers are driven by means of of a drawer 25. Namely, the drawer is provided with a connecting rod 26, on which the levers 21,22,23,24 rest, and 25 wherein the levers 21,22,23,24 are bent such that at the forward and the movement of the drawer 25 and of the connecting rod 26 contained therein, the knives 15, 18 perform a movement in the vertical direction.

Hierbij wordt opgemerkt dat de heen-en-weer gaande 30 beweging van de lade 25 veroorzaakt wordt door een elektromotor 27 die aan een tandwielkast 28 bevestigd is, op de uitgaande as 29 waarvan een excentriek 30 bevestigd is dat door middel van een arm 31 de lade 25 aandrijft. Uiteraard is in de lade 25 een riet 32 opgenomen dat 35 gebruikt wordt voor het geleiden van de kettingdraden 7 en voor het tegen de geweven stof aandrukken van de inslagdraden. Tot zover beschreven komt de weefstoelIt is noted here that the reciprocating movement of the drawer 25 is caused by an electric motor 27 which is attached to a gearbox 28, on the output shaft 29 of which an eccentric 30 is mounted, which by means of an arm 31 tray 25. Of course, in the drawer 25 a reed 32 is included which is used for guiding the warp threads 7 and for pressing the weft threads against the woven fabric. The weaving chair has come thus far

10 0 1 41 T10 0 1 41 T

5 overeen met uit de stand van de techniek bekende weefstoelen.5 corresponds to weaving chairs known from the prior art.

Zoals reeds vermeld is, worden door koppelmiddelen volgens de uitvinding een deel van de kettingdraden 7 5 naar boven bewogen, terwijl een ander deel naar beneden wordt bewogen, waardoor tussen beide lagen kettingdraden 37,38 een ruimte, de zogenaamde sprong 33, ontstaat. De inslagdraden worden door de sprong heen bewogen of geschoten, waarbij na het aldus inweven van een inslagdraad 10 het riet 32 wordt bewogen voor het tegen de geweven stof aan drukken van de ingevoerde inslagdraad.As has already been mentioned, a part of the warp threads 75 is moved upwards by coupling means according to the invention, while another part is moved downwards, whereby a space, the so-called jump 33, is created between the two layers of warp threads 37,38. The weft threads are moved or shot through the jump, the reed 32 being moved after thus weaving in a weft thread 10 to press the imported weft thread against the woven fabric.

Voor het door de sprong heen-en-weer bewegen van de inslagdraad kunnen diverse middelen worden gebruikt; in figuur 1 wordt gebruik gemaakt van een pneumatische 15 inrichting, waarmee de inslagdraad wordt ingelegd. Deze pneumatische inrichting wordt door twee luchtkanonnen 34,35 gevormd. Deze vormen overigens de stand van de techniek, zodat hierop niet nader wordt ingegaan,· het is echter evenzeer mogelijk van andere technieken gebruik te 20 maken, zoals schietspoelen, magnetische inrichtingen en dergelijke.Various means can be used for moving the weft thread back and forth through the jump; in figure 1 use is made of a pneumatic device with which the weft thread is inserted. This pneumatic device is formed by two air guns 34,35. These, incidentally, form the state of the art, so that these will not be discussed in more detail, but it is equally possible to make use of other techniques, such as shuttle coils, magnetic devices and the like.

Ten slotte omvat de inrichting volgens de uitvinding een digitaal rekentuig 36 voor het besturen van de in het vervolg toe te lichten middelen voor het vormen van de 25 sprong.Finally, the device according to the invention comprises a digital computer 36 for controlling the means to form the jump to be explained hereinafter.

Vervolgens zullen de middelen voor het vormen van de sprong worden toegelicht aan de hand van figuur 2. Zoals onder meer uit figuur 2 blijkt, worden de kettingdraden 7 verdeeld in een bovenste laag 37 en een onderste laag 38 30 die worden gescheiden door de sprong 33.Next, the means for forming the jump will be explained with reference to Figure 2. As appears from Figure 2, among others, the warp threads 7 are divided into an upper layer 37 and a lower layer 38 which are separated by the jump 33. .

Elk van de kettingdraden 7 is geleid door het oog 39 van een in zijn geheel met 40 aangeduide hevel. De hevels 40 worden elk gevormd door star materiaal, bijvoorbeeld ijzerdraad of kunststof. Aan hun bovenzijde zijn de 35 hevels elk gekoppeld met een heveldraad 41, aan de bovenzijde waarvan een cilinder 42 is aangebracht. De heveldraad 41 is hierbij over een aan het tweede mes aangebrachte staaf 56 geleid.Each of the warp threads 7 is passed through the eye 39 of a siphon designated 40 in its entirety. The heddles 40 are each formed by rigid material, for example iron wire or plastic. At their top side the 35 heddles are each coupled to a siphon wire 41, at the top of which a cylinder 42 is arranged. The siphon wire 41 is guided over a rod 56 arranged on the second knife.

1001411 61001411 6

In het eerste mes 15 is voor elk van de hevels een zich in vertikale richting uitstrekkend kanaal 43 aangebracht, waarin de cilinders 42 op en neer beweegbaar zijn. De cilinders 42 zijn van een glijdbaar materiaal, 5 bijvoorbeeld van metaal of van kunststof vervaardigd.In the first knife 15 a channel 43 extending in vertical direction is arranged for each of the heddles, in which the cylinders 42 can be moved up and down. The cylinders 42 are made of a slidable material, for instance of metal or plastic.

Aan de voorzijde van de eerste mes 15 is voor elk van de kanalen 43 een blokkeringselement aangebracht in de vorm van een pen 44 die zich loodrecht op het kanaal 43 uitstrekt, en dat tot in het kanaal 43 kan worden 10 bewogen. Voor het geleiden van de pen 44 is in het onderhavige geval een elektromagneet 44 aangebracht. De kern 46 van de elektromagneet vormt tevens de geleiding voor de pen 44. Afhankelijk van de dimensionering van de elektromagneet, en de richting van de door de elektromag-15 neet heen vloeiende stroom, wordt de pen 44 bij bekrachtiging van de elektromagneet tot in het kanaal 43 gebracht, respectievelijk tot uit het kanaal 43 bewogen.A blocking element in the form of a pin 44 which extends perpendicularly to the channel 43 and which can be moved into the channel 43 is arranged on the front of the first knife 15 for each of the channels 43. In the present case, an electromagnet 44 is provided for guiding the pin 44. The core 46 of the electromagnet also forms the guide for the pin 44. Depending on the sizing of the electromagnet, and the direction of the current flowing through the electromagnet, the pin 44 is energized as far as the electromagnet is energized. channel 43 or moved out of channel 43 respectively.

Het zal duidelijk zijn dat voor elk van de kanalen een dergelijke pen met een bijbehorende elektromagneet 20 aanwezig is.It will be clear that for each of the channels such a pin with an associated electromagnet 20 is present.

Bij de onderhavige uitvoeringsvorm zijn elektromagneten 51 gebruikt die van twee wikkelingen 52, respectievelijk 53 zijn voorzien. Aldus bestaat bij deze uitvoeringsvorm de mogelijkheid elk van de pennen 44 onafhanke-25 lijk van de andere pennen tot in het kanaal 43 te bewegen ter blokkering van de neergaande beweging van de cilinders 42.In the present embodiment, electromagnets 51 are provided which are provided with two windings 52 and 53, respectively. Thus, in this embodiment, it is possible to move each of the pins 44 independently into the channel 43 independently of the other pins to block the downward movement of the cylinders 42.

Bij het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld wordt de pen tot onder de cilinder bewogen voor het 30 blokkeren van de benedenwaartse beweging van de cilinder,· het is evenzeer mogelijk, de pen tot in een in de cilinder aangebrachte opening te laten bewegen. In een derge-lijke situatie kan niet alleen een neerwaartse beweging van de cilinder geblokkeerd worden, maar tevens een 35 bovenwaarts gerichte beweging. Dit kan bij een desbetreffende aanpassing van de bewegingsgeometrie tot interessante alternatieve uitvoeringsvormen leiden.In the above-described exemplary embodiment, the pin is moved below the cylinder to block the downward movement of the cylinder, it is equally possible to let the pin move into an opening arranged in the cylinder. In such a situation, not only can a downward movement of the cylinder be blocked, but also an upward directed movement. This can lead to interesting alternative embodiments with a corresponding adjustment of the movement geometry.

1001411 71001411 7

Vervolgens zal de werking van het aldus beschreven mechanisme worden toegelicht.Next, the operation of the mechanism thus described will be explained.

Uitgegaan wordt van de extreme positie, waarin de afstand tussen het eerste mes 15 en het tweede mes 18 het 5 kleinst is. Deze situatie doet zich voor, wanneer de stang 56 van het tweede zich op hetzelfde niveau bevindt als bovenzijde van de cilinders 42 in het eerste mes. In deze situatie bevinden alle kettingdraden 7 zich in de bovenste, met 37 aangegeven positie.The extreme position is assumed, in which the distance between the first knife 15 and the second knife 18 is the smallest. This situation occurs when the rod 56 of the second is at the same level as the top of the cylinders 42 in the first blade. In this situation, all warp threads 7 are in the top position, indicated at 37.

10 Voor de kettingdraden 7 die bij de volgende slag tot in de hoogste stand 37 moeten blijven, wordt de beweging van de cilinders 42 geblokkeerd. Dit geschiedt door het selectief bekrachtigen van de eerste wikkeling 53 van de bij de te blokkeren cilinder behorende elektromagneet 51, 15 waardoor de desbetreffende pen 44 tot in het desbetreffende kanaal 43 wordt bewogen. Bij de daaropvolgende neergaande beweging van het tweede mes zullen de niet-geblokkeerde cilinders 42 met het tweede mes mee naar beneden bewegen. De aan de bovenzijde van de cilinders 42 20 bevestigde heveldraden 41 en de daarmee verbonden hevels 40 bewegen eveneens mee naar beneden. De door de betreffende hevels 40 geleide kettingdraden 17 worden aldus naar de onderste laag 38 bewogen.The movement of the cylinders 42 is blocked for the warp threads 7, which must remain in their highest position 37 during the next turn. This is done by selectively energizing the first winding 53 of the electromagnet 51 associated with the cylinder to be blocked, whereby the relevant pin 44 is moved into the relevant channel 43. In the subsequent downward movement of the second knife, the unblocked cylinders 42 will move down with the second knife. The siphon wires 41 attached to the top of the cylinders 42 and the siphons 40 connected thereto also move downwards. The warp threads 17 guided by the respective heddles 40 are thus moved to the bottom layer 38.

De wel geblokkeerde cilinders 42 kunnen niet naar 25 beneden bewegen en de heveldraad 41 blijft met zijn boveneinde op hetzelfde niveau. Aldus blijft ook de hevel 40 en de daardoor geleide kettingdraad op het oorspronkelijke hoge niveau 37.The cylinders 42 that are blocked cannot move downwards and the siphon wire 41 remains at the same level with its top end. Thus, the siphon 40 and the warp thread guided thereby remain at the original high level 37.

Vervolgens kan pneumatisch of op enige andere wijze 30 de inslagdraad door de sprong 33 heen worden bewogen, waarna door middel van het riet 32 de inslagdraad wordt aangedrukt.The weft thread can then be moved pneumatically or in some other way through the jump 33, after which the weft thread is pressed by means of the reed 32.

Hierna wordt het tweede mes weer naar zijn oorspronkelijke positie terug bewogen, waarna de uitgangspo-35 sitie weer wordt verkregen. Door het bekrachtigen van de tweede wikkeling 53 van de elektromagneten 51 van de tijdens de voorgaande slag geblokkeerde cilinders, worden de pennen weer tot uit de kanalen bewogen, zodat de blok- 1001411 8 kering van de bijbehorende cilinder wordt opgeheven.The second knife is then moved back to its original position, after which the starting position is again obtained. By energizing the second winding 53 of the electromagnets 51 of the cylinders blocked during the previous stroke, the pins are again moved out of the channels, so that the blocking of the associated cylinder is released.

Aldus wordt de oorspronkelijke positie weer verkregen.The original position is thus obtained again.

Daarna kunnen naar keuze andere elektromagneten worden bediend, en kan het hele proces worden herhaald.After that, other electromagnets can optionally be operated, and the whole process can be repeated.

5 Het zal duidelijk zijn dat door het afzonderlijk kunnen bedienen van de elektromagneten 45 een afzonderlijke bediening van elk van de hevels 40 mogelijk is, zodat het patroon van het weefsel in hoge mate onafhankelijk kan worden bepaald.It will be clear that by operating the electromagnets 45 separately, a separate operation of each of the heddles 40 is possible, so that the pattern of the fabric can be determined to a large extent independently.

10 Er wordt hierbij op gewezen dat, gezien het grote aantal elektromagneten, het zeer aantrekkelijk is de besturing te laten plaatsvinden door middel van het digitaal rekentuig. Hierbij wordt opgemerkt dat tussen het digitale rekentuig en de elektromagneten niet in de 15 tekening weergegeven "interface"-schakelingen zijn opgenomen die van versterkers zijn voorzien voor het aandrijven van de desbetreffende spoelen 52 en 53.10 It is hereby pointed out that, in view of the large number of electromagnets, it is very attractive to have the control take place by means of the digital computer. It should be noted that between the digital computer and the electromagnets "interface" circuits, not shown in the drawing, are provided which are provided with amplifiers for driving the relevant coils 52 and 53.

Er wordt verder nog op gewezen dat het mogelijk is voor de werking van het systeem noodzakelijke naar bene-20 den gerichte kracht op de hevels 40 te laten opwekken door aan de onderzijde van de hevels 40 bevestigde gewichtjes 55. Het is in plaats daarvan mogelijk gebruik te maken van aan de hevels 40 bevestigde elastische elementen, die een naar beneden gerichte kracht opwekken.It is further pointed out that it is possible to generate necessary downward force on the heddles 40 for the operation of the system by weights 55 attached to the bottom of the heddles 40. It is possible use instead elastic elements attached to the heddles 40, which generate a downwardly directed force.

25 Bij de bespreking van het bovenstaande uitvoerings- voorbeeld staat het eerste mes 15 met de daarop bevestigde bedieningselementen vast en beweegt het tweede mes 18. Het zal duidelijk zijn dat het hier slechts om een relatieve beweging gaat; het is evenzeer mogelijk beide 30 messen 15,18 tegen elkaar in te laten bewegen met een aandrijfmechanisme zoals in figuur l is weegegeven, of om het eerste mes 15 te laten bewegen en het tweede mes 18 vast te laten staan.When discussing the above exemplary embodiment, the first knife 15 with the operating elements mounted thereon is fixed and the second knife 18. It will be clear that this is only a relative movement; it is equally possible to have both knives 15,18 moving against each other with a drive mechanism as shown in figure 1, or to have the first knife 15 move and the second knife 18 fixed.

In figuur 3 is een tweede uitvoeringsvorm getoond, 35 waarbij de elektromagneten slechts gedimensioneerd zijn voor het naar buiten, dat wil zeggen tot uit het kanaal 43 doen bewegen van de pennen 44 bij het bekrachtigen van de desbetreffende elektromagneet.Figure 3 shows a second embodiment, wherein the electromagnets are dimensioned only for moving the pins 44 outward, that is to say out of the channel 43, when the respective electromagnet is energized.

10 o 1 A 1 1 910 o 1 A 1 1 9

Voor het naar hun oorspronkelijke positie terugbrengen wordt gebruik gemaakt van een terugstelmechanisme dat gevormd wordt door een plaat 47 die draaibaar is om een in beugels 50 gelagerde as, en die ingericht is voor het 5 bij het naar zijn vertikale positie draaien ervan, tot in het kanaal 43 doen bewegen van alle, op de eerste mes 15 aanwezige pennen 44. Voor het bedienen van deze plaat 47 wordt gebruik gemaakt van een bedieningsmechanisme dat gevormd wordt door een elektromagneet 48, waarvan het 10 anker 49 verbonden is met de plaat 46.For returning to their original position, use is made of a reset mechanism which is formed by a plate 47 rotatable about a shaft mounted in brackets 50, and which is adapted to rotate it to its vertical position channel 43 of all pins 44 present on the first knife 15. To actuate this plate 47 use is made of an operating mechanism which is formed by an electromagnet 48, the armature 49 of which is connected to the plate 46.

De werking van deze uitvoeringsvorm komt voor het overige overeen met die van de in figuur 2 en 1 afgeheelde uitvoeringsvorm.The operation of this embodiment otherwise corresponds to that of the embodiment shown in Figures 2 and 1.

Ten slotte wordt gewezen op de opstelling van de 15 elektromagneten 51. Als gevolg van het feit dat de kettingdraden 7 op korte afstand van elkaar liggen, welke afstand uiteraard afhankelijk is van het soort weefsel dat op de weefstoel moet worden vervaardigd, is deze afstand in het algemeen aanzienlijk kleiner dan een 20 millimeter. Het is dan ook bijzonder lastig om met een steek van minder dan 1 mm elektromagneten 51 tegen de voorzijde van de eerste mes 15 aan te brengen. Hiervoor wordt dan ook gebruik gemaakt van een getrapte opstelling van de elektromagneten zoals in zowel in figuur 2 als 3 25 zichtbaar is.Finally, reference is made to the arrangement of the electromagnets 51. Due to the fact that the warp threads 7 are a short distance apart, which distance obviously depends on the type of fabric to be produced on the weaving chair, this distance is generally considerably smaller than a 20 millimeter. It is therefore particularly difficult to apply electromagnets 51 to the front of the first knife 15 with a pitch of less than 1 mm. Therefore, use is made of a stepped arrangement of the electromagnets, as is visible in both figures 2 and 3.

Bij de dichtheid van nog fijnere weefsels is het zelfs moeilijk de kanalen 43 met een voldoende fijne steek in de eerste mes 15 aan te brengen. In een dergelijke situatie kan het mes 15 verdeeld worden in ver-30 scheidene, zich parallel aan elkaar uitstrekkende dragers die boven elkaar kunnen worden aangebracht of die naast elkaar kunnen worden aangebracht. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk het mes 15 te verdelen in vier afzonderlijke dragers die paarsgewijs boven elkaar geplaatst zijn, en 35 die paarsgewijs achter elkaar geplaatst zijn, en waarbij in elk van de dragers kanalen met cilinders zijn aangebracht . Bij een steek van de kettingdraden van 1 ram kunnen de kanalen 43 met een steek van 4 mm worden aange- 1001411 10 bracht, hetgeen zonder enige twijfel moeilijk zal zijn, doch in principe niet onmogelijk. Bij nog fijnere weefsels zouden grotere aantallen dragers kunnen worden toegepast.At the density of even finer fabrics, it is even difficult to insert the channels 43 with a sufficiently fine pitch in the first knife 15. In such a situation, the blade 15 can be divided into several carriers extending parallel to each other which can be arranged one above the other or which can be arranged side by side. For example, it is possible to divide the knife 15 into four separate carriers which are placed one above the other in pairs, and which are placed one behind the other in pairs, in which channels with cylinders are arranged in each of the carriers. With a pitch of the 1 ram warp threads, the channels 43 can be made with a pitch of 4 mm 1001411 10, which will undoubtedly be difficult, but in principle not impossible. Higher numbers of carriers could be used with even finer fabrics.

5 Ten slotte toont figuur 4 een uitvoeringsvorm, waarbij de blokkeringselementen voor het blokkeren van de op-en-neer gaande beweging van de cilinders 42 worden gevormd door een in het mes 15 opgenomen elektromagneet 54. Door het bekrachtigen van de elektromagneet 54 wordt 10 de cilinder 42 in zijn positie vastgehouden, hetgeen de mogelijkheid biedt de beweging ervan in vertikale richting te blokkeren. Uiteraard moet de elektromagneet dan een voldoende grote kracht op kunnen wekken om de cilinder met de daaraan gekoppelde elementen zoals heveldraad, 15 hevel en kettingdraad op te heffen en om de trekspanning in de kettingdraad en de naar beneden gerichte kracht op de hevel te weerstaan.Finally, figure 4 shows an embodiment in which the blocking elements for blocking the up-and-down movement of the cylinders 42 are formed by an electromagnet 54 incorporated in the knife 15. By energizing the electromagnet 54 the cylinder 42 held in its position, which makes it possible to block its movement in the vertical direction. Naturally, the electromagnet must then be able to generate a sufficient force to lift the cylinder with the associated elements such as siphon wire, siphon and warp thread and to withstand the tensile stress in the warp thread and the downward directed force on the siphon.

Het is uiteraard ook mogelijk gebruik te maken van pneumatisch bestuurde koppelmechanismen. Dit is uiteraard 20 alleen een aantrekkelijke optie, wanneer deze pneumatische apparatuur voldoende klein gebouwd kan worden.It is of course also possible to make use of pneumatically controlled coupling mechanisms. This is of course only an attractive option if this pneumatic equipment can be built sufficiently small.

Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding voor te stellen zonder van de onderhavige uitvinding af te wij-25 ken.It will be apparent that it is possible to propose further embodiments of the present invention without departing from the present invention.

10014111001411

Claims (20)

1. Weefstoel, omvattende: 5. een frame,· - een in het frame bevestigde kettingboom voor het afwikkelen van kettingdraden; - een in het frame bevestigde, zich hoofdzakelijk parallel aan de kettingboom uitstrekkende doekboom voor 10 het opwikkelen van de geweven stof; - aan het frame bevestigde middelen voor het tussen de kettingboom en de doekboom vormen van een sprong tussen kettingdraden in een bovenpositie en kettingdraden in een onderpositie; en 15. middelen voor het in de sprong dwars op de rich ting van de kettingdraden heen en weer doen bewegen van een inslagdraad, met het kenmerk, dat de middelen voor het vormen van de sprong zijn ingericht voor het voor elke kettingdraad 20 afzonderlijk bepalen van de onder- of bovenpositie.A weaving chair, comprising: 5. a frame, - a warp beam mounted in the frame for unwinding warp threads; - a cloth boom fixed in the frame and extending substantially parallel to the warp beam for winding up the woven fabric; means attached to the frame for forming a jump between warp threads in an upper position and warp threads in a lower position between the warp beam and the cloth boom; and 15. means for reciprocating a weft thread in the jump transverse to the direction of the warp threads, characterized in that the means for forming the jump are arranged for determining separately for each warp thread 20 the bottom or top position. 2. Weefstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het vormen van de sprong een afzon-delijk bestuurbare hevel voor elk van de kettingdraden omvatten.Weaving chair according to claim 1, characterized in that the means for forming the jump comprise a separately controllable siphon for each of the warp threads. 3. Weefstoel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het vormen van de sprong een ten opzichte van het frame in vertikale richting aandrijf-baar, zich hoofdzakelijk in horizontale richting uitstrekkend eerste mes omvat, en dat elk van de hevels door 30 middel van een bestuurbare verbinding met het mes verbindbaar zijn.Weaving chair as claimed in claim 2, characterized in that the means for forming the jump comprise a first knife which can be driven in a vertical direction relative to the frame, which extends mainly in a horizontal direction, and that each of the heddles is 30 can be connected to the knife by means of a controllable connection. 4. Weefstoel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het weefstoel een tweede, in vertikale richting en ten opzichte van de aandrijving van het eerste mes in 35 fase verschoven aandrijfbaar, zich hoofdzakelijk in horizontale richting uitstrekkend mes omvat, en dat elk van de hevels zodanig met het tweede mes verbonden is, dat tenminste gedurende een deel van de beweging bij 1001411 ontkoppeling van de hevels met het eerste mes, de beweging van de desbetreffende hevels door het tweede mes wordt bepaald.Weaving chair as claimed in claim 3, characterized in that the weaving chair comprises a second phase-displaceable drive which is displaced in the vertical direction and with respect to the drive of the first knife, which extends mainly in the horizontal direction, and that each of the heddles are connected to the second knife in such a way that, at least during part of the movement when the heddles are decoupled from the first knife, the movement of the relevant heddles is determined by the second knife. 5. Weefstoel volgens conclusie 3 of 4, met het 5 kenmerk, dat de verbinding tussen de eerste mes en een hevel omvat: - een zich in het mes hoofdzakelijk vertikaal uitstrekkend kanaal; - een in het kanaal glijdbaar passende cilinder, 10 waarvan de bovenzijde verbonden is met de hevel; en - middelen voor het blokkeren van de vertikale beweging van de hevel ten opzichte van het mes.Weaving chair according to claim 3 or 4, characterized in that the connection between the first knife and a siphon comprises: - a channel extending substantially vertically in the knife; a cylinder slidably fitted in the channel, the top of which is connected to the siphon; and - means for blocking the vertical movement of the siphon relative to the knife. 6. Weefstoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het blokkeren van de beweging van de 15 hevel ten opzichte van het mes een hoofdzakelijk concentrisch ten opzichte van het kanaal opgestelde elektromagneet omvatten.6. Weaving chair according to claim 5, characterized in that the means for blocking the movement of the siphon relative to the knife comprise an electromagnet arranged substantially concentrically with respect to the channel. 7. Weefstoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het blokkeren van de beweging van de 20 hevel ten opzichte van het mes een hoofdzakelijk dwars op het mes in horizontale richting beweegbaar anker omvatten.Weaving chair according to claim 5, characterized in that the means for blocking the movement of the lever relative to the knife comprise an armature movable substantially transversely of the knife in horizontal direction. 8. Weefstoel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het anker tot in aangrijping met de cilindermantel 25 beweegbaar is.Weaving chair according to claim 7, characterized in that the armature is movable into engagement with the cylinder jacket 25. 9. Weefstoel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het anker tenminste gedeeltelijk gedurende tenminste een deel van de slag van de cilinder tot onder de cilinder beweegbaar is.Weaving chair according to claim 7, characterized in that the armature is movable at least partly during at least part of the stroke of the cylinder up to below the cylinder. 10. Weefstoel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het anker pneumatisch aandrijfbaar is.Weaving chair according to claim 8 or 9, characterized in that the armature is pneumatically drivable. 11. Weefstoel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het anker door middel van een elektromagneet in tenminste een richting aandrijfbaar is.Weaving chair according to claim 8 or 9, characterized in that the armature can be driven in at least one direction by means of an electromagnet. 12. Weefstoel volgens conclusie ll, gekenmerkt door een terugzetelement voor het gemeenschappelijk naar de uitgangspositie terugbrengen van tenminste een deel van de ankers. 1001411 vWeaving chair according to claim 11, characterized by a return element for jointly returning at least a part of the anchors to the starting position. 1001411 v 13. Weefstoel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de elektromagneten door middel van een digitaal rekentuig onder tussenkomst van "interface"-schakelingen bestuurbaar zijn.Weaving chair according to claim 11, characterized in that the electromagnets are controllable by means of a digital computer via "interface" circuits. 14. Weefstoel volgens een van de conclusies 10-13, met het kenmerk, dat de ankers van naburige cilinders op verschillende hoogte versprongen zijn aangebracht.Weaving chair according to any one of claims 10-13, characterized in that the anchors of neighboring cylinders are arranged at different heights. 15. Weefstoel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de ankers van naburige cilinders aan weerzijden van 10 het mes zijn aangebracht.Weaving chair according to claim 14, characterized in that the anchors of neighboring cylinders are arranged on opposite sides of the knife. 16. Weefstoel volgens een van de conclusies 10-15, met het kenmerk, dat het eerste mes meer dan een drager omvat, en dat de cilinders van naburige hevels op verschillende dragers zijn aangebracht.Weaving chair according to any one of claims 10-15, characterized in that the first knife comprises more than one carrier, and that the cylinders of neighboring heddles are arranged on different carriers. 17. Weefstoel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat elk van de dragers op verschillende hoogte is aangebracht .Weaving chair according to claim 16, characterized in that each of the carriers is arranged at different heights. 18. Weefstoel volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de dragers achter elkaar boven de sprong 20 zijn aangebracht.Weaving chair according to claim 16 or 17, characterized in that the carriers are arranged one behind the other above the jump 20. 19. Weefstoel volgens een van de conclusies 3-18, met het kenmerk, dat elk van de hevels verbonden is met een een benedenwaarts gerichte kracht op de hevel uitoefenend element.Weaving chair according to any one of claims 3-18, characterized in that each of the heddles is connected with an element applying a downward directed force on the heddle. 20. Weefstoel volgens een van de conclusies 4-19, met het kenmerk, dat het eerste mes stationair is. 1001411Weaving chair according to any one of claims 4-19, characterized in that the first knife is stationary. 1001411
NL1001411A 1995-10-12 1995-10-12 The formation and control of warp thread gaps in weaving looms NL1001411C1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001411A NL1001411C1 (en) 1995-10-12 1995-10-12 The formation and control of warp thread gaps in weaving looms

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001411A NL1001411C1 (en) 1995-10-12 1995-10-12 The formation and control of warp thread gaps in weaving looms
NL1001411 1995-10-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001411C1 true NL1001411C1 (en) 1997-04-15

Family

ID=19761698

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001411A NL1001411C1 (en) 1995-10-12 1995-10-12 The formation and control of warp thread gaps in weaving looms

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1001411C1 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4532963A (en) Weaving mechanism with improved selection of the hooks
US3499473A (en) Jacquard machine with electromagnetically controlled healds
EP1568809B1 (en) Weaving machine and method for weaving pile fabrics and spacer for such a weaving machine
JP2013518997A (en) Manufacturing method and loom of woven fabric having auxiliary weft effect
BE1008209A4 (en) Jacquard.
FI101088B (en) Bark formation device and way of forming a bark
US4416310A (en) Double-lift Jacquard mechanism
NL1001411C1 (en) The formation and control of warp thread gaps in weaving looms
BE1011711A5 (en) Shed-forming device for individually controlling the warp threads of a loom.
BE1011943A3 (en) METHOD AND loom for weaving a pile fabric.
US5911247A (en) Jacquard mechanism for creating a shed in a loom
NL9001473A (en) DEVICE FOR SELECTING AND OFFERING THE WIDE THREADS OF A FAST-ACTING LOOM.
JP2001159046A (en) Apparatus for producing leno weave
CS204981B2 (en) Apparatus for mechanical control of warp thread guides
GB2190107A (en) Yarn selection in Axminster carpet looms
BE1004414A3 (en) Kelim and Gobelin loom FOR AND SIMILAR FABRICS MANUFACTURED WITH SUCH loom.
EP0982419B1 (en) Shed-forming mechanism for jacquard machines
NL1007604C1 (en) Weaving loom for jacquard fabrics
BE1013285A3 (en) METHOD AND APPARATUS FOR SUPPORTING A SCISSORS CHAIN ​​WIRES in a weaving machine.
BE906126A (en) Method and device for guiding the weft threads at weaving machines.
EP0439440A1 (en) Computer controlled modular electromagnetic device for driving warp yarns for making figured fabrics
US4489761A (en) Hand weaving loom
BE1005506A3 (en) METHOD AND APPARATUS FOR WEAVING
EP0860527B1 (en) Electronically controlled warp selection system in looms
BE1014269A3 (en) Removal of lost weft yarns from fabric, by pulling out warp yarns from selvage and then pulling out weft yarns using travelling gripper

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000501