NL1001137C2 - Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1001137C2
NL1001137C2 NL1001137A NL1001137A NL1001137C2 NL 1001137 C2 NL1001137 C2 NL 1001137C2 NL 1001137 A NL1001137 A NL 1001137A NL 1001137 A NL1001137 A NL 1001137A NL 1001137 C2 NL1001137 C2 NL 1001137C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pump
liquid
inflatable member
bottle
inflatable
Prior art date
Application number
NL1001137A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Prozee
Original Assignee
Interdex V O F
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Interdex V O F filed Critical Interdex V O F
Priority to NL1001137A priority Critical patent/NL1001137C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1001137C2 publication Critical patent/NL1001137C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D81/00Containers, packaging elements, or packages, for contents presenting particular transport or storage problems, or adapted to be used for non-packaging purposes after removal of contents
    • B65D81/24Adaptations for preventing deterioration or decay of contents; Applications to the container or packaging material of food preservatives, fungicides, pesticides or animal repellants
    • B65D81/245Internal membrane, floating cover or the like isolating the contents from the ambient atmosphere

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden en die zijn opgeslagen in een houder. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het afsluiten van flessen omvattende een vloeistof die een gas afscheidt, en op een pomp alsmede op een 10 opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.
Vloeistoffen waaraan een gas is toegevoegd, zoals koolzuurhoudende limonade, worden vaak opgeslagen in kunststofflessen met een volume van 1, 1,5 of 2 liter. Deze flessen zijn nagenoeg luchtdicht afgesloten door middel van een op de flessehals geschroefde dop. Bij opening 15 van de fles treedt een deel van het koolzuur uit de vloeistof en ontsnapt. Wanneer een aangebroken fles wordt opgeslagen, zal het vloei-stof-vrije volume van de fles worden opgevuld met uit de vloeistof tredend gas. Dit gas ontsnapt bij opening van de fles hetgeen resulteert in een limonade waaruit de prikkelende gewaarwording bij nutti-20 ging verminderd of zelfs geheel verdwenen is. Hierdoor komt het voor, dat een restvolume aan limonade dat gedurende enige tijd is opgeslagen in de deels geleegde fles, wordt weggegooid.
Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheids-25 duur van vloeistoffen die een gas afscheiden, in het bijzonder van koolzuurhoudende limonade.
Het is een verder doel van de uitvinding te voorzien in een inrichting voor verhoging van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden die op eenvoudige wijze samenwerkt met een houder, 30 zoals een fles, waarin de vloeistof, bij voorkeur koolzuurhoudende limonade, is opgeslagen.
Het is een verder doel van de uitvinding in een inrichting te voorzien die met name kan worden toegepast bij flessen met een volume van 1,5, 2 liter of meer, zonder dat bij toepassing van de inrichting 35 de gecombineerde hoogte van de fles en de inrichting substantieel toeneemt.
Een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding heeft hiertoe als kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van 10 0 1 1 37 .
2 afvoeren van een deel van de vloeistof uit de houder, ter vorming van een vloeistofvrij volume, inbrengen van een flexibel, opblaasbaar orgaan in de deels gevulde houder, en 5 - opblazen van het orgaan totdat dit nagenoeg luchtdicht aanligt tegen de wanden van de houder en het vloeistofvrije volume nagenoeg afsluit voor uit de vloeistof tredend gas.
Door het plaatsen van een opblaasbaar orgaan in het vloeistofvrije volume van de fles, kan dit volume worden afgesloten voor uit de 10 vloeistof tredend gas. Het opblaasbare orgaan kan boven de vloeistof worden gebracht en worden opgeblazen zodat het aanligt tegen de wanden van de fles. Het orgaan kan ook in de vloeistof worden gebracht en vervolgens worden opgeblazen, tot een met het vloestofvrije volume overeenstemmende afmeting. Hierdoor wordt het voor de vloeistof be-15 schikbare volume verkleind en is het vloeistofvrije volume effectief afgesloten voor het uit de vloeistof tredend gas. Deze werkwijze heeft als voordeel dat bij uitschenken vein vloeistof uit de fles, deze niet leings het opblaasbare orgaan hoeft te worden uitgeschonken. Echter, in de fles wordt door het opblaasbare orgaan in dit geval een overdruk 20 gecreëerd, waardoor bij opening van de fles een klein volume vloeistof kan uittreden. Tevens is voor een dergelijke inrichting een extra ontluchtingsnippel nodig om bij opblazen van het orgaan de lucht te laten ontsnappen.
Een inrichting voor het afsluiten van houders, in het bijzonder 25 van flessen heeft als kenmerk, dat de inrichting omvat: een opblaasbaar orgaan dat in zijn niet-opgeblazen toestand een dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan enkele centimeters, - een met het opblaasbare orgaan verbonden flexibele slang, omvattende aan een uiteinde daarvan een bevestigingsorgaan voor bevestiging 30 aan een flessehals, een pomp voorzien van een pompkamer en een pompbevestingsorgaan dat losneembaar bevestigbaar is aan een flessehals en dat losneembaar op nagenoeg luchtdichte wijze aan het uiteinde van de flexibele slang bevestigbaar is, en 35 " een éénrichtingsventiel, gelegen tussen de pompkamer en het op blaasbare orgaan.
Het opblaasbare orgaan kan in lege toestand door de flessehals in de fles worden ingébracht. Via de flexibele slang, waardoor de afstand 1001137.
3 tussen de pomp en het opblaasbare orgasm kan worden overbrugd bij verschillende vloeistofniveaus in de fles, is het opblaasbare orgaan met de pomp verbonden. Een uiteinde van de flexibele slang is via een bevestigingsorgaan, dat bij voorkeur op de hals van de fles kan worden 5 geschroefd, met de flessehals verbonden. Door plaatsing van de pomp op de flessehals wordt deze op nagenoeg luchtdichte wijze met de flexibele slang verbonden. Via een éénrichtingsventiel, dat bijvoorbeeld een balventiel kan omvatten, kan het opblaasbare orgaan met de pomp worden opgepompt. De pomp kan een aantal vormen aannemen, zoals een zuiger-10 pomp of een hefboompomp.
Bij voorkeur omvat de pomp een pompkamer met een flexibele wand. Door het samenknijpen van de pompkamer, wordt het opblaasbare orgaan gevuld. Het éénrichtingsventiel, dat bij voorkeur een terugslagklep omvat, voorkomt dat de lucht terugstroomt van het opblaasbare orgaan 15 naar de pompkamer. Bij voorkeur omvat de pomp een ontluchtingspen die door de wand van de pompkamer is geleid via een ontluchtingsopening. Door het indrukken van de ontluchtingspen, wordt de ontluchtingsopening geopend en wordt de ontluchtingspen in aangrijping gebracht met de terugslagklep zodat deze wordt geopend. Na het ontluchten van het 20 opblaasbare orgaan, kan de pomp van de flessehals worden verwijderd, en kan de vloeistof langs het orgaan worden uitgeschonken. Vervolgens kan het orgaan op een lagere positie in de fles, die overeenkomt met het gedaalde vloeistofniveau, weer worden opgeblazen.
Bij voorkeur omvat de flexibele wand van de pompkamer een centra-25 le holte voor opname van de flessehals waarbij de pompkamer tenminste deels rondom de centrale holte is gelegen. Op deze wijze blijft de totale hoogte van de fles en de op de fles geplaatste pomp, binnen de afmetingen waarbij de fles in een ijskast kan worden geplaatst. De pomp blijft na het opblazen van het opblaasbare orgaan op de fles en 30 fungeert in dit geval tevens als dop, die eventueel lekken van vloeistof uit de fles voorkomt.
Bij uitschenken van vloeistof uit de fles, wordt eerst het opblaasbare orgaan ontlucht, waarna de pomp van de flessehals wordt verwijderd. Na het uitschenken van de vloeistof, wordt de pomp weer 35 aangebracht, wordt het opblaasbare orgaan met lucht gevuld, en wordt de fles met de pomp in een ijskast geplaatst.
Bij voorkeur wordt de flexibele slang met behulp van een bevestigingsorgaan op de flessehals geschroefd. Het bevestigingsorgaan omvat 10 0 1 1 37.
k bij voorkeur een effen bevestigingsvlak, waarmee de centrale holte van de pompkamer klemmend in aangrijping kan worden gebracht.
Bij voorkeur is het opblaasbare orgaan hoofdzakelijk in een breedterichting opblaasbaar. Hierdoor kan met een relatief klein volu-5 me, een afdekking van de dwarsdoorsnede van de fles worden bereikt. Doordat in dit geval voor de opblazing van het orgaan slechts een gering aantal keren pompen noodzakelijk is, neemt het bedieningsgemak toe.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 10 bijgevoegde tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 een gedeeltelijke langsdoorsnede van een fles met een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van een pomp en een bevestigingsorgaan van de flexibele slang volgens de onderhavige 15 uitvinding,
Figuur 3 een gedeeltelijke langsdoorsnede van een fles met de inrichting volgens figuur 1, waarbij de pomp van de flessehals is verwijderd en waarbij het opblaasbare orgaan zich in niet-opgeblazen toestand bevindt, en 20 Figuur 4 een bovenaanzicht van het bevestigingsorgaan van de flexibele slang.
Figuur 1 toont een inrichting volgens de uitvinding, waarbij een pomp 9 is bevestigd op de hals van een fles 2. In figuur 2 zijn de details van de pomp vergroot weergegeven. De pomp 9 omvat een flexibe-25 le wand 11 met een gekromd, bij voorkeur bolvormig, oppervlak. De pomp 9 omvat een bevestigingsorgaan 12, in de vorm van een centrale holte 21 die wordt gevormd doordat de wand 11 van de pompkamer zich ter plekke van de holte 21, in de pompkamer 10 uitstrekt. Hierdoor is een deel van de pompkamer 10 rondom de flessehals gelegen, en doet plaat- 30 sing van de pomp 9 op de fles 2, de hoogte daarvan niet zodanig toene men dat de fles met de pomp 9 niet meer in de ijskast zou kunnen worden geplaatst. De maximale diameter van de pomp 9 bedraagt bij voorkeur ongeveer 7 cm, en is kleiner dan een maximale doorsnede van de fles 2. Hierdoor wordt ook het radiale volume van de fles niet nega- 35 tief beïnvloed door de pomp 9. en kan de fles 2 met de pomp 9 ook in een horizontale positie in de ijskast worden geplaatst.
Met behulp van een bevestigingsorgaan 6 is een flexibele slang 5 verbonden met de flessehals. De flexibele slang 5 is aan zijn uiteinde 10 0 1 1 37.
5 verbonden met het opblaasbare orgaan 4 dat zich boven de vloeistof 8 bevindt. Doordat de slang 5 flexibel is, kan deze de afstand tussen de pompafvoeropening 7 en het opblaasbare orgaan 4 bij verschillende verticale posities van het orgaan overbruggen. Bij voorkeur omvat de 5 vloeistof een koolzuurhoudende frisdrank.
Door samenknijpen van de pomp 9. kan de lucht vanuit de pompkamer 10, via een pompafvoeropening 17 naar de flexibele slang 5 worden geleid. In het pompuiteinde van de slang 5 bevindt zich een kogelven-tiel 13 zodat terugstromen van de lucht naar de pompkamer 10 wordt 10 voorkomen. Na samenknijpen van de pomp 9* wordt lucht via een kogel-ventiel 31 door de wand 11 van de pomp in de pompkamer gebracht.
Door opblazing van het opblaasbare orgaan 4, ligt dit tegen de wanden van de fles aan. Het is op verrassende wijze gevonden, dat bij een handmatig oppompen van het orgaan 4, daarin een voldoende druk kan 15 worden opgebouwd om het orgaan afsluitend tegen de wanden van de fles te drukken. Dit komt doordat, wanneer een klein volume wordt gelaten tussen de vloeistof 8 en het orgaan 4, deze ruimte wordt gevuld met koolzuurgas 7· Het koolzuurgas bouwt een druk op, waardoor het volume van het opblaasbare orgaan wordt verminderd en de druk daarin wordt 20 verhoogd. Hierdoor wordt het opblaasbare orgaan op voldoend klemmende wijze tegen de wanden van de fles gedrukt om een nagenoeg luchtdichte afdichting te verkrijgen.
Voor het uitschenken van de vloeistof 8, wordt het opblaasbare orgaan 4 ontlucht. Dit geschiedt door middel van het induwen van een 25 ontluchtingspen 14. Hierdoor komt een uiteinde van de pen 14 in aanraking met het kogel ventiel 13, en wordt de ontluchtingsopening 15 geopend. De ontluchtingsopening 15 wordt afgesloten door een met de ontluchtingspen 14 verbonden afsluiter 16, die aan een binnenzijde zoals getoond in figuur 1, of aan een buitenzijde zoals getoond in figuur 2, 30 van de wand 11 van de pompkamer 10 kan zijn gelegen. Na ontluchting van het opblaasbare orgaan 4, wordt de pomp 9 van de flessehals verwijderd.
Echter, het opblaasbare orgaan 4 kan ook worden ontlucht door verwijdering van de pomp 9 van de flessehals. Hierbij dient dan echter 35 de terugslagklep 13 in de pomp 9 te zijn gelegen zodat de terugslagklep 13 in dit geval met de pomp van de fles verwijderbaar is. In dit geval dient de verbinding tussen de pomp 9 en het bevestigingsorgaan 6 geheel luchtdicht te zijn uitgevoerd.
1001137.
6
Figuur 3 toont de fles 2, waarbij het opblaasbare orgaan 4 is ontlucht. Het bevestigingsorgaan 6 van de flexibele slang 5 blijft na verwijdering van de pomp 9 en bij het uitschenken van de vloestof uit de fles 2 op de flessehals aanwezig. Het bevestigingsorgaan 6 is bij 5 voorkeur voorzien van een inwendige schroefdraad 23 die aangrijpt met de schroefdraad van de flessehals. Een bevestigingsvlak 25 van het bevestigingsorgaan 6 kan klemmend in aangrijping worden gebracht met de pompwand 11 ter plekke van de centrale holte 21 van de pomp 9·
Zoals duidelijk is uit figuur 4 omvat het ringvormige bevesti-10 gingsorgaan van de flexibele slang 5 een ringvormige omtrekswand 30 met een brugdeel 28. Het brugdeel 28 draagt de flexibele slang 5· Aan weerszijden van het brugdeel 28 lopen doorvoeropeningen 27, 27’, waardoor de vloeistof door het bevestigingsorgaan uit de fles 2 kan worden uitgeschonken. Verder omvat het bevestigingsorgaan 6 ter plaatse van 15 het brugdeel 28 een flexibele afdichtring 26 die dichtend in aangrijping kan worden gebracht met een opstaande rand van de pompafvoer 17, zoals ook kan worden gezien in figuur 2.
Het opblaasbare orgaan 4 is bij voorkeur voorzien van een materiaal dat relatief inflexibel is in de lengterichting van de fles 2. 20 Hierdoor wordt voorkomen dat het opblaasbare orgaan een onnodig groot volume inneemt in de lengterichting. Door het volume van het opblaasbare orgaan 4 zo klein mogelijk te houden, kan dit met een klein aantal keren pompen worden gevuld, hetgeen het gebruiksgemak aanzienlijk vergroot.
25 In de getoonde uitvoeringsvorm is de pomp 9 bolvormig. De vorm van de pomp is echter niet beperkt tot bolvormen maar kan ook elliptische, vierkante of andere vormen omvatten. De terugslagklep 13 in het bevestigingsorgaan 6 kan eveneens zijn voorzien in de wand 11 van de pompkamer 10, nabij de pompafvoer 17.
30 Het opblaasbare orgaan kan bijvoorbeeld zijn gevormd uit silico- nen-materiaal of polyurethaan, maar kan in principe iedere geschikte kunststof omvatten in één- of meerlaagsconstructies.
De flexibele slang 5 is bijvoorbeeld gevormd uit hetzelfde materiaal als het opblaasbare orgaan, maar kan in principe worden gevormd 35 uit iedere geschikte kunststof, aluminium en dergelijke.
1001137.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden en die zijn opgeslagen in een 5 houder, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van afvoeren van een deel van de vloeistof uit de houder, ter vorming van een vloeistofvrij volume, inbrengen van een flexibel, opblaasbaar orgaan in de deels gevulde houder, en 10. opblazen van het orgaan totdat dit nagenoeg luchtdicht aanligt tegen de wanden van de houder en het vloeistofvrije volume nagenoeg afsluit voor uit de vloeistof tredend gas.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het opblaasbare orgaan in de vloeistof wordt gebracht en dat het orgaan op 15 zodanige wijze wordt opgepompt dat het de vloeistof nagenoeg tot de bovenkant van de houder verplaatst.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het opblaasbaar orgaan boven de vloeistof wordt gebracht en in de nabijheid daarvan op zodanige wijze wordt opgepompt, dat het aanligt tegen de 20 wanden van de houder.
4. Inrichting voor het afsluiten van houders, in het bijzonder van flessen omvattende een vloeistof die een gas afscheidt, met het kenmerk. dat de inrichting omvat: een opblaasbaar orgaan (4) dat in zijn niet-opgeblazen toestand 25 een dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan enkele centimeters, een met het opblaasbare orgaan (4) verbonden flexibele slang (5), omvattende aan een eerste uiteinde daarvan een bevestigingsorgaan (6) voor bevestiging aan een flessehals, een pomp (9) voorzien van een pompkamer (10) en een pompbeves- 30 tingsorgaan (12, 21) dat losneembaar bevestigbaar is aan een flessehals en dat losneembaar op nagenoeg luchtdichte wijze aan een tweede uiteinde van de flexibele slang (5) bevestigbaar is, en een éénrichtingsventiel (13)· gelegen tussen de pompkamer (10) en het opblaasbare orgaan (4). 35
5· Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het één richtingsventiel (13) een terugslagklep omvat die is gelegen in het bevestigingsorgaan (6) van de flexibele slang (5)·
6. Inrichting volgens conclusie 5. met het kenmerk, dat de pomp 1001137. (9) een ontluchtingspen (14) omvat die met een eerste uiteinde binnenwaarts verplaatsbaar is verbonden met de wand (11) van de pompkamer (10) en via een ontluchtingsopening (15) door de wand (11) van de pompkamer (10) is geleid, waarbij de ontluchtingspen (14) een afslui- 5 ter (16) omvat die aanligt tegen de wand (11) en die de ontluchtingsopening (15) afdekt, waarin bij binnenwaartse verplaatsing van de ontluchtingspen (14) de ontluchtingsopening ontsloten is en een tweede uiteinde van de ontluchtingspen in aangrijping is met de terugslagklep (13). 10
7· Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat de pompkamer (10) een flexibele wand (11) omvat.
8. Inrichting volgens conclusie 7. met het kenmerk, dat de flexibele wand (11) een centrale holte (21) omvat voor opname van een fles-sehals, waarbij de pompkamer (10) ten minste deels rondom de centrale 15 holte (21) is gelegen.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat het bevestigingsorgaan (6) van de flexibele slang (5) is voorzien van een ring met een inwendige schroefdraad (23) voor aangrijping met een schroefdraad van een flessehals, en van een langs een 20 buitenomtrek van de ring gelegen bevestigingsvlak (25) dat nagenoeg luchtdicht aangrijpt met het pompbevestigingsorgaan (12, 21).
10. Inrichting volgens conclusie 9. met het kenmerk, dat het pompbevestigingsorgaan (12, 21) en het bevestigingsvlak (25) ieder een nagenoeg vlak oppervlak omvatten, welke oppervlakken klemmend met 25 elkaar zijn te verbinden.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat het opblaasbaar orgaan (4) hoofdzakelijk in een breedte-richting opblaasbaar is.
12. Pomp geschikt voor toepassing in een inrichting volgens één 30 der conclusies 4 tot en met 11, met het kenmerk, dat de pomp (9) een pompkamer (10) omvat met een flexibele wand (11) die een centrale holte (21) omvat voor opname van een flessehals, waarbij de pompkamer (10) ten minste deels rondom de centrale holte (21) is gelegen.
13. Opblaasbaar orgaan (4), verbonden met een flexibele slang (5) 35 voor toepassing in een inrichting volgens één der conclusies 5 tot en met 11, met het kenmerk. dat de flexibele slang (5) is voorzien van een bevestigingsorgaan (6) voor bevestiging aan een flessehals.
14. Opblaasbaar orgaan (4) volgens conclusie 13, met het kenmerk. 10 01 1 37. dat het opblaasbaar orgaan (4) hoofdzakelijk in een breedterichting opblaasbaar is. 1001137.
NL1001137A 1995-09-05 1995-09-05 Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting. NL1001137C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001137A NL1001137C2 (nl) 1995-09-05 1995-09-05 Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001137 1995-09-05
NL1001137A NL1001137C2 (nl) 1995-09-05 1995-09-05 Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001137C2 true NL1001137C2 (nl) 1997-03-06

Family

ID=19761537

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001137A NL1001137C2 (nl) 1995-09-05 1995-09-05 Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1001137C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2405850A (en) * 2003-09-15 2005-03-16 Che Royce Seabourne Bottle having a plunger for retaining carbonation
EP2537775A1 (en) * 2010-02-16 2012-12-26 Ernest Von Der Beeck I Romagosa Recipient with sliding lid and vacuum top
FR2992633A1 (fr) * 2012-07-02 2014-01-03 Andre Benaroya Dispositif d'obturation

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1285947B (de) * 1967-11-14 1968-12-19 Roesseler Stefan Vorrichtung zum Stabilisieren von in verschlossenen Behaeltern befindlichen Fluessigkeiten
FR2593151A1 (fr) * 1986-01-20 1987-07-24 Fataccy Louis Dispositif de compensation a l'interieur des conteneurs de produits liquides.
US5025953A (en) * 1988-10-17 1991-06-25 Doundoulakis George J Deformable beverage containers for preserving carbonation
DE9217878U1 (nl) * 1992-12-09 1993-03-11 Weissenberger, Werner, 7895 Klettgau, De

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1285947B (de) * 1967-11-14 1968-12-19 Roesseler Stefan Vorrichtung zum Stabilisieren von in verschlossenen Behaeltern befindlichen Fluessigkeiten
FR2593151A1 (fr) * 1986-01-20 1987-07-24 Fataccy Louis Dispositif de compensation a l'interieur des conteneurs de produits liquides.
US5025953A (en) * 1988-10-17 1991-06-25 Doundoulakis George J Deformable beverage containers for preserving carbonation
DE9217878U1 (nl) * 1992-12-09 1993-03-11 Weissenberger, Werner, 7895 Klettgau, De

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2405850A (en) * 2003-09-15 2005-03-16 Che Royce Seabourne Bottle having a plunger for retaining carbonation
EP2537775A1 (en) * 2010-02-16 2012-12-26 Ernest Von Der Beeck I Romagosa Recipient with sliding lid and vacuum top
EP2537775A4 (en) * 2010-02-16 2013-07-17 Der Beeck I Romagosa Ernest Von CONTAINER WITH SLIDING COVER AND VACUUM PLUG
FR2992633A1 (fr) * 2012-07-02 2014-01-03 Andre Benaroya Dispositif d'obturation

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU755070B2 (en) Sealing device
CA1280718C (en) Pump and stopper apparatus
JP3464232B2 (ja) 液体薬品用の容器、液体薬品ハンドリング装置及び方法
EP1931509B1 (en) Improvements in sealing apparatus
US5154112A (en) Aeration of liquids
US4981233A (en) Positive pressure closure lid for beverage can
US4763818A (en) Removable hygienic hand pump adapter for dispensing liquids
EP3774076A1 (en) All plastic water resistant pump
US9382055B2 (en) Apparatus and method for displacing air from wine containers
ES2350767T3 (es) Sistema de bomba dosificadora con un recipiente de volumen variable.
US5248064A (en) Beverage container and dispensing apparatus
NL1001137C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verhogen van de houdbaarheidsduur van vloeistoffen die een gas afscheiden, alsmede pomp en opblaasbaar orgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.
US20010032850A1 (en) Pump actuated sealing system
WO1989000544A1 (en) Improved beverage dispenser
CN109677774B (zh) 一种具有打气出液的容器
US5598955A (en) Gasoline dispensing container with safety feature
GB2249084A (en) Closure means allowing venting of a beverage container
AU770416B2 (en) Replacement cap with pressurizing mechanism for bottle
WO1987002346A1 (en) Fluid dispensing apparatus
GB2202836A (en) Dispensing container closure
US11332277B2 (en) Apparatus and method for separation of air from fluids
US6820774B2 (en) Beverage dispensing apparatus
GB2221443A (en) Container with internal membrane
EP0232354B1 (en) Liquid container
WO1990011963A1 (en) Dispensing apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000401