NL1001120C2

NL1001120C2 - Koffiefiltreersysteem.

Info

Publication number: NL1001120C2
Application number: NL1001120A
Authority: NL
Inventors: Louris Kaper; Daniel Albertus Jozef Dijs
Original assignee: Sara Lee De Nv
Priority date: 1995-09-01
Filing date: 1995-09-01
Publication date: 1997-03-04
Also published as: EP0761148A1

Description

Titel: Koffiefiltreersysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een koffiefiltreer-systeem voor het bereiden van een eenkops-koffie, voorzien vin een koffiefiltreerhouder voor plaatsing op een drankhouder, zoals een kopje, beker of glas en dergelijke en een met 5 gemalen koffie gevuld sachet waarbij de houder is voorzien van een waterreservoir waarin heet water kan worden gebracht en een bodem met ten minste een doorstroomopening, waarbij, in gebruik, het sachet zich tussen het waterreservoir en de door-stroomopening bevindt, terwijl een omtreksrand van het sachet 10 afdichtend met een binnenwand van de houder is verbonden.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een koffie-filtreerhouder en een sachet voor toepassing in een dergelijk systeem.

Dergelijke systemen zijn op zich bekend en worden zowel 15 in de Horeca als voor thuisgebruik toegepast. Hierbij wordt het koffiefiltreersysteem op bijvoorbeeld een koffiekopje geplaatst en gevuld met heet water. Het koffie-extract zal vervolgens geleidelijk het kopje vullen totdat het gehele waterreservoir leeg is. Een voordeel van deze systemen is het 20 gemak voor een gebruiker. Deze behoeft immers slechts enkele zeer eenvoudige handelingen te verrichten voor het bereiden van een kop koffie.

Bij de bekende systemen vormt het sachet een onlosmakelijk deel van de koffiefiltreerhouder, zodat het gehele 25 koffiefiltreersysteem dient te worden weggegooid nadat een kop koffie is bereid. Dit leidt tot een aanzienlijke economische verspilling, terwijl ook de milieu-effeeten niet te verwaarlozen zijn.

De uitvinding beoogt een koffiefiltreersysteem te ver-30 schaffen waarbij dit bezwaar is ondervangen. Hierbij is eveneens beoogd dat het gebruiksgemak van het systeem niet nadelig wordt beïnvloed. Het systeem volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat de koffiefiltreerhouder is voorzien van 1001120 o it een eerste en tweede houderdeel, waarbij het eerste houderdeel de genoemde bodem omvat en waarbij, wanneer het eerste en tweede houderdeel zich in een gebruikspositie bevinden, genoemde omtreksrand van het sachet afdichtend tussen sluitdelen 5 van het eerste en tweede houderdeel in ligt en waarbij het eerste en tweede houderdeel ten opzichte van elkaar kunnen worden verplaatst om de gebruikspositie te verlaten, zodat het sachet vrij komt te liggen en kan worden vervangen door een ander sachet.

10 Overeenkomstig de uitvinding behoeft na gebruik de houder thans niet te worden weggegooid, doordat deze opnieuw kan worden gebruikt na met een nieuw sachet te zijn gevuld. Het gemak voor een gebruiker is eveneens niet nadelig beïnvloed. Immers, er behoeven voor het verwisselen van het sachet geen 15 ingewikkelde handelingen te worden verricht. Door de houder-delen zelf ten opzichte van elkaar te bewegen, zodat de gebruikspositie wordt verlaten, komt een sachet vrij te liggen en kan dit worden vervangen. Het bewegen van kleine onderdelen, zoals ringen en dergelijke, door een gebruiker is der-20 halve niet nodig. Bovendien verschaft het systeem volgens de uitvinding tevens een eenvoudige doch doeltreffende afdichting tussen het sachet en de houder.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: 25 figuur la een aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding; figuur lb een dwarsdoorsnede van het koffiefiltreer-systeem volgens figuur la; figuur 2a een aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van 30 een koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding; figuur 2b een dwarsdoorsnede van het koffiefiltreersysteem volgens figuur 2a; figuur 3a een aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding; 35 figuur 3b een dwarsdoorsnede van het koffiefiltreer systeem volgens figuur 3a; 1001120 o figuur 4a een aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding; figuur 4b een dwarsdoorsnede van het koffiefiltreersysteem volgens figuur 4a; 5 figuur 4c een bovenaanzicht van het tweede houderdeel volgens figuur 4a; figuur 5a een aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een sachet van een koffiefiltreersysteem volgens een der voorgaande figuren; en 10 figuur 5b een dwarsdoorsnede van het sachet volgens figuur 5a.

In de hierna te bespreken figuren zijn met elkaar overeenstemmende onderdelen van eenzelfde referentienummer voorzien.

15 In figuur la en figuur lb is met referentienummer 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding aangeduid. Het koffiefiltreersysteem 1 is voorzien van een koffiefiltreerhouder 2 met een daarin opgenomen met gemalen koffie gevuld sachet 4. De koffie-20 filtreerhouder 2 is voorzien van een waterreservoir 6 waarin heet water kan worden gebracht. Voorts omvat de koffie-filtreerhouder 2 een bodem 8 met ten minste een doorstroom-opening 10. Het sachet 4 bevindt zich tussen het waterreservoir 6 en de doorstroomopening 10, waarbij een omtreks-25 rand 12 van het sachet afdichtend met een binnenwand 14 van de houder 2 is verbonden. In dit voorbeeld is het sachet 4 schijfvormig uitgevoerd (zie figuren 5a en 5b). Het sachet is samengesteld uit twee cirkelvormige vellen filtreerpapier 16, die nabij hun langsranden aan elkaar zijn gehecht. Het sachet 30 zelf is gevuld met gemalen koffie 18.

De koffiefiltreerhouder 2 volgens figuur 1 is voorzien van een eerste houderdeel 20, dat de genoemde bodem 8 omvat en een tweede houderdeel 22. In dit voorbeeld omvat het tweede houderdeel 22 althans in hoofdzaak het genoemde water-35 reservoir 6. De omtreksrand 14 van het sachet 4 is in een gebruikspositie afdichtend tussen een sluitdeel 24 van het eerste houderdeel 20 en een sluitdeel 26 van het tweede 100 1 120 4 houderdeel 22 gebracht. Het sluitdeel 24 van het eerste houderdeel 20 bestaat in dit voorbeeld uit een flexibele ring. Het tweede houderdeel 22 is buisvormig uitgevoerd met twee tegenover elkaar gelegen open uiteinden 28 en 30. Het sluit-5 deel 26 van het tweede houderdeel 22 wordt gevormd door een omtreksrand van het open einde 30. De omtreksrand 14 van het sachet 4 is tussen de sluitdelen 24 en 26 ingeklemd. Het sluitdeel 26 van het tweede houderdeel 22 zal hierbij de flexibele ring 24 enigszins vervormen, zodat een goede vloei-10 stofdichte verbinding tot stand wordt gebracht.

Het eerste houderdeel 20 is roteerbaar met het tweede houderdeel 22 verbonden rond een rotatie-as 32, die evenwijdig loopt aan de bodem 8.

Voorts is aan de buitenzijde van de houder 2 rond de 15 uitstroomopening 10 nog een rondlopende rand 33 aanwezig. De houder 2 volgens figuur 1 is voorts nog voorzien van sluitmiddelen om, in gebruik, de genoemde sluitdelen afdichtend naar elkaar toe te drukken. Deze sluitmiddelen zijn voorzien van een met een buitenzijde van het tweede houderdeel 22 20 verbonden beugel, waarbij genoemde beugel 34 een omgebogen vrij uiteinde 36 omvat, dat klemmend achter een deel van het eerste houderdeel 22 is gehaakt. De genoemde beugel 34 is roteerbaar met het tweede houderdeel 22 verbonden rond een rotatie-as 38, die eveneens evenwijdig is aan de bodem 8.

25 De werking van het systeem volgens figuur 1 is als volgt.

Het systeem wordt op een kopje geplaatst. Hierbij valt de rand 33 binnen de contouren van het betreffende kopje, zodat de houder 2 niet gemakkelijk van het kopje af kan schuiven. Vervolgens wordt heet water in het waterreservoir 6 gebracht. 30 Dit hete water zal dan via het sachet 4 en de doorstroom-opening 10 als koffie-extract in het kopje terecht komen.

Nadat al het hete water in de vorm van koffie-extract naar het kopje is getransporteerd en het waterreservoir derhalve leeg is, is het kopje koffie gereed voor consumptie en 35 kan het koffiefiltreersysteem l van het kopje worden verwijderd. Hierna wordt de beugel 34 omhoog geklapt, waarna het tweede houderdeel 22 ten opzichte van het eerste houderdeel 20 100 1 120 5 rond de rotatie-as 32 uit de gebruiksposititie wordt weggeklapt. Het gebruikte sachet 4 komt nu los te liggen en kan derhalve worden weggenomen. Desgewenst kan een nieuw sachet 4 op de daarvoor bestemde positie worden gebracht en weer worden 5 ingeklemd door het tweede houderdeel terug te klappen naar zijn gebruikspositie en de beugel 34 weer achter het eerste houderdeel 20 te haken. Het koffiefiltreersysteem is nu weer gereed voor gebruik.

In figuren 2a en 2b is een variant getoond van een 10 koffiefiltreersysteem 1 volgens de uitvinding. Volgens deze variant is het tweede houderdeel op het eerste houderdeel geplaatst. Het tweede houderdeel omvat hiertoe een verjongd deel 40 dat, in gebruik, op telescopische wijze binnen een opstaande zijwand 42 van het eerste houderdeel 20 is gelegen. 15 Het open einde 30 bevindt zich in het verjongde deel 40. Het sluitdeel 26 wordt dan ook gevormd door een omtreksrand van het verjongde deel 40. In tegenstelling tot wat bij figuur 1 het geval is, is het eerste houderdeel niet roteerbaar met het tweede houderdeel verbonden. In plaats hiervan omvatten de 20 sluitmiddelen elastieken en/of veren 44, die dusdanig tussen uitsteeksels 46 van het eerste en tweede houderdeel zijn verbonden, dat genoemde sluitdelen 24, 26 naar elkaar toe worden gedrukt. Na het bereiden van een kop koffie kunnen de elastieken en/of veren 44 worden verwijderd, zodat het tweede 25 houderdeel 22 van het eerste houderdeel 20 kan worden weggenomen. Het gebruikte sachet 4 komt dan vrij te liggen en kan worden vervangen door een nieuw sachet.

In figuur 3a en 3b wordt een derde uitvoeringsvorm van een koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding getoond. Het 30 eerste houderdeel 20 is hierbij buisvormig uitgevoerd, waarvan een eerste einde genoemde bodem 8 omvat en waarvan een tweede einde 48 open is. Het eerste houderdeel 20 omvat derhalve een zich vanaf de bodem 8 uitstrekkende, rondlopende zijwand 50.

In gebruik is het buisvormige tweede houderdeel 22 in hoofd-35 zaak in het buisvormige eerste houderdeel 20 geschoven. In een buitenwand 52 van het tweede houderdeel zijn twee rondlopende groeven 54 aangebracht. In ieder van deze groeven is een rond- 1001120 6 lopende in zichzelf gesloten flexibele ring 56 aangebracht, welke gedeeltelijk uit de groeven naar buiten steekt. In gebruik zijn deze flexibele ringen klemmend tegen een binnenwand 58 van het buisvormige eerste houderdeel aangelegen.

5 Het bereiden van een eenkops-koffie is geheel analoog zoals het in relatie met de figuren l en 2 is besproken. Na het bereiden van het koffie-extract wordt het tweede houderdeel 22 uit het eerste houderdeel 20 geschoven. Het sachet 4 kan dan weer worden vervangen door een nieuw sachet. Hierna 10 wordt het tweede houderdeel 22 weer in het eerste houderdeel 20 geschoven. Vervolgens wordt het tweede houderdeel en het eerste houderdeel enigszins naar elkaar toegedrukt, dusdanig dat de sluitdelen 24 en 26 klemmend met daartussen de langsrand van het sachet tegen elkaar aan komen te liggen. De 15 ringen 56 zorgen ervoor dat het eerste en tweede houderdeel 20, 22 na het aanbrengen van het sachet niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven, zodat het sachet vloeistofdicht met de houder 1 is verbonden. De ringen 56 vormen derhalve middelen om de omtreksrand van het sachet geklemd tussen de 20 sluitdelen van het eerste en tweede houderdeel op te nemen.

Ten slotte wordt in figuur 4a en 4b een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van het koffiefiltreersysteem volgens de uitvinding getoond. Het eerste houderdeel 20 heeft hierbij eenzelfde vorm als in relatie met figuur 3 is omschreven. Het 25 tweede houderdeel 22 is in dit voorbeeld dekselvormig uitgevoerd. Het tweede houderdeel 22 is voorzien van een schotel-vormig dekseloppervlak 60 met naar boven toe omgebogen langs-randen 62. Het dekseloppervlak 60 en de langsranden 62 zijn van geveerd materiaal zoals plastic en/of metaal vervaardigd. 30 Het dekseloppervlak 60 is voorzien van een aantal doorstroom-openingen 64. Voorts omvat het tweede houderdeel een met het dekseloppervlak verbonden opstaande steel 68. Aan een onderzijde van het tweede houderdeel 22 is een in zichzelf gesloten rondlopende rand 70 aangebracht die het sluitdeel 26 van het 35 tweede houderdeel 22 vormt. Het dekseloppervlak 60 omvat een gebogen middelste deel 72, een op de omtreksrand van het gebogen middelste deel 72 aansluitend ringvormig deel 74, waar- 1001120 7 bij de naar boven toe omgebogen langsranden 62 aansluiten op de buitenste langsrand van het ringvormige deel 74. De eerder genoemde rand 70 is op het ringvormig deel 74 aangebracht. De werking van het systeem is als volgt. Wederom wordt voor het 5 bereiden van een kop koffie heet water in het waterreservoir 6 gebracht. Het hete water zal respectievelijk door de openin-gen 64, door het sachet 4 en door de opening 10 als koffie-extract in een onder het systeem 1 geplaatst kopje stromen. Nadat het gehele waterreservoir is leeggestroomd kan het 10 tweede houderdeel 22 uit het eerste houderdeel 20 worden genomen door aan de steel 68 te trekken. Het sachet komt nu wederom vrij te liggen en kan worden vervangen door een nieuw sachet. Hierna wordt het tweede houderdeel 22 teruggeschoven in het eerste houderdeel 20. De langsranden van het sachet 4 15 komen dan weer klemmend in te liggen tussen de flexibele ring 24 en de genoemde rand 70. De opstaande rand 62 van het tweede houderdeel is hierbij klemmend in het eerste houderdeel 20 opgenomen. Hierdoor is het mogelijk het eerste en tweede houderdeel stevig naar elkaar toe te drukken, opdat een 20 vloeistofdichte verbinding met het sachet 4 ontstaat. De funktie van de klemmende omgebogen langsrand 62 is hiermee vergelijkbaar met die van de ringen 56 volgens figuur 3.

1001120

Claims

2. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie l, met het ken merk, dat de koffiefiltreerhouder is voorzien van middelen om de omtreksrand geklemd tussen de sluitdelen van het eerste en tweede houderdeel op te nemen.
3. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie 1 of 2, met het 25 kenmerk, dat het tweede houderdeel althans in hoofdzaak het genoemde waterreservoir omvat en buisvormig is uitgevoerd met twee tegenover elkaar gelegen open uiteinden, waarbij het sluitdeel van het eerste houderdeel wordt gevormd door een zich rond de uitstroomopening uitstrekkend flexibel element en 30 waarbij het sluitdeel van het tweede houderdeel wordt gevormd door een omtreksrand van een van de open uiteinden.
4. Koffiefiltreersysteem volgens conclusies 3, met het kenmerk, dat het tweede houderdeel roteerbaar met het eerste houderdeel is verbonden, zodat het tweede houderdeel, na 1001120 gebruik, van het eerste houderdeel kan worden weggeklapt voor het verwisselen van het sachet.
5. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het tweede houderdeel roteerbaar met het eerste 5 houderdeel is verbonden rond een rotatie-as die evenwijdig loopt aan de genoemde bodem.
6. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste houderdeel buisvormig is uitgevoerd waarvan een eerste einde genoemde bodem omvat en waarvan een 10 tweede einde open is, waarbij, in gebruik, het buisvormige tweede houderdeel in hoofdzaak in het buisvormige eerste houderdeel is geschoven.
7. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat rond een buitenwand van het tweede houderdeel een 15 flexibele ring is aangebracht die, in gebruik, klemmend tegen een binnenwand van het buisvormige eerste houderdeel aanligt.
8. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat het eerste houderdeel buisvormig is uitgevoerd waarvan een eerste einde genoemde bodem omvat en waarvan een 20 tweede einde open is; dat het tweede houderdeel dekselvormig is uitgevoerd, waarbij het tweede houderdeel een, van ten minste een opening voorzien dekseloppervlak omvat met naar boven toe omgebogen langsranden en een opstaande steel die met het dekseloppervlak is verbonden, waarbij, in gebruik, een 25 buitenzijde van de omgebogen zijwanden klemmend met een binnenwand van het eerste houderdeel is verbonden.
9. Koffiefiltreersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder verder is voorzien van sluitmiddelen om, in gebruik, de genoemde sluitdelen af- 30 dichtend naar elkaar toe te drukken.
10. Koffiefiltreersysteem volgens conclusies 5 en 9, met het kenmerk, dat genoemde sluitmiddelen zijn voorzien van een met een buitenzijde van het tweede houderdeel verbonden beugel, waarbij genoemde beugel een vrij uiteinde omvat dat klemmend 35 achter een deel van het eerste houderdeel kan worden gehaakt. 1. o t i z o
11. Koffiefiltreersysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de sluitmiddelen ten minste een elastiek en/of veer omvatten.
12. Koffiefiltreersysteem volgens een der voorgaande conclu-5 sies, met het kenmerk, dat het sachet schijfvormig is uit- gevoerd, waarbij de rondlopende omtreksrand van het sachet geen gemalen koffie omvat.
13. Koffiefiltreerhouder voor toepassing in een koffie-filtreersysteem volgens een der voorgaande conclusies.
14. Sachet voor toepassing in een koffiefiltreersysteem volgens een der voorgaande conclusies 1-12. 1001120