NL2001341C1 - Inrichting voor het bereiden van een warme drank en een houderdeel. - Google Patents

Description

Inrichting voor het bereiden van een warme drank en een houderdee!

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van een warme drank omvattende een bereidingskamer om daarin een uitgangsproduct te 5 ontvangen, welke bereidingskamer een inlaat omvat voor een vloeistof die tijdens bedrijf onder verhoogde temperatuur in de bereidingskamer met het uitgangsproduct wordt geïntroduceerd, en met een uitlaat om daaraan tijdens bedrijf een uit het uitgangsproduct en de vloeistof gevormde drank te ontvangen, waarbij het uitgangsproduct tezamen met ten minste één producthouder in de bereidingskamer 10 plaatsbaar is, en omvattende een bodemdeel om daarmee op een ondergrond af te steunen.

Een bekende inrichting van de in de aanhef vermelde soort betreft een koffiezetapparaat waarin een buidel gevuld met gemalen koffiebonen, een zogenoemde koffiepad, wordt 15 toegepast om een kop koffie te bereiden. De bekende inrichting omvat een bereidingskamer waarin de koffiepad op een buidelhouder plaatsbaar is. Het koffiezetapparaat is bestemd en ingericht om tijdens bedrijf water via een inlaat in de bereidingskamer te introduceren en in verwarmde toestand door de koffiepad te leiden om een kop koffie te bereiden. Na iedere bereiding van een kop koffie dient een 20 gebruikte koffiepad uit de zetkamer te worden verwijderd alvorens een nieuwe, verse, koffiepad daarin kan worden aangebracht om een nieuwe kop koffie te zetten.

Alhoewel de bekende inrichting voorziet in een relatief snelle en eenvoudige manier om koffie te bereiden, heeft de bekende inrichting echter als bezwaar dat zowel de 25 buidelhouder als koffiepad, vermoedelijk doordat dit losse elementen zijn, niet zelden tijdelijk zoek zijn en soms zelfs permanent kwijt raken. Het houden van deze losse elementen in een daartoe bestemde aparte losse opberging kan niet voorkomen dat de opberging op zijn beurt vervolgens tijdelijk zoek is of permanent kwijt raakt. Bovendien neemt een dergelijke opberging althans een deel van een vaak beperkte kast- of 30 aanrechtruimte in, wat niet wenselijk is.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd een inrichting te verschaffen die aan bovenvermelde bezwaar tegemoet komt.

LAOS. 1379NL.nl. wpd -2-

Om het beoogde doel te bereiken heeft een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het bodemdeel is gekoppeld aan een, althans in doorsnede, althans nagenoeg gelijkvormig houderdeel, dat het houderdeel ten 5 minste één handmatig ontsluitbare kamer omvat, en dat de ten minste ene kamer is ingericht om daarin ten minste de ten minste ene producthouder te ontvangen. Doordat het bodemdeel is gekoppeld aan een houderdeel met een ontsluitbare kamer, voorziet de uitvinding aldus in een inrichting waarin ten minste de ten minste ene producthouder kan worden ontvangen, zodat deze altijd snel voor handen is en wordt tegengegaan dat io deze kwijt raakt. Optioneel kan er ook voor worden gekozen om het houderdeel als tijdelijke afvalbak te laten fungeren waarin gebruikte producthouders kunnen worden gehouden. Zodoende kan het houderdeel met daarin meerdere gebruikte producthouders ineens in een permanente afvalbak worden geleegd, in plaats van dat iedere gebruikte producthouder apart in de permanente afvalbak moet worden gegooid.

15

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de producthouder een wegwerpbuidel omvat waarin het uitgangsproduct is opgesloten. Een verder voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de producthouder een herbruikbare 20 filterinrichting omvat.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het houderdeel handmatig vrijneembaar is gekoppeld met het bodemdeel. Hierdoor is het mogelijk om het houderdeel naar wens te variëren. Zo kan 25 het houderdeel op den duur worden vervangen door een nieuw houderdeel dat bijvoorbeeld in vorm, grootte of kleur verschilt.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het houderdeel een lade-element met de ten minste ene kamer 30 omvat, waarbij het lade-element tussen een onderling gekoppelde toestand van het lade-element en een overig deel van het houderdeel en een althans ten dele vrijgenomen toestand handmatig schuifbaar is. Het lade-element voorziet in een relatief eenvoudige -3- manier om daarin ten minste de ten minste ene producthouder te ontvangen, en deze vanuit de onderling gekoppelde toestand in de althans ten dele vrijgenomen toestand te brengen, en vice versa.

5 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het houderdeel veermiddelen omvat om het lade-element vanuit de onderling gekoppelde toestand bekrachtigd in de althans ten dele vrijgenomen toestand te brengen. Aldus vereist het relatief weinig moeite om het lade-element in de althans ten dele vrijgenomen toestand te brengen.

10

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat tussen het houderdeel en het bodemdeel vergrendelmiddelen zijn voorzien om deze onderling te vergrendelen. Aldus wordt tegengegaan dat het houderdeel ongewenst los kan raken van het bodemdeel.

15

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de ten minste ene kamer in een onderling gekoppelde toestand van het houderdeel en het bodemdeel althans nagenoeg volledig lucht- en lekdicht is afgesloten. Aldus blijft een in de ten minste ene kamer ontvangen producthouder luchtdicht 20 bewaard, waardoor in het bijzonder in het geval de producthouder een nog te gebruiken wegwerpbuidel met uitgangsproduct betreft, deze langdurig vers blijft.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het houderdeel afsluitmiddelen omvat om de ten minste ene kamer althans 25 nagenoeg volledig lucht- en lekdicht af te sluiten. Aldus wordt tegengegaan dat een in de ten minste ene kamer ontvangen producthouder uit de kamer kan ontsnappen, ook in de althans ten dele vrijgenomen toestand. Bovendien komt de producthouder hierdoor niet in aanraking met het bodemdeel. Dit is in het bijzonder hygiënisch in het geval de producthouder een nog te gebruiken wegwerpbuidel met een uitgangsproduct betreft.

30 -4-

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het houderdeel uitwasbaar is. Aldus kunnen eventueel in de ten minste ene kamer achtergebleven resten, in het bijzonder resten van een in een wegwerpbuidel opgenomen uitgangsproduct, relatief eenvoudig worden uitgewassen, zodat het 5 houderdeel daarna schoon kan worden hergebruikt.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het houderdeel ten minste één verdere kamer omvat om ten minste één verdere producthouder te ontvangen. Aldus kunnen meerdere producthouders, zoals 10 bijvoorbeeld een herbruikbare filterinrichting en wegwerpbuidels gevuld met een uitgangsproduct, afzonderlijk in het houderdeel worden ontvangen.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat ten minste twee houderdelen zijn voorzien om afzonderlijke verdere 15 producthouders te ontvangen. Aldus kunnen meerdere producthouders, zoals bijvoorbeeld een herbruikbare filterinrichting en wegwerpbuidels gevuld met een uitgangsproduct, afzonderlijk in de ten minste twee houderdelen worden ontvangen, en kunnen deze houderdelen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt.

20 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het houderdeel aan een voorzijde ten minste één aangrijpelement omvat. Het aangrijpelement voorziet in een aangrijppunt om het houderdeel eenvoudig en snel vanuit een onderling gekoppelde toestand met het bodemdeel in een althans ten dele vrij genomen toestand te brengen.

25

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het houderdeel aan een grondzijde is voorzien van schuifbeperkende middelen, in het bijzonder anti-slip noppen. Dergelijke middelen verhinderen dat het houderdeel verschuift. Aldus blijft de inrichting op zijn plaats staan, ook als het 30 houderdeel van een onderling gekoppelde toestand met het bodemdeel in een althans ten dele vrijgenomen toestand wordt gebracht.

-5-

De uitvinding heeft verder betrekking op een houderdeel voor toepassing in de inrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal 5 uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding in een perspectivisch aanzicht.

Figuur 2A,B een uitvoeringsvoorbeeld van een houderdeel voor toepassing in 10 een inrichting volgens de uitvinding in respectievelijk een bovenaanzicht en een vooraanzicht.

De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen, ter wille van de duidelijkheid, sommige dimensies in meer of mindere mate 15 overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 1 in een perspectivisch aanzicht. Zoals in figuur 1 wordt getoond omvat de 20 inrichting 1 voor het bereiden van een warme drank een bereidingsapparaat 2 met een bereidingskamer (niet getoond) waarin een producthouder plaatsbaar is. De producthouder kan een wegwerpbuidel omvatten waarin een uitgangsproduct zoals bijvoorbeeld een ingrediënt gekozen uit een groep van gemalen koffiebonen, gemalen theebladeren, theebladeren of een cacaoproduct zit. De producthouder kan ook een 25 herbruikbare filterinrichting omvatten waarin rechtstreeks een uitgangsproduct kan worden opgesloten, of alternatief waarop een wegwerpbuidel gevuld met uitgangsproduct kan worden geplaatst. Het koffiezetapparaat 2 is bestemd en ingericht om tijdens gebruik water via een inlaat (niet getoond) in de bereidingskamer te introduceren en onder druk en in verwarme toestand aan een bovenkant van de 30 producthouder vrij te geven en hierdoor te leiden om een hierin opgesloten uitgangsproduct te extraheren en een warme drank te bereiden. Het water kan uit een daartoe bestemd waterreservoir in de inrichting worden gehaald. De warme drank wordt aan een uitlaat (niet getoond) vrijgegeven en kan in een daartoe bestemd drinkelement, zoals bijvoorbeeld een drinkbeker, worden opgevangen.

-6- 5 De inrichting 1 omvat een bodemdeel 3 waarmee de inrichting 1 op een ondergrond af kan steunen. Een in doorsnede gelijkvormig houderdeel 4 is aan een onderzijde van het bodemdeel 3 aan het bodemdeel 3 gekoppeld. Het houderdeel 4 is daarbij handmatig vrijneembaar gekoppeld, om een uitwisseling van het houderdeel 4 met een ander houderdeel mogelijk te maken. Om tegen te gaan dat het houderdeel 4 los kan raken van 10 het bodemdeel 3, bijvoorbeeld bij een verplaatsing van de inrichting 1, kunnen vergrendelmiddelen (niet getoond) tussen het houderdeel 4 en het bodemdeel 3 zijn voorzien om deze onderling te vergrendelen. Het houderdeel 4 omvat een handmatig ontsluitbare kamer 5 waarin ten minste één producthouder kan worden ontvangen. Het houderdeel 4 is aan een voorzijde voorzien van een aangrijpelement 6, zodat het 15 houderdeel 4 eenvoudig en snel vanuit een onderling gekoppelde toestand met het bodemdeel 3 in een althans ten dele vrijgenomen toestand kan worden gebracht. In de onderling gekoppelde toestand is de kamer 5 lucht- en lekdicht afgesloten om een daarin ontvangen producthouder, zoals bijvoorbeeld een wegwerpbuidel gevuld met een ingrediënt, langer vers te houden.

20

Aldus voorziet de uitvinding in een inrichting 1 waarin ten minste een producthouder kan worden opgeborgen, zodat de producthouder altijd voor handen is. Bovendien hoeft er geen aparte losse opberging voor de producthouder worden toegepast, zodat een anders hierdoor ingenomen kast- of aanrechtruimte vrij blijft.

25

Een uitvoeringsvoorbeeld van een houderdeel voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 2A en 2B in respectievelijk een bovenaanzicht en een vooraanzicht. Zoals in figuur 2A en 2B wordt getoond omvat het houderdeel 4 een lade-element 7 met een handmatig ontsluitbare kamer 5 dat schuifbaar aan een overig 30 deel van het houderdeel 4 is gekoppeld. Het lade-element 7 is aan een voorzijde voorzien van een aangrijpelement 6, zoals bijvoorbeeld een aangrijpknop. Door aan te -7- grijpen op het aangrijpelement 6 kan het lade-element 7 relatief eenvoudig handmatig vanuit een onderling gekoppelde toestand van het lade-element 7 en een overig deel van het houderdeel 4 in een althans ten dele vrijgenomen toestand worden getrokken. Om de kamer 5 uitermate eenvoudig in een vrijgenomen toestand te brengen, kan het 5 houderdeel 4 worden voorzien van veermiddelen (niet getoond) om het lade-element 7 vanuit de onderling gekoppelde toestand bekrachtigd in de althans ten dele vrijgenomen toestand te brengen. Om tegen te gaan dat het houderdeel 4 bij een dergelijke handeling wordt meegetrokken en aldus verplaatst, is het houderdeel 4 voorzien van schuifbeperkende middelen, zoals bijvoorbeeld anti-slip noppen. Om eventueel in de 10 kamer 5 achtergebleven resten, in het bijzonder resten van een in een wegwerpbuidel opgenomen uitgangsproduct, relatief eenvoudig uit de kamer 5 te verwijderen is het houderdeel 4 uitwasbaar, en bij voorkeur uitwasbaar in een afwasmachine. Het houderdeel 4 kan dan weer schoon worden hergebruikt.

15 Alhoewel dat in dit uitvoeringsvoorbeeld niet wordt getoond kan, kan het houderdeel 4 afsluitmiddelen, zoals bijvoorbeeld een kleporgaan, omvatten om de kamer 5 volledig lucht- en lekdicht af te sluiten, zodat een versheid van een uitgangsproduct langer kan worden gewaarborgd.

20 Hoewel de uitvinding aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo kunnen meer dan één houderdeel bij een inrichting worden toegepast voor nog meer opbergruimte. In dat geval kunnen de houderdelen 25 bijvoorbeeld boven op elkaar onder de inrichting worden geplaatst, waarbij een bovenste houderdeel aan een bodemdeel van de inrichting is gekoppeld. Ook is het mogelijk om een houderdeel met meer dan één kamer toe te passen, zodat meerdere producthouders afzonderlijk van elkaar kunnen worden opgeborgen. Zo kan een houderdeel bijvoorbeeld twee kamers omvatten, waarbij in een eerste van de twee 30 kamers een herbruikbare filterinrichting wordt opgeborgen en in een tweede van de twee kamers één of een aantal wegwerpbuidels worden opgeborgen.

Claims (14)

1. Inrichting voor het bereiden van een warme drank omvattende een bereidingskamer om daarin een uitgangsproduct te ontvangen, welke bereidingskamer 5 een inlaat omvat voor een vloeistof die tijdens bedrijf onder verhoogde temperatuur in de bereidingskamer met het uitgangsproduct wordt geïntroduceerd, en met een uitlaat om daaraan tijdens bedrijf een uit het uitgangsproduct en de vloeistof gevormde drank te ontvangen, waarbij het uitgangsproduct tezamen met ten minste één producthouder in de bereidingskamer plaatsbaar is, en omvattende een bodemdeel om daarmee op een 10 ondergrond af te steunen, met het kenmerk dat het bodemdeel is gekoppeld aan een, althans in doorsnede, althans nagenoeg gelijkvormig houderdeel, dat het houderdeel ten minste één handmatig ontsluitbare kamer omvat, en dat de ten minste ene kamer is ingericht om daarin ten minste de ten minste ene producthouder te ontvangen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de producthouder een wegwerpbuidel omvat waarin het uitgangsproduct is opgesloten.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de producthouder een herbruikbare filterinrichting omvat. 20

4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houderdeel handmatig vrijneembaar is gekoppeld met het bodemdeel.

5. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 25 het houderdeel een lade-element met de ten minste ene kamer omvat, waarbij het lade- element tussen een onderling gekoppelde toestand van het lade-element en een overig deel van het houderdeel en een althans ten dele vrijgenomen toestand handmatig schuifbaar is. -9-

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het houderdeel veermiddelen omvat om het lade-element vanuit de onderling gekoppelde toestand bekrachtigd in de althans ten dele vrijgenomen toestand te brengen.

7. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tussen het houderdeel en het bodemdeel vergrendelmiddelen zijn voorzien om deze onderling te vergrendelen.

8. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 10 de ten minste ene kamer in een onderling gekoppelde toestand van het houderdeel en het bodemdeel althans nagenoeg volledig lucht- en lekdicht is afgesloten.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het houderdeel afsluitmiddelen omvat om de ten minste ene kamer althans nagenoeg volledig lucht- en 15 lekdicht af te sluiten.

10. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houderdeel uitwasbaar is.

11. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houderdeel ten minste één verdere kamer omvat om ten minste één verder product te ontvangen.

12. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 25 ten minste twee houders zijn voorzien om afzonderlijke verdere producten te ontvangen.

13. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houderdeel aan een voorzijde ten minste één aangrijpelement omvat. -ΙΟΙ 4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houderdeel aan een grondzijde is voorzien van schuifbeperkende middelen, in het bijzonder anti-slip noppen.

15. Houderdeel voor toepassing in een inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies.