BE904481A

BE904481A - Werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal en kaarde die deze werkwijze toepast.

Info

Publication number: BE904481A
Application number: BE2/60949A
Authority: BE
Original assignee: Poppe Willy
Priority date: 1986-03-25
Filing date: 1986-03-25
Publication date: 1986-07-16

Abstract

Het op geschikte wijze in de eigenlijke kaarde 7 brengen van minstens tween banen vezels 18, 19 en het zodanig afleggen van de gevormde mat of vlies12 op een zich dwars geplaatste transportband 11 dat de mat 12 op deze transportband gevormd wordt door plooien die met een welbepaalde stap S t.o.v. elkaar verschoven zijn, waarbij de verplaatsing S zodanig is dat hij steeds kleiner is dan de breedte van de smalste baan kunststofvezels die de mat of vlies samenstellen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor 
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door 
Willy POPPE voor "Werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal en kaarde die deze werkwijze toepast" 
 EMI1.1 
 als UITVINDINGSOKTROOI 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal en kaarde die deze werkwijze toepast. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal alsook op een kaarde die deze werkwijze toepast. 



  Men weet dat de bedoeling van een kaarde bestaat in het uitspreiden van vezels tot dunne laagjes of matjes, teneinde een zo egaal mogelijke verdeling van de vezels per oppervlakteëenheid te bekomen. 



  Ook weet men dat zulke laagjes vervolgens op elkaar worden gestapeld voor het verkrijgen van een eindprodukt met geschikte dikte. 



  Tevens weet men dat met zulke kaardmachine allerlei soorten vezels kunnen verwerkt worden, doch tot op heden is deze verwerking beperkt, over de ganse breedte van de machine, tot   een   enkele soort materiaal. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Dit heeft vanzelfsprekend als gevolg dat de kostprijs van het eindprodukt bepaald wordt door de ganse hoeveelheid vezels. 



  Deze uitvinding heeft dan ook betrekking op een werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal, meer speciaal synthetische vezels, waarbij met twee of meer soorten en/of kleuren vezels kan gewerkt worden teneinde een eindprodukt te bekomen dat als het ware uit verscheidene lagen, in verschillende soorten materiaal, is samengesteld. 



  Een aanzienlijk voordeel van deze werkwijze is te zien in het feit dat aldus met iedere geschikte kombinatie vezelmateriaal kan gewerkt worden, zodanig dat het uiteindelijk bekomen produkt, hetzij gevormd wordt door lagen in verschillende kleuren, hetzij lagen die aan een of de beide buitenzijden van het eindprodukt andere hoedanigheden bezitten dan in de tussenliggende laag. 



  Een bijzondere toepassing hiervan is bijvoorbeeld te vinden bij produkten die aan de buitenzijde moeten gefixeerd worden, wat dikwijls het geval is,   m. a. w.   produkten waarbij de buitenzijde, respektievelijk buitenzijden, door warmte moeten gefixeerd worden teneinde het eindprodukt of materiaal een bepaalde stijfheid te geven en de vezels, minstens aan de buitenwand, bijeen te houden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Het is duidelijk dat dit volgens de huidige uitvinding kan bekomen worden door een oordeelkundige keuze van de vezels,   een   en ander zodanig dat enkel   een   of beide buitenlagen van het eindprodukt gevormd worden door bijvoorbeeld thermoplastische of thermohardende vezels, terwijl de binnenlaag van het produkt gevormd wordt door een minder kostbare vezelsoort. 



  De werkwijze volgens de uitvinding bestaat tot dit doel hoofdzakelijk in het op geschikte wijze in de eigenlijke kaarde brengen van minstens twee naast elkaar geplaatste banen vezels met verschillende hoedanigheden en het zodanig afleggen van de aldus gevormde mat of vlies op een zich dwars op de lengterichting van de kaardinstallatie geplaatste transportband gevormd wordt door heen-en weergaand geplaatste lagen of plooien die met een welbepaalde stap S   t. o. v.   elkaar verschoven zijn, waarbij de verplaatsing S van de verschillende heen-en weergaand geplaatste lagen of plooien zodanig is dat hij steeds kleiner is dan de breedte van de smalste baan kunststofvezels die de mat of vlies samenstellen. 



  Een inrichting of machine die deze werkwijze toepast wordt in hoofdzaak gekenmerkt doordat in het zogenaamd opvangkanaal van de kaardinstallatie minstens   een   vertikaal ge- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 richte tussenwand is voorzien waarvan het vlak gelegen is in de lengterichting van de kaardinstallatie, teneinde aldus twee kompartimenten te vormen voor het toevoeren, in twee naast elkaar geplaatste banen, van vezels met verschillende eigenschappen en/of uitzicht aan de kaardinrichting. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een kaardinstallatie weergegeven die de werkwijze volgens de uitvinding toepast en waarin : figuur 1 een schematisch zijaanzicht weergeeft van een kaarde die de werkwijze toepast volgens de uitvinding ; figuur 2 een bovenaanzicht weefgeeft met gedeeltelijke doorsnede volgens lijn II-II in figuur   1 ;   figuren 3 en 4 schematische doorsneden weergeven vol- gens de lijnen III-III en IV-IV in figuur   2 ;   figuur 5 op grotere schaal een gedeeltelijke doorsnede weergeeft doorheen een eindprodukt volgens de uitvin- ding. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  In de figuren 1 en 2 is een kaarde weergegeven die in hoofdorde bestaat uit een vezelverdeelinrichting 1 ; een opvangkanaal   2 ;   een inrichting 3 voor het losmaken van de vezels ; een vezelopvoerband   4 ;   een triltrechter 5 die onderaan voorzien is van een weeginrichting   6 ;   een eigenlijke kaarde   7 ;   en afvoertransportbanden 8, 9, 10 en 11 waarvan de transportband 11 haaks gericht is op de afvoerbanden 8 tot 10. 



  In deze als dusdanig bekende inrichting worden de vezels, nadat zij in geschikte, over de breedte van de machine verdeelde hoeveelheden, aan de eigenlijke kaarde 7 zijn toegevoerd, tot een dunne mat met egaal verdeelde vezels verwerkt die door middel van de transportband 8 wordt afgevoerd. 



  In de figuren 1 en 2 is op zeer schematische wijze aangetoond dat de aldus gevormde dunne mat 12 op een eerste transportband 9 wordt gebracht en vervolgens op   een   of meer volgens hun lengterichting heen-en weerbewegende transportbanden wordt gebracht, 
 EMI6.1 
 waarvan door 10 is aangeduid teneinde te bekomen dat de waarvan er e mat of vlies 12 heen-en weergaand in plooien wordt afgelegd op de transportband 11 die zich dwars op de transportbanden 9 en 10 bevindt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Men verkrijgt aldus dat het materiaal 12, afhankelijk van de snelheid waarmede het aan de transportband 11 wordt toegevoerd, in kombinatie met de snelheid van deze laatste transportband 11 zelf, in   een   enkele baan en in afwisselende zig-zag vormige lagen of plooien wordt gebracht tot het bekomen van een eindprodukt met gewenste dikte, waarbij deze lagen of plooien ten opzichte van elkaar met een welbepaalde stap S verspringen. 



  Volgens de uitvinding plaatst men in het voornoemde opvangkanaal 2, een of meer, in het voorbeeld van de figuren 1 en 2, twee vertikale bij voorkeur horizontaal verplaatsbare wanden, respektievelijk 13 en 14, teneinde aldus drie kompartimenten te vormen, respektievelijk 15,16 en 17 die ieder kunnen voorzien worden van een ander soort en/of andere kleur, vezelmateriaal door middel van bijvoorbeeld evenzoveel vezelverdeelinrichtingen 1. 



  Op deze wijze worden aan de inrichtingen 3, 4, 5, 6 en de kaarde 7, drie naast elkaar geplaatste banen vezelmateriaal 18, 19 en 20 afgeleverd,   een   en ander zodanig dat een mat of vlies 12 wordt afgevoerd en op geschikte hiervoor beschreven wijze aan de transportband 11 wordt toegevoerd dat, in de lengterichting van de transportband 11 gezien, uit twee of meer, in dit geval drie, banen vezels bestaat die vanzelfsprekend aan de kontaktranden in elkaar verstrengeld zijn. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Volgens de huidige uitvinding verkrijgt men op dit ogenblik het onverwachte effekt dat door het heen-en weergaand in plooien opstapelen op de voortbewegende transportband 11, van meerdere lagen materiaal 12, de banen 18 en 20, respektievelijk, steeds bovenaan en onderaan de uiteindelijke dikte eindprodukt terecht komen, terwijl de baan 19 tussen de banen 18 en 20 wordt ingesloten. 



  Het is duidelijk dat afhankelijk van de snelheid van de transportband 11 de stap S op de transportband 11 zal bepaald worden en dat afhankelijk van deze stap S de wanden 13 en 14 zullen ingesteld worden, respektievelijk de breedte van de banen 18 en 20 bepaald worden. 



  Op schematische wijze blijkt uit figuur 3 de overlapping van de verschillende lagen materiaal 12 die bestaan uit evenzoveel banen 18, 19 en 20 die het voornoemde onverwacht effekt opleveren. Uit deze figuur blijkt dat de stap S zodanig zal gekozen worden dat bij voorkeur de banen 18, enerzijds, en de banen 20, anderzijds, elkaar gedeeltelijk bedekken om te verkrijgen dat de laag 19 volledig wordt ingesloten. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Figuur 4 toont nog de zogenaamde zig-zag vormige in plooien plaatsing van de voornoemde lagen 12 en figuur 5 geeft een algemeen uiteindelijk resultaat weer van het bekomen eindprodukt waarbij de delen 21,22 en 23, ieder respektievelijk gevormd zijn door meerdere banen 18, 19 en 20. 



  Opgemerkt wordt nog dat de figuren 3   t. e. m.   5 enigzins misleidend zijn met betrekking tot het bekomen effekt. Inderdaad is iedere laag 12 uitermate dun, bijvoorbeeld van de orde van   20 à   30 gram/m2 en wordt de totale dikte van het eindprodukt gevormd door bijvoorbeeld tien à twintig lagen 12. 



  Men verkrijgt dus een werkwijze, alsmede een inrichting die deze werkwijze toepast waarmede het mogelijk is lagen vezelmateriaal 12 te vormen die bestaan uit twee of meer naast elkaar geplaatste banen vezelmateriaal 18, 19, 20 die in het algemeen verschillende eigenschappen zullen vertonen, een en ander zodanig dat een eindprodukt kan bekomen worden, gevormd door het op elkaar plaatsen van meerdere lagen 12 die ten opzichte van elkaar met een bepaalde stap S verplaatst zijn zodanig dat de buitenzijde van zulk eindprodukt een geringe dikte vezels vertoont met bijvoorbeeld zodanige eigenschappen dat de kostprijs ervan relatief hoog is terwijl de andere zijde van 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 het eindprodukt of, wanneer drie of meer lagen worden gebruikt, het binnenste van het eindprodukt, kan gevormd worden door vezels met een lagere kostprijs. 



  Wanneer men hiervoor vezels toepast die aan een zijde of beide zijden gevormd worden door thermohardende of thermoplastische vezels die een andere goedkopere soort vezels omsluiten verkrijgt men tevens het voordeel dat, na fixatie van de vezels, door inwerking van warmte, het oprollen van zulk eindprodukt kan geschieden zonder dat een bijkomende beschermlaag, bijvoorbeeld papier, moet ingewikkeld worden. 



  Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm.

Claims

Eisen.

1. - Werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het op geschikte wijze in de eigenlijke kaarde (7) brengen van minstens twee naast elkaar EMI11.1 geplaatste banen vezels (18, met verschillende hoedanigheden """'-- en het zodanig afleggen van de aldus gevormde mat of vlies (12) op een zieh dwars op de lengterichting van de kaardinstallatie geplaatste transportband (11) dat de laag vezelmateriaal (12) EMI11.2 op deze transportband gevormd wordt door heen-en weergaand ge- plaatste lagen of plooien die met een welbepaalde stap S t. elkaar verschoven zijn, waarbij de verplaatsing S van de verschillende heen-en weergaand geplaatste lagen of plooien zodanig is dat zij steeds kleiner is dan de breedte van de smalste baan kunststofvezels die de mat of vlies samenstellen.

2.-Werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het op geschikte wijze in de eigenlijke kaarde (7) brengen van minstens drie naast elkaar geplaatste banen vezels (18, 19, 20) met verschillende hoedanigheden en het zodanig afleggen van de aldus gevormde mat of vlies (12) op een zich dwars op de lengterichting van de kaardinstallatie geplaatste transportband (11) dat de laag vezelmateriaal (12) op deze transportband gevormd wordt door heenen weergaand geplaatste lagen of plooien die met een welbe- <Desc/Clms Page number 12> paalde stap S t. o. v.

elkaar verschoven zijn, een en ander zodanig dat de stap S kleiner is dan de breedte van de smalste uiterste baan (18, 20) van de laag of vlies vezelmateriaal (12) zodanig dat de middelste baan vezelmateriaal (19) ingesloten is tussen vezelmateriaal dat gevormd wordt door aan de ene zijde vezelmateriaal van baan (18) en aan de andere zijde vezelmateriaal van baan (20).

3.-Kaarde voor het toepassen van de werkwijze volgens eis 1 of 2 bijvoorbeeld van het type dat in hoofdzaak bestaat uit een vezelverdeelinrichting (l) ; een opvangkanaal (2) ; eventueel een inrichting (3) voor het losmaken van de vezels, een vezelopvoerband (4), en een triltrechter (5) voorzien van een weeginrichting (6) ;

een eigenlijke kaarde (7) en afvoertransportbanden (8, 9, 10 en 11), waarbij deze laatste transportband 11 haaksgericht is op de lengterichting van de kaardinrichting, een en ander zodanig dat aan de laatste transportband (11) afwisselend heenen weergaande zig-zagvormig op elkaar gestapelde lagen gekaard vezelmateriaal (12) worden afgelegd, waarbij iedere plooi een bepaalde stap S verschoven is t. o.

v. een voorgaande plooi, met het kenmerk dat in het voornoemd opvangkanaal (2) minstens een vertikaal gerichte tussenwand (13) is voorzien waarvan het vlak gelegen is in de lengterichting van de kaardinstallatie, teneinde aldus twee kompartimenten (15-16) te vormen voor het toevoeren, in twee naast elkaar geplaatste banen, (18-19) van vezels met verschillende eigenschappen en/of uitzicht aan d kaardinrichting. <Desc/Clms Page number 13> EMI13.1

4.-Kaarde volgens eis 3, met het kenmerk dat twee wanden (13, voorzien teneinde drie kompartimenten (15-16-17) te vormen.

5.-Kaarde volgens eis 3 of 4, met het kenmerk dat voornoemde wand (13), respektievelijk wanden (13-14), evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar zijn in het opvangkanaal (2) teneinde de breedte van de kompartimenten (15, 16, 17) te kunnen regelen.

6.-Als nieuw industrieel produkt, een dikte vezelmateriaal verkregen door het heen-en weergaand in plooien opstapelen van dunne lagen vezelvliesjes (12) waarbij de verschillende plooien een bepaalde stap S t. o. v. elkaar zijn verschoven en waarbij ieder vliesje (12) gevormd wordt uit twee naast elkaar geplaatste banen vezels (18-19) met verschillende eigenschappen en/of uitzicht en waarbij de stap S kleiner is dan de breedte van de smalste baan vezelmateriaal.

7.-Als nieuw industrieel produkt, een dikte vezelmateriaal verkregen door het heen-en weergaand in plooien opstapelen van dunne lagen vezelvliesjes (12) waarbij de verschillende plooien een bepaalde stap S t. o. v. elkaar zijn verschoven en waarbij ieder vliesje (12) gevormd wordt uit drie naast elkaar geplaatste banen vezels met verschillende eigenschappen en/of uitzicht en waarbij de stap S kleiner is dan de breedte van de smalste baan (18), respektievelijk (20), teneinde te bekomen dat het <Desc/Clms Page number 14> vezelmateriaal van de middelste baan (19) volledig ingesloten wordt tussen vezels van de banen (18), respektievelijk (20).

8.-Werkwijze voor het kaarden van vezelmateriaal en kaarde die deze werkwijze toepast, hoofdzakelijk zoals voorafgaande beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. pa van : Willy POPPE Antwerpen 25 maart 1986. EMI14.1 p. pa van bureau