BE901296A - Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen. - Google Patents

Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen. Download PDF

Info

Publication number
BE901296A
BE901296A BE2/60568A BE2060568A BE901296A BE 901296 A BE901296 A BE 901296A BE 2/60568 A BE2/60568 A BE 2/60568A BE 2060568 A BE2060568 A BE 2060568A BE 901296 A BE901296 A BE 901296A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
elements
mold
clamping device
concrete
tracks
Prior art date
Application number
BE2/60568A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Matthynssens Frans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Matthynssens Frans filed Critical Matthynssens Frans
Priority to BE2/60568A priority Critical patent/BE901296A/nl
Publication of BE901296A publication Critical patent/BE901296A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B3/00Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails
    • E01B3/28Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails made from concrete or from natural or artificial stone
    • E01B3/36Composite sleepers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Manufacturing Of Tubular Articles Or Embedded Moulded Articles (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, met het kenmerk dat er gedurende het aanbrengen van de wapening (14-15) en de elementen (5-6) van de kleminrichting van de sporen in de gietvorm (1) tevens een onderlegplaat (7) op de bodem (2) van de vorm (1) vordt aangebracht, waarbij deze onderlegplaat (7) een afsluiting, enerzijds, vormt tussen voornoemde bodem en de gedeeltelijk in het beton in te gieten elementen (5-6) van de kleminrichting van de sporen en, anderzijds, een centrering van deze elementen (5-6).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor 
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door 
Frans MATTHYNSSENS voor "Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldUs verkregen" 
 EMI1.1 
 als uitvindingsoktrooi. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen. 
 EMI2.1 
 ----------------------------------------------------------------------- Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers. 



  Meer speciaal heeft deze uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers waarbij bepaalde elementen van de kleminrichting die dient om de sporen op de spoorliggers te bevestigen, verankerd worden in het beton door deze gedeeltelijk in te gieten. 



  De tot op heden bekende werkwijzen voor de verwezenlijking van zulke spoorliggers bestaan er hoofdzakelijk in dat men voorziet in een gietvorm waarin de spoorligger ondersteboven gevormd wordt en waarbij de elementen van de voornoemde kleminrichting doorheen openingen in de bodem van de vorm steken Een van deze werkwijzen, zoals bijvoorbeeld beschreven in het Belgisch oktrooi nr   886, 841   van Aanvraagster, bestaat in het plaatsen, doorheen openingen in de bodem van de gietvorm, van een aantal delen of elementen van een   spoorstaafkleminrichting ;   het geschikt vasthouden van deze elementen buiten de vorm ; het plaatsen van de bovenwapening van de dwarsligger op tot dit doel voorziene steunen op de voornoemde elementen ; het eventueel op de bovenwapening plaatsen van een tussenwapening ;

   het doorheen een opening in de vormwand aanbrengen van een verbindingsstang en het volgieten van de vorm met beton, waarbij, op een geschikt ogenblik, op gebruikelijke wijze, de onderwapening wordt aangebracht en het geheel aan een trilbewerking wordt onderworpen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Alhoewel deze werkwijze zeer doeltreffend is gebleken, vertoont zij, evenals alle andere werkwijzen waarbij bepaalde elementen van de spoorstaafkleminrichting gedeeltelijk in het beton worden ingegoten, verscheidene nadelen. 



  Door het herhaaldelijk gebruik van de gietvormen zullen door het   veelvul-   dig inbrengen en wegnemen van voornoemde elementen van de kleminrichting in de openingen in de bodem, deze openingen uitslijten, met het gevolg dat de bodem van de gietvorm niet meer aansluit tegen deze elementen. Dit probleem doet zieh vooral voor bij de fabricage van spoorliggers waarvan het bovenvlak zieh schuin bevindt ten opzichte van het grondvlak,   m. a. w.   waarbij de bodem van de vorm onder een hoek is geplaatst   t. o. v.   de horizontale, zodat de uitstekende delen van de voornoemde kleminrichting, bij het uitnemen van de spoorligger uit de vorm, steeds tegen de zijkanten van de openingen in de bodem van de vorm schuren. 



  Nadelig hierbij is dat het water uit het beton door de speling tussen de elementen van de kleminrichting en bodem van de gietvorm kan sijpelen waardoor plaatselijk met het water cement wordt afgevoerd zodat de toeslagstoffen, meestal grint of keien, zichtbaar worden. 



  De bekende werkwijzen vertonen meestal ook het nadeel dat de elementen die deel uitmaken van de spoorstaafkleminrichtingen een ingewikkelde konstruktie vertonen daar er in de nodige kragen moet voorzien worden om de elementen op de bodem van de gietvorm te laten rusten en de voornoemde speling te bedekken. 



  Het is ook bekend dat, bij de aanleg van spoorwegen, tussen de betonnen delen van de spoorliggers en de sporen, onderlegplaten voorzien worden, 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 die uit elastisch materiaal, bij voorkeur kunststof, vervaardigd zijn. Deze bieden een driedubbel voordeel, namelijk een schokdempende werking, een sleet-beperkende werking en een elektrische isolatie. Gezien haar elasticiteit zal zulke onderlegplaat immers, enerzijds, schokdempend werken en, anderzijds, de schurende beweging van de rails ten opzichte van de spoorliggers, die zich voordoet gedurende de passage van een trein, kompenseren, terwijl de sporen   t. o. v.   elkaar zeer doeltreffend elektrisch geïsoleerd worden, wat uitermate van belang is bij signaaloverdracht langs de sporen. 



  Deze onderlegplaten worden bij de konstruktie van een spoorlijn meestal manueel,   een   na   een,   op de spoorliggers aangebracht nadat deze laatste geplaatst zijn, hetgeen een zeer tijdrovend werk is. Anderzijds is bij mechanisering hiervoor een ingewikkelde inrichting nodig. 



  De uitvinding voorziet dan ook in een werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers waardoor de voornoemde nadelen worden uitgesloten en waarbij, door herhaaldelijk gebruik van de gietvormen, de openingen in de bodem niet uitslijten ; er voor een goede afdichting tussen de elementen en de gietvorm voorzien wordt zodanig dat er geen water uit het beton kan sijpelen ; er geen ingewikkelde elementen met kragen dienen gebruikt te worden en dat de voornoemde onderlegplaten reeds bij de verwezenlijking van de betonnen spoorliggers voorzien worden. 



  Hiertoe is de werkwijze volgens de uitvinding hoofdzakelijk gekenmerkt doordat er, gedurende het aanbrengen van de wapening en de elementen van de kleminriching van de sporen, tevens een onderlegplaat op de bodem van de vorm wordt aangebracht, waarbij deze onderlegplaat, enerzijds, een afsluiting vormt tussen voornoemde bodem en de gedeeltelijk in het beton in te gieten elementen van de kleminriching van de sporen en anderzijds voor een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 koncentrering van deze elementen zorgt. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, de werkwijze volgens de uitvinding beschreven aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een doorsnede weergeeft van de vorm waarin de betonnen spoor- liggers gegoten worden, waarbij alle in te gieten delen van deze spoor- liggers reeds in deze vorm aangebracht zijn ; figuur 2 een mogelijke uitvoeringsvorm weergeeft van een onderlegplaat zoals die kan gebruikt worden voor het bekomen van een spoorligger vol- gens de uitvinding ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 1, figuur 4 een zijaanzicht weergeeft van een betonnen spoorligger zoals die verkregen wordt door de werkwijze volgens de uitvinding. 



  Volgens figuur 1 wordt er voorzien in twee op zichzelf bekende vormen   l,'   die, bij voorkeur, voorzien zijn van een schuine bodem 2 waarin openingen   V   3-4 aangebracht zijn. 



  In de werkwijze volgens de uitvinding wordt er gebruik gemaakt van een vorm 1 waarbij de openingen 3-4, die bedoeld zijn om doorgang te laten aan een aantal elementen 5-6, voldoende ruimte bieden tussen de bodem 2 en de elementen 5-6 zodat deze laatste zonder moeilijkheden in en uit deze openingen 3-4 kunnen aangebracht en weggenomen worden. 



  Verder wordt er, volgens de uitvinding, gebruik gemaakt van een onderlegplaat 7 die, bij voorkeur, uit kunststof bestaat en die zoals in figuur 2 weergegeven is, voorzien is van twee openingen 8-9 die juist doorgang kunnen verlenen aan de voornoemde elementen 5-6 van een spoorstaafkleminrich- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 ting en aan deze elementen aansluiten, zodat niet enkel op eenvoudige wijze het weglopen van cementwater wordt vermeden, doch waardoor tevens een automatische centrering van voornoemde elementen 5-6 wordt bekomen en elementen 5-6 kunnen gebruikt worden die niet van een kraag moeten voorzien worden. 



  Volgens de uitvinding wordt de onderlegplaat 7 eerst op de bodem 2 van de vorm 1 aangebracht en wel zodanig dat de openingen 8 en 9 van deze onderlegplaat 7 korresponderen met, respektievelijk, de openingen 3 en 4 in de bodem 2 van de vorm 1. Vervolgens worden de elementen 5-6 van de kleminrichting aangebracht zodanig dat deze zich, enerzijds, gedeeltelijk in de vorm 1 uitstrekken en, anderzijds, gedeeltelijk zich hierbuiten bevinden. 



  Een aantal steunen 10, die schematisch in figuur 1 weergegeven worden, zorgen ervoor dat deze elementen op het geschikt niveau in de vorm 1 gehouden worden. De onderlegplaat 7 sluit bij voorkeur klemmend aan tegen de elementen 5-6 van de kleminrichting, waardoor wordt bekomen dat er geen kragen meer nodig zijn om deze elementen 5-6 op hun plaats te houden en dat elk van deze laatste aldus, zoals weergegeven in de tekeningen, kan bestaan uit een stevige metalen strip die nagenoeg volgens een U-vorm geplooid is. 



  Volgens de in de figuren weergegeven konstruktie wordt er tussen de benen 11-12 van elk der elementen 5-6 van de kleminrichting nog een afdekplaatje 13, dat duidelijk weergegeven wordt in figuur 3, voorzien, teneinde te beletten dat beton in het buiten de vorm uitstekende gedeelde van van de elementen 5-6 terecht komt. 



  Vervolgens worden een bewapening, die bij voorkeur bestaat uit een rechte bewapening 14 en een spiraalbewapening 15, en de verbindingsstang 16 aange- 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bracht. Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm steunen een of meerdere van deze delen op de benen 11-12 van de elementen 5-6. De bewapening, waarvan de verscheidene delen bij voorkeur aaneengelast zijn, kan hierbij op verschillende op zichzelf bekende wijze aan deze elementen 5 en 6 bevestigd worden. Bij voorkeur gebeurt dit door de bewapeningsstaven van de rechte bewapening 14 klemmend te laten ingrijpen in uitsparingen 17 die voorzien zijn in de elementen 5 en 6. 



  Na het aanbrengen van de in te gieten delen worden de elementen 5 en 6 op een bekende niet getoonde wijze vastgeklemd buiten de vorm 1. 



  Vervolgens wordt de vorm 1 gevuld met beton waarbij, volgens de hiervoor beschreven werkwijze, een goede afdichting verkregen wordt tussen de elementen 5-6 van de kleminrichting en de bodem 2 van de vorm   1,   doordat, enerzijds, de kunststof onderlegplaat 7 zorgt voor een goede afdichting tussen de bodem 2 en de elementen 5 en 6, en, anderzijds, de opening tussen de benen 11 en 12 van elk der elementen 5-6 perfekt wordt afgesloten door het afdekplaatje 13. 



  Na het vullen van de vorm 1 met het beton en het trillen van dit beton kan de spoorligger op een eenvoudige wijze uit de vorm 1 verwijderd worden. 



  Het is duidelijk dat volgens de voornoemde werkwijze volgens de uitvinding geen nadelige slijtage in de vorm 1 mogelijk is, zodat er dus geen lekken in de vorm 1 kunnen ontstaan. Bovendien zorgt de onderlegplaat 7 voor een perfekte afsluiting en kan er gebruik gemaakt worden van zeer eenvoudige elementen 5-6. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Het is vanzelfsprekend dat de werkwijze, evenals de verschillende onderdelen die hierbij aangewend worden, in gemodificeerde vormen kunnen voorkomen zonder buiten het kader der uitvinding te treden. 



  Zo kunnen, bijvoorbeeld, de elementen 5 en 6 die deel uitmaken van de kleminrichting van de sporen, evenals de onderlegplaat 7, andere vormen vertonen dan weergegeven in de figuren. Tevens is het duidelijk dat, bij het inleggen van de onderlegplaat 7, in de vorm kan voorzien worden in een aantal aanslagen of dergelijke, zoals bijvoorbeeld de rand 18, om de onderlegplaat 7 op haar plaats te houden. 



  Het is duidelijk dat deze onderlegplaat 7 zowel langs de hele bodem van de gietvorm 1 kan voorzien worden als slechts een deel hiervan ken beslaan. 



  Vanzelfsprekend wordt zij zodanig voorzien dat, als de sporen bevestigd zijn op de spoorliggers, deze sporen uitsluitend gedragen worden door deze onderlegplaat 7. 



  In een variante van de werkwijze kunnen eerst alle delen die zieh in de vorm 1 bevinden gemonteerd worden alvorens deze in de vorm zelf gebracht worden. Men last dan, bijvoorbeeld, de verbindingsstang16, de bewapening 14 15 en de elementen 5-6 tezamen, en klemt de onderlegplaat 7 over deze laatste elementen waarop zij spannend past. Vervolgens wordt het geheel in de vorm 1 gelegd waarna het betonneren kan plaatsgrijpen. 



  Vanzelfsprekend is de werkwijze volgens deze uitvinding zowel toepasbaar op betonnen spoorliggers die bestaan uit twee betonnen delen die verbonden zijn met een verbindingsstang 16, als op ééndelige betonnen spoorliggers. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op de aangewende onderdelen bij de werkwijze volgens de uitvinding. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Dank zij deze werkwijze kan immers gebruik gemaakt worden van zeer eenvoudig te konstrueren elementen om de sporen in te klemmen. De half ingegoten elementen 5-6 kunnen in hun eenvoudigste vorm dan ook U-vormig zijn zonder dat kragen hoeven voorzien te worden. 



  Zoals in de figuren weergegeven kan, volgens de uitvinding, voorzien worden in een omgebogen uiteinde 19 aan   een,   of eventueel beide, benen van de Uvormige elementen 5-6, die kunnen aangrijpen achter de bewapening 15, teneinde de konstruktie nog steviger te maken. 



  Uiteraard is de uitvinding niet beperkend voor het type van bewapening dat gebruikt wordt. Deze kan volgens varianten ook bestaan uit voorgespannen bewapening, en/of kabels, of uitsluitend uit de voornoemde verbindingsstang 16. 



  Het afdekplaatje 13 kan eveneens op verscheidene wijzen aangebracht worden en kan, bijvoorbeeld, zoals in figuur 3 weergegeven is, met zijn uiteinden op de onderlegplaat 7 rusten. Een variante, die niet in de figuren wordt weergegeven, bestaat uit het aanbrengen van middelen aan de elementen 5-6 om het plaatje te ondersteunen en/of te bevestigen. Deze bestaan bijvoorbeeld uit boringen in de benen 11-12 van de U-vormige elementen, en pennen die hierdoor kunnen gestoken worden om het afdekplaatje te ondersteunen. 



  De onderlegplaat 7 kan natuurlijk alle mogelijke vormen en afmetingen vertonen. Zij kan al dan niet een effen oppervlak bezitten en voorzien zijn van   bevestigings-en/of verstevigingselementen,   zoals ribben, in te betoneren uitsteeksels, enz. Eventueel-afhankelijk van de vorm van de elementen 5-6 van de   spoorstaafkleminrichting-kunnen   de afzonderlijke afdekplaatjes 13 vervangen worden door afdichtingen die   een   deel vormen met de onderlegplaat 7. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Vanzelfsprekend kan zulke onderlegplaat 7 uit allerlei materiaal vervaardigd zijn dat aan de geschikte eisen qua elasticiteit en al dan niet qua elektrische isolatie voldoet, en kan bijvoorbeeld bestaan uit plastiek, rubber, enz. 



  De uitvinding betreft ook de spoorliggers zoals bekomen door de hiervoor beschreven werkwijze, en waarvan een voorbeeld weergegeven is in figuur 4. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen geillustreerde werkwijze, doch zulke spoorligger, alsmede de samenstellende delen kunnen volgens verscheidene varianten en uitvoeringsvormen verwezenlijkt worden zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. EISEN. EMI11.1 - ----- 1. - Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, waarbij in een vorm minstens een wapening wordt aangebracht evenals een aantal elementen van de kleminrichting van de sporen, die gedeeltelijk uit de vorm 1 EMI11.2 steken, waarbij vervolgens de vorm (1) gevuld wordt met beton waarna de aldus gevormde spoorligger uit de vorm (1) wordt genomen, met het kenmerk dat er gedurende het aanbrengen van de wapening (14-15) en de elementen (5-6) van de kleminrichting van de sporen tevens een onderlegplaat (7) op de bodem (2) van de vorm (1) wordt aangebracht, waarbij deze onderlegplaat (7) een afsluiting, enerzijds, vormt tussen voornoemde bodem en de gedeeltelijk in het beton in te gieten elementen (5-6) van de kleminrichting van de sporen en, anderzijds, een centrering van deze elementen (5-6).
    2.-Werkwijze volgens eis 1, met het kenmerk dat eerst de onderlegplaat (7) in de vorm (1) gelegd wordt, al dan niet samen met de elementen (5-6) van de kleminrichting, waarna de wapening (14-15) aan deze elementen bevestigd wordt en, vervolgens, het geheel gebetonneerd wordt.
    3.-Werkwijze volgens eis 1, met het kenmerk dat de wapening (14-15), de elementen (5-6) van de kleminrichting van de sporen, en de onderlegplaat (7) eerst aan mekaar bevestigd worden, waarna dit geheel in de vorm (1) aangebracht wordt, zodanig dat de elementen (5-6) gedeeltelijk buiten deze vorm (1) steken en vervolgens het betonneren plaatsvindt.
    4.-Werkwijze volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de on- derlegplaat (7) klemmend aansluit legen de elementen (5-6) van de klemin- <Desc/Clms Page number 12> richting van de sporen.
    5.-Werkwijze volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat er gebruik gemaakt wordt van onderlegplaten (7) met rechthoekige openingen (8-9) waarin de nagenoeg U-vormige elementen (5-6) van de kleminrichting aangebracht worden en dat de ruimte tussen de benen (11-12) van deze U-vormige elementen afgesloten wordt door een afdekplaatje (13).
    6.-Werkwijze volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de onderlegplaat (7) tussen een aantal aanslagen (18) in de bodem (2) geplaatst wordt.
    7.-Werkwijze volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat voor EMI12.1 het vullen van de vorm (1) met beton de elementen (5-6) van de kleminrichting van de sporen buiten de vorm (1) vastgeklemd worden door middel van een kleminrichting.
    8.-Element aangewend bij een werkwijze volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het hoofdzakelijk bestaat uit stevige nagenoeg in Uvorm gebogen stalen strippen die een gedeelte 5-6 vormen van een kleminrichting.
    9.-Element volgens eis 8, met het kenmerk dat tenminste een van de benen (11-12) van de U-vorm aan zijn uiteinde (19) omgebogen is.
    10.-Element volgens eis 8, met het kenmerk dat er middelen in voorzien zijn om het voornoemde afdekplaatje (13) te bevestigen.
    11.-Element volgens eis 9, met het kenmerk dat de voornoemde middelen ge- <Desc/Clms Page number 13> vormd worden door de doorgezette uiteinden van het afdekplaatje (13). EMI13.1 12.-Element volgens eis 9, met het kenmerk dat, in de benen (11-12) van de U-vorm, boringen voorzien zijn waardoor pennen kunnen gestoken worden om het afdekplaatje (13) te dragen.
    13.-Onderlegplaat toegepast bij de werkwijze volgens een der eisen 1 tot 7, met het kenmerk dat zij bestaat uit een rechthoekige plaat (7) die voorzien is van twee openingen (8-9) waarvan de afmetingen zodanig zijn dat de voornoemde elementen (5-6) er klemmend in passen.
    14.-Onderlegplaat volgens eis 13, met het kenmerk dat zij in kunststof is verwezenlijkt.
    15.-Betonnen spoorlilgger verkregen door toepassing van een werkwijze volgens de eisen 1-7.
    16.-Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen, hoofdzakelijk zoals hiervoor beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.
BE2/60568A 1984-12-18 1984-12-18 Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen. BE901296A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60568A BE901296A (nl) 1984-12-18 1984-12-18 Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60568A BE901296A (nl) 1984-12-18 1984-12-18 Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen.
BE901296 1984-12-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE901296A true BE901296A (nl) 1985-04-16

Family

ID=25660735

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60568A BE901296A (nl) 1984-12-18 1984-12-18 Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE901296A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0687772A1 (en) * 1994-05-25 1995-12-20 GESTALDO S.r.l. Prestressed concrete railway sleeper provided with a device for increasing the transmission of the stresses between the metallic reinforcement and the mix
EP3009563B1 (en) * 2014-10-14 2021-02-17 AFTRAV (Asociacion de Fabricantes de Traviesas) Supplement for railway sleeper and method for modifying the geometry of a railway sleeper

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0687772A1 (en) * 1994-05-25 1995-12-20 GESTALDO S.r.l. Prestressed concrete railway sleeper provided with a device for increasing the transmission of the stresses between the metallic reinforcement and the mix
EP3009563B1 (en) * 2014-10-14 2021-02-17 AFTRAV (Asociacion de Fabricantes de Traviesas) Supplement for railway sleeper and method for modifying the geometry of a railway sleeper

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR0179441B1 (ko) 고정된 레일의 선로를 설치하기 위한 방법 및 장치
RU85489U1 (ru) Жесткое рельсовое полотно
RU2586101C2 (ru) Способ изготовления безбалластного пути
US3907200A (en) Track and method of laying track on a concrete road bed
US6616061B1 (en) Railway or tramway rail and rail fastening system
JPH0245108A (ja) コンクリート側溝蓋の成形方法とその成形型枠および同側溝蓋に取り付ける防音用緩衝部材
US4737333A (en) Method for manufacturing concrete railway sleepers
US3904112A (en) Railbed
BE901296A (nl) Werkwijze voor het verwezenlijken van betonnen spoorliggers, elementen hierbij gebruikt en spoorliggers aldus verkregen.
US4634049A (en) Concrete crosstie with recesses and method for the production thereof
NO147276B (no) Fremgangsmaate ved fremstilling av acrylnitrilkopolymerer
CN108914713A (zh) 用于减振地段的无砟轨道的湿接式装配方法
IT1251630B (it) Sostegno di armamento ferroviario, con elementi prefabbricati in calcestruzzo armato, e piattaforma prefabbricata in calcestruzzo armato per la sua esecuzione
FR2401272A1 (fr) Perfectionnements a la fabrication par moulage de traverses de chemin de fer en beton
KR20020022593A (ko) 고정된 레일선로를 위한 두 개 블록의 콘크리트 철길이음대
DK606983A (da) Teknik til at placere ekspansionssamlinger naar et betonleje stoebes
US4872823A (en) Apparatus for forming a columnar reinforcement in a concrete wall panel
DE50310840D1 (de) Verfahren zum herstellen einer festen fahrbahn und fahrweg
ITMI20091435A1 (it) Sistema di supporto di rotaie con elementi di fissaggio ammortizzanti
EP3424662B1 (de) Verfahren zur herstellung von spannbetonfertigteilen
PL167856B1 (en) Prestressed concrete supporting member, in particular railway track sleeper and apparatus therefor
DK1735500T3 (en) Prefabricated and traditionally reinforced base plate
NO792661L (no) Anordning ved skinneovergang i gate.
US935966A (en) Railway-tie.
US1366673A (en) Railway-tie

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: MATTHYNSSENS FRANS

Effective date: 19851218