<Desc/Clms Page number 1>
Deze uitvinding heeft betrekking op een schraper voor het wegwerken van kalkachtige aangroeisels, anemonen, mosselen, wieren of algen enz. op vlakke of boogvormige oppervlakken.
Voor het onder water of met behulp van water bewerken van dergelijke vlakke of boogvormige structuren zijn reeds schuurschijven bekend die langs hun omtrek zijn voorzien van messen die zich recht naar buiten uitstrekken, hetzij evenwijdig met het vlak van deze schijf, hetzij onder een lichte hoek t. o. v. dit vlak.
Wanneer dergelijke schijven in contact komen met kalkachtige aangroeisels of schelpen worden zij spoedig geblokkeerd doordat de rand van de schijf door deze aangroeisels wordt tegengehouden. Inderdaad, kunnen de tot nog toe gebruikte messen deze aangroeisels slechts tot op een beperkte diepte aantasten.
Daarenboven wordt bij deze bewerking de verflaag van de af te schuren structuur door deze messen beschadigd, wat in de meeste gevallen moet worden vermeden.
De uitvinding heeft tot doel een schraper te ontwerpen die de nadelen van de tot nog toe bekende schuurschijven of schrapers verhelpt en het dan ook mogelijk maakt kalkachtige aangroeisels van gelijk welke structuur en omvang van vlakke of gebogen oppervlakken los te werken en daarbij de verflaag van de bewerkte structuren onaangetast te laten.
Om dit volgens de uitvinding te verwezenlijken, wordt de schraper volgens de uitvinding gevormd door een motorisch aangedreven schijf met een aantal langsheen de omtrek hiervan verdeelde radiale messen met een structuur die het doorbuigen toelaat
<Desc/Clms Page number 2>
volgens minstens twee vlakken, nl. het langssymmetrievlak waarin zich het mes uitstrekt en een vlak dat zich loodrecht op dit eerste vlak en evenwijdig met de geometrische as van de schijf uitstrekt.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een schraper voor het bewerken van met algen of kalkachtige aangroeisels bezette vlakke of boogvormige structuren, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een perspectivisch onderaanzicht op een schraper volgens de uitvinding.
Figuur 2 vertoont, op een andere schaal, de rand van een schraper of schuurschijf uitgerust met schuin ingestelde rechtlijnige messen.
Figuur 3 illustreert de wijze waarop een krulvormig mes uit de schraper volgens de uitvinding kalkachtige aangroeisels verwerkt.
Figuur 4 vertoont in vooraanzicht een krulvormig mes uit de schraper volgens de uitvinding in een eerste mogelijke werkstand.
Figuur 5 vertoont in vooraanzicht een krulvormig mes uit de schraper volgens de uitvinding in een tweede mogelijke werkstand.-
Figuur 6 vertoont een krulvormig mes uit de schraper volgens de uitvinding in een derde mogelijke werkstand.
Figuren 7 en 8 illustreren een bijzondere uitvoeringsvorm van een mes bestemd voor een schraper volgens de uitvinding.
Figuren 9 en 10 hebben betrekking op een mogelijke variante van een mes voor een schraper volgens de uitvinding.
Figuur 11 heeft betrekking op een lusvormig mes dat als mogelijke variante van de uitvinding kunnen worden beschouwd.
<Desc/Clms Page number 3>
Figuur 12 heeft betrekking op bijzondere mogelijke uitvoeringsvormen van messen te gebruiken bij een schraper volgens de uitvinding.
Figuur 13 heeft betrekking op een laatste mogelijke uitvoeringsvorm.
De schraper volgens de uitvinding bestaat essentieel uit een schijf 1 waarop een aantal radiale krulvormige messen 2 zijn bevestigd.
In een bij voorkeur toegepaste verwezenlij- kingsvorm zijn de messen 2 vrijdragend, dit betekent dat hun vrije uiteinde niet steunt op een of ander vlak van de schijf 1. Andere vormen van vrijdragende messen worden afgebeeld in de figuren 7, 8,9, 10 en in zekere mate 12.
Vrijdragende messen hebben tegenover lusvormige messen, die met hun beide uiteinden op de schijf 1 van de schraper steun nemen, het zeer groot voordeel dat zij ter plaatse, waar zij in contact komen met de te reinigen oppervlakken, doorbuigen.
Dit doorbuigen ontstaat doordat de messen naar hun vrije uiteinde toe taps toelopen of een dikte vertonen die progressief in de richting van het vrije uiteinde vermindert. Deze twee eigenschappen kunnen uiteraard gecombineerd worden.
Lusvormige messen zijn dan slechts op efficiente wijze bruikbaar wanneer zij plaatselijk een dikte vertonen die progressief vermindert. Tegelijkertijd kan het mes progressief in de richting van het contactpunt met het te reinigen oppervlak vernauwen, of op een willekeurige plaats zijn vernauwd voor zover dit het doorbuigen van het mes toelaat.
Om de juiste en efficiente werking van de schraper volgens de uitvinding te begrijpen, zal eerst verwezen worden naar figuur 2 waar duidelijk wordt gemaakt hoe een schijf 3, uitgerust met langs de omtrek naar buiten uitstekende vlakke messen 4 door kalkachtige aangroeisels 5 wordt tegengehouden. De messen 4 dringen inderdaad tot op een beperkte diepte in de aangegroeide massa, maar deze massa vormt dan onmiddellijk een hindernis voor
<Desc/Clms Page number 4>
de schijf 3 die niet verder of althans zeer moeilijk verder in de af te schuren aangroeisels kan dringen. Het nadeel van dergelijke schrapers komt vooral naar voren wanneer kalkachtige aangroeisels worden bewerkt. Daarenboven beschadigen deze rechtlijnige messen 4 onvermijdelijk de verflaag van de af te schuren oppervlakken.
Dit is ook een zeer ernstig nadeel van schuurschijven uitgerust met messen van het bedoelde rechtlijnige type.
Bij gebruik van messen 2 worden de schelpen of andersoortige kalkachtige aangroeisels, anemonen, wieren en algen volgens een totaal nieuw principe bewerkt. Door de kruivorm van de messen met een vrijdragend uiteinde (figuur 3) komt de rand 6 van de schijf nooit in contact met de te verwijderen aangroeisels of nederzettingen. Deze worden continu aangetast door de radiaal opgestelde krulvormige messen, zodat zij continu breken en van het af te schuren oppervlak kunnen worden verwijderd zonder dat de schraper bij zijn beweging volgens pijl 7 (figuur 3) wordt gehinderd of afgeremd. Door hun krulvorm ontstaat een continu afbreken van de aangroeisels waarvan het bovenste deel breekt en wordt verwijderd terwijl de verflaag van. de af te schuren oppervlakken 8 niet wordt aangetast.
Dit is niet alleen te danken aan de specifieke krulvorm van de messen 2, maar eveneens aan de gebogen doorsnede van het mes dat in contact komt met het te reinigen oppervlak. Ook het feit dat de dikte van het mes progressief afneemt, hetzij in de richting van het vrije uiteinde hiervan, hetzij in de richting van de plaats waar het mes in contact komt met het te reinigen oppervlak speelt hierbij een essentiële rol.
Ook wanneer de messen over een hindernis zoals een lasnaad 9 bij voorbeeld worden verplaatst, buigen de messen zowel in het langssymmetrievlak van het mes als in een vlak dat hierop loodrecht is en zich evenwijdig uitstrekt met de geometrische as van de schijf l.
In de figuren 4,5 en 6 duidt de verwijzing 10 op een te reinigen oppervlak waar een lasnaad 9 op voorkomt of waar aangroeisels, zoals mosselen 12, voorkomen. De zin waarin
<Desc/Clms Page number 5>
zich de messen 2 verplaatsen, wordt met pijl 11 aangeduid.
Uitstekende resultaten worden bekomen met vrijdragende krulvormige messen. De uitdrukking"krulvorm" dekt een reeks mogelijke uitvoeringsvormen waarop de figuren 1, 3 en 7 tot 13 betrekking hebben.
In de figuren 7 en 8 is een spiraalvormig gekruld mes 13, resp. 13', voorgesteld. Ook bij dergelijke messen neemt de materiaaldikte van het mes af vanaf de basis waarmede het mes met de schijf 1 is verbonden in de richting van het vrij uiteinde hiervan.
De figuren 9 en 10 hebben betrekking op dubbel uitgevoerde krulvormige messen 14 en 15 die elk aan de vereiste voldoen, een minimale breedte te vertonen, bij voorkeur ter hoogte van de plaats waar deze messen de grootste weerstand zullen ondervinden. Ook de breedte van dergelijke messen vermindert van de basis in de richting van het vrij uiteinde wanneer het om vrijdragende messen gaat, zoals door deze figuren voorgesteld. Het is aan deze eigenschappen, alsook aan het feit dat de messen minstens ter plaatse waar zij in contact komen met de te reinigen oppervlakken gebogen zijn, te danken dat zij zich aan dergelijke hindernissen kunnen aanpassen en zonder moeilijkheden de aangroeisels van gelijk welk soort ook op de meest efficiente wijze aantasten en verwijderen.
Figuur 11 betreft een lusvormig uitgevoerd mes 16.
Figuur 12 heeft tenslotte betrekking op een vrijdragend mes 17 met een zeer bijzonder L-vormig profiel.
Figuur 13 toont tenslotte hoe een reeks messen kunnen ontstaan door de spiraalvormige wikkeling van een band 18 rondom de omtreksrand van een schijf 1.
De hierboven, met verwijzing naar de hieraan toegevoegde figuren beschreven inrichting kan natuurlijk op velerlei wijzen worden aangepast en gewijzigd zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.
Er valt in het bijzonder op te merken dat
<Desc/Clms Page number 6>
dank zij hun structuur en dus de positie waarin de tanden tijdens het functioneren van de schraper komen te staan, deze tanden zelfslijpend zijn. Dank zij hun vorm en profiel kunnen in vele gevallen de messen en de schijf, waarop zij zijn bevestigd, uit een stuk worden gegoten. Dit geldt vooral wanneer deze onderdelen uit een synthetische stof zijn vervaardigd. Vele uitvoeringsvormen lener er zieh toe de schijf met de tanden in een spuit- of gietbewerking uit te voeren.
<Desc / Clms Page number 1>
This invention relates to a scraper for getting rid of calcareous growth deposits, anemones, mussels, algae or algae, etc. on flat or arcuate surfaces.
For the processing of such flat or arcuate structures under water or with the aid of water, sanding discs are already known which are provided along their circumference with blades extending straight outwards, either parallel to the plane of this disc or at a slight angle. . o. v. this plane.
When such discs come into contact with calcareous growths or shells, they are soon blocked because the edge of the disc is retained by these growths. Indeed, the knives hitherto used can only affect these growths to a limited depth.
Moreover, in this operation, the paint layer of the structure to be sanded is damaged by these knives, which in most cases should be avoided.
The object of the invention is to design a scraper that obviates the disadvantages of the previously known sanding discs or scrapers and therefore makes it possible to loosen calcareous deposits of any structure and size from flat or curved surfaces and thereby remove the paint layer from the leave worked structures untouched.
In order to achieve this according to the invention, the scraper according to the invention is formed by a motor-driven disc with a number of radial blades distributed along its circumference and having a structure which permits deflection
<Desc / Clms Page number 2>
according to at least two planes, namely the longitudinal symmetry plane in which the knife extends and a plane extending perpendicular to this first plane and parallel to the geometrical axis of the disc.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a scraper for processing flat or arcuate structures filled with algae or chalky growths according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.
Figure 1 is a perspective bottom view of a scraper according to the invention.
Figure 2 shows, on another scale, the edge of a scraper or sanding disc equipped with angled rectilinear blades.
Figure 3 illustrates the manner in which a curly blade from the scraper according to the invention processes calcareous growths.
Figure 4 shows a front view of a curled blade from the scraper according to the invention in a first possible working position.
Figure 5 shows a front view of a curled blade from the scraper according to the invention in a second possible working position.
Figure 6 shows a curly blade from the scraper according to the invention in a third possible working position.
Figures 7 and 8 illustrate a special embodiment of a knife intended for a scraper according to the invention.
Figures 9 and 10 relate to a possible variant of a scraper blade according to the invention.
Figure 11 relates to a loop-shaped blade which can be considered as a possible variant of the invention.
<Desc / Clms Page number 3>
Figure 12 relates to special possible embodiments of knives to be used with a scraper according to the invention.
Figure 13 relates to a last possible embodiment.
The scraper according to the invention essentially consists of a disc 1 on which a number of radial curled blades 2 are mounted.
In a preferred embodiment, the knives 2 are cantilevered, this means that their free end does not rest on some surface of the disc 1. Other forms of cantilever knives are shown in Figures 7, 8, 9 and 10. to some extent 12.
Cantilevered knives have the very great advantage that they bend at the location where they come into contact with the surfaces to be cleaned, opposite to loop-shaped knives, which support both ends on the disc 1 of the scraper.
This bending occurs because the blades taper towards their free end or have a thickness that progressively decreases toward the free end. These two properties can of course be combined.
Loop-shaped knives are then only usable efficiently if they locally have a thickness that progressively decreases. At the same time, the blade may narrow progressively toward the point of contact with the surface to be cleaned, or may be narrowed at any point to the extent that it allows the blade to bend.
In order to understand the correct and efficient operation of the scraper according to the invention, reference will first be made to figure 2, where it will be made clear how a disc 3, equipped with flat blades 4 projecting circumferentially outwards, is retained by chalky growths 5. The knives 4 do indeed penetrate the grown mass to a limited depth, but this mass then immediately forms an obstacle
<Desc / Clms Page number 4>
the disc 3 which cannot penetrate further or at least very difficultly further into the fouling growths to be sanded off. The disadvantage of such scrapers is especially evident when working calcareous growths. In addition, these rectilinear knives 4 inevitably damage the paint layer of the surfaces to be sanded.
This is also a very serious drawback of sanding discs equipped with blades of the intended rectilinear type.
When using knives 2, the shells or other types of chalky growth, anemones, seaweed and algae are processed according to a completely new principle. Due to the cruciform shape of the blades with a cantilevered end (figure 3), the edge 6 of the disc never comes into contact with the fouling or settlements to be removed. These are continuously attacked by the radially arranged curled blades, so that they break continuously and can be removed from the surface to be sanded off without hindering or braking the scraper during its movement according to arrow 7 (figure 3). Due to their curl shape, a continuous breakdown of the growths of which the upper part breaks and is removed while the paint layer of. the surfaces to be sanded 8 are not affected.
This is not only due to the specific curl shape of the knives 2, but also to the curved cross section of the knife which comes into contact with the surface to be cleaned. The fact that the thickness of the knife progressively decreases, either towards the free end thereof or towards the place where the knife comes into contact with the surface to be cleaned, also plays an essential role in this.
Also, when the knives are moved over an obstacle such as a welding seam 9, the knives bend both in the longitudinal plane of symmetry of the knife and in a plane perpendicular to it and extending parallel to the geometric axis of the disc 1.
In Figures 4,5 and 6, reference 10 indicates a surface to be cleaned on which a weld seam 9 occurs or on which growths, such as mussels 12, occur. The sentence in which
<Desc / Clms Page number 5>
the blades 2 move, is indicated by arrow 11.
Excellent results are obtained with cantilever curly blades. The term "curl shape" covers a series of possible embodiments to which Figures 1, 3 and 7 to 13 relate.
In Figs. 7 and 8, a spiral curled blade 13, respectively. 13 ', proposed. Also with such knives the material thickness of the knife decreases from the base with which the knife is connected to the disc 1 in the direction of the free end thereof.
Figures 9 and 10 relate to double curled knives 14 and 15, each of which meets the requirement, to exhibit a minimum width, preferably at the location where these knives will be subjected to the greatest resistance. Also the width of such knives decreases from the base towards the free end when it comes to cantilever knives, as suggested by these figures. It is thanks to these properties, as well as the fact that the blades are bent at least where they come into contact with the surfaces to be cleaned, that they can adapt to such obstacles and that they can easily grow the growth of any kind most efficient attack and removal.
Figure 11 concerns a loop-shaped knife 16.
Figure 12 finally relates to a cantilevered knife 17 with a very special L-shaped profile.
Finally, figure 13 shows how a series of knives can be produced by the spiral winding of a tape 18 around the peripheral edge of a disk 1.
The apparatus described above with reference to the appended figures can, of course, be adapted and modified in many ways without departing from the scope of the patent application.
In particular, it should be noted that
<Desc / Clms Page number 6>
thanks to their structure and thus the position in which the teeth are placed during the functioning of the scraper, these teeth are self-sharpening. Thanks to their shape and profile, in many cases the knives and the disc on which they are mounted can be cast in one piece. This is especially true when these parts are made of a synthetic fabric. Many embodiments borrow to perform the teeth disc in a spraying or casting operation.