BE899962A - Diefstalbeveilingsinrichting. - Google Patents

Abstract

Diefstalbeveiligingsinrichting voor op een antennesysteem aangesloten apparatuur. Om dergelijke op een antennesysteem aangesloten apparattur tegen diefstal te beveiligen is een in de antenneaansluitdoos van het apparaat gestoken verbindingsbus van de antennekabel verbonden met een elektrische besturingskring van een alarmorgaan. Tevens bevat de verbindingsbus middelen voor het veranderen van de impedantie van de besturingskring, die in werking treden bij het insteken of uittrekken van de verbindingsbus.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  BESCHRIJVING ingediend tot het bekomen van een   UITVINDINGSOCTROOI   op naam van Philippus Franciscus Carolus Joseph MIJLAND, te Udenhout,
Nederland voor "Diefstalbeveiligingsinrichting" Gebaseerd op een recht van voorrang dat berust op de overeenkomstige aanvrage om octrooi, ingediend op 23 juni 1983, in Nederland, onder nummer 83.02247. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Diefstalbeveiligingsinrichting. 



   De uitvinding betreft een diefstalbeveiligingsinrichting voor op een antennesysteem aangesloten apparatuur, zoals radio-, televisie-en videoopneem-en weergeefapparatuur. 



   Dergelijke apparatuur is bijzonder gevoelig voor diefstal. Het is het doel van de uitvinding middelen te verschaffen, welke dergelijke apparatuur tegen diefstal beveiligt. 



   Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de in de antenneaansluitdoos van het apparaat gestoken verbindingsbus van de antennekabel verbonden is met een elektrische besturingskring van een alarmorgaan en die verbindingsbus middelen bevat voor het veranderen van de impedantie van die besturingskring, die in werking treden bij het insteken of uittrekken van die verbindingsbus. Met de maatregelen volgens de uitvinding wordt bereikt, dat bij het, voor het plegen van diefstal noodzakelijke, uittrekken van de antennekabel, een alarmsignaal wordt opgewekt. 



   De middelen voor het veranderen van de impedantie bestaan uit een cilindervormige, in langsrichting doorsneden, bus. Bij het in de antenneaansluitdoos van het te beveiligen apparaat, wordt tussen beide delen van de bus contact gemaakt. 



   De besturingskring kan een gebalanceerde kring zijn en de middelen voor het veranderen van de impedantie kunnen verbonden zijn met één van de takken van de kring. Het alarmorgaan kan acoustisch of visueel zijn. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld volgens bijgaande tekening. 



   Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm, en fig. 2 toont schematisch de electrische schakeling volgens de uitvinding. 



   In de antenneaansluiting 1 van het te beveiligen apparaat, is een verbindingsbus 2 van de antennekabel 3 gestoken. De bus 2 is in langsrichting doorsneden. Bij het in de aansluiting 1 steken van de bus wordt door de aansluiting 1 contact gemaakt tussen beide delen van de bus 2. De pen 4 van de verbindingsbus 2 is, evenals de mantel van de kabel, gekoppeld met de antennedoos 5. Tevens is, volgens de uitvinding, de pen 4 over een smoorspoel 6 gekoppeld met de alarmschakeling 7 en via een weerstand 8 met de positieve zijde van een voedingsbron. 



   Zoals fig. 2 toont is de alarmschakeling een gebalanceerde kring. In fig. 2 zijn een tweetal apparaten, een radioontvanger 8 en een televisieontvanger 10, met de beveiligingsschakeling gekoppeld. 



   De gebalanceerde schakeling volgens fig. 2 bestaat op de bekende wijze uit een tweetal takken met een gekoppelde uitgang. Aan de uitgang is via een halfgeleider schakelaar 11 een acoustisch of visueel alarmorgaan 12 aangesloten, dat in werking treedt, wanneer de schakeling 11 gesloten wordt. 



   Wanneer de antennekabel uit het te beveiligen apparaat wordt verwijderd, wordt de ingangsimpedantie van de schakeling gewijzigd, doordat de als capaciteit fungerende bus 2 zijn waarde wijzigt. De kring 7 raakt uit balans en de schakelaar 11 wordt gesloten. Het alarmorgaan 12 treedt in werking. 



   De uitvinding beperkt zich niet tot het beveiligen van geluids-of beeldapparatuur, doch is ook toepasbaar op andere apparatuur, welke slechts kan worden verwijderd van het uittrekken van een verbindingskabel.

Claims (5)

1. CONCLUSIES 1. Diefstalbeveiligingsinrichting voor op een antennesysteem aangesloten apparatuur, met het kenmerk, dat de in de antenneaansluitdoos van het apparaat gestoken verbindingsbus van de antennekabel verbonden is met een elektrische besturingskring van een alarmorgaan en die verbindingsbus middelen bevat voor het veranderen van de impedantie van die besturingskring, die in een werking treden bij het insteken of uittrekken van die verbindingsbus.
2. 2. Diefstalbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het veranderen van de impedantie bestaan uit een cilindervormige, in langsrichting doorsneden, bus.
3. 3. Diefstalbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de besturingskring een gebalanceerde kring is en de middelen voor het veranderen van de impedantie verbonden zijn met één van de takken van de kring.
4. 4. Diefstalbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het alarmorgaan acoustisch is.
5. 5. Diefstalbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het alarmorgaan visueel is.