BE899348A

BE899348A - Inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen.

Info

Publication number: BE899348A
Application number: BE2/60387A
Authority: BE
Original assignee: Weefgetouwen Picanol Nv
Priority date: 1984-04-06
Filing date: 1984-04-06
Publication date: 1984-10-08

Abstract

Inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een staaf (7) die, op een plaats gelegen tussen de toevoer van de inslagdraad (4) en de gaap (2), een hoek vormt met de inslagdraad of inslagdraden (4), waarbij deze staaf (7) verbonden is met een elektro-magneet (9) die, bij inslagbreuk, zodanig bekrachtigd wordt dat de aan de grijper gepresenteerde inslagdraad (4) buiten de baan van de grijper (6) wordt gebracht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 geformuleerd door N. V. WEEFAUTOMATEN PICANOL voor 
 EMI1.1 
 Inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen als UITVINDINGSOCTROOI. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen". 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen, m. a. w. een inrichting die toelaat, bij inslagbreuk, de voor de grijper klaar gehouden inslag te annuleren, respektievelijk buiten de baan van de grijper te brengen. 



  Men weet dat het bij het weven van zeer groot belang is de stilstanden van de machine, onder andere bij garenbreuk, zo kort mogelijk te houden, enerzijds, en de nodige voorzieningen te treffen opdat de kans tot het weven van een fout minimaal is, anderzijds. 



  Deze uitvinding heeft dan ook betrekking op een inrichting die toelaat het weven van een bepaalde fout te verhinderen en als gevolg daarvan de stilstand van de machine, nodig voor het opheffen van zulke fout, eveneens uit te sluiten. 



  Deze uitvinding betreft dan ook een inrichting die toelaat de aan de grijper gepresenteerde inslagdraad, na een eventuele inslagbreuk, automatisch te annuleren en aldus automatisch de gebroken inslag vrij te leggen, onafhankelijk van het ogenblik waarop de machine gestopt is. 



  Het is inderdaad zo dat het bij sneldraaiende grijperweefmachines moeilijk is, zo niet onmogelijk, de machine te stoppen op het schot. Met andere woorden de gebroken inslagdraad is steeds ingeweven en de volgende inslagdraad is reeds gepresenteerd en door de grijper over een deel in de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 gaap meegenomen, vooraleer de machine werkelijk tot stilstand komt. 



  Om het vrijleggen van de gebroken inslag automatisch te kunnen laten geschieden, moet de volgende reeds meegenomen inslagdraad met zekerheid uit de gaap zijn als de grijper terugloopt. Het is dan ook duidelijk dat het doeltreffender is, wat het doel is van de huidige uitvinding, ervoor te zorgen dat die volgende inslag helemaal niet wordt meegenomen. 



  De inslagannulatieinrichting volgens de uitvinding die de voornoemde en andere voordelen vertoont, bestaat hiertoe hoofdzakelijk uit een staaf 7 die, een hoek vormt met de inslagdraad of inslagdraden 4 op een plaats gelegen tussen de toevoer van de inslagdraad 4 en de gaap 2, waarbij deze staaf 7 verbonden is met een elektro-magneet 9 die, bij inslagbreuk, zodanig bekrachtigd wordt dat de aan de grijper gepresenteerde inslagdraad 4 buiten de baan van de grijper 6 wordt gebracht. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een schematische voorstelling weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van de inrichting volgens de uitvinding in haar relatieve stand ten op- zichte van de gaap van de machine ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1. 



  In deze figuren is het eigenlijk weefsel 1 weergegeven ten opzichte van de gaap 2 en het riet 3, waarbij de normale inslag 4 zodanig over een zogenaamde draadsteun 5 wordt geleid dat deze inslag 4 in de baan is geplaatst van de grijper 6, één en ander zodanig dat deze laatste de aldus gepresenteerde inslag 4 kan grijpen en in de gaap 2 brengen. 



  Volgens de uitvinding is, tussen de plaats van toevoer van de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 inslagdraad 4 en de draadsteun 5, een staaf 7 geplaatst waarvan één uiteinde verbonden is met de kern 8 van een met het machine-geraamte bevestigde hefmagneet 9. 



  De bedoeling van deze inrichting is dat, wanneer op bekende wijze breuk van een inslagdraad 4 wordt vastgesteld, deze vaststelling de bekrachtiging van de hefmagneet 9 als gevolg heeft waardoor deze laatste, en aldus de staaf 7, zoals in punt-streeplijn getoond in de figuren, zodanig verplaatst worden dat de inslag 4 in de stand 10 komt, waardoor deze inslag als het ware op een zodanig niveau wordt geplaatst dat hij niet door de grijper 6 kan worden meegenomen. 



  Het inbrengen van een inslag op het ogenblik dat er een inslagbreuk wordt gedetekteerd is aldus onmogelijk geworden zodat het verwijderen van de gebroken inslag of schot aanzienlijk wordt vereenvoudigd en de stistand van de machine aldus zo kort mogelijk wordt gehouden. 



  Zoals in de figuren weergegeven is de staaf 7 evenwijdig geplaatst met de aanslag 11 en is in de gaap 2 de vertikale beweging van de staaf 7 loodrecht gericht op de basis van de geleiding van de grijper 6. 



  Niets belet echter deze staaf 7 en/of de hefmagneet 9 op een andere wijze op te stellen. 



  Eveneens zou het eventueel mogelijk zijn de staaf 7 als draadsteun te doen fungeren waardoor de draadsteun 5 zou komen te vervallen. 



    Uiteindelijk   wordt nog opgemerkt dat in de figuren 1 en 2 slechts één inslag 4 is weergegeven doch dat, in de meeste gevallen, de staaf 7 gemeenschappelijk zal zijn voor verschillende soorten inslagen die ten opzichte van elkaar kunnen verschillen in kleur, samenstelling of dergelijke. 



  De huidige uitvinding is dus geenszins beperkt tot de als 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 voorbeeld weergegeven schematische uitvoering van een inslagannulatieinrichting, doch deze laatste kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims

Eisen.

1. - Inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een staaf (7) die, op een plaats gelegen tussen de toevoer van de inslagdraad (4) en de gaap (2), een hoek vormt met de inslagdraad of inslagdraden (4), waarbij deze staaf (7) verbonden is met een elektro-magneet (9) die, bij inslagbreuk, zodanig bekrachtigd wordt dat de aan de grijper gepresenteerde inslagdraad (4) buiten de baan van de grijper (6) wordt gebracht.

2.-Inslagannulatieinrichting volgens eis 1, met het kenmerk dat de staaf (7) onder de inslagdraad of inslagdraden is geplaatst.

3.-Inslagannulatieinrichting volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat de staaf (7) evenwijdig loopt met de lengterichting van het riet (3).

4.-Inslagannulatieinrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de verplaatsing van de staaf (7) gelegen is in een vlak dat loodrecht staat op het basisvlak van de grijpergeleiding.

5. - Inslagannulatieinrichting voor grijperweefgetouwen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.