"Vloerbedekkingselement" Deze uitvinding heeft betrekking op een vloerbedekkingselement.
De uitvinding heeft tot doel een nieuw en origineel vloerbedekkingselement voor te schrijven dat uitstekend dienst doet als nabootsing van een parketvloer. Door de uitdrukking "parketvloer" wordt bedoeld een ingelegde dekvloer met regelmatige figuren uit hard hout.
Het leggen van dergelijke parketvloeren is een tijdrovende bewerking. Het vereist ook vakmanschap en hoewel reeds verschillende oplossingen zijn gesuggereerd om het leggen te vergemakkelijken en te bespoedigen, blijft dit soort vloerbedekkingsmateriaal betrekke lijk duur.
Het vloerbedekkingselement volgens deze aanvrage schept nieuwe mogelijkheden door beroep te doen op de tot nog toe niet toegepaste combinatie van bekende materialen.
Kenschetsend voor de uitvinding is het feit dat het vloerbedekkingselement volgens de uitvinding gevormd wordt door een plaat waarvan minstens de randen een geringere dikte vertonen waardoor bij het samenvoegen van meerdere platen telkens tussen twee bij elkaar aansluitende randen een sleuf ontstaat die door een lat wordt opgevuld, terwijl steeds volgens de uitvinding ho-
<EMI ID=1.1>
met een lat worden opgevuld.
In een bij voorkeur toegepaste ver-wezenlijkingsvorm is deze plaat een vezel- of multiplexplaat.
Volgens een variante kan de vezelplaat aan de oppervlakte zijn nabehandeld en kan de plaat desgevallend op basis van synthetisch materiaal zijn vervaardigd.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een vloerbedekkingselement volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding geenszins. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een bovenaanzicht op een gedeelte van een vloer gevormd door samenvoeging van een reeks vloerbedekkingselementen volgens de uitvinding. Figuur 2 is, op een grotere schaal, een doorsnede door de lijn II-II uit figuur 1.
In figuur 1 is een samenvoeging weergegeven van verschillende elementen die allen rechthoekige afmetingen vertonen. Zo zijn bijvoorbee ld de elementen (1) en (2) afgebakend door de punten A, B, C en D enerzijds en A, D, E en F anderzijds.
Langs weerszijden van deze elementen
(1) en (2) komen twee rechthoekige panelen (3) en (4) voor die afgebakend zijn door de punten B, G, H en C enerzijds en E, I, J en F anderzijds.
Alle overige rechthoekige elementen zoals bijvoorbeeld (5), (6) , (7) , (8) , bovenaan figuur 1 en (9) , (10) , (11) , (12) onderaan kunnen natuurlijk andere afmetingen vertonen dan diegene die bij wijze van voorbeeld in figuur 1 zijn gereproduceerd.
Met een onderbroken lijn zijn de ver-schillende panelen t.o.v. elkaar goed te onderscheiden.
Essentieel voor de uitvinding is het feit dat de vloerbedekkingselementen volgens de uitvinding
<EMI ID=2.1>
aansluiten de mogelijkheid scheppen mozaïek tekeningen te doen ontstaan die de indruk verwekken dat men te doen heeft met de aaneenvoeging van elementen van nagenoeg standaardafmetingen terwijl hier in feite gebruik wordt gemaakt van platen met ongewone, althans voor dit doel, niet gebruikelijke, afmetingen.
Figuur 2 die een doorsnede is, op een grotere schaal, volgens de lijn II-II uit figuur 1 laat duidelijk zien hoe de randen van twee naast elkaar voorkomende platen een geringere dikte vertonen zodat ter hoogte van de voeg tussen twee platen een sleuf (13) ontstaat waarin een lat (14) past.
Voora leer de la t (14) in de sleuf (13) in te brengen en in deze sleuf te verlijmen, worden platen door nage ls (15) in de v loer of " chape" (16) ingedruk t .
De nagels (15) zijn dus, na het inbrengen van de lat (14) volledig onzichtbaar.
De sleuven (13) die ontstaan door de vermindering van de wanddikte van de platen ter hoogte
van de voeg tussen twee platen worden eveneens volgens
een voorafbepaalde tekening in de platen aangebracht en
met latten gevuld.
Op deze wijze bekomt men een tekening die aan een parketvloer herinnert hoewel de vloerbedekkingselementen hier veel grotere afmetingen vertonen dan gebruikelijk bij een parketvloer.
De platen die volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, kunnen gewone vezelplaten zijn of vezelplaten waarvan de zichtbare zijde geplamuurd werd. Ook melamineplaten komen hier in aanmerking.
In elk geval kunnen de platen op een vloer (16) worden genageld of gelijmd.
Zoals reeds hoger aangestipt, is de tekening volgens figuur 1 slechts bij wijze van voorbeeld gegeven. Vele andere combinaties van vloerbedekkingselementen onder elkaar en van daarin voorkomende sleuven zijn uiteraard denkbaar. Desgevallend kan ook de sleuf tussen twee platen en de sleuven in de platen zelf met een synthetische stof worden opgevuld.
De basisplaten kunnen hetzij met een polyurethaan vernis of een lakverf worden afgewerkt. De latten (14) bestaan best uit rood Noors dennehout maar het is duidelijk dat andere materialen hiervoor ook in aanmerking komen.
De uitvinding is uiteraard niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en vele veranderingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.
This invention relates to a floor covering element.
The object of the invention is to prescribe a new and original floor covering element that serves excellently as an imitation of a parquet floor. By the term "parquet floor" is meant an inlaid screed with regular hardwood figures.
Laying such parquet floors is a time-consuming operation. It also requires craftsmanship, and while various solutions have already been suggested to facilitate and accelerate installation, this type of floor covering material remains relatively expensive.
The floor covering element according to this application creates new possibilities by using the hitherto unused combination of known materials.
Characteristic of the invention is the fact that the floor covering element according to the invention is formed by a plate, the edges of which at least have a lesser thickness, so that when two plates are joined together, a slot is created between two adjacent edges, which is filled by a slat, while according to the invention
<EMI ID = 1.1>
be filled with a bar.
In a preferred manufacturing form, this sheet is a fiber or plywood sheet.
According to a variant, the fiberboard can be surface-treated and, if necessary, the plate can be manufactured on the basis of synthetic material.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a floor covering element according to the invention. This description is given by way of example only and in no way limits the invention. The reference numbers refer to the attached figures.
Figure 1 is a plan view of a portion of a floor formed by joining together a series of floor covering elements according to the invention. Figure 2 is, on a larger scale, a section through the line II-II of figure 1.
Figure 1 shows a combination of different elements, all of which have rectangular dimensions. For example, elements (1) and (2) are delimited by points A, B, C and D on the one hand and A, D, E and F on the other.
Along both sides of these elements
(1) and (2) have two rectangular panels (3) and (4) delimited by points B, G, H and C on the one hand and E, I, J and F on the other.
All other rectangular elements such as (5), (6), (7), (8), at the top of figure 1 and (9), (10), (11), (12) at the bottom, can of course have different dimensions than those are reproduced by way of example in Figure 1.
The different panels can be clearly distinguished from each other with a broken line.
Essential to the invention is the fact that the floor covering elements according to the invention
<EMI ID = 2.1>
the possibility of creating mosaic drawings which give the impression that one has to do with the joining of elements of almost standard dimensions, when in fact plates of unusual, at least for this purpose, not usual, dimensions are used here.
Figure 2 which is a cross-section, on a larger scale, according to the line II-II of figure 1, clearly shows how the edges of two adjacent plates have a smaller thickness, so that at the level of the joint between two plates a slot (13 ) in which a bar (14) fits.
For example, to insert the drawer (14) into the slot (13) and to glue it in this slot, plates are pressed into the floor or "screed" (16) afterwards (15).
The nails (15) are therefore completely invisible after inserting the slat (14).
The slots (13) created by the reduction of the wall thickness of the plates at height
of the joint between two plates are also according to
a predetermined drawing is placed in the plates and
filled with slats.
In this way a drawing is obtained which recalls a parquet floor, although the floor covering elements here have much larger dimensions than usual with parquet flooring.
The plates that can be used according to the invention can be ordinary fiber boards or fiber boards whose visible side has been pasted. Melamine plates are also eligible here.
In any case, the plates can be nailed or glued to a floor (16).
As already mentioned above, the drawing according to figure 1 is only given by way of example. Many other combinations of floor covering elements underneath each other and of slots occurring therein are of course conceivable. If necessary, the slot between two plates and the slots in the plates themselves can also be filled with a synthetic material.
The base plates can be finished with either a polyurethane varnish or a lacquer paint. The slats (14) are best made of red Norwegian pine, but it is clear that other materials are also eligible.
The invention is of course not limited to the above-described embodiment, and many changes could be made to it without departing from the scope of the patent application.