BE886154A

BE886154A - Bouwwerk en paneel daarbij gebruikt

Info

Publication number: BE886154A
Application number: BE2/58852A
Authority: BE
Original assignee: Lemmens Francois C
Priority date: 1980-11-14
Filing date: 1980-11-14
Publication date: 1981-03-02

Description

"Bouwwerk en paneel daarbij gebruikt"..

De uitvinding heeft betrekking op een bouwwerk dat ten minste een isolerende wand bevat, welke wand tenminste gedeeltelijk gevormd is door ten minste een hol paneel.

Onder "bouwwerk" wordt elke constructie verstaan die uit wanden opgebouwd is zodat hieronder niet alleen begrenzingen van leef- en werkruimten moeten verstaan worden maar ook ovens, koelkamers,enz..

Ook "wand" moet in ruime zin verstaan worden zodat <EMI ID=1.1> of hellende wanden, zoals vloeren en daken,moeten begrepen worden.

Bij bekende bouwwerken van deze soort is de holte van het paneel met lucht op de atmosferische druk gevuld. Lucht is wel een relatief goede isolator op voorwaarde dat

het paneel meestal,ofwel door schotjes indeelt in kleine ruimten en bij voorbeeld een zogenoemde honingraatstructuur vormt, ofwel vult met isolerend materiaal zoals schuimkunststof of glaswol. Door de noodzaak van d eze schotjes of deze schuimkunststof zijn de panelen relatief kostelijk en niettegenstaande alles is het isolerend vermogen van deze panelen, bij economisch verantwoorde dikte ervan, vrij beperkt.

De uitvinding heeft nu tot doel deze nadelen te verhelpen en een bouwwerk te verschaffen dat ten minste

een isolerende wand bevat, waarbij deze wand relatief economisch is maar toch een bijzonder goed isolerend effect geeft.

Tot dit doel bevat het holle paneel ten minste een in hoge mate luchtdicht afgesloten binnenruimte waarin een vacuüm heerst, terwijl het bouwwerk ten minste een vacuüm-leiding bevat die, langs ten minste een afzuigopening. met deze binnenruimte in verbinding staat, en waarlangs lucht uit de binnenruimte kan weggezogen worden voor het in stand houden van het vacuüm in deze ruimte.

Dat in een vacuüm de thermische geleidbaarheid uiterst klein is, is een bekend principe maar tot nog toe werd dit alleen toegepast in vacuümvaten of thermosflessen. Het geheel van de wanden van een bouwwerk kan niet uit één stuk vervaardigd worden zoals dit het geval

glas, zijn niet geschikt voor wanden van een bouwwerk.

Vandaar dat dit principe nog niet toegepast werd bij bouwwerken. Door nu gebruik te maken van holle panelen, waarvan de binnenkant daarenboven in verbinding staat met een afzuigleiding, kan toch gebruik gemaakt worden van vacuüm om bouwwerken te isoleren. De panelen kunnen op dezelfde manier gebruikt worden als bekende isolerende panelen in bouwwerken en als materiaal voor de vacuüm-

in hoge mate luchtdicht zijn, gebruikt worden. Een kleine luchtdoordringing door de wanden van de vacuttmpanelen is niet bezwaarlijk juist doordat deze panelen aansluiten

op een afzuigleiding en het vacuüm in deze panelen,hetzij continu, hetzij periodiek,in stand kan gehouden worden.

behoort, op de afzuigleiding aan te sluiten.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het bouwwerk een vacuumpomp waarmee de afzuigleiding continu in verbinding staat.

Bij deze uitvoeringsvorm is het mogelijk continu het vacuttm in stand te houden zodat zelfs een relatief grote binnendringing van lucht in dit geval niet be-

continu werken maar kan bij voorbeeld telkens wanneer de lage druk in de binnenruimte van het paneel boven e en bepaalde waarde komt, in werking gebracht worde n.

meter die de druk in de binnenruimte van het paneel meet

werking stelt wanneer de druk in de binnenruimte beneden een andere,lagere druk gedaald is.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding

elkaar opgesteld zijn,terwijl het bouwwerk een leidingenstelsel bevat dat met de binnenruimten van al deze panelen in verbinding staat voor het in stand houden van het vacuüm in deze binnenruimten.

Bij voorkeur is de breedte van de panelen gestandaardiseerd.

In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het paneel afstandelementen die de buitenkanten van

Deze afstandelementen kunnen schotten zijn die de binnenruimte van het paneel in afzonderli jke ruimten

opdat in al de ruimten het vacuüm zou in stand kunnen gehouden worden.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het paneel twee platen en een afdichting tussen

deze platen die de platen op een afstand van elkaar houdt en het paneel tevens over gans de omtrek ervan afdicht.

De uitvinding heeft ook betrekking op een paneel kennelijk bestemd om gebruikt te worden bij een bouwwerk volgens een van de vorige uitvoeringsvormen.

De uitvinding heeft in het bijzonder ook betrekking op een paneel dat een in hoge mate luchtdicht afgesloten binnenruimte bevat,welk paneel evenwel van een afzuigopening voorzien is die op de binnenruimte uitgeeft,

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier vigende beschrijving

volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel

als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet;

de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.

Figuur 1 stelt een verticale doorsnede voor van een gedeelte van een bouwwerk volgens de uitvinding. Figuur 2 stelt een horizontale doorsnede voor volgens de lijn II-II uit figuur l,maar op grotere schaal getekend. Figuur 3 stelt een horizontale doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 2, maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van het bouwwerk volgens

de uitvinding.

Figuur 4 stelt een detail voor van de doorsnede uit figuur 3, op grotere schaal getekend.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.

Bet bouwwerk volgens de figuren 1 en 2 is een woning die op traditionele manier opgericht werd en dus zoals gebruikelijk buitenmuren 1 met een spouw 2 bevat die op een fundering 3 rusten. Een vloer 4 en een zoldering 5 rusten respectievelijk onderaan en bovenaan op het binnenspouwblad van de buitenmuren 1.

Onder de vloer 4 blijft een kruipruimte of kelder 6 open. Aan de bovenzijde is de vloer 4 bekleed met een vloerbekleding 7. De zoldering 5 is aan de onderzijde bekleed met een bepleistering 8. Tussen de vloer 4 en de zoldering 5 zijn nog niet in de figuren voorge' stelde binnenmuren geplaatst. Op het bovenste einde

van de buitenmuren 1 rust een hellend dak bestaande uit kepers 9 en een op de bovenkant daarvan bevestigde dakbekleding 10.

Kenmerkend voor de uitvinding is dat een aantal

Dergelijke panelen 11 zijn gekleefd op de binnenzijde van het binnenspouwblad van de buitenmuren l,tegen de onderzijde van de vloer 4 en tegen de onderzijde van de kepers 9 van het dak,terwijl dergelijke panelen 11 op de bovenzijde van de zoldering 5 liggen.

Al deze panelen 11 zijn rechthoekig en bezitten een gestandaardiseerde breedte van 60 cm. Deze panelen
11 bestaan uit twee platen 12 die in hoge mate lucht-

tussen de platen 12 loopt zó dat tussen de platen 12

een gesloten holle ruimte 14 gevormd wordt. In deze gesloten ruimte 14 bevat elk paneel nog een reeks afstandstukken 15 die,binnen de afdichting 13, de twee platen 12

15 moeten uiteraard weerstaan aan het drukverschil tussen de atmosferische druk en de druk in de ruimte 14 en bij voorkeur ten minste aan de atmosferische druk. Zoals bij de in de figuren 1 en 2 voorgestelde uitvoeringsvorm kunnen deze afstandstukken de vlakken vormen van een in zigzag lopende plaat die zich tussen de twee op de langse randen van het paneel gelegen delen van de afdichting 13 uitstrekt en die met haar toppen tegen de binnenzijde van de platen 12 aanleunt. In deze vlakken zijn evenwel openingen 16 aangebracht zodat de verschillende kokers die tussen deze in zigzag lopende plaat en de platen 12 gevormd worden,met elkaar in verbinding staan. In de afdichting l3,en meer bepaald op een dwars uiteinde van het paneel, is nog .een afzuigopening 18 aangebracht waarop

maken deel uit van een leidingenstelsel dat aansluit op een vacuUmpomp 20 die op de zoldering 5 opgesteld is.

In de binnenruimte 14 van elk paneel 11 heerst een vacuüm dat zo groot mogelijk is. Dit vacutlm wordt

pomp 20 in het leidingenstelsel gemonteerd is en de

werking treedt wanneer de druk in de leidingen 19 en dus ook in de binnenruimten 14 van de panelen 11,een drempelwaarde overschrijdt en terug uitgeschakeld wordt wanneer

waaide beneden deze drempelwaarde gedaald is. Deze drempelwaarde kan bij voorbeeld gelijk zijn aan de absolute druk

het vacuüm in de binnenruimten 14. Een kleine luchtdoorlaatbaarheid van de platen 12 of van de afdichting 13

het uiteraard de voorkeur verdient de platen 12 en de afdichting 13 zo luchtdicht mogelijk te kiezen opdat de vacuümpomp 20 zo weinig mogelijk in werking zou treden.

Voorde platen 12 kan gebruik gemaakt worden van bekende bouwmaterialen die op zichzelf voldoende luchtdicht zijn ofwel luchtdicht gemaakt zijn. Zo kan men bij voorbeeld de platen 12 van gipsplaat vervaardigen die aan de binnenzijde van het paneel 11 bekleed is met een laagje kunststof. Voor de afdichting 13 kan bij voorbeeld gebruik gemaakt worden van houten latten of balkjes 22 die aan de platen 12 vastgelijmd zijn en die aan de buitenzijde ' bekleed zijn door een metalen band 23.'

Om de montage te vergemakkelijken bevindt de afdichting 13 zich niet op de uiterste rand van de platen
12 maar is zij een weinig inspringend. Op deze manier wordt dus over gans de omtrek van elk paneel 11 een groef 24 gevormd. De band 23 bezit de vorm van een goot met omgeplooide randen zodat hij niet alleen de afdichting
13 afdicht maar ook de randen van de platen 12 mechanisch beschermt. Tevens kan de band 23 tegenover de afzuigopening 18 van een aansluitstuk voorzien zijn om, ter plaatse bij het bouwen van het bouwwerk, de afzuigleiding
19 op het paneel aan te sluiten.

De panelen 11 worden met hun langse zijden tegen elkaar geplaatst. De groeven 24 in de naburige panelen 11 vormen samen een koker waarin bij voorbeeld leidingen, zoals elektriciteitsleidingen, kunnen aangebracht worden. De panelen 11 die tegen verticale muren vastgekleefd worden.kunnen met de groef 24 in hun onderste einden over een passende profiellijst 25 geplaatst worden, welke profiellijst op de vloerbekleding 7 geplaatst is en aan de binnenzijde van het bouwwerk afgedekt is door een plint 26. De profiellijst 25 kan hol zijn zodat in deze profiellijst leidingen, zoals elektriciteitsbuizen 27, kunnen aangebracht worden. De lengte van deze panelen 11

wordt zo gekozen dat ze tot op een afstand van de bepleistering 8 van de zoldering 5 reiken. De overblijvende ruimte wordt afgedekt door een holle kroonlijst 28 die

de afzuigleidingen 19 aan het zicht onttrekt. Achter

deze kroonlijst 28 kunnen uiteraard ook andere leidingen geplaatst worden. De groeven 24 kunnen ook gevuld worden met isolerend materiaal. Aan de zijde waarlangs een afzuigleiding 19 op de panelen die tegen de vloer 4, de <EMI ID=27.1> bevindt zich ook een strook 29 van isolerend materiaal dat zich naast het uiteinde van de panelen uitstrekt.

In zoverre nodig kunnen de panelen 11, vooral wanneer ze in een zichtbare wand voorkomen, nog bekleed worden met een muur- of plafondbekleding. De spleten tussen de naburige panelen 11 kunnen met een opvoegmateriaal gevuld worden.

Bepaalde panelen 11 kunnen van de nodige uitsparingen voorzien zijn voor een deur of raam waar-

afdichting 13 luchtdicht moet afgesloten zijn. Doordat de panelen 11 evenwel een gestandaardiseerde breedte bezitten,is het eenvoudiger ook de afmetingen van de ramen en deuren te standaardiseren zodat ter plaatse van een

een pareel 11 van beperkte lengte boven en/of onder het raam of de deur volstaat. Uiteraard is het ook mogelijk ter plaatse van een raam of deur een ander paneel te plaatsen dat dus niet een binnenruimte bezit waarin een vacuüm heerst, welk paneel dan op de gebruikelijke manier isolerend gemaakt is.

Het bouwwerk volgens de figuren 3 tot 4 verschilt slechts van het bouwwerk volgens de figuren 1 en 2 doordat de panelen die in de verticale wanden voorkomen , niet op een drager gekleefd zijn maar op zichzelf,hetzij een binnenmuur 30, hetzij het binnenspouwblad 31 van

een buitenmuur 1 vormen en hiertoe door middel van profiellijsten 32 vast met elkaar of met een ander element van het bouwwerk verbonden zijn. De panelen 11 zijn in constructie identiek aan de panelen 11 gebruikt bij het bouwwerk volgens figuren 1 en 2 en bezitten

dus elk een binnenruimte 14 waarin een vacuüm heerst

en die langs een afzuigopening 18 aansluit op een afzuigleiding 19 die met de vacuümpomp 20 in verbinding staat.

De buitenmuren 1 van het bouwwerk bestaan in feite uit dragende stijlen 33 waartegen aan de buitenkant de buitenbekleding 34 op bekende manieren bevestigd is . Aan elke stijl 33 is een profiellijst 32 door middel van schroeven 34 vastgemaakt. Deze profiellijst. 32 is een U-vormige goot die in haar beide zijden van een uitsprong voorzien is die past in de groef 24 in een langse zijde van een paneel 11. De profiellijst 32 is gevuld met isolerend materiaal maar in de profiellijst kunnen ook leidingen zoals elektrische leidingen 27,lopen en in deze profiellijst kunnen ook elektrische schakelaars 36 ingebouwd worden. Aan de zichtbare zijde of zijden kan de opening van de goot,gevormd door de profiellijst 32,

nog afgedekt worden. door een bepleistering 37. De langse zijden van de panelen 11 kunnen hiertoe een weinig afgeschuind zi jn zodat de bepleistering 37 die de profiellijst 32 tussen twee naburige platen 11 afdekt tot op

de platen 12 kan doorlopen .

De breedte van een profiellijst 32 wordt zo gekozen dat, ter plaatse van een dergelijke profiellijst 32, de <EMI ID=30.1>

pende panelen 11 een weinig groter is dan de dikte van een paneel zodat een derde paneel 11 tussen de twee laatstgedoelde panelen 11 en gedeeltelijk in de goot, gevormd door de profiellijst 32, kan geschoven worden. Dit laatstgedoelde paneel vormt dan een paneel van een binnenwand 30. In tegenstelling tot de profiellijsten
32 van de binnenspouwbladen 31 die tot aan de binnenzijde van de panelen 11 reiken, zijn de profiellijsten 32

naburige panelen 11 verzonken. Ook in deze profiellijsten
32 kunnen elektrische leidingen 27 en schakelaars 36 aangebracht worden.

aan de omlijsting van het raam of de deur ook een profiellijst 32 gebruikt die evenwel slechts aan één zijde van een uitsprong voorzien is die in een groef
24 van een paneel 11 past. Op de hoeken van het bouwwerk wordt dezelfde profiellijst 32 gebruikt als tussen twee naburige panelen 11 in het binnenspouwblad 31, maar uiteraard is slechts aan één zijde van deze profiellijst

zijde een stijl 33 voorkomt waaraan de profiellijst door middel van schroeven bevestigd is. In de opening van de profiellijst 32 steekt het andere paneel 11 van de

paneel.

De panelen 11 kunnen dus gebruikt worden zowel om een bestaand bouwwerk te isoleren als in nieuwbouw en zowel in binnenmuren als in binnenspouwbladen. Doordat in

bruik van de vacuümpomp 20, die slechts nu en dan in werking is, weegt niet op tegen de kostenbesparing die voortvloeit uit de betere isolatie die de panelen 11 bieden.

De fabricage van deze panelen 11 is toch eenvoudig zodat deze panelen relatief goedkoop zijn. Om de luchtdichtheid

uiteraard niet aangewezen in deze panelen schroeven, nagels of andere bevestigingsmiddelen aan te brengen. Voor het aanbrengen van voorwerpen kunnen evenwel bijzondere voorzieningen voorzien worden. Zo kan bij voorbeeld de kroonlijst 28 gebruikt worden voor het ophangen van'kaders en dergelijke. Voor het bevestigen van hangkasten, kunnen de profiellijsten 32

gebruikt worden. Deze kasten kunnen ook opgehangen worden aan horizontale latten die aan de naburige

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hier-

van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vbrm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

In het bijzonder moet het bouwwerk niet nood-

beeld ook een werkplaats, of zelfs een oven of een koelkamer zijn.

bouwwerk zelf behoren. Van t ijd tot tijd kan een

in de panelen terug op de gewenste waarde te brengen.

<EMI ID=43.1> bezitten die elk lange afzuigleidingen met een reeks panelen in verbinding staan.

In de afzuigleidingen of eventueel op de aansluitstukken voor deze afzuigleidingen,indien de panelen

geplaatst zijn dat een elektrisch ventiel kan zijn of een van op afstand bedienbaar elektromagnetisch ventiel.

Claims

CONCLUSIES

1. Bouwwerk dat ten minste een isolerende wand bevat, welke wand ten minste gedeeltelijk gevormd is door <EMI ID=45.1>

ten minste een in hoge mate luchtdicht afgesloten binnenruimte bevat waarin een vacuüm heerst, terwijl het bouwwerk ten minste een vacuümleidhg bevat die, langs ten minste een afzuigopening, met deze binnenruimte in ver-

<EMI ID=46.1>

weggezogen worden voor het in stand houden van het vacuüm in deze ruimte.

2. Bouwwerk volgens vorige conclusie, met het

<EMI ID=47.1>

leiding continu in verbinding staat.

3. Bouwwerk volgens vorige conclusie, met het

<EMI ID=48.1>

die de druk in de binnenruimte van het paneel meet en de vacuümpomp in werking brengt wanneer een bepaalde druk

in de binnenruimte overschreden wordt en buiten werking stelt wanneer de druk in de'binnenruimte beneden een andere, lagere druk gedaald is.

4. Bouwwerk volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de isolerende wand meerdere panelen bevat die naast elkaar opgesteld zijn, terwijl het bouwwerk een leidingenstelsel bevat dat met de binnenruimten van al deze panelen in verbinding staat voor het in stand houden van het vacuüm in deze binnenruimten.

5. Bouwwerk vlgens vorige conclusie,met het kenmerk dat de breedte van de panelen gestandaardiseerd is.

6. Bouwwerk volgens een van de conclusies 4 en

<EMI ID=49.1> randen van groeven voorzien zijn.

7. Bouwwerk volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de panelen van de wand met elkaar verbonden zijn door profiellijsten die met een gedeelte in de groeven van twee naburige panelen steken.

8. Bouwwerk volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het paneel afstandelementen bevat die de buitenkanten van het paneel op een afstand van elkaar houden.

9. Bouwwerk volgens vorige conclusie, met het kenmerk' dat de afstandelementen de,een hoek met elkaar makende, zijden vormen van een heen en weer tussen de binnenzijden van de buitenkanten van het paneel lopende plaat.

10. Bouwwerk volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het paneel twee platen bevat en een afdichting tussen deze platen die de platen op een afstand van elkaar houdt en het paneel tevens over gans de omtrek ervan afdicht.

11. Bouwwerk volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de afdichting een band bevat die over gans de omtrek van het paneel loopt en niet alleen de holte tussen de twee platen van het paneel afdicht maar ook de randen van deze twee platen afdekt.

<EMI ID=50.1>

met het kenmerk dat het paneel tegen een muur van het bouwwerk gekleefd is.

13. Bouwwerk volgens een van de conclusies 1 tot 11,

<EMI ID=51.1>

van een buitenmuur vormt.

14. Bouwwerk zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.

15. Paneel kennelijk bestemd om gebruikt te worden bij hst bouwwerk volgens een van de vorige conclusies.

16. Paneel dat van een gesloten holte voorzien is en dat een aansluitstuk bezit waarmee deze holte met een luchtafzuiginrichting in verbinding kan gesteld worden.

17. Paneel volgens een van de conclusies 15 en 16,

<EMI ID=52.1>

stand van elkaar gelegen zijn, een afdichting die over gans de omtrek van deze twee platen loopt en samen met de platen de gesloten holte begrenst, en afstandstukken die in deze holte tussen de twee platen opgesteld zijn en samen met de afdichting de platen op afstand van elkaar houden.

18. Paneel zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.