Ontstekingskop voor een handgranaat ontsteking.
'De uitvinding betreft een ontstekingskop voor handgranaatontsteking met een beveiligingsbeugel, welke in de beveiligde stand, waarin die beugel door een, van een uittrekring voorziene beveiligingsborgpen wordt vastgehouden, een slagstuk van de ontstekingskop gespannen houdt en met een haakachtig gebogen bevestigingsvoorziening zwenk- en wegwerpbaar ingehangen is aan een draagpen van de ontstekingskop.
Dergelijke ontstekingskoppen waarborgen, bij deskundi-
ge bediening, voldoende veiligheid. De handgranaten worden voor het werpen zodanig in de hand genomen, dat de beugel tegen het binnenvlak van
de hand aan ligt, dat zich de beveiligingsborgpen in hoofdzaak in de achterwaartse bewegingsrichting van de op de vasthoudring aangrijpende, tweede hand van degeen die de handgranaat werpen moet, uitstrekt. Deze houding van de handgranaat is noodzakelijk, om er voor te zorgen, dat de beugel na het uittrekken van de borgpen tegen het handgranaatlichaam
<EMI ID=1.1>
beveiligingsbeugel er afvalt, het slagstuk overslaat en de vertragingssas ontstoken wordt.
Degeer-, die de handgranaat moet werpen kan dan - aange-
<EMI ID=2.1>
mening verkeren, dat die handgranaat nog steeds beveiligd is, hetgeen echter niet het geval is. Na ongeveer vier seconden vindt de detonatie
<EMI ID=3.1>
vindt.
Een reden voor het voortijdig in werking komen.. is, dat de haakvormige bevestigingsvoorziening van de opengaande beveiligingsbeugel losraakt van de draagpen van de ontstekingskop en de beveili.gingsbeugel uit de hand "geschoven" wordt. Dit geschiedt, althans voor de ongeoefende werper, verrassenderwijs, zodat de vertragingstijd van de ontstekingssas onder bepaalde omstandigheden niet meer voldoende
<EMI ID=4.1>
onwillekeurige losraken van de haakachtige bevestigingsvoorziening wordt onder bepaalde omstandigheden nog vergemakkelijkt, doordat bevestigingsvoorziening door uitwendige inwerking verbogen wordt, afgebroken wordt of gescheurd raakt en niet meer op de gewenste wij ze om de draagpen grijpt.
Doel van de uitvinding is nu, het bovengenoemde nadeel te ondervangen en een, tot op het tijdstip van het feitelijke werpen zo veilig mogelijke ontstekingskop te verschaffen.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door een de kromming van de haakachtige bevestigingsvoorziening volgend geleidingsvlak van de oatstekingskop, dat tegen de van de draagpen af gekeerde zijde van de haakachtige bevestigingsvoorziening aan ligt.
De haakachtige bevestigingsvoorziening van de beveili gingsbeugel wordt dus, volgens de uitvinding, geleid in een met de kromming ervan corresponderende, cirkelboogvormige sleuf tussen de draagpen en het geleidingsvlak. De haakachtige bevestigingsvoorziening kan niet meer van de draagpen radiaal af gelicht worden doch een uit- <EMI ID=5.1>
haakachtige bevestigingsvoorziening niet meer vrij uit, aangezien zij door het geleidingsvlak beschermd wordt, zodat verbuiging door uitwendige inwerking onmogelijk is, evenals ook het ombuigen bij het meer-
<EMI ID=6.1>
de hand, onbewust of uit nervositeit van de geoefende verper plaats kan vinden.
Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij
<EMI ID=7.1>
weerszijden van de steunring aan zijuitsteeksels van de steunribbe gevormd is. Speciaal deze uitvoering waarborgt ook de bescherming opzij
<EMI ID=8.1>
van het geleidingsvlak ten minste correspondeert met de totale breedte van de haakachtige bevestigingsvoorziening, respectievelijk bij voorkeur iets groter is dan laatstgenoemde breedte.
Overeenkomstig een. verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij de draagpen en de ontstekingskop een gemeenschappelijk bovenste aanraakvlak hebben, is er in voorzien, dat de bovenste begrenzingslijn van het geleidingsvlak in de bovenzijde van de steunribbe ligt en een afstand heeft tot het aanraakvlak. Deze uitvoering bevat dus tussen de bovenzijden van de ontstekingskop en van de draagpen een zich over de volle breedte uitstrekkende verdieping. Dit levert.de mogelijkheid, de beide links en rechts van de steunribbe gevormde delen of klauwen van de haakachtige bevestigingsvoorziening tot op de beslist voor het om de draagpen grijpen noodzakelijke lengte te
<EMI ID=9.1>
ziene eindbereik van de beveiligingsbeugel over de volle breedte kan worden omgezet. Ook dit betekent een verstijving van dit bereik alsmede van de haakachtige bevestigingsvoorziening. Aangezien bij de bekende uitvoeringen de bovenzijde van de steunribbe strookt met de bovenzijde van de ontstekingskop, moesten de beide klauwen de haakachtige
<EMI ID=10.1>
den.
de tekening nog nader worden beschreven, waarbij uitdrukkelijk wordt gesteld dat de uitvinding niet tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen beperkt is.
Fig. 1 toont een handgranaat met een volgens de uitvinding uitgevoerde ontstekingskop;
de figuren 2 - 5 zijn verschillende aanzichten van de ontstekingskop volgens fig. 1, op vergrote schaal; fig. 6 is een vooraanzicht van de beveiligingsbeugel volgens fig. 1;
<EMI ID=11.1>
beveiligingsbeugel; en fig. 8 is een vooraanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de ontstekingskop.
Een uit kunststof vervaardigde ontstekingskop 1 is voorzien van een er zwenkbaar en afwerpbaar in gehangen beveiligings-
<EMI ID=12.1>
ringsvoorbeeld bestaat uit twee cirkelboogvormige klauwen 15, welke zich over een hoekbereik van ongeveer 90 uitstrekken. De klauwen 15 grijpen om een draagpen 9, welke aangebracht is aan een opzij uitstekende
<EMI ID=13.1>
6 is aan weerszijden voorzien van telkens een zijuitsteeksel 7, welke zijuitsteeksels een geleidingsvlak 5 vormen voor de haakachtige bevestigingsvoorziening 3. Het geleidingsvlak 5 volgt de kromming van de klauwen 15 van de haakachtige bevestigingsvoorziening 3 en ligt derhalve aan tegen de van de draagpen 9 af gekeerde zijde 4 (fig. 7) van die bevestigingsvoorziening 3. Er blijft derhalve tussen de uitsteeksels 7 en de draagpen 9 een geleidingssleuf voor de klauwen 15, welke geleidingssleuf enerzijds het radiaal aflichten van de beveiligingsbeugel en anderzijds ook verbuiging van de klauwen 15 tegengaat. De haakachtige bevestigingsvoorziening 3 steekt voorts aan geen zijde uit bui-
<EMI ID=14.1>
zonder nadelige gevolgen op de vorm van de haakachtige bevestigingsvoorziening 3 blijven.
Uit de figuren 2 en 3 blijkt, dat de bovenste begrenzingslijn 10 van het geleidingsvlak 5 een afstand a heeft van een aan- <EMI ID=15.1>
draagpen 9 ligt. Aangezien de begrenzingslijn 10 tevens in de bovenzijde van de steunribbe 6 ligt, is een zich over de volle breedte van de ontstekingskop 1 uitstrekkende verdieping 11 gevormd. Het, de haakachtige bevestigingsvoorziening 3 dragende eindbereik van de beveiligingsbeugel 2 kan derhalve zijn voorzien van omgezet gedeelte 16 (figuren 6 en 7), dat in de verdieping 11 reikt, hetgeen eveneens in essentiéle mate bijdraagt tot verstijving daarvan. De lengte van de haakachtige bevestigingsvoorziening 3, respectievelijk van de klauwen 5
is derhalve tot de vereiste maat beperkt.
Aan de ontstekingskop 1 is nog een boring 17 gevormd
<EMI ID=16.1>
wand 26 voorzien van een kleminrichting 12 in de vorm. van. twee klemwangen. Tussen die klemwangen wordt de uittrekring 19 van een beveiligings-
<EMI ID=17.1>
gingsafloop volgend losnemen van de uittrekring mogelijk en het rechtstreeks daarop aansluitend uit het doorsteekgat 13 uittrekken van de beveiligingsborgpen 20, zonder dat daartoe een ongewone handbeweging vereist is. Wanneer de beveiligingsbeugel 2 naar het binnenvlak van een hand gericht is, wordt bij het losnemen van de uittrekring 19 deze ring over een hoek van ca 90 in de uittrekrichting verdraaid. De kleminrichting 12 en het doorsteekgat 20 liggen ten opzichte van de uittrekring 18 ongeveer diametraal tegenover elkaar. De uittrekring 19 is voorts zodanig aangebracht, dat zijn bovenrand niet naar boven, buiten het aanraakvlak 8, uitsteekt. Hierdoor wordt het onwillekeurig losgaan van de uittrekring 19 door takken of twijgen in het terrein vermeden.
Een verder voordeel van deze uitvoering bestaat hierin, dat de handgranaten in de tot dusverre toegepaste munitiekisten kunnen worden getransporteerd, welke bij een naar boven toe uitstekende uittrekring
19 onder bepaalde omstandigheden niet meer gesloten zouden kunnen worden.
Aan de �nderrand van de ontstekingskop 1 zijn oplegvlakken 15 gevormd, waar de uittrekring 19 in de gefixeerde stand een oplegging op heeft. Aldus wordt een driepuntslegering verkregen, hetgeen speciaal voordelig is, wanneer de handgranaat onwillekeurig op de
<EMI ID=18.1>
ten dele uittrekken van de beveiligingsborgpen 20 wordt voorkomen.
Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn er twee oplegvlakken 14 aanwezig. Het beoogde effect kan echter ook met een of meer dan twee oplegvlakken 14 bereikt worden. Wat betreft de vorm van de oplegvlakken
14 zijn er verschillende uitvoeringsmogelijkheden. Eventueel kunnen de
<EMI ID=19.1>
analoog aan de kleminrichting 12 zijn uitgevoerd, respectievelijk zijn voorzien van een dergelijke kleminrichting.
Aan het onderste deel van de ontstekingskop 1 zijn telkens een huls 24, 25 onder het vormen van een sleuf 22 op afstand van de zijwanden 26 van het bovenste deel van de ontstekingskop 1 aangevormd. De hulzen 25, 25 bevatten elk een boring in het verlengde van het doorsteekgat 13 van de ontstekingskop 1, waardoor de beveiligings-
<EMI ID=20.1>
is met zijn, eveneens elk een boring bevattende, zijwangen 21 in te steken in de sleuven 22, zodat de breedte van de sleuven 22 ten minste correspondeert met de dikte van de ingrijpende zijwangen 21 van de beveiligingsbeugel 2, velke aan de draagpen 9 van de cntstekings-
<EMI ID=21.1>
Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat voor het slechts vanuit de in fig. 1 weergegeven zijde inbrengen van de beveiligingsborgpen ingericht is, zijn de kleminrichting 12 en de oplegvlakken 14 slechts aan deze zijde gevormd. De huls 24 doet derhalve
<EMI ID=22.1>
voor steungeving aan het oog van de beveiligingsborgpen 20 en bevat derhalve een cilindrische boring. Aan de tegenovergelegen zijde kan echter de huls 25 ook zijn uitgevoerd met een trechterachtige verwijding van zijn boring, waarin de einden van de beveiligingsborgpen 20 spreidbaar zijn, zonder dat zij daaruit uitsteken. Het spreekt vanzelf dat ook de huls 24 op gelijke wijze kan zijn uitgevoerd. De diepte van de sleuven 22 is uiteraard zodanig bemeten, dat de zijwangen 21 van de beveiligingsbeugel z6 ver kunnen worden ingeschoven, dat hun boringen stroken met het doorsteekgat 13.
In fig. 8 is een tweede uitvoeringsvorm van de uitgevonden ontstekingskop in kopaanzicht weergegeven. Bij deze uitvoeringsvorm bestaat de haakachtige bevestigingsvoorziening uit slechts een middelste, klauvachtig verlengstuk van de beveiligingsbeugel 2, dat
om de draagpen 9 grijpt. Volgens deze uitvoering is de draagpen 9 aangebracht aan twee opzij aangebrachte steumregen 18 , terwijl het geleidingsvlak 5 tussen deze beide steunvegen 18 in het midden gevormd is. De uitvoering is overigens gelijk aan die van een uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1 - T. Ook hier is voorzien in een verdieping 11, waarin het omgezette gedeelte 16 van de beveiligingsbeugel 2 reikt.
Wanneer een handgranaat met de ontstekingsinrichting volgens de uitvinding door het aftrekken van de bevei ligi ngsborgpen
<EMI ID=23.1>
vordt bewogen, draait de beveiligingsbeugel 2 nauvkeurig in de tussen draagpen 9 en geleidingsvLak. 5 gevormde geleidingssleuf en wordt niet radiaal veggebogen of in zijn haakachtige bevestigingsvoorziening 3 vervormd.
Ignition head for a hand grenade ignition.
The invention relates to a detonation head for hand grenade ignition with a safety bracket, which in the secured position, in which that bracket is held by a safety locking pin provided with a pull-out ring, keeps a detonation head of the ignition head and is pivoted with a hook-like curved fastening device. is on a firing pin of the ignition head.
Ensure such ignition heads, with expert
ge operation, sufficient safety. The hand grenades are taken in hand before throwing, so that the bracket against the inner surface of
it is obvious that the safety locking pin extends substantially in the backward direction of movement of the second hand engaging the retaining ring of the one to throw the hand grenade. This position of the hand grenade is necessary to ensure that the handle is pulled against the hand grenade body after pulling out the locking pin.
<EMI ID = 1.1>
safety bar falls off, the beatpiece skips and the deceleration shaft is ignited.
The person who has to throw the hand grenade can then -
<EMI ID = 2.1>
believe that the hand grenade is still secured, which is not the case. After about four seconds it finds the detonation
<EMI ID = 3.1>
finds.
One reason for the premature activation is that the hook-shaped fastening device of the opening safety bracket becomes detached from the supporting pin of the ignition head and the safety bracket is "pushed out" by hand. This happens, at least for the untrained pitcher, surprisingly, so that the delay time of the ignition shaft is no longer sufficient under certain circumstances
<EMI ID = 4.1>
involuntary loosening of the hook-like fastening device is even facilitated under certain circumstances, because the fastening device is bent by external action, broken off or cracked and no longer engages around the carrying pin in the desired manner.
The object of the invention is now to obviate the above-mentioned drawback and to provide an ignition head which is as safe as possible until the actual throwing.
According to the invention this is achieved by a guiding surface of the plug-in head following the curvature of the hook-like fastening device, which abuts the side of the hook-like fastening device facing away from the support pin.
According to the invention, the hook-like fastening provision of the safety bracket is guided in a circular arc-shaped slot corresponding to its curvature between the support pin and the guide surface. The hook-like fastening device can no longer be lifted radially away from the support pin, but an extension <EMI ID = 5.1>
hook-like fastening device is no longer free, as it is protected by the guide surface, so that bending due to external action is impossible, as well as bending when mooring.
<EMI ID = 6.1>
the hand can take place, unconsciously or out of nervousness of the trained verper.
According to a preferred embodiment, wherein
<EMI ID = 7.1>
is formed on both sides of the support ring on side projections of the support rib. Especially this version also guarantees the side protection
<EMI ID = 8.1>
of the guide surface at least corresponds to the total width of the hook-like fastening device, or preferably is slightly larger than the latter width.
In accordance with one. a further embodiment according to the invention, in which the support pin and the ignition head have a common upper contact surface, it is provided that the upper boundary line of the guide surface lies in the top of the supporting rib and has a distance from the contact surface. This embodiment thus comprises a recess extending over the full width between the top sides of the ignition head and the support pin. This provides the possibility of extending the two parts or claws of the hook-like fastening device formed on the left and right of the support rib to the length necessary for gripping the carrying pin.
<EMI ID = 9.1>
The end range of the full-width protection bar can be converted. This also means a stiffening of this range as well as of the hook-like fastening device. Since in the known embodiments the top of the support rib is in line with the top of the ignition head, the two claws had to have the hook-like
<EMI ID = 10.1>
Pine tree.
the drawing will be described in more detail, it being expressly stated that the invention is not limited to the embodiments shown in the drawing.
Fig. 1 shows a hand grenade with an ignition head made according to the invention;
Figures 2-5 are different views of the ignition head of Figure 1, on an enlarged scale; Fig. 6 is a front view of the safety bar of Fig. 1;
<EMI ID = 11.1>
security bar; and FIG. 8 is a front view of a further embodiment of the ignition head.
A ignition head 1 made of plastic is provided with a pivotable and pivotally mounted safety device
<EMI ID = 12.1>
ring example consists of two circular arc-shaped claws 15, which extend over an angle range of approximately 90. The claws 15 engage around a support pin 9, which is arranged on a side projecting
<EMI ID = 13.1>
6 is provided on both sides with a side projection 7, which side projections form a guiding surface 5 for the hook-like fastening device 3. The guiding surface 5 follows the curvature of the claws 15 of the hook-like fastening device 3 and therefore abuts the one facing away from the support pin 9 side 4 (fig. 7) of said fastening device 3. A guiding slot for the claws 15 therefore remains between the protrusions 7 and the supporting pin 9, which guiding slot on the one hand prevents radial lifting of the safety bracket and on the other hand also bending of the claws 15. Furthermore, the hook-like fastening device 3 does not protrude from any side
<EMI ID = 14.1>
remain without any adverse effects on the shape of the hook-like fastening device 3.
It can be seen from Figures 2 and 3 that the upper boundary line 10 of the guiding surface 5 has a distance a of an <EMI ID = 15.1>
carrier pin 9. Since the boundary line 10 also lies in the top side of the support rib 6, a recess 11 extending over the full width of the ignition head 1 is formed. The end region of the security bracket 2 carrying the hook-like fastening device 3 can therefore be provided with a converted part 16 (figures 6 and 7) which extends into the recess 11, which also contributes substantially to stiffening thereof. The length of the hook-like fastening device 3, respectively of the claws 5
is therefore limited to the required size.
Another bore 17 is formed on the ignition head 1
<EMI ID = 16.1>
wall 26 provided with a clamping device 12 in the form. from. two clamping cheeks. Between these clamping cheeks, the pull-out ring 19 of a safety
<EMI ID = 17.1>
following release of the pull-out ring and the subsequent pulling out of the safety locking pin 20 directly from the piercing hole 13, without requiring an unusual hand movement. When the safety bar 2 is directed towards the inner surface of a hand, when the pull-out ring 19 is removed, this ring is rotated through an angle of approximately 90 in the pull-out direction. The clamping device 12 and the piercing hole 20 are approximately diametrically opposite to the pull-out ring 18. The pull-out ring 19 is further arranged such that its top edge does not protrude upwards beyond the contact surface 8. Hereby the involuntary detachment of the pull-out ring 19 by branches or twigs in the terrain is avoided.
A further advantage of this embodiment consists in that the hand grenades can be transported in the ammunition boxes hitherto used, which with an upwardly projecting pull-out ring
19 could not be closed under certain circumstances.
At the bottom edge of the ignition head 1, bearing surfaces 15 are formed, on which the pull-out ring 19 has a bearing on it in the fixed position. A three-point alloy is thus obtained, which is particularly advantageous when the hand grenade is involuntarily placed on the
<EMI ID = 18.1>
partial pulling out of the safety locking pin 20 is prevented.
In the illustrated exemplary embodiment, two bearing surfaces 14 are present. However, the intended effect can also be achieved with one or more than two bearing surfaces 14. As for the shape of the bearing surfaces
14 there are various implementation options. The
<EMI ID = 19.1>
are designed analogously to the clamping device 12, or are provided with such a clamping device.
In each case, a sleeve 24, 25 is formed on the lower part of the ignition head 1, forming a slot 22 at a distance from the side walls 26 of the upper part of the ignition head 1. The sleeves 25, 25 each contain a bore in line with the piercing hole 13 of the ignition head 1, so that the safety
<EMI ID = 20.1>
with its side cheeks 21, each also containing a bore, can be inserted into the slots 22, so that the width of the slots 22 corresponds at least to the thickness of the engaging side cheeks 21 of the safety bracket 2, right on the support pin 9 of the ignition
<EMI ID = 21.1>
In the exemplary embodiment shown, which is arranged for inserting the safety locking pin only from the side shown in Fig. 1, the clamping device 12 and the supporting surfaces 14 are only formed on this side. The sleeve 24 therefore does
<EMI ID = 22.1>
for support to the eye of the safety locking pin 20 and therefore includes a cylindrical bore. On the opposite side, however, the sleeve 25 can also be provided with a funnel-like widening of its bore, in which the ends of the safety locking pin 20 can be spread without projecting therefrom. It goes without saying that the sleeve 24 can also be designed in the same manner. The depth of the slots 22 is of course dimensioned such that the side cheeks 21 of the safety bar z6 can be pushed in far so that their bores are in line with the piercing hole 13.
Fig. 8 shows a second embodiment of the invented ignition head in head view. In this embodiment, the hook-like fastening device consists of only a middle, claw-like extension of the safety bracket 2, which
around the support pin 9. According to this embodiment, the carrying pin 9 is arranged on two lateral rain rain 18, while the guiding surface 5 between these two supporting sweeps 18 is formed in the middle. The embodiment is otherwise the same as that of an exemplary embodiment according to Figures 1 - T. Here, too, a recess 11 is provided, in which the flanged portion 16 of the safety bar 2 extends.
When a hand grenade with the ignition device according to the invention by pulling off the safety locking pin
<EMI ID = 23.1>
When moved, the safety bar 2 pivots accurately into the intermediate support pin 9 and guide surface. 5 formed in the guide slot and is not bent radially or deformed in its hook-like fastening device 3.