"Buisdeel met mofeinde"
De uitvinding heeft betrakking op een buisdeel met mofeinde voor het opnomen van indringend buisdeel, dit mofeinde tenminste voorzien van een inwendige groefkamer, waarin een ringvormig afdichteleaent is opgenomen.
<EMI ID=1.1>
dat het ringvormig afdichtelement op een verkeerde manier in de groefkamer kan worden aangebracht of tijdens het transport van het buiadeel, of bijvoor-
<EMI ID=2.1>
wijze uit de inwendige groefkamer wordt verwijderd.
De uitvinding beoogt nu deze nadelen te ondervangen doordat het
<EMI ID=3.1>
element verwijderbare ondersteuningaring waarbij deze ondersteuningsring het afdichtelement minder samendrukt.dan een ingebracht indringend buisdeel.
<EMI ID=4.1>
in het mofeinde wil drukken, kan de ondersteuningsring verwijderd worden. Anderzijds biedt de kleinere samendrukking van het afdichtelement door de ondersteuningsring het voordeel dat men het indringend buicdeel gemakkelijker in de mof kan drukken dan bij een ondersteuningsring die het afdichtelement
<EMI ID=5.1>
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is de ondersteuningsring verschuifbaar in het mofeinde aangebracht, waardoor bij het indrukken van
<EMI ID=6.1>
schoven wordt, waardoor het afdichtelement zijn afdichtende werking volledig kan uitoefenen.
<EMI ID=7.1>
men de te gebruiken ringvormige afdichtelementen niet behoeft te voorzien van inwendige verstijvingsringen, wat vanzelfsprekend een veel duurdere oplossing is dan een volgens de uitvinding voorgestelde ondersteuningsring.
Doelmatig is het ringvormige afdichtelement tenminste gedeeltelijk
<EMI ID=8.1>
groefkamer af.
Hierdoor bereikt man niet alleen een ondersteuning van het afdichtelement, maar bovendien wordt het afdichtelement beschermd tegen beschadiging
<EMI ID=9.1>
ultraviolette straling geen invloed heeft op het rubber van het ringvormig afdichtelement.
Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm kan men in de door de ondersteuningsring begrensde ruimte een glijmiddel opnemen, waardoor bij het inbrengen van een indringend buiadeel in het mofeinde, een reeds fabriekamatig bij het aanbrengen van het rubber afdichtelement gedoseerde
<EMI ID=10.1>
zijde van het buisdeel met mofeinde en de ondersteuningsring deze beide randgedeelten dunner uit te voeren dan de ondersteuningsring.
Doelmatig draagt de binnenzijde van de ondersteuningsring gelegen tegenover het afdichtelement langsgroeven en/of dwarsgroeven voor het opnemen van een hoeveelheid glijmiddel.
<EMI ID=11.1>
overgangegedeelte, dat het mofeinde, dat de inwendige groefkamer draagt, verbindt met het resterende gedeelte van het buisdeel.
Doelmatig bestaat de ondersteuningsring of beschermingsorgaan uit <EMI ID=12.1>
te voorkomen. Door deze eindk&ppen uit te voeren in een dunwandige kunatatof, kunnen deze eindkappen goedkoop zijn en later gemakkelijk volledig verwijderd worden.
<EMI ID=13.1>
verzwakking kan bestaan uit een verdund wandgedeelte of uit zeer fijne perforaties.
Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van het beschermingsorgaan
<EMI ID=14.1>
einde van de mof gelegen, eindvlak omvat, welk eerste eindvlak via een kegelvormig oppervlak overgaat in een tweede, zich buiten het kegelvormig opper-
<EMI ID=15.1> kamer.
Met bijzonder voordeel is het genoemde rondlopend oppervlak
<EMI ID=16.1>
voeringavoorbeeld met behulp van de tekening, waarin:
Fig. 1 een langsdoorsnede toont van een buisdeel met mofeinde en <EMI ID=17.1> Fig. 3 een bij een buiadeel volgens de uitvinding toegepaste beschermingsring met dwarsgroevea ; Fig. 4 een deel van een bij een buisdeel volgens de uitvinding <EMI ID=18.1> de uitvinding met ingestoken buisdeel in de eindtoestand; Fig. 9 een detail van een buisdeel volgens de uitvinding, met de beschermingsring in haar eindtoestand na indringen van een indringend buisdeel; Fig. 10 een aanzicht van een beschermingsring met wandverzwakking; Fig. 11 een buisdeel volgens de uitvinding met een beachermingsring <EMI ID=19.1> Fig. 13 toont een detail van een buisdeel volgens de uitvinding na het inschuiven van een indringend buisdeel waarbij de oadersteuningering gemodificeerd is; <EMI ID=20.1>
een ringvormige groefkamer 3 is gevormd.
In de ringvormige groefkamer is een ringvormig afdichtingsorgaan 4 opgenomen, dat in dwarsdoorsnede U- of V-vormig ia met het open einde 5
<EMI ID=21.1>
Doelmatig bevindt zich tussen de twee benen van het ringvormig afdichtelement een ruimte 6 om tolerantieverschillen van verschillende buizen te kunnen opnemen.
<EMI ID=22.1> <EMI ID=23.1> <EMI ID=24.1>
zoals weergegeven in fig. 3.
Het verdient echter aanbeveling om het bouemgedeelte 11 van da beschermingsring 7 glad uit te voeren en het vlak van het ringvormig af-
<EMI ID=25.1>
orgaan en een indringend buisdeel.
Een voor automatisering zeer aan te bevelen uitvoeringsvorm is weergegeven in fig. 5, waar het glijmiddel aangebracht is als een ring 15 van een gegeleerde olie of een gli jvet.
Voor het verkrijgen van een goede afdichting tussen de binnenzijde van het mofeinde en het eerste randgedeelte 8, is het eerste randgedeelte 8 bij voorkeur door middel van een scharnier 16 verbonden met de beschermings-
<EMI ID=26.1>
en vervolgens een bodem omvattend gedeelte, welke bodem konisch toeloopt in de richting van een opstaand randgedeelte 18 van de beschermingsring, welk randgedeelte 18 een deel vormt van een tweede cylindrisch deel 19, van de
<EMI ID=27.1> volgens fig. 7 is een scharnier 20 aanwezig. De uitvoering van de beschermingsring 7 volgens fig. 7 leent zich bijzonder goed voor het automatiseren van
het aanbrengen van de ondersteuningsring.
<EMI ID=28.1>
zoggen na het indringen van een indringend buisgedeelte 26, komt te liggen tussen een eindgedeelte 21 van de beschermingaring en de binnenwand 22 die
<EMI ID=29.1>
het tweede randgedeelte 10 te vergemakkelijken. Zoals weergegeven heeft het indrin gend buisdeel de ondersteunings- of beschermingsring ? van onder af-
dat
dichtring 4 weggedrukt. Men ziet/het afdichtelement door de buitenzijde van indringend buisdeel 26 sterker samengedrukt wordt dan door de bodem 11 van ring 7.
In fig. 9 ia tenslotte nog weergegeven een beschermingsring waar-
<EMI ID=30.1>
afschuining 23, welke afschuining onder eenzelfde hoek verloopt ten opzichte van de buisas van het buisdeel 1 als de konische verwijding 22, die de verbinding vormt tussen buisdeel en mofeinde.
Voor het goed kunnen vervormen van de randgedeelten en voor het
<EMI ID=31.1>
deelten dunner uit te voeren dan het overige deel van de beachermingsring en bovendien voor de ondersteuningsring in zijn geheel gebruik te maken van materialen welke de gewenste eigenschappen bezitten om bijvoorbeeld deze randgedeelten om te laten klappen bij het inschuiven van een indringend buisdeel, waarbij vooral de voorkeur uitgaat naar ondersteuningsringen van polyalkenen, zoals polypropeen.
De in de onderhavige uitvinding beschreven buisdelen kunnen uit elk <EMI ID=32.1>
chloride.
<EMI ID=33.1>
volgens de uitvinding kunnen worden afgeschermd tegen beschadiging, ophopen van vuil en dergelijke, op aanwezig glijmiddel.
Opgemerkt wordt, dat de ondersteunings- of beschermingsring 7 het ringvormig afdichtelement 4 kan voorcomprimeren, waardoor het inschuiven van
<EMI ID=34.1>
deel nu niet moer eerst tegen het rubberlichaam gedrukt wordt, maar eerst tegen de beschermingsring 7 van niet-elastisch materiaal.
<EMI ID=35.1>
schuin oplopende bodem 11 van de beschermingsring 7, waardoor het ringvormige afdichtingsorgaan geleidelijk verder voorgecomprimeerd wordt zonder direkt in aanraking te zijn met het indringend deel.
De binnendiameter van de beschermingsring 7 is doelmatig gelijk aan de binnendiameter van het buisdeel 1, dat met het mofeinde verbonden is
<EMI ID=36.1>
verbonden buisgedeelte te waarborgen.
De beachermingsring 7 kan ook voorzien zijn van een scheurstrook 24
<EMI ID=37.1>
orgaan weergegeven met bijbehorende voorkeursuitvoeringsvorm van het ringvormige afdichtingsorgaan.
<EMI ID=38.1> <EMI ID=39.1>
ondersteund door middel van een buigzame ondersteuningering 28, bijvoorbeeld uit polypropeen, welke ring 28 buigzaam uitgevoerd is om het imzetten van het
<EMI ID=40.1>
uitvoeren.
Voor het verkrijgen van een goede afdichting, en het opvangen van toleranties, is het binnenoppervlak 29 van het buitenste been 4b van hot ringvormige afdichtingsorgaan voorzien van groeven 30.
Het zal duidelijk zijn, dat men ook het binnenvlak 29 van het been 4b
<EMI ID=41.1>
het ringvormig afdichtingsorgaan.
Voor het verkrijgen van een goede afdichting, is het oppervlak 31 van het binnenbeen 4a, eveneens voorzien van groeven 32.
Zoals men ziet, verloopt dit been 4a in vrije toestand in een
<EMI ID=42.1>
Zoals men ziet, bestaat er in de vrije toestand ook een ruiste 35 tussen het uitsteeksel 34 van been 4b en het buitenvlak 36 van uitsteeksel 37 van het binnenbeen 4a van het ringvormig afdichtingsorgaan 4.
Door toepassing van het uitsteeksel 37, waarvan het oppervlak 36
<EMI ID=43.1>
ervoor dat tijdens het invoeren van het indringend buisdeel het been 4b iets kan verschuiven langs de binnenzijde van de bodemwand 26 van de ringvormige
<EMI ID=44.1>
vlak 39 uitstrekt, een cylindrisch oppervlak 41 aanaluit, dat via een axiaal verlopend overgangsvlak 42 overgaat in een tweede cylindriach oppervlak 43, waarbij de buitendiameter van de door oppervlak 43 gevormde cylinder groter ia dan de binnendiameter van de cylinder, gevormd door het oppervlak 41 van
<EMI ID=45.1>
het been 4a van het ringvormig afdichtingaorgaan.
Hierdoor wordt een goede afdichting verkregen tuaaen wand 41 en
<EMI ID=46.1>
Door het naar buiten drukken van het eindgedeelte 44 van been 4a <EMI ID=47.1>
gedeelte met de hand achter het eerste eindvlak 38 te kunnen komen: en de buigzame beschermkap gemakkelijk te kunnen verwijderen.
Desgewenst kan de beschermkap nog voorzien zijn van een scharnierend of vervormbaar met de kap verbonden vrije omtreksrand 50 die dan aan de andere zijde dan de rand 47 de groefkamer kan afsluiten.
Wanneer deze omtreksrand 50 niet aanwezig is verdient het aanbeveling vooral bij aanwezigheid van glijmiddel 28 om het andere einde van het buis-
<EMI ID=48.1>
verdient het dan aanbeveling de eindkap in iets zwaarder materiaal uit te voeren. Een dergelijke eindkap grijpt met een opstaande rand om de buitenwand van het buisdeel 1.
<EMI ID=49.1> <EMI ID=50.1>
tweede eindvlak 40 strekt zich bij voorkeur op een afstand voor het naar binnen gelegen einde van het afdichtingsorgaan, bij voorkeur tot het binnenste einde van de groefkamer of verder binnenwaarts, uit.
<EMI ID=51.1>
vrijwel niet beschadigd kunnen worden tijdens transport.
Vanzelfsprekend kan kegeloppervlak 39 ook een cylindrisch oppervlak zijn.
Ook in dit geval wordt de afdichtring minder door de beschermings-
<EMI ID=52.1>
<EMI ID=53.1>
het vrije einde 127 b van de uitgezette kern 127.
Vervolgens plaatst men op de eerste vervorllingeringhelftso 128, tweede vervormingsringhelften 129, eveneens voorzien van een schouder 129b,
<EMI ID=54.1>
begrensd door de buitendiameter 129a van de tot een ring samengevoegde tweede vervormingsringhelften 129.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat vanzelfsprekend in plaats
<EMI ID=55.1> verwijding131 ontstaat en een eerste vervljding 130. Opgemerkt wordt, dat
de buitendiameter van de doorn 126 voorafgaande aan de uitgezette kern 127, in hoofdzaak gelijk is aan de binnendiameter van het te vervormen kunststofbuisdeel 1.
Voor het stabiliseren van de tweede verwijding 131, en van het verwarmde gedeelte van buisdeeJ. 1, wordt door middel van sproeiere 132 een
<EMI ID=56.1>
Hierna worden de eerste vervormingsringhelften 128 van onder de tweede vervormingsringhelften 129 getrokken, en verwijderd. Dit is weergegeven in fig. 14e.
Hoewel de eerste verwijding 130 nog een hoge temperatuur bezit en derhalve de neiging bezit om terug te krimpen tot zijn oorspronkelijke toe-
<EMI ID=57.1>
ringhelften 129. In de ruimte 134 begrensd door de binnenzijde van de tweede ringvervormingshelften 129 en de buitenzijde van de doorn 126, wordt vervolgens met behulp van huls 132 de ondersteuningsring 7 met ringvormig afdichtelement 4 geschoven. Deze toestand is weergegeven in fig. 14f.
Hierna verwijdert men de tweede ringvervormingshelften 129, waardoor de eerste verwijding 130 gelegenheid krijgt om terug te krimpen naar zijn oorspronkelijke vorm. Desgewenst kan dit bevorderd worden door het zuigen van vacuum, doch in bepaalde gevallen kan het ook noodzakelijk zijn om het gedeelte
130a van de eerste verwijding 130 met behulp van een uitwendig vervormingsmiddel op de huls 132 te drukken. De buitendiameter van de huls 132 komt oereen met de buitendiameter 127a van de uitgezette kern 127.
Hierna wordt het geheel volledig afgekoeld, zodat men de toestand- <EMI ID=58.1>
Daarna wordt de uitzetbare kern ingetrokken, tot een zodanige diameter dat deze niet groter is dan de buitendiameter van de doorn 126.
Na verwijderen van de huls 132, is het buisdeel gereed voor toepassing bij een mofverbinding.
Voor het verbinden, kan men een indringend buiedeel 121 in de gevormde mof 2 met groefkamer 3 en hierin opgenomen ringvormig afdichtelement 4, ondersteund door endersteuningsring 7 schuiven.
<EMI ID=59.1>
zoals weergegeven in fig. 14h.
Het zal duidelijk zijn, dat de methode, zoals beschreven aan de hand van de figuren 14a tot 14j, zich meer leent voor automatisering.
In de uitvoeringsvorm volgens fig. 11 is het ook mogelijk om de tweede wand 40 van de eindkap van een wandverzwakking of perforatie te voorzien, waarbij deze wandverzwakking of perforatie dan bijvoorbeeld aangebracht wordt in de wand 40 onmiddellijk naast het cylindrische oppervlak 41. Als nu een indringend buisdeel 26 binnendringt, zal de eindkap naar links geschoven worden in de tekening, na verwijdering van het tweede wandoppervlak 40 met konisch oppervlak 39 en eerste eindoppervlak 38. Deze verwijdering van deze delen is zeer eenvoudig uit te voeren tengevolge van de aangebrachte verzwakking of perforatie.
Opgemerkt wordt, dat de delen 47, 50 en 42 in fig. 11 werken als
<EMI ID=60.1> <EMI ID=61.1>
dringend buisdeel.
"Pipe section with socket end"
The invention relates to a pipe part with socket end for receiving penetrating pipe part, this socket end at least provided with an internal groove chamber in which an annular sealing element is received.
<EMI ID = 1.1>
that the annular sealing element may be misplaced in the groove chamber or during the transport of the pipe part, or for example
<EMI ID = 2.1>
is removed from the internal groove chamber.
It is now the object of the invention to obviate these disadvantages in that the
<EMI ID = 3.1>
element removable support ring where this support ring compresses the sealing element less than an inserted penetrating tube portion.
<EMI ID = 4.1>
to press into the socket end, the support ring can be removed. On the other hand, the smaller compression of the sealing element by the support ring offers the advantage that the penetrating tubing part can be pressed into the sleeve more easily than with a support ring that contains the sealing element.
<EMI ID = 5.1>
According to an advantageous embodiment, the support ring is slidably arranged in the socket end, so that when pressing
<EMI ID = 6.1>
slides, allowing the sealing element to fully exert its sealing action.
<EMI ID = 7.1>
it is not necessary to provide the annular sealing elements to be used with internal stiffening rings, which is of course a much more expensive solution than a support ring proposed according to the invention.
The annular sealing element is expediently at least partially
<EMI ID = 8.1>
groove chamber.
This not only achieves a support for the sealing element, but also protects the sealing element from damage
<EMI ID = 9.1>
ultraviolet radiation does not affect the rubber of the annular sealing element.
According to a very advantageous embodiment, a lubricant can be accommodated in the space delimited by the support ring, so that when a penetrating pipe part is inserted into the socket end, a lubricant already dosed in the factory during the application of the rubber sealing element.
<EMI ID = 10.1>
the side of the pipe part with socket end and the support ring to make these two edge parts thinner than the support ring.
Advantageously, the inner side of the support ring opposite the sealing element carries longitudinal grooves and / or transverse grooves for receiving an amount of lubricant.
<EMI ID = 11.1>
transition portion connecting the socket end carrying the internal groove chamber to the remainder of the pipe portion.
The support ring or protective element expediently consists of <EMI ID = 12.1>
to prevent. By constructing these end caps in a thin-walled synthetic material, these end caps can be inexpensive and can be easily removed completely later.
<EMI ID = 13.1>
Attenuation may consist of a thinned wall portion or very fine perforations.
A particularly advantageous embodiment of the protective element
<EMI ID = 14.1>
end face, which first end face merges via a conical surface into a second, extending outside the conical surface.
<EMI ID = 15.1> chamber.
The said circumferential surface is of particular advantage
<EMI ID = 16.1>
liner example using the drawing, in which:
FIG. 1 shows a longitudinal section of a pipe part with socket end and <EMI ID = 17.1> FIG. 3 a protective ring with transverse grooves used in a pipe part according to the invention; FIG. 4 a part of a tube part according to the invention <EMI ID = 18.1> the invention with inserted tube part in the final position; FIG. 9 shows a detail of a pipe part according to the invention, with the protective ring in its final position after penetration of an penetrating pipe part; FIG. 10 is a view of a protection ring with wall weakening; FIG. 11 a pipe part according to the invention with a beaching ring <EMI ID = 19.1> FIG. 13 shows a detail of a pipe part according to the invention after insertion of an penetrating pipe part in which the oader support has been modified; <EMI ID = 20.1>
an annular groove chamber 3 is formed.
In the annular groove chamber is received an annular sealing member 4, which is U- or V-shaped in cross-section with the open end 5.
<EMI ID = 21.1>
A space 6 is expediently located between the two legs of the ring-shaped sealing element in order to be able to accommodate differences in tolerance of different pipes.
<EMI ID = 22.1> <EMI ID = 23.1> <EMI ID = 24.1>
as shown in fig. 3.
However, it is advisable to make the spark plug part 11 of the protective ring 7 smooth and to have the face of the ring-shaped.
<EMI ID = 25.1>
organ and a penetrating tube section.
A highly recommended embodiment for automation is shown in Fig. 5, where the lubricant is applied as a ring 15 of a gelled oil or lubricant.
In order to obtain a good seal between the inner side of the socket end and the first edge portion 8, the first edge portion 8 is preferably connected to the protective cover by means of a hinge 16.
<EMI ID = 26.1>
and then a bottom portion, which bottom tapers conically in the direction of an upright edge portion 18 of the protective ring, which edge portion 18 forms part of a second cylindrical portion 19, of the
<EMI ID = 27.1> According to Fig. 7, a hinge 20 is present. The design of the protective ring 7 according to Fig. 7 is particularly suitable for automating
installing the support ring.
<EMI ID = 28.1>
after penetration of a penetrating tube portion 26, comes to lie between an end portion 21 of the guard ring and the inner wall 22 which
<EMI ID = 29.1>
facilitate the second edge portion 10. As shown, the penetrating pipe portion has the support or protection ring? from below
Which
sealing ring 4 pressed away. It can be seen that the sealing element is compressed more strongly through the outside of penetrating pipe part 26 than through the bottom 11 of ring 7.
Finally, in Fig. 9 a protection ring is shown which
<EMI ID = 30.1>
chamfer 23, which chamfer extends at the same angle with respect to the pipe axis of the pipe part 1 as the conical flare 22, which forms the connection between pipe part and socket end.
For good deformation of the edge parts and for the
<EMI ID = 31.1>
parts thinner than the rest of the beacherming ring and, moreover, to make use of materials for the support ring as a whole which have the desired properties to, for example, cause these edge parts to collapse when a penetrating pipe part is pushed in, whereby it is especially preferred uses support rings of polyolefins, such as polypropylene.
The pipe sections described in the present invention can be from any <EMI ID = 32.1>
chloride.
<EMI ID = 33.1>
according to the invention can be protected against damage, accumulation of dirt and the like, on present lubricant.
It is noted that the support or protection ring 7 can precompress the annular sealing element 4, whereby the insertion of the
<EMI ID = 34.1>
Now do not part the nut is pressed against the rubber body first, but first against the protective ring 7 of non-elastic material.
<EMI ID = 35.1>
sloping bottom 11 of the protection ring 7, whereby the annular sealing member is gradually further precompressed without coming into direct contact with the penetrating part.
The inner diameter of the protection ring 7 is expediently equal to the inner diameter of the pipe part 1, which is connected to the socket end
<EMI ID = 36.1>
connected pipe section.
The beaching ring 7 can also be provided with a tear strip 24
<EMI ID = 37.1>
member shown with associated preferred embodiment of the annular sealing member.
<EMI ID = 38.1> <EMI ID = 39.1>
supported by means of a flexible support ring 28, for example of polypropylene, which ring 28 is made flexible in order to insert the
<EMI ID = 40.1>
to carry out.
In order to obtain a good seal and to accommodate tolerances, the inner surface 29 of the outer leg 4b of the annular sealing member is provided with grooves 30.
It will be understood that the inner surface 29 of the leg 4b
<EMI ID = 41.1>
the annular sealing member.
To obtain a good seal, the surface 31 of the inner leg 4a is also provided with grooves 32.
As can be seen, this leg 4a extends in a free state
<EMI ID = 42.1>
As can be seen, in the free state there is also a noise 35 between the protrusion 34 of leg 4b and the outer surface 36 of protrusion 37 of the inner leg 4a of the annular sealing member 4.
By using the projection 37, the surface of which is 36
<EMI ID = 43.1>
during the insertion of the penetrating tube part that the leg 4b can slide slightly along the inside of the bottom wall 26 of the annular
<EMI ID = 44.1>
extends face 39, a cylindrical surface 41 at the end, which merges via an axially extending transition surface 42 into a second cylindrical surface 43, the outer diameter of the cylinder formed by surface 43 being greater than the inner diameter of the cylinder formed by the surface 41 of the
<EMI ID = 45.1>
the leg 4a of the annular sealing member.
A good seal is hereby obtained on the wall 41 and on the wall
<EMI ID = 46.1>
By pushing out end portion 44 of leg 4a <EMI ID = 47.1>
section by hand behind the first end face 38 and easily remove the flexible protective cap.
If desired, the protective cap can also be provided with a free peripheral edge 50 which is hingedly or deformably connected to the cap and which can then close off the groove chamber on the other side than the edge 47.
If this circumferential edge 50 is not present, it is recommended, especially in the presence of lubricant 28 around the other end of the tube.
<EMI ID = 48.1>
it is then recommended that the end cap be made of slightly heavier material. Such an end cap engages with a raised edge around the outer wall of the tube part 1.
<EMI ID = 49.1> <EMI ID = 50.1>
second end face 40 preferably extends a distance in front of the inward end of the sealing member, preferably to the inner end of the groove chamber or further inward.
<EMI ID = 51.1>
virtually impossible to damage during transport.
Obviously, conical surface 39 can also be a cylindrical surface.
In this case, too, the sealing ring is less affected by the protection
<EMI ID = 52.1>
<EMI ID = 53.1>
the free end 127 b of the expanded core 127.
Subsequently, the second deformation ring halves 129, also provided with a shoulder 129b, are placed on the first deformation ring half 128,
<EMI ID = 54.1>
limited by the outer diameter 129a of the ring-joined second deformation ring halves 129.
For the sake of completeness, it is noted that it is self-evident in place
<EMI ID = 55.1> widening 131 results and a first expansion 130. It is noted that
the outer diameter of the mandrel 126 in front of the expanded core 127, is substantially equal to the inner diameter of the plastic pipe part 1 to be deformed.
For stabilizing the second flare 131, and the heated portion of the tube part. 1, through nozzle 132, a
<EMI ID = 56.1>
After this, the first deformation ring halves 128 are pulled from below the second deformation ring halves 129, and removed. This is shown in Fig. 14e.
Although the first flare 130 is still at a high temperature and therefore tends to shrink back to its original location.
<EMI ID = 57.1>
ring halves 129. In the space 134 bounded by the inside of the second ring deformation halves 129 and the outside of the mandrel 126, the supporting ring 7 with annular sealing element 4 is then slid by means of sleeve 132. This state is shown in Fig. 14f.
After this, the second annular deformation halves 129 are removed, allowing the first flare 130 to shrink back to its original shape. If desired, this can be promoted by drawing a vacuum, but in certain cases it may also be necessary to remove the portion
130a of the first flare 130 on the sleeve 132 with the aid of an external deformation means. The outer diameter of the sleeve 132 corresponds to the outer diameter 127a of the expanded core 127.
After this, the whole is cooled completely, so that the state <EMI ID = 58.1>
Thereafter, the expandable core is retracted to such a diameter that it does not exceed the outer diameter of the mandrel 126.
After removal of the sleeve 132, the pipe portion is ready for use with a sleeve connection.
For connection, one can slide a penetrating pipe part 121 into the formed sleeve 2 with groove chamber 3 and annular sealing element 4 received therein, supported by ender support ring 7.
<EMI ID = 59.1>
as shown in Fig. 14h.
It will be clear that the method, as described with reference to Figures 14a to 14j, lends itself more to automation.
In the embodiment according to Fig. 11 it is also possible to provide the second wall 40 of the end cap with a wall weakening or perforation, this wall weakening or perforation then being provided, for example, in the wall 40 immediately adjacent to the cylindrical surface 41. Now, if a penetrating pipe portion 26, the end cap will be slid to the left in the drawing, after removal of the second wall surface 40 with conical surface 39 and first end surface 38. This removal of these portions is very easy to perform due to the weakening or perforation applied. .
It is noted that parts 47, 50 and 42 in FIG. 11 function as
<EMI ID = 60.1> <EMI ID = 61.1>
urgent tube part.