De uitvinding heeft betrekking op een bedbedekking.
Een bedbedekking bestaande in een met eiderdons gevulde zak die in een hoes steekt, wordt in sommige streken algemeen gebruikt.
In andere streken worden als bedbedekking over het
<EMI ID=1.1>
<EMI ID=2.1>
delen. Zo blijven de zakken met eiderdons gemakkelijker zuiver en kunnen achtereenvolgens verschillende personen er gebruik van maken, zonder dat dit aan de hygiëne schaadt, indien een zuivere hoes om de zak wordt gedaan, telkens een andere persoon in het bed slaapt.
Dekens bieden onder meer het voordeel dat ze een geringer volume innemen.
<EMI ID=3.1>
voordelen van de twee hierboven genoemde bekende soorten bedbedekkingen combineert.
Tot dit doel bestaat de bedbedekking volgens de uitvinding uit een deken en een deze deken omgevende hoes.
Doelmatig bevat de bedbedekking volgens de uitvinding bevestigingsmiddelen van de deken aan de hoes.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de bevestigingsmiddelen van de deken aan de hoes
uit enerzijds linten en anderzijds ogen.
Bij voorkeur zijn de linten op de hoes bevestigd en zijn de ogen uit de deken uitgespaard.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding komen de bevestigingsmiddelen langs de zijranden van de deken en op de overeenkomstige aansluitingsoppervlakken van de hoes voor.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de hoes een klep.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een <EMI ID=4.1>
enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet: de verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde tekeningen.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een hoes van een bedbedekking volgens de uitvinding. Figuur 2 is een bovenaanzicht van een deken die samen met de hoes volgens figuur 1 een bedbedekking volgens de uitvinding vormt. Figuur 3 stelt een doorsnede voor volgens de lijn <EMI ID=5.1>
klep van de hoes in sluitstand.
Figuur 4 stelt een analoge doorsnede voor volgens de lijn IV-IV uit figuur le
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
<EMI ID=6.1>
<EMI ID=7.1>
verwijzingscijfer 2 is aangeduid.
De hoes 2 bestaat uit een benedenstuk 3 en een bovenstuk 4. De stukken 3 en 4 overlappen elkaar, op de klep 5 na die enkel tot het bovenstuk 4 behoort. Ter hoogte van de klep 5 zijn het benedenstuk 3 en het bovenstuk 4 niet aan elkaar bevestigd. Overigens zijn de randen 6, 7, 8, 9 en 10 van de stukken 3 en 4 aan elkaar genaaid. Ter hoogte van de klep 5 blijft er dus een opening langswaar de deken 1 in de h oes kan worden gebracht.
<EMI ID=8.1>
plaats van de rand die bestemd is om tegenover de hierboven genoemde opening voor te komen, ogen 12.
Langs de binnenzijde van de hoes komen op de randen op de plaatsen die zullen voorkomen tegenover de ogen 12 van de deken 1, nadat deze deken in de hoes zal aangebracht zijn, telkens paren lintjes 11 voor. Van elk paar lintjes wordt er eentje door een oog 12 van de deken getrokken.
<EMI ID=9.1>
aaneenaAmnnnt- .
De ogen 12 van de deken 1 en de lintjes 11 van
de hoes 2 vormen samen bevestigingsmiddelen die voorkomen
<EMI ID=10.1>
op de overeenkomstige aansluitingsoppervlakken van de hoes <2>.
De afstand tussen naburige ogan 12 moet natuurlijk overeenstemmen met de afstand tussen naburige lintjes 11.
<EMI ID=11.1>
waaruit de deken en waaruit de hoes vervaardigd zijn. In de regel zal deze afstand in de orde van 35 tot 60 cm liggen.
De deken 1 is vervaardigd van gelijk welk voor dekens gebruikelijk materiaal, zoals ook de hoes van gelijk welk
<EMI ID=12.1>
De hoes kan geheel of gedeeltelijk binnenste buiten worden gekeerd om de lintjes 11 in en ten opzichte van de
ogen 12 van de deken te bevestigen. Nadat de deken 1 in
de hoes 2 is aangebracht, wordt de klep 5 van de hoes binnenwaarts in deze hoes geplooid om aldus de deken zo goed mogelijk af te sluiten van het materiaal buiten de hoes.
De afmetingen van de deken stemmen zo goed mogelijk overeen met de binnenafmetingen van de hoes.
Een belangrijk voordeel van de bedbedekking volgens
de uitvinding bestaat eri n dat, ingevolge de bevestiging
van de deken aan de hoes, de deken vlak blijft samen met de hoes en niet rimpelt in de hoes.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoering vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.
Zo moeten de bevestigingsmiddelen niet noodzakelijk bestaan uit ogen en lintjes. Onder meer drukknoop jes kunnen worden gebruikt om deken en hoes onderling langs de randen te bevestigen.
<EMI ID=13.1>
2. Bedbedekking volgens vorige conclusie, met het
<EMI ID=14.1>
<EMI ID=15.1>
<EMI ID=16.1>
<EMI ID=17.1>
<EMI ID=18.1>
4. Bedbedekkiag volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de linten op de hoes zijn bevestigd en de ogen uit de deken zijn uitgespaard.
The invention relates to a bed covering.
A cover consisting of an eiderdown-filled bag that inserts into a sleeve is commonly used in some regions.
In other regions, it is used as covering over it
<EMI ID = 1.1>
<EMI ID = 2.1>
share. The bags with eiderdown thus remain clean more easily and different persons can use them successively, without this harming hygiene, if a clean cover is placed around the bag each time a different person sleeps in the bed.
Blankets offer the advantage, among other things, that they occupy a smaller volume.
<EMI ID = 3.1>
advantages of the two known types of bed coverings mentioned above.
For this purpose, the bed covering according to the invention consists of a blanket and a cover surrounding this blanket.
The bed covering according to the invention expediently comprises means for fastening the blanket to the cover.
In an advantageous embodiment of the invention, the fastening means of the blanket consist of the cover
from ribbons on the one hand and eyes on the other.
Preferably, the ribbons are attached to the cover and the eyes are cut out of the blanket.
In a particular embodiment of the invention, the fastening means are provided along the side edges of the blanket and on the corresponding connection surfaces of the cover.
In a particularly advantageous embodiment of the invention, the sleeve comprises a flap.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of an <EMI ID = 4.1>
given by way of example only and does not limit the invention: the reference numbers refer to the accompanying drawings.
Figure 1 is a top view of a cover of a cover according to the invention. Figure 2 is a top view of a blanket which, together with the cover of Figure 1, forms a cover according to the invention. Figure 3 represents a section along the line <EMI ID = 5.1>
cover of the cover in closed position.
Figure 4 represents an analogous section along the line IV-IV of Figure 1e
In the various figures, the same reference numbers refer to the same elements.
<EMI ID = 6.1>
<EMI ID = 7.1>
reference numeral 2 is indicated.
The cover 2 consists of a bottom part 3 and a top part 4. The pieces 3 and 4 overlap each other, except for the flap 5, which only belongs to the top part 4. At the height of the valve 5, the bottom part 3 and the top part 4 are not attached to each other. Incidentally, the edges 6, 7, 8, 9 and 10 of the pieces 3 and 4 are sewn together. At the height of the flap 5 there therefore remains an opening along which the blanket 1 can be introduced into the pocket.
<EMI ID = 8.1>
location of the edge intended to be opposite the above-mentioned opening, eyes 12.
Along the inside of the cover, on the edges at the places that will occur opposite the eyes 12 of the blanket 1, after this blanket has been placed in the cover, pairs of ribbons 11 each occur. One of each pair of ribbons is pulled through an eye 12 of the blanket.
<EMI ID = 9.1>
togetherAmnnnt-.
The eyes 12 of the blanket 1 and the ribbons 11 of
the cover 2 together form fasteners that occur
<EMI ID = 10.1>
on the corresponding connection surfaces of the cover <2>.
The distance between neighboring eyes 12 must of course correspond to the distance between neighboring ribbons 11.
<EMI ID = 11.1>
from which the blanket and from which the cover are made. As a rule, this distance will be of the order of 35 to 60 cm.
The blanket 1 is made of any material customary for blankets, such as the cover of any
<EMI ID = 12.1>
The sleeve can be turned inside out in whole or in part about the ribbons 11 in and relative to the
eyes 12 of the blanket. After the blanket 1 in
When the cover 2 is applied, the flap 5 of the cover is folded inwardly in this cover so as to seal the blanket as well as possible from the material outside the cover.
The dimensions of the blanket correspond as closely as possible to the inner dimensions of the cover.
An important advantage of the bedding according to
the invention consists in that, by virtue of the confirmation
from the blanket to the cover, the blanket stays flat with the cover and does not wrinkle in the cover.
The invention is by no means limited to the above described embodiment and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including with regard to the shape, the composition, the arrangement and the number of the parts required for realizing the invention. the invention can be used.
For example, the fasteners do not necessarily have to consist of eyes and ribbons. Among other things, press studs can be used to attach the blanket and cover to each other along the edges.
<EMI ID = 13.1>
Bed cover according to the preceding claim, with the
<EMI ID = 14.1>
<EMI ID = 15.1>
<EMI ID = 16.1>
<EMI ID = 17.1>
<EMI ID = 18.1>
Bed cover according to the preceding claim, characterized in that the ribbons are attached to the cover and the eyes are recessed from the cover.