BE872700A - Werkwijze voor het optrekken van een bouwconstructie en volgens deze werkwijze opgetrokken bouwconstructie - Google Patents

Description

  Werkwijze voor het optrekken van een

  
bouwconstructie en volgens deze werkwijze opgetrokken bouwconstructie. 

  
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op-  trekken van een bouwconstructie en het doel is een dergelijke bouwconstructie snel en efficiënt te kunnen maken, zonder dat speciale vakkennis nodig is. 

  
Volgens de uitvinding wordt een aantal samengestelde spanten met tussenruimten achter elkaar op een fundering verankerd, worden

  
de spanten onderling door gordingen gekoppeld, waarna geprefabriceerde

  
 <EMI ID=1.1> 

  
de spanten worden aangebracht en daaraan verankerd. 

  
De spanten kunhen bestaan uit stalen profielbalken in het 

  
 <EMI ID=2.1> 

  
De profielbalken, welke de kolo=en vormen worden aan het ; ondereinde met daartoe geschikte middelen in de fundering verankerd. 

  
 <EMI ID=3.1> 

  
steunbalken voor het dak kan geschieden door bouten, danwel kunnen de . balken aan elkaar vastgelast worden.

  
Elk spant kan vooraf vervaardigd worden en op de bouwplaats,

  
 <EMI ID=4.1> 

  
dering worden gezet en verankerd. 

  
, Voor de buitenmuren respectievelijk de gevels worden, zoals  reeds opgemerkt, geprefabriceerde elementen toegepast. Deze bestaan

  
: doelmatig uit een laag baksteen, een tussenlaag uit isolerend materiaal en een in hoofdzaak L-vormige laag uit beton, van welke L het korte ; been dient als drager voor de laag baksteen en de isolatielaag. 

  
Voor.het maken van een vloer, respectievelijk een plafond wordt 

  
 <EMI ID=5.1> 

  
zij tussen de flenzen van op enige afstand van elkaar gelegen liggers geschoven kunnen worden. 

  
Verdere bijzonderheden van de uitvinding zullen onder verwijzing naar de tekening nader besproken worden. In de tekening toont: ' fig. 1 een vooraanzicht van een bij de nieuwe bouwconstructie te gebruiken spant; fign. 2 en 3 de wijze waarop een dergelijk spant op de fundering wordt verankerd en een element wordt aangebracht; fig. 4 de wijze waarop een gevel en een plafondelement worden gemonteerd en fig. 5 de aansluiting en verbinding van twee naburige gevel&#65533; elementen.

  
Zoals uit fig. 1 blijkt, bestaat, hoewel daartoe niet beperkt,

  
 <EMI ID=6.1> 

  
; lopen dakbalken 4 en 5 schuin naar omhoog en zijn op hun ontmoetings; punt 6 aan elkaar bevestigd. De bevestiging van de spantdelen geschiedt door bouten en moeren, hoewel ook andere bevestigingsmiddelen en -methoden, zoals lassen toegepast kunnen worden.

  
In het weergegeven geval zijn voor de spantdelen 1-5 stalen I-profielen gebruikt, hoewel ook andere profielvormen toepasbaar zijn.

  
In fig. 1 is door 7 een extra balk toegepast, bijvoorbeeld <EMI ID=7.1>  hangstaven 8, 9 en 10 aangebracht.

  
Bij het optrekken van een bouwconstructie wordt eerst de fundering op gebruikelijke wijze uit beton gestort of uit steen gemetseld.

  
 <EMI ID=8.1> 

  
, spanten verankerd, zoals uit fig. 3 blijkt.

  
In de fundering 11 worden ankerbouten 12 en 13 ingemetseld of ingebetonneerd, ter plaatse waar een kolom, bijvoorbeeld 1 op de fundering verankerd moet worden. Elke kolom 1 is voorzien van een voet-

  
 <EMI ID=9.1> 

  
11 enige stelruimte wordt gelaten, welke later met specie wordt opgevuld.

  
 <EMI ID=10.1>  tussen de kolommen wordt gesteld en nadien verankerd. Ook blijkt hoe een gevelelement is samengesteld. Dit bestaat uit een laag baksteen
16 of een andere buitenlaag, welke tegen weers- en andere invloeden bestand is. Deze laag 16 wordt gevolgd door een isolatielaag 17, welke kan bestaan uit een schuimstof. Achter de laag 17 ligt de binnenmuur
18, welke uit beton kan bestaan en voorzien kan zijn van een afwerk laag. Bedoelde muur heeft de vorm van een L, waarvan het korte been 19 dient ter ondersteuning van de buitenlaag 16 en de isolatielaag 17.

  
De gevelelementen worden tegen de kolom 1 gezet (fig. 5) waarna de ruimten 20 en 21 met specie gevuld worden. Ook de ruimte 32 tussen element en voetplaat 14 (fig. 2) wordt met specie gevuld.

  
De onderlinge verbindingen tussen de spanten geschiedt door houten gordingen, waarop later de dakbedekking komt te rusten.

  
Het plafondelement 23 (zie fig. 4) wordt van terzijde tussen de flenzen 34 en 35 van een ligger geschoven en daarin verankerd door het aanbrengen van specie. Voor zover zulks nodig mocht zijn kan ook het plafond, respectievelijk vloerelement gelaagd en voorzien van een isolatietussenlaag zijn.

  
Enkele gevel en/of wandelementen kunnen zijn voorzien van toevoerleidingen voor gas en water, terwijl ook voorzieningen getroffen kunnen zijn voor de aansluiting van verlichting en elektrische apparatuur.

  
Nadat op de beschreven wijze een bouwconstructie, in het bijzonder een skelet is opgetrokken kunnen naar eigen wens en inzicht tussenwanden worden geplaatst voor keuken, woon- en slaapvertrekken. 

  
C 0 N C L U S I E 

  
1. Werkwijze voor het optrekken van een bouwconstructie, met het kenmerk, dat een aantal samengestelde spanten met tussenruimten achter elkaar op een fundering wordt verankerd, de spanten onderling door gordingen worden gekoppeld, waarna geprefabriceerde wand-, vloer- en plafondelementen tussen de koloisaen en liggers van de spanten worden aangebracht en daaraan verankerd.

  
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat spanten worden gebruikt, welke uit flensbalken zijn samengesteld, waarvan de

  
 <EMI ID=11.1> 

  
aan te brengen wand-, vloer- en plafondelementen.

Claims (1)

1. 3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat voor de gevels elementen worden gebruikt, welke bestaan uit een laag baksteen, een tussenlaag uit isolerend materiaal en een in hoofdzaak L-vormige laag uit beton, van welke L het korte been dient als drager voor de laag baksteen en de isolatielaag.

   4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat als vloer, respectievelijk plafond een element wordt gebruikt, waarvan de zijkanten zodanig bemeten zijn, dat het element van opzij tussen'de flenzen van op enige afstand van elkaar gelegen liggers geschoven kan worden.

   5. Bouwconstructie vervaardigd onder toepassing van de werkwijze <EMI ID=12.1>

   6. Elementen toe te passen bij een bouwconstructie volgens conclusie 5, zoals beschreven en in de tekening weergegeven.