BE864133A - Inrichting voor het vervaardigen van staafjes, blokjes en anders gevormde delen uit deegvormig materiaal voor het verkrijgen van zogenaamde aardappelfrites - Google Patents

Description

  "Inrichting voor het vervaardigen van staafjes, blokjes en

  
anders gevormde delen uit deegvormig materiaal voor het

  
verkrijgen van zogenaamde aardappelfrites" De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van staafjes, blokjes en anders gevormde delen uit deegvormig materiaal voor het verkrijgen van'zogenaamde aardappelfriteS (French frites), welke inrichting een cilinder met een zich daarin bevindende, op en neer beweegbare zuiger bezit, en aan zijn onderzijde door een spuitplaat is afgesloten en waarbij zich onder deze spuitplaat een snijinrichting bevindt.

  
Een dergelijke inrichting is algemeen bekend, Deze bekende inrichting heeft echter het nadeel, dat voor het vullen met deeg-

  
 <EMI ID=1.1> 

  
deze uit de inrichting te nemen en naar de menginrichting te brengen en na het vullen deze weer in de inrichting te plaatsen. Téneinde de cilinder uit de inrichting te kunnen verwijderen moet

  
de zuiger uit de cilinder worden bewogen, terwijl na het in de inrichting plaatsen van de cilinder de zuiger weer in de cilinder moet worden gebracht. Een en ander neemt veel tijd in beslag .

  
Deze nadelen worden door de inrichting volgens de uitvinding vermeden, doordat de cilinder is voorzien van een toevoer voor

  
 <EMI ID=2.1> 

  
de zuiger een menginrichting voor het mengen van het aan de cilinder toegevoerde poedervormige materiaal en de vloeistof tot een vloeibaar mengsel is aangebracht en de cilinder en/of de zuiger van middelen is voorzien voor het brengen van het in de ruimte boven de zuiger gevormde mengsel in zijn vloeibare toestand in

  
de cilinderruimte onder deze zuiger, waarin het tot een verspuitbaar deegachtig materiaal verstijft. Doordat de menginrichin de cilinder is aangebracht, behoeft voor het maken van deegvormig materiaal slechts een tevoren bepaalde hoeveelheid poedervormig materiaal en een tevoren bepaalde hoeveelheid vloeistof

  
in de cilinder te worden gebracht. Dit kan zowel met de hand als automatisch geschieden. Doordat alle werkzaamheden voor het uit

  
 <EMI ID=3.1>   <EMI ID=4.1> 

  
besparing wordt bereikt, is het niet nodig de cilinder grote afmetingen te geven.

  
Als poedervormig materiaal voor het maken van aardappelfrites, kroketten en dergelijke in olie of vet te bakken producten worden v erschillende mengsels van poedervormige stoffen gebruikt, die in hoofdzaak bestaan uit zetmeel- en eiwithoudend poeder, verdikkingsmiddelen en bindmiddelen.

  
De middelen voor het brengen van het in de ruimte boven de zuiger gevormde mengsel in zijn vloeibare toestand in de cilinderruimte onder deze zuiger kunnen op verschillende wijzen zijn uitgevoerd. Volgens een eenvoudige en doeltreffende wijze kan de zuiger aan zijn omtrek zijn voorzien van een mantel, die zodanig is uitgevoerd en aangebracht, dat hij bij het naar boven bewegen van de cilinderwand af beweegbaar is en bij het naar beneden bewegen afdichtend langs de binnenwand van de cilinder glijdt. De zuiger zelf kan ook van een of meer terugslagkleppen zijn voorzien, die zodanig is of zijn aangebracht, dat zij bij het omhoog bewegen van de zuiger het vloeibare mengsel van poedervormig materiaal en vloeistof doorlaten en bij het naar beneden bewegen van de zuiger beletten, dat deegvormig materiaal door deze klep of kleppen kan passeren.

   Teneinde te bereiken, dat het zich boven de zuiger bevindende, in de cilinder gemaakte mengsel snel in de ruimte onder de zuiger zal stromen, kan de cilinderwand van een verwijd gedeelte zijn voorzien, hetwelk de ruimte boven de zuiger

  
 <EMI ID=5.1> 

  
iets voorbij zijn hoogste werkstand bevindt.

  
Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de cilinder in een frame

  
is aangebracht, waarin zich een op en neer beweegbaar platform bevindt, hetwelk een aandrijfmotor met overbrenging voor het aandrijven van de menginrichting draagt, en enerzijds met de zuigerstang en anderzijds met een aandrijfmechanisme voor de zuiger is verbonden. 

  
Hierbij kan het vrije einde van de zuigerstang vast met het platform zijn verbonden en het aandrijfmechanisme voor de zuiger uit een aan het platform bevestigde buis bestaan, waarvan het  <EMI ID=6.1>  uiteinde door een afsluitorgaan met een van inwendige schroefdraad voorzien gat is gesloten, in welke inwendige schroefdraad een van uitwendige schroefdraad voorziene, draaibaar in het frame bevestigde aandrijf stang is gemonteerd, waarbij een aandrijfmotor voor deze stang is aangebracht, waarvan de as is voorzien van twee onafhankelijk van elkander met deze as door koppelingen kop-

  
 <EMI ID=7.1> 

  
ling is uitgevoerd voor: het koppelen van een aandrijforgaan met  de aandrijfstang voor het platform voor het snel naar boven en eventueel voor het snel naar beneden bewegen van de zuiger en de andere koppeling is uitgevoerd voor het zodanig koppelen van een

  
 <EMI ID=8.1>  <EMI ID=9.1> 

  
bedienen van de zuiger en  fig. 3 schematisch een doorsnede van het ondergedeelte van een andere uitvoeringsvorm. 

  
De in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm van de in-

  
 <EMI ID=10.1>  '7  het naar boven bewegen van de zuiger zich van de binnenwand van de cilinder 2 af kan bewegen en bij het naar beneden bewegen van de zuiger tegen de binnenwand van de cilinder wordt gedrukt.

  
Het ondereinde van de cilinder 2 is door een spuitplaat 13

  
 <EMI ID=11.1> 

  
deegvormig materiaal in de vorm van staafjes, blokjes of anders gevormde delen uit de cilinder 2 wordt geperst. Onder de spuitplaat 13 bevindt zich een bij voorbeeld draaibaar of heen en weer beweegbaar aangedreven snijorgaan 15 voor het afsnijden van de uit de spuitplaat 13 stekende staafjes, blokjes of dergelijke delen uit deegvormig materiaal, alsmede een opvangbak 16 voor deze afgesneden delen.

  
Het frame 1 draagt verder een bak 17, waarin een tevoren bepaalde hoeveelheid poedervormig materiaal, dat vanuit deze bak via een toevoergoot 18 aan de cilinder 2 kan worden toegevoerd, wordt gestort. Aan het frame 1 is verder een vloeistofreservoir
19 bevestigd, die via een buis 20 vloeistof aan de cilinder 2 . kan toevoeren. In dit reservoir bevindt zich een vlotter 21, die de watertoevoer aan het reservoir afsluit, wanneer zich daarin een tevoren bepaalde hoeveelheid vloeistof bevindt. Het platform 6 is in vaste geleidingen 22 van het frame 1 zodanig geleid, zodat het op en neer kan worden bewogen, zonder dat het kan draaien.

  
 <EMI ID=12.1> 

  
5 aan haar boveneinde door een yan een gat met inwendige schroefdraad voorziene schijf 23 afgesloten. In deze inwendige schroefdraad grijpt de uitwendige schroefdraad van een stang 24, die draaibaar in het bovengedeelte 25 van het frame 1 is aangebracht.

  
Op het boveneinde van de stang 24 zijn een snaarschijf 26 en

  
 <EMI ID=13.1> 

  
de as van een electromotor 30 kan worden gekoppeld. Op de as van de electromotor 30 is een krukschijf. 31,- die via een koppeling

  
 <EMI ID=14.1>  

  
De hierboven beschreven inrichting werk als volgt:

  
Wanneer de zuiger 3 zich in zijn laagste stand bevindt wordt een niet weergegeven schuif van de bak 17 geopend, in welke bak 17 een tevoren bepaalde hoeveelheid poedervormig materiaal aanwezig is.

  
Als poedervormig materiaal voor het maken van aardappelfri-

  
 <EMI ID=15.1> 

  
worden verschillende mengsels van poedervormige stoffen gebruikt, die in hoofdzaak bestaan uit zetmeel- en eiwithoudend poeder, verdikkingsmiddelen en bindmiddelen.

  
De in de vloeistofleiding 20 geschakelde kraan 34 wordt geopend waardoor de in het reservoir 19 aanwezige vloeistof in de cilinder 2 stroomt. Na het openen van de schuif stroomt eveneens het poedervormige materiaal via de toevoergoot 18 in de cilinder

  
2. Door het inschakelen van de electromotor 9 wordt door de roerder 8 het poedervormige materiaal innig met de vloeistof gemengd, waardoor een dun vloeibaar mengsel wordt verkregen. Na 4 a 5 seconden intensief roeren,' wordt de koppeling 29 ingekoppeld, waardoor de electromotor 30 via de snaarschijven 28

  
en 26 alsmede de zich daarop bevindende snaar de stang 24 roteert. De aandrijving van de stang 24 is zodanig gekozen, dat het uiteinde daarvan zich snel in de buis 5 beweegt, waardoor het platform 6 en de daarmede verbonden zuiger 3 snel, bij voorkeur in 3-5 sec, omhoog worden bewogen. Hierdoor wordt, wanneer de openingen of sleuven 14 in de spuitplaat 13 zijn afgesloten, onder de zuiger een vacuum gevormd, waardoor het boven deze zuiger gevormde dun vloeibare mengsel langs de zich van de binnenwand van de cilinder 2 af bewegende zuigermantel 12 in de ruimte onder de zuiger 3 wordt gezogen.

   Wanneer de inrichting in werking wordt gebracht, moeten uit den aard der zaak voorzieningen worden getroffen om de openingen of sleuven 14 te sluiten, voordat het dun vloeibare mengsel onder de zuiger wordt toegelaten, terwijl deze voorzieningen ongedaan moeten worden gemaakt, nadat het vloeibare mengsel tot deegvormig materiaal is verstijfd. Hierna kan de zuiger door het inschakelen van de koppeling 32 via de krukschijf 31, de tandstang 33, het palwiel 27 met pal,de stang 24 en het platform 26 stapsgewijs naar beneden 

  
 <EMI ID=16.1> 

  
worden bewogen en na elke stap de onder de spuitplaat 13 gevormde staafjes of dergelijke deler door het snijorgaan 15 worden afgesneden. 

  
De zuiger 3 wordt bij voorkeur slechts zover naar beneden bewogen, dat niet alleen de openingen of sleuven 14 in de spuitplaat 13 met deegvormig materiaal zijn gevuld, doch zich boven de spuitplaat 13 bovendien nog een laag deegvormig materiaal bevindt, waardoor met zekerheid een vacuum onder de zuiger 3 wordt gevormd, wanneer deze zich snel omlaag beweegt, nadat boven deze zuiger  weer een hoeveelheid dun.Vloeibaar mengsel is gemaakt. Wanneer het

  
 <EMI ID=17.1> 

  
dende laag deegvormig materiaal is gekomen, behoeft met het uitpersen van het deegvormige materiaal niet te worden gewacht, doch kan direct met het uitpersen daarvan worden begonnen. Het zich bo-

  
 <EMI ID=18.1> 

  
vindende vloeibare mengsel kan gedurende hét uitpersen van de laag deegvormig materiaal van de voorafgaande vulling verstijven. 

  
De in fig. 3 weergegeven inrichting onderscheidt zich'van die volgens fig. 1, doordat de cilinder 2 een zich conisch verwijdend gedeelte 36 heeft, hetwelk in een cilindrisch gedeelte 37 overgaat. Dit zich verwijdende gedeelte 36 bevindt zich iets voor-  bij de werkzame persstand van de zuiger boven deze zuiger uit. Hierdoor wordt bereikt, dat wanneer de zuiger zich in deze stand bevindt, de ruimte boven de zuiger rondom deze zuiger met de ruimte onder de zuiger is verbonden,, zodat het vloeibare mengsel, hetwelk zich boven de zuiger bevindt, door de gehele ringvormige opening tussen de zuiger en de verwijde zuigerwand in de ruimte onder de zuiger wordt gezogen. In plaats van een conische verwijding van de cilinderwand kan ook een bolvormig verwijd of op een andere wijze gevormd verwijd gedeelte worden toegepast.

  
Het is duidelijk, dat de uitvinding niet is beperkt tot de in de tekening weergegeven en in de beschrijving beschreven uitvoeringsvorm, doch dat deze op talrijke wijzen kan worden gewij-  zigd zonder het gebied van de uitvinding te verlaten. Zo kan bij

  
 <EMI ID=19.1> 

  
ber of een elastische kunststof bestaat, een of een aantal terugslagkleppen 35 in de. zuiger 3 zijn aangebracht of kan &#65533;en van een

Claims (1)

1. <EMI ID=20.1>

   als terugslagklep of met de hand bediende klep kan zijn uitgevoerd, worden toegepast. De verschillende onderdelen kunnen met de hand worden bediend, doch het is duidelijk, dat deze onderdelen ook zodanig kunnen zijn uitgevoerd, dat de gehele inrichting automatisch functioneert.

   C o n c 1 u s i e s

   1. Inrichting voor het vervaardigen van staafjes, blokjes en anders gevormde delen uit deegvormig materiaal voor het verkrijgen van zogenaamde aardappelfrites (French frites), welke inrichting een cilinder met een zich daarin bevindende, op en

   neer beweegbare zuiger bezit en aan zijn onderzijde door een spuitplaat is afgesloten en waarbij zich onder deze spuitplaat een snijinrichting bevindt, m e t h e t k e n m e r k , dat

   de cilinder is voorzien van een toevoer voor poedervormig materiaal en van een vloeistoftoevoer, terwijl boven de zuiger een menginrichting voor het mengen van het aan de cilinder tóegevoerde poedervormige materiaal en de vloeistof tot een vloeibaar mengsel is aangebracht en de cilinder en/of de zuiger van middelen is voorzien voor het brengen van het in de ruimte boven de zuiger gevormde mengsel in zijn vloeibare toestand in de cilinderruimte onder deze zuiger, waarin het tot een verspuitbaar deegachtig materiaal verstijft.

   2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t h e t k e n m e r k, dat de zuiger aan zijn omtrek is voorzien van een mantel, die zodanig is uitgevoerd en aangebracht, dat hij bij het naar boven bewegen van de cilinderwand af beweegbaar is en bij het

   naar beneden bewegen afdichtend langs de binnenwand van de cilinder glijdt.

   3. Inrichting volgens conclusie 1, m e t h e t k e n m e r k, dat de zuiger van een of meer terugslagkleppen is voorzien, die zodanig zijn aangebracht, dat zij bij het omhoog bewegen van de

   <EMI ID=21.1>

   vloeistof doorlaten en bij het naar beneden bewegen van de zuiger beletten, dat deegvormig materiaal door deze klep of kleppen kan passeren. 4. Inrichting volgens conclusie 1, m e t h e t k e n m e r k, dat de cilinderwand van een verwijd gedeelte is voorzien, hetwelk de ruimte boven de zuiger met de ruimte onder de zuiger verbindt, wanneer de zuiger zich iets voorbij zijn hoogste werkstand bevindt.

   5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, m e t h e t kenmerk , dat de cilinder in een frame is aangebracht, waarin zich een op en neer beweegbaar platform bevindt, hetwelk een aandrijfmotor met overbrenging voor het aandrijven van de menginrichting draagt, en enerzijds met de zuigerstang

   en anderzijds met een aandrijfmechanisme voor de zuiger is verbonden.

   6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t h e t k e n m e r k, dat het vrije einde van de zuigerstang vast met het platform is verbonden en het aandrijfmechanisme voor de zuig er uit een aan het platform bevestigde buis bestaat, waarvan het uiteinde door een afsluitorgaan met een van inwendige schroefdraad voorzien gat is gesloten, in welke inwendige schroefdraad een van uitwendige schroefdraad voorziene , draaibaar in het frame bevestigde aandrijfstang is gemonteerd, waarbij een aandrijfmotor voor deze stang is aangebracht, waarvan de as is voorzien van twee onafhankelijk van elkander met deze as door koppelingen koppelbare aandrijforganen voor het aandrijven van de zuiger.

   7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t h e t k e n m e r k, dat de ene koppeling is uitgevoerd voor het koppelen van een aandrijfstang voor het platform voor het snel naar boven en even-

   <EMI ID=22.1>

   andere koppeling is uitgevoerd voor het zodanig koppelen van een aandrijforgaan met het platform, dat dit de zuiger stapsgewijs over een tevoren bepaalde afstand naar de spuitplaat toe beweegt. &#65533;

   8. Inrichting voor het vervaardigen van staafjes, blokjes en anders gevormde delen uit deegvormig materiaal voor het verkrijgen van zogenaamde aardappelfrites, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven op de bijgaande tekening.