BE840070A - Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt - Google Patents

Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt

Info

Publication number
BE840070A
BE840070A BE165589A BE165589A BE840070A BE 840070 A BE840070 A BE 840070A BE 165589 A BE165589 A BE 165589A BE 165589 A BE165589 A BE 165589A BE 840070 A BE840070 A BE 840070A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wall
cavity
ties
leaves
helical
Prior art date
Application number
BE165589A
Other languages
English (en)
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Priority to BE165589A priority Critical patent/BE840070A/nl
Priority to NL7607293A priority patent/NL7607293A/nl
Publication of BE840070A publication Critical patent/BE840070A/nl
Priority to DE19772712427 priority patent/DE2712427A1/de

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B1/76Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only
    • E04B1/7608Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising a prefabricated insulating layer, disposed between two other layers or panels
    • E04B1/7612Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising a prefabricated insulating layer, disposed between two other layers or panels in combination with an air space
    • E04B1/7616Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising a prefabricated insulating layer, disposed between two other layers or panels in combination with an air space with insulation-layer locating devices combined with wall ties
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/41Connecting devices specially adapted for embedding in concrete or masonry
    • E04B1/4178Masonry wall ties
    • E04B1/4185Masonry wall ties for cavity walls with both wall leaves made of masonry

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description


  "Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt".

  
De uitvinding heeft betrekking op een spouwmuur die een binnenspouwblad, een buitenspouwblad en langwerpige spouwankers die de twee spouwbladen verbinden en met hun uiteinden in deze spouwbladen vast zitten, bevat.

  
Bij bekende spouwmuren van deze soort, bestaan de spouwankers uit een dikke metalen draad waarvan de uiteinden in tegengestelde zin over 90[deg.] omgeplooid zijn. Tussen de uiteinden is de draad van een uitbuiging voorzien die gericht is in een richting die loodrecht staat op het vlak door de twee omgebogen uiteinden van de draad. De spouwankers moeten met hun omgeplooide uiteinden horizontaal

  
in de te verbinden spouwbladen ingemetseld worden waarbij dus het tussen de uiteinden gelegen gedeelte van de draad nagenoeg horizontaal moet lopen en de uitbuiging met haar top naar onder moet gericht zijn. Door de uitbuiging van de spouwankers wordt belet dat vloeistof langs deze spouwankers van het ene spouwblad naar het andere zou vloeien, althans indien deze spouwankers correct geplaatst zijn met de top

  
van de uitbuiging naar onder. Vloeistof die langs het spouwanker loopt zal ter plaatse van de uitbuiging afdruppen. Wanneer evenwel deze spouwankers verkeerd geplaatst zijn, bij voorbeeld met de top van hun uitbuiging naar boven gericht, of wanneer het tussen de uiteinden gelegen gedeelte van deze spouwankers overdreven schuin opgesteld is, dan zal eventuele vloeistof die langs het spouwanker een weg zoekt van het ene spouwblad naar het andere spouwblad niet ter plaatse van de uitbuiging afdruppen. Dergelijke verkeerd geplaatste spouwankers vormen dus een vochtbrug tussen de twee spouwbladen van de spouwmuren.

  
Bij deze bekende spouwmuren is het gebruik van isolerende wanden, bij voorbeeld van stijve schuimk�nststof, die men tussen de spouwbladen plaatst, relatief moeilijk. Inderdaad, door de omgeplooide uiteinden van de spouwankers, kunnen deze spouwankers niet gemakkelijk door de wand gestoken worden, althans niet. zonder deze wand in grote mate te beschadigen. Daarenboven is het verschuiven van deze wand over de spouwankers niet uitgesloten-De uitvinding heeft tot doel al deze nadelen te verhelpen en een spouwmuur te verschaffen waarbij de spouwankers, hoe ze ook geplaatst worden, praktisch nooit een vochtbrug tussen de spouwbladen kunnen vormen, zodat het plaatsen van deze spouwankers geen bijzondere kennis vereist en met minder zorg en tijd kan gebeuren dan bij de bekende spouwmuren, en deze spouwankers ook gemakkelijk

  
het plaatsen van een isolerende wand tussen de spouwbladen toelaten, zonder deze wand merkelijk te beschadigen en zonder dat deze wand na het plaatsen over de ankers kan verschuiven.

  
Tot dit doel zijn ten minste een aantal van de spouwankers over ten minste een tussen hun uiteinden gelegen gedeelte van hun lengte schroefvormig.

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de,over ten minste een gedeelte van hun lengte,  schroefvormige spouwankers over gans hun lengte schroefvormi g.

  
Bij voorkeur hebben de schroefvormige spouwankers de vorm van een getorste lat.

  
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de over ten minste een gedeelte van hun lengte schroefvormige spouwankers aan ten minste een uiteinde puntig.

  
Hierdoor kunnen de spouwankers gemakkelijk met een uiteinde in de mortelspecie van een spouwblad gestoken worden.

  
De uitvinding heeft ook betrekking op een spouwanker kennelijk bestemd om gebruikt te worden in een spouwmuur volgens een van de vorige uitvoeringsvormen. 

  
De uitvinding heeft ook betrekking op een spouwmuur die een binnenspouwblad bevat, een buitenspouwblad

  
en een isolerende wand die tussen de bladen opgesteld is.

  
Bij bekende spouwmuren van deze soort, waarbij de isolerende wand meestal van bladen stijve schuimkunststof vervaardigd is, plaatst men de wand tegen een van de spouwbladen, meestal tegen het binnenspouwblad.

  
De uitvinding heeft ook tot doel een dergelijke spouwmuur te verschaffen waarbij de isolatie door het toevoegen van de isolerende wand beter is dan bij deze bekende spouwmuren.

  
Tot dit doel is de isolerende wand op een afstand van beide spouwbladen opgesteld.

  
Verrassenderwijze is gebleken dat hierdoor een betere isolatie bekomen wordt.

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de spouwmuur langwerpige spouwankers die de twee spouwbladen met elkaar verbinden, die dwars door de isolerende wand lopen en met hun einden aan de twee spouwbladen vastgemaakt zijn, terwijl de isolerende wand door deze spouwankers zelf op een afstand van de spouwbladen gehouden wordt.

  
Bij deze uitvoeringsvorm kan doelmatig gebruik gemaakt worden van de over ten minste een gedeelte van hun lengte van schro efdraad voorziene spouwankers gebruikt bij de spouwmuur volgens een van de eerstgenoemde uitvoeringsvormen.

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een spouwmuur en van een spouwanker hierbij gebruikt, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voor-beeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.

  
Figuur 1 stelt een dwarse doorsnede voor van een gedeelte van een spouwmuur volgens de uitvinding. Figuur 2 stelt een dwarse doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 1 maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van de spouwmuur volgens de uitvinding. <EMI ID=1.1>  bruikt bij de spouwmuren uit figuren 1 en 2, maar op grotere schaal getekend.

  
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.

  
De spouwmuren volgens de figuren l.en 2 bevatten een binnenspouwblad 1 en een buitenspouwblad 2 waartussen de spouw 3 gevormd is. Beide spouwbladen 1 en 2 bestaan op een bekende manier uit bakstenen die met mortelspecie met elkaar verbonden zijn. Het binnenspouwblad 1 is aan de binnenzijde van de muur nog van een laag bepleistering 4 voorzien.

  
Tussen het binnenspouwblad 1 en het buitenspouwblad

  
2 lopen een aantal spouwankers 5 die met een uiteinde in elk van de spouwbladen vast zitten.

  
Zoals vooral blijkt uit figuur 3, is elk spouwanker

  
 <EMI ID=2.1> 

  
gegalvaniseerd staal. Het spouwanker 5 is over gans zijn lengte schroefvormig. Een uiteinde van het anker 5 is spits uitlopend. Het andere uiteinde is van een driehoekicp uitsparing voorzien, zodat aan weerszijden een punt gevormd wordt. In feite zijn de uiteinden van de spouwankers 5 ge-

  
 <EMI ID=3.1> 

  
niet loodrecht op de langsrichting van de lat, maar wel in V-vorm, zodat minstens een uiteinde een V-vormige punt bezit. 

  
Tussen het binnenspouwblad 1 en het buitenspouwblad 2 is in de spouw 3 een isolerende wand 6 opgesteld waarvan de dikte kleiner is dan de dikte van de spouw.

  
Bij de uitvoeringsvorm van de spouwmuur volgens figuur 1, bestaat de isolerende wand 6 uit platen 7 van stijve schuimkunststof zoals polyurethaan of polystyreen die aan weerszijden bekleed zijn met een aluminiumfolie 8. De platen kunnen ook slechts aan één zijde bekleed zijn met een alumi-

  
 <EMI ID=4.1> 

  
het buitenspouwblad 2 gericht. Over de helft van hun omtrek zijn deze platen van een groef voorzien, terwijl ze over de andere helft van deze omtrek van een ribbe voorzien zijn.De platen 7 worden zó geplaatst dat hun ribben in groeven van naburige platen passen, zodat elke circulatie van lucht door de wand 6 belet wordt. Desgevallend kunnen de in elkaar geschoven randen van de platen 7 nog aan elkaar gelijmd worden, bij voorbeeld door middel van een contactlijm. De isolerende wand wordt op een afstand van de twee spouwbladen 1 en 2 gehouden door middel van de spouwankers 5 die dwars door de wand geschroefd zijn. Door de schroefvorm wordt het verschuiven van de wand 6 over de spouwankers 4 belet. Men kan bijgevolg deze wand op gelijk welke plaats in de spouw 3  plaatsen, bij voorbeeld zoals voorgesteld in figuur 1 op

  
een zelfde afstand van de spouwbladen 1 of 2. De aanvragers hebben immers vastgesteld dat in dit geval een betere isolerende werking bekomen wordt dan wanneer de wand 6 tegen een van de spouwbladen geplaatst wordt, althans indien de lucht tussen de isolerende wand 6 en de twee spouwbladen 1 en 2 stationair is. Dit laatste kan gemakkelijk bekomen worden 

  
 <EMI ID=5.1> 

  
elke circulatie van lucht er doorheen beletten. 

  
Bij de uitvoeringsvorm van de spouwmuur volgens figuur 2 bestaat de isolerende wand 6 uit een blad 9 van soepele schuimkunststof die ook aan weerszijden bekleed is meteen aluminiumfolie 8, en uit metalen steunlatten 10. De aluminiumfolie 8 vormt ook hier een weerkaatsend waterondoorlatend scherm. Door de steunlatten 10 bekomt de wand 6 de nodige stijfheid; niettegenstaande het feit dat de schuimkunststof van het blad 9 soepel is. De metalen steunlatten

  
10 zijn van doordrukkingen voorzien die in het blad 9 grijpen, zodat het blad vast is aan de steunlatten 10.

  
In tegenstelling met de uitvoeri ngsvorm volgens figuur 1 is bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 de isolerende wand 6 tegen een spouwblad, namelijk het binnenspouwblad opgesteld. In dit geval zijn slechts steunlatten 10 noodzakelijk aan de van dit spouwblad 1 afgekeerde zijde van het blad 9. Indien de wand 6 op een afstand van beide spouwbladen 1 en 2 moet opgesteld worden, kunnen aan weerszijden van het blad 9 steunlatten 10 voorzien worden.

  
De isolerende wand 6 is ook bij de uitvoeringsvorm volgens de figuur 2 op haar plaats gehouden door de spouwankers 5. Deze spouwankers 5 zijn door openingen in de steunlatten 10 en dan verder door het blad 9 geschroefd. 

  
De hiervoor beschreven spouwmuren vervaardigt men meestal als volgt. Men metselt eerst een gedeelte van een van de spouwbladen 1 of 2. Vervolgens brengt men langs de spouwzijde van dit spouwblad de isolerende wand 6 aan. Hierna schroeft men dwars door deze wand 6 van aan de van het eerstgenoemde spouwblad afgekeerde zijde van dit paneel spouwankers 5 tot deze spouwankers met een uiteinde in de mortelspecie van het eerstgenoemde spouwblad steken. Bij de uitvoeringsvorm van de spouwmuur volgens figuur 1 schroeft men de spouwankers 5 rechtstreeks door de platen 7 van de stijve  schuimkunststof, terwijl men bij de uitvoeringsvorm van de spouwmuur volgens figuur 2 de spouwankers door openingen in de steunlatten 10 schroeft. Ten slotte metselt men het andere spouwblad van de spouwmuur waarbij men eveneens een uiteinde van de spouwankers in de mortelspecie van dit blad inwerkt.

  
Het is natuurlijk ook mogelijk eerst de twee spouwbladen 1 en 2 geheel of gedeeltelijk te metselen en dan de isolerende wand 6 tussen de spouwbladen aan te brengen en uiteindelijk de ankers 5 dwars door een van de spouwbladen

  
en de wand 6 tot in het andere spouwblad te schroeven. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een boormachine met speciale boorkop waarop de spouwankers 5 passen.

  
Om bij het aanbrengen van de spouwankers 5 de isolerende wand 6 op de gewenste plaats te houden, kan men gebruik maken van hulplatten, bij voorbeeld L-vormige latten die met een been over de bovenste rand van een reeds geplaatst blad van een spouwmuur haken en met hun ander been tussen dit spouwblad en de wand 6 gelegen zijn. De dikte van het laatstgenoemde been bepaalt dus de afstand tussen de isolerende wand 6 en het laatstgenoemde spouwblad.

  
Door hun puntig uiteinde en hun schroefvorm kunnen de spouwankers 5 vrij gemakkelijk door de isolerende wand 6 geschroefd worden zonder deze wand te beschadigen, zelfs indien bij voorbeeld de ankers rechtstreeks door platen 7 van stijve schuimkunststof geschroefd worden. Door de volledige symmetrie van de spouwankers ten opzichte van hun langsas, moet niet gekeken worden hoe deze spouwankers geplaatst worden. Enkel moeten ze zoveel mogelijk met hun langsrichting horizontaal geplaatst worden, maar zelfs bij een relatief grote helling zal door de verschillende bladen van de schroef-vorm eventuele waterdruppels die langs deze ankers van het ene spouwblad naar het andere zouden willen vloeien, afdruppen. Een vochtbrug tussen de twee spouwbladen wordt

  
zelfs bij deze schuine stand van de spouwankers 5 niet gevormd.

  
Natuurlijk moeten de spouwankers zoals dit ook nu het geval is met de bekende spouwankers in de mortelspecie tussen de stenen van de spouwbladen 1 en 2 gebracht worden, vooraleer deze mortelspecie volledig hard is. Door de schroefvorm en het puntige uiteinde, mag deze specie evenwel harder zijn dan bij de bekende spouwankers. Na het harden van de mortelspecie zitten de spouwankers zeer stevig in de spouwbladen 1 en 2. Het aantal spouwankers per vierkante meter muuroppervlakte hangt uiteraard af van de vereiste verankeringssterkte, van de afmetingen van de isolerende wand 6 en van de hardheid en samenstelling van deze wand 6.

  
Bij een constructie bestaande uit een laag beplei-

  
 <EMI ID=6.1> 

  
metselwerk, een spouw van 6 cm waarvan 2 cm aan de zijde van het binnenspouwblad 1 lucht zijn en 4 cm gevormd zijn door een isolerende wand 6 van aluminiumfolie 8 en polyurethaanschuim en een buitenspouwblad 2 van 9 cm baksteenmetselwerk, kan men een K-waarde van 0,32 bereiken, hetgeen uiterst gunstig is. Het komt er in feite op neer dat men dezelfde iso-

  
 <EMI ID=7.1> 

  
schuimkunststof gevuld zijn. Met mindere schuimkunststof bekomt men dus een even goede isolatie.

  
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

  
In het bijzonder moeten de spouwankers niet noodzakelijk over gans hun lengte schroefvormig zijn. Enkel in

  
de spouw zelf moeten ze een schroefvormig gedeelte bezitten.

  
De uitsparing in het einde van het anker kan ook door gebogen lijnen begrensd zijn.

  
Ook moet de spouwmuur niet noodzakelijk van een isolerende wand voorzien zijn. Indien dit wel het geval is, moet de isolerende wand niet noodzakelijk tegen het binnenspouwblad opgesteld zijn. Het kan ook tegen het buitenspouwblad opgesteld zijn.

  
De isolerende wand moet, indien hij aanwezig is, ook niet noodzakelijk aan een of beide zijden bekleed zijn met een folie van weerkaatsend materiaal.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES.
    1. Spouwmuur die een binnenspouwblad, een buitenspouwblad en langwerpige spouwankers die de twee spouwbladen verbinden en met hun uiteinden in deze spouwbladen vast zitten, bevat, m e t h e t k e n m e r k dat ten minste een aantal van de spouwankers over ten minste een tussen hun uiteinden gelegen gedeelte van hun lengte schroefvormig zijn.
    2. Spouwmuur volgens vorige conclusie, m e t h e t <EMI ID=8.1>
    schroefvormig zijn.
    3. Spouwmuur volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de schroefvormige spouwankers de vorm hebben van een getorste lat.
    4. Spouwmuur volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de,over ten minste een gedeelte van hun lengte&#65533;schroefvormige spouwankers aan ten minste een uiteinde puntig zijn. <EMI ID=9.1>
    5. Spouwanker kennelijk bestemd om gebruikt te worden in een spouwmuur volgens'een van de vorige conclusies.
    6. Spouwanker volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat het ten minste over een tussen zijn einden gelegen gedeelte schroefvormig is.
    7. Spouwanker volgens vorige conclusie, m e t
    h e t k e n m e r k dat het de vorm heeft van een getorste lat.
    8. Spouwanker zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
    9. Spouwmuur die een binnenspouwblad, een buiten-
    <EMI ID=10.1>
    spouwbladen opgesteld is, bevat, m e t h e t k e n m e r k dat de isolerende wand op een afstand van beide spouwbladen opgesteld is.
    10. Spouwmuur volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat hij langwerpige spouwankers bevat die de twee spouwbladen met elkaar verbinden, die dwars door de isolerende wand lopen en die met hun einden in de twee spouwbladen vastgemaakt zijn, terwijl de isolerende wand door de spouwankers zelf op een afstandvan de spouwbladen gehouden wordt.
    11. Spouwmuur volgens vorige conclusie, en volgens een van de conclusies 1 tot 4, m e t h e t k e n m e r k dat ten minste een aantal van de spouwankrs over ten minste een tussen hun uiteinden gelegen gedeelte van hun lengte schroefvormig zijn en de isolerende wand ter plaatse van deze schroefvormige gedeelten van de spouwankers opgesteld is. 12. Spouwmuur zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE165589A 1976-03-26 1976-03-26 Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt BE840070A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE165589A BE840070A (nl) 1976-03-26 1976-03-26 Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt
NL7607293A NL7607293A (nl) 1976-03-26 1976-07-01 Spouwmuur en hierbij gebruikt spouwanker.
DE19772712427 DE2712427A1 (de) 1976-03-26 1977-03-22 Maueranker fuer zweischaliges mauerwerk

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE840070 1976-03-26
BE165589A BE840070A (nl) 1976-03-26 1976-03-26 Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE840070A true BE840070A (nl) 1976-07-16

Family

ID=25649218

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE165589A BE840070A (nl) 1976-03-26 1976-03-26 Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE840070A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0494723A3 (en) * 1984-07-31 1992-12-16 William John Bernard Ollis Structural ties
EP0741217A1 (en) * 1995-05-02 1996-11-06 Helifix Limited Dry fixing system

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0494723A3 (en) * 1984-07-31 1992-12-16 William John Bernard Ollis Structural ties
EP0741217A1 (en) * 1995-05-02 1996-11-06 Helifix Limited Dry fixing system
EP1057948A3 (en) * 1995-05-02 2001-03-14 Helifix Limited Dry fixing system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6625947B1 (en) Insulated concrete wall system and method of making same
US7966784B2 (en) Veneer anchoring system
US9038338B2 (en) Insulated concrete form wall having a bracket attaching a rim joist thereto
US6802165B1 (en) Thin brick panel construction
US4885884A (en) Building panel assembly
US5140794A (en) Forming system for hardening material
US4333290A (en) Structural member for installation system
US3242622A (en) One piece flashing strip and ground
US5845445A (en) Insulated concrete form
CA1220921A (en) Edge attachment clip for wall panels
US2898758A (en) Anchor slot channel structure
US5540023A (en) Lathing
GB1575501A (en) Tie means for brick walls
US6629393B2 (en) Masonry reinforcing tie
US1434915A (en) Building board
KR100969244B1 (ko) 열교 차단용 구조 단열재
US20180171621A1 (en) Hanger for precast cladding panels, and precast panel incorporating same
JP7202158B2 (ja) 伸縮目地のキャップ
BE840070A (nl) Spouwmuur en spouwanker hierbij gebruikt
GB2365456A (en) Construction panel
US4422279A (en) Method for constructing a reinforced foundation
US7007434B1 (en) Building structure element and stiffening plate elements for such an element
RU2053334C1 (ru) Решетчатая арматура для бетонной плиты и плитообразный элемент стеновой опалубки для монолитного оболочного бетонного здания
US2913078A (en) Girder structure
US3965639A (en) Beam-reinforced ceiling panels