BE669029A - - Google Patents

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Landbouwwerkituig voor het breken van aardkluiten, het zaaiklaar maken van de grond en het in de grond werken van zaad". 



   De uitvinding betreft een landbouwwerktuig waarmee zowel aardkluiten kunnen worden gebroken, grond zaaiklaar kan worden ge- maakt als zaad in de grond kan worden gewerkt, 
Gekend zijn hiertoe de landbouwwerktuigen bestaande uit een axiaal roterend aangedreven staaf die over haar lengte meerde- re naast elkaar bevestigde platte messen bezit die dwars op de as- richting van de staaf zijn gericht en waarvan de uiteinden zijde- lings zijn omgebogen. 



   Deze werktuigen bieden echter als voornaamste nadeel dat zij na korte tijd in de grond wegzinken en hierin soms vast- lopen en dit dan vooral door de betrekkelijk dunne staaf. 



   Om dit heuvel te ondervangen bestaat volgens het voor- 

 <Desc/Clms Page number 2> 

   naamste   kenmerk der uitvinding, het landbouwwerktuig uit een axi- aal roterend aangedreven cilinder die over zijn manteloppervlak voorzien is van meerdere tanden die in een vlak loodrecht op de langsas van de cilinder, vooroverhellen. 



   Door de betrekkelijk grote diametervan de cilinder en de   vooroverhellende   tanden, waardoor het draagoppervlak wordt ver-   groot,   wordt niet alleen vermeden dat het werktuig in de grond   wegzinkt,   maar wordt het tevens mogelijk de grond geleidelijk en met een nagenoeg konstante kracht te bewerken, terwijl zoals hierna   zal     blijken,   het werktuig kan dienen voor het breken van   aardkluiten,   het zaaiklaar maken van de grond en het in de grond werken van zaad. 



   Vastgesteld werd dat wanneer de tanden bestaan uit gekromde   pennen,   zeer goede resultaten worden bekomen. 



   Door de tanden of pennen volgens één of meer schroeflijnen over het   manteloppervlak   van de cilinder op te stellen, zijn ge- hoemde nnen afdoend verdeeld over de cilinder om de grond zon- der veel moeite te kunnen bewerken. 



   Deze en nog ander kenmerken zullen nog beter tot uiting ko- men in de hiernavolgende uitvoeriger beschrijving van een mogelij- ke doch geenszins beperkte   uitvoeringsvorm   van het landbouwwerk- tuig overeenkomstig de uitvinding. Deze beschrijving verwijst naar bijgevoegde tekening, waarin: fig.l een vooraanzicht van het werktuig overeenkomstig de uitvinding weergeeft; fig. 2 er een dwarsdoorsnede van weergeeft volgens lijn   II-   
II van fig.l; fig 3 een aanzicht weergeeft van een tuinbouwtraktor waar- op het werktuig overeenkomstig de uitvinding is gemonteerd. 



   In deze fig. bemerkt men dat op het manteloppervlak 1 van een holle cilinder 2 meerdere tanden 3 zijn bevestigd die in een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 vlak loodrecht op de-langsas van de cilinder, vooroverhellen en die in de lengterichting van de cilinder volgens twee afzonder- lijke schroeflijnen, respektievelijk A- B zijn opgesteld die elk over 1800 van de cilinder lopen. In elk kopvlak van de cilinder 2 is   een opening   voorzien waardoorheen een stang 2 wordt gesto- ken om de cilinder op de holle as 6 van het   drijfwerk 2   van b.v. een tuinbouwtraktor 8 te bevestigen door tussenkomst van moeren die op de uiteinden van de stang zijn aangebracht en waartussen de cilinder en genoemde holle as zijn geklemd.

   Deze stang kan vol- doende lang zijn om dienst te doen als bevestigingselement voor twee cilinders die dan langs beide kanten van het   drijfwerk   van de   tuinbouwtraktor   worden aangebracht. (zie fig.3) 
Voor het breken van   aar@2luiten   en het zaaiklaar maken van de grond worden de clinders 2 derwijze aangedreven dat de uiteinden van de   pennen 3   het eerste in kontakt komen met de aardkluiten, en dat voor het onder de aarde brengen van zaad, de cilinders zodanig in tegengestelde richting worden aangedreven dat de gekromde ruggen van de pennen 2 het eerst met de grond in kontakt komen en aldus het zaad in de grond werken.

   het spreekt vanzelf dat de cilinders gelijk welke vorm en afmetingen kunnen hebben en dat eveneens de tanden of pennen gelijk welke vooroverhellende vorm kunnen bezitten en op gelijk welke wijze op het manteloppervlak van de cilinders kunnen zijn verdeeld, volgens twee, drie, vier, vijf of meer   afzonderlijke   schroeflijnen. Eveneens kan het bevestigingsmiddel waarmee de cilinder of cilinders aan een   drijfwerk   worden gekoppeld van gelijk welk soort zijn en kunnen de cilinders'door gelijk welke traktor of aandrijfmachine worden aangedreven.

Claims (1)

1. EISEN l.- Landbouwwerktuig voor het breken, het zaaiklaar maken van de grond en het in de grond werken van zaad, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit¯een roterend aangedreven cilinder die over zijn manteloppervlak voorzien is van tanden die in een vlak loodrecht op de langsas van de cilinder, vooroverhellen.

   2. - Landbouwwerktuig volgens eis 1, daardoor gekenmerkt dat de tanden bestaan uit gekromde pennen.

   3.- Landbouwwerktuig volgens de eisen 1 en 2, daardoor gekenmerkt dat de pennen volgens tenminste èèn schroeflijn naast elkaar op het manteloppervlak van de cilinder zijn bevestigd.

   4. - Landbouwwerktuig volgens eis 3, daardoor gekenmerkt dat dé pennen-volgens twee afzonderlijke schroeflijnen naast el- kaar zijn opgesteld die elk ovei 180 van de cilinder lopen.

   5.- Landbouwwerktuig volgens'eis 1, daardoor gekenmerkt dat de cilinder op een holle drijfas van een aanrijfmachine is , bevestigd door middel van een stang die doorheen de langsas van genoemde-cilinder en de holle drijfas loopt en dat deze cilinder en holle drijfas geklemd zijn tussen moeren die op de uiteinden van genoemde stang zijn geschroefd.

   6.- Landbouwwerktuig voor het breken, het zaal::Laar ma- ken van de.grond en het in de grond werken van zaad, in hoofdzaak zoals hiervoor beschreven en weergegeven door bijgaande 'tekening.