BE626964A

BE626964A -

Info

Publication number: BE626964A
Authority: BE
Priority date: 1962-01-10
Filing date: 1963-01-09
Publication date: 1963-07-09
Also published as: AT244666B; GB966347A; FR1350903A; NL273380A; DE1263386B; DK105785C

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  0 CIRUWAkli.ORO 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 à uitvinding heeft betrekking op een oitl...1 mot twee .";1 of meer roaairotort, Dergelijke o1:ktlmaa1trt zijn ftlg*a <m bekend en speoital be   stemd   voor het   maaien   van gras, onkruid en het   verpulveren   van afge- vallen bladeren en takjes op grote oppervlakken, zoals   grasvelden,   
 EMI2.2 
 wegbermen, boomgaarden, e.d.

   Voor het bowwrken van boomgaarden to d* oirkelmaaier op bekende wijze voorzien van een twenkbare maairahiji! 
Het is de bedoeling dat het   afgemaaide   en   verpulverde   materiaal over het oppervlak van de grond   verspreid   wordt, 
 EMI2.3 
 Bi j de thans bekende oirkelmaaiers te eea gelijkmatig* ter- spreiding onvoldoende te   realiseren   omdat het   gemaaide   gewas groten- deels op   stroken   komt te liggen. 
 EMI2.4 
 



  Verder hebben vrijwel alle oirkelxaaiers met twee of aeer tnmi- rotors het nadeel, dat het afgesneden materiaal als   gevolg   van de 
 EMI2.5 
 oentriilagale kracht van de ene maairotor op de andere wordt goalie-* gord, aan de meaaen kan blijven   hangen,   opeenhoping van materiaal ver- corzaakt en tot gevolg heeft dat hetzelfde materiaal herhaalde malen wordt   doorgesneden,   waardoor voor een goed funktioneren van de cirkel-   maaier   een groot vermogen voor de aandrijving   noodzakelijk   is. 
 EMI2.6 
 



  Bij de oirkelmaaler volgend de uitvinding zijn bovenvermelde na¯ delen geheel opgeheven doordat het afgemaaid* materiaal Biet van de ene ¯Irotor op de andere kan worden geslingerd en onder alle oaa- Rtnd1ghdon een goede verspreiding gewaarborgd lee De cirkeltaaier is gekenmerkt, doordat vlak boven en evenwijdig' met het vlak waarin de maairotorm draaien in de voortbewegingerich- ting onderling   evenwijdige     geleidingsstrippen   voor het gemaaid*   gewas   zodanig zijn aangebracht, dat de   assen   van de maairotors sioh nage- noeg in hot midden van de door telkens twee opvolgende   geleidinge-   strippen ingesloten vlakken   bevinden.   
 EMI2.7 
 



  De taak van deze gele1d1nlSatroken lap te verhinderen dat het gemaaide gewas van de ene l14a1 O('\tor op de andere wordt geslingerd en   tevens   om dit gewas te geleiden naar de achterzijde van de   oirkel-   maaier waardoor een   gelijkmatiger   verspreiding wordt verkregen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 



  Wanneer de geleldinge*trippen aan de voorzijde gebogen worden uitgevoerd to de geleiding nog noepolor en wordt tevens voorkomen dat 
 EMI3.2 
 het gemaaide gewas in het nog te maaien gewag wordt geslingerd* 
 EMI3.3 
 Het ia dan ook een verder kenmerk, dat aan de voorzijde ac bzz leidingsetrippen v66r de door de maairotors beschreven oirelvlakda en tegen de araairichtingen daarvan in gebogen zijn, net  preekt vanzelf dat de aldus gebogen vooreinden zover doorga** zet kunnen lijn, dat telkens twee opvolgende geleid1netrlppn  et elkaar verbonden worden.

   Tenslotte kan de verspreiding vut hot r',w-- maalde gewas nog Intensiever worden wanneer ann de achterkant ra,-j- noeg in het nidden van de door do geleidingaatrippen vaaGi afvoer. kanalen een korte galeidingsstrip In aangebracht, walkt' teftsn d  draairio'ating van de cmirotor in in gericht. net voordeel laaryvt ils, dat het afgevoerde materiaal zioh waaiervormig verepraidt te,, ' eren- tueel nog aan de *cocon hangende restanten door de korte seled3r. . 
 EMI3.4 
 *trip worden tegengehouden en afgevoerd. 
 EMI3.5 
 



  Het is gekenzerkto doordat aan de aohtni-zijde nr¯^noe; midden tussen tolken  twee opvolgende geleidingaetrippen een zich 6Od&el lijk tot boven de door de aaairotors beaahrevan oirkelvlakken liit- 
 EMI3.6 
 strekkende en tegen de draairichting daarvan in gerichte, korte gelei- 
 EMI3.7 
 aingentrip In aangebracht* Tenslotte kunnen deze gele1ding8.trippn 10 zijn uitgevoerde iat 
 EMI3.8 
 hun richting instelbaar ie. 
 EMI3.9 
 



  Do uitvinding zal hieronder aan de hand van de tekeningen, war r in bij wijze van voorbeeld een cirkelmaaier met twee maairotors en o*n swenkbare maaimohijf eahemstiroh wordt weergegeven, nader worden toe- 
 EMI3.10 
 gelioht. 
 EMI3.11 
 



  7ig. 1 geeft een bovenaanzicht van de oirkelmaaier. pige 2 een achteraanzicht met weglating van het achterste loop- 
 EMI3.12 
 wieltje. 
 EMI3.13 
 tige een onderaanzicht- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 Het 7, wordt het uit ataalbul.n en/of profieloonrtruotie vervaar- dies In wet (# n opgelast* staalplaat afgedekte draaggestel weerge- geven, waaraan trekkerhaken 2 en loopwielen 3 op bekende wijs* zijn aangebracht. 4 in do swenkbaxe maalsohijf.

   De op de aaairoto1'...en 59 6 en 7 aangebrachte onaarcohijven 8, 9 en 10 worden door v-enarrn via d* aandrljfichijf 11 aangedreven en door d* spanrol 12 onder spanning ',3hGLtdens Lau de onderzijde zijn op de 1I&&1rotora"8n 5 b en 7 de mal- rotors 13, 14 en 15 aangebracht* Juist boven het draairlak ran de aui1'Oto%'l 13 en 14 fijn in d# TOortbeW8gin±8riohtin, van de oirkeinaaier onderling evenwijdig* se- 181d1nga.tr1ppen 16 aangebracht welke aan de voorzijde airtuivormid zijn omgezet en met elicaar verbonden* De geleidingastrippen kunnen echter ook volkomen recht verlopen, zoals in tie*3 met stippellijnen is aangegeven* Verder kunnen tij aan de voorzijde binnen de door d# vol getekende en gestippeld* geleiding*-. strippen begrensde -vlakken olke gewenste  d# afvoer van gemaaid gewag b.To1'4erend., kromming hebben. 



  Vat 17 worden de, d# verspreiding bevorderende en d# Mtortt<nmta reinigende, korte geleidingsstrippen weergegeven. 



  Keet kunnen 10 zijn geconstrueerd, dat de hoek van afvoer instel. 
 EMI4.2 
 



  'baar is.

Claims

C O N C L U S I E S . EMI5.1

1, a1kelMa.t.r Mei twea of teer waai retor , nat het tfOftM' dat vlek boven en evenwijdig met het vlak waarin de Mtmirotora f4r411- en in a# vocribewegingariohting onderling evenwijdige elsidir strippen voor het gemaaid* gewas zodanig zijn aangebraoht, dat áa aaaeri van d* lIIaairotor8 zich nagenoeg in het midden van de door telkens twee opvolgende sol.iding8.trlpp.n lnggoloton vlakken ils* vinden, 2. dirkelmaaier volgens conolusie 19 met het ksnwik, da: im do voorzijde de geleiding3strippen v6ór de door do maai rotors be- schreven oirkelvlakken en tegen de draairiohting daarvan in ,gebogen zijn. EMI5.2

3. Oixkelmaaier volgens oonolusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de geleidingeetrippen zover zijn doorgezet dat telkens tvue opvolgen- de gsleidingantrippen met elkaar worden verbonden.

4. Cirkelmaaier volgens conclusie 1, 2 of 3, reet het kenmerk, dat aan de achterzijde nagenoeg midden tussen telkens twee opvolgend* geleidingsstrippen een zioh gedeeltelijk tot boven de door de maai- EMI5.3 rotors beschreven oixkolvlalcken uitatrek3conde en tegen do drMirio'b*" ting daarvan in gerichte, korte geleidingestrip In aanc braoht.

5. Cirkelmaaier volgens conclusie 4, ment ht kenmerkt d^t de richting van de korte gelei,dingastrtp int telbaar ia.