<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ver- vaardigen van een hol voorwerp' van vezelstof met een bindmiddel, waarbij men een massa vezelstof-bindmiddel brengt tussen een kern en een buitenvorm.
De uitvinding heeft in hoofdzaak tot doel een.werkwijze te ont- werpen volgens dewelke op een niet-ingewikkelde en degelijke wijze verschil- lende voorwerpen, en o.m. naadloze buizen en vormstukken, kunnen vervaardigd worden uit een mengsel van asbest of vezel met cement en water.
@ Tot dit doel gebruikt men een uitzetbare kern en brengt men de- ze kern.onder druk nadat men de massa vezelstof-bindmiddel tussen de kern en de buitenvorm gebracht heeft.
Doelmatig gebruikt men een uit minstens twee delen samengestelde buitenvorm@ en brengt men de kern onder druk nadat men de massa vezelstof- bindmi del tussen de kern en de buitenvorm gebracht heeft, om vervolgens de druk in deze kern terug te laten afnemen en de delen van de buitenvorm uit elkaar te nemen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van dezelfde uitvinding, ge- bruikt men een water doorlat$nde buitenvorm.
In een voordeliger uitvceringsvorm van dezelfde uitvinding, brengt men de kernf tijdelijk onder druk door tussenkomst van een fluïdum, dat men eerst in de kern drukt en er vervolgens uit laat ontsnappen.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van dezelfde uit- vinding, plaatst men de uitzetbare kern op een tweede het fluïdum doorlaten- de kern.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren vandeze werkwijze.
Andere voordelen en eigenschappen van de uitvinding zullen blij- ken uit de beschrijving van een werkwijze voor het vervaardigen van een hol voorwerp van vezelstof met een bindmiddel en van een daarbij gebruikte in- richting volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en is niet beperkend voor de uitvinding; de verwijzingscijfers heb- ben betrekking op de hieraantoegevoegde tekeningen,
Fig. 1 is een langsdoorsnede van een inrichting voor het vervaar- digen van een hol voorwerp van vezelstof met een bindmiddel volgens de uit- vinding.
Fige 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II uit fig. l.
In de twee figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen,
De in de figuren voorgestelde inrichting bevat een buitenvorm 1, die uit twee helften bestaat en die geperforeord is. De openingen 2 van deze buitenvprm kunnen het water laten ontsnappen en de buitenvorm is zodanig geconstrueerd, dat hij aan een sterke inwendige druk kan weerstaan. Een of meer kopvlakken, zoals 3 en 4, worden door klemmen of door andere elementen op de buitenvorm 1 aangespannen. In de buitenvorm 1 zit een holle geperforeer- de kern 5. Een rubberkous 6 is juist passend over de kern 5 getrokken.
Een zeefdoek 7 sluit aan bij de binnenwand van de buitenvorm Verder is een rubberdichting 8 voorzien om te beletten dat de breiachtige massa vezelstof- bindmiddel uit de inrichting @u ontsnappen. Een leiding 9 mondt uit tussen de buitenvorm en de kern en meer bepaald nog tussen het zeefdoek 7 en de rub- berkous 6. Een andere buis 10 laat toe een fluïdum onder druk in de holle ruimte il van de kern 5 toe tel laten. Verder zijn de nodige elementen voor- zien om het fluïdum te laten ontsnappen van uit de holle ruimte 11 en om de druk, die in deze holle ruimte heerst, te meten.
Op de merken valt bij de toepassing van de werkwijze voor het vervaardigen van een hol voorwerp van vezelstof met een bindmiddel volgens de uitvinding, de rubberkous 6 als ei- genlijke kern dienst doet, terwijl de geperforeerde kern 5 ten slotte enkel een tweede kern is die de eigenlijke kern ondersteunt.
<Desc/Clms Page number 2>
Het gebruikte mengsel vezel met cement en water wordt langs het kanaal 9 in de ruimte 12 gebracht tussen de rubberkous 6 en het zeefdoek 7.Na vulling van de ruimte 12 wordt de opening van 9 afgedicht en gaat men over tot het vormen van het te vervaardigen voorwerp. Hiervoor wordt de rubberkous 6, welke over de tweede geperforeerdekern 5 is aangebracht, onder druk geplaatst. Deze druk kan pneumatisch of hydraulisch zijn en wordt verwezenlijkt door langs de opening 10 in de ruimte 11 een gas of een vloeistof toe te laten. Het gas, bij voorbeeld lucht, wordt door middel van een niet getekende compressor op een bepaalde druk gebracbt, terwijl in het geval dat een vloeistof gebruikt wordt deze vloeistof door -middel van een ongepaste hydraulische pomp of accumulator in de ruimte 11 onder druk gebracht wordt.
Aangezien de tweede kern 5 geperforeerd is, zal het gebruikte fluïdum door de openingen van deze kern heen dringen en een gelijkwaardig verdeelde druk uitoefenen op de rubberkous 6 die zal uitzetten en die op haar beurt de druk zal overdragen op de massa vezelstof-bindmiddel, welke zich tussen de rubberkous 6 en het zeefdoek 7 bevindt. Opdat nu het overtollige water uit de brei zou kunnen ontsnappen, is ook de buitenvorm 1 geperforeerd; het weefsel 7 heeft als functie te beletten dat ook cement en vezels langs de openingen 2 zouden ontsnappen. Door de druk, die op de rubberkous 6 uitgeoefend wordt, zal de brei ontwaterd worden en tegen liet...;.:: 'zeefdoek 7, en dus tegen de binnenwand van de buitenvorm 1, gedrukt worden en hiervan tot de bijzonderheden de vorm aannemen.
Een aangepaste constructie van de buitenvorm 1 laat toe zijn weerstand tegen inwendige druk zo op te voeren, dat een zeer compact asbest-of vezelcementvormstuk kan verkregen worden.
Voor het ontvormen volstat het de druk, die inwendig pp de rubberkous 6 heerst, terug te ontspannen en aldus de rubberkous te laten inkrimpen. Vervolgens worden de twee helften van de buitenvorm 1 losgemaakt en uit elkaar genomen.
Wanneer gedurende het vormen van het hol voorwerp een aangepaste druk bereikt was, beit het gefabriceerde voorwerp voldoende stevigheid om onmiddellijk uit de buitenvorm 1 genomen te worden. Het verwijderen van de kern biedt over het algemeen geen moeilijkheden, enerzijds wegens de veerkracht van de rubberkous en anderzijds door de speling die ontstaan is na het ontspanneno
Men dient te begrijpen, dat de uitvinding geenszins beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat binnenliet raam van de octrooi aanvrage aan de beschreven uitvoering menige verandering kan aangebracht worden o. m.
wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikkingen het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a process for the manufacture of a hollow article of fibrous material with a binder, wherein a mass of fibrous binder is placed between a core and an outer mold.
The main object of the invention is to design a method according to which various articles, and seamless pipes and moldings, can be manufactured from a mixture of asbestos or fiber with cement and water. .
For this purpose an expandable core is used and this core is pressurized after the mass of fiber-binding agent has been placed between the core and the outer mold.
Expediently, an outer mold (R) composed of at least two parts is used and the core is pressurized after the mass of fibrous binding material has been placed between the core and the outer mold, in order to subsequently allow the pressure in this core to decrease and the parts of take apart the outer shape.
In a particular embodiment of the same invention, a water permeable outer shape is used.
In a more advantageous embodiment of the same invention, the core is temporarily pressurized by means of a fluid, which is first pressed into the core and then released from it.
In a preferred embodiment of the same invention, the expandable core is placed on a second fluid permeable core.
The invention also relates to a device for carrying out this method.
Other advantages and features of the invention will become apparent from the description of a method for making a hollow fiber article with a binder and a device according to the invention used therewith; this description is given by way of example only and is not limiting of the invention; the reference numbers relate to the attached drawings,
FIG. 1 is a longitudinal sectional view of an apparatus for manufacturing a hollow fibrous article with a binder according to the invention.
Fig. 2 is a section along the line II-II of Fig. 1.
In the two figures, the same reference numbers refer to the same elements,
The device represented in the figures comprises an outer mold 1, which consists of two halves and which is perforated. The openings 2 of this outer mold allow the water to escape and the outer mold is constructed in such a way that it can withstand a strong internal pressure. One or more end faces, such as 3 and 4, are clamped to the outer mold 1 by clamps or other elements. In the outer mold 1 there is a hollow perforated core 5. A rubber stocking 6 is pulled over the core 5 just fittingly.
A screen cloth 7 adjoins the inner wall of the outer mold. Furthermore, a rubber gasket 8 is provided to prevent the knitted mass of fiber-binding agent from escaping from the device @u. A conduit 9 terminates between the outer mold and the core and more particularly between the screen cloth 7 and the rubber sleeve 6. Another tube 10 allows a fluid under pressure to enter the hollow space 11 of the core 5. Furthermore, the necessary elements are provided to allow the fluid to escape from the cavity 11 and to measure the pressure prevailing in this cavity.
When using the method for manufacturing a hollow article of fibrous material with a binder according to the invention, the rubber sleeve 6 acts as the actual core, while the perforated core 5 is ultimately only a second core which is noted. supports the actual core.
<Desc / Clms Page number 2>
The used mixture of fiber with cement and water is introduced along the channel 9 into the space 12 between the rubber sleeve 6 and the sieve cloth 7. After the space 12 has been filled, the opening of 9 is sealed and the mold to be manufactured is started. object. For this purpose, the rubber stocking 6, which is arranged over the second perforated core 5, is placed under pressure. This pressure can be pneumatic or hydraulic and is achieved by admitting a gas or a liquid through the opening 10 in the space 11. The gas, for example air, is brought to a certain pressure by means of a compressor (not shown) to a certain pressure, while in the event that a liquid is used, this liquid is pressurized in the space 11 by means of an inappropriate hydraulic pump or accumulator. .
Since the second core 5 is perforated, the used fluid will penetrate through the openings of this core and exert an equally distributed pressure on the rubber sleeve 6 which will expand and which in turn will transfer the pressure to the mass of fiber-binder, which is located between the rubber stocking 6 and the sieve cloth 7. The outer mold 1 is also perforated so that the excess water can escape from the knit; the function of the fabric 7 is to prevent cement and fibers from escaping through the openings 2 as well. Due to the pressure exerted on the rubber stocking 6, the knit will be dewatered and will be pressed against the screen cloth 7, and thus against the inner wall of the outer mold 1, and this will give the details of the mold. take.
An adapted construction of the outer mold 1 makes it possible to increase its resistance to internal pressure in such a way that a very compact asbestos or fiber cement molding can be obtained.
For demoulding, it is sufficient to relieve the pressure which prevails internally on the rubber stocking 6 and thus to allow the rubber stocking to contract. Subsequently, the two halves of the outer mold 1 are detached and taken apart.
When an appropriate pressure was reached during the molding of the hollow article, the fabricated article has sufficient strength to be immediately taken out of the outer mold 1. In general, the removal of the core does not present any difficulties, on the one hand due to the resilience of the rubber stocking and on the other hand due to the play created after the release.
It is to be understood that the invention is by no means limited to the embodiment described above and that within the framework of the patent application many changes may be made to the described embodiment.
in terms of shape, composition, arrangements, and the number of parts used to implement the invention.