<Desc/Clms Page number 1>
INRICHTING VOOR HET NAAR OPZIJ BIJEENHARKEN VAN OP DE GROND LIGGEND GEWAS, DIE TEVENS ALS ZWADKEERDER KAN WORDEN GEBRUIKT.
In het Belgische Invoeroctrooi Nr. 509.190 is een inrichting voor het naar opzij bijeenharken van op de grond liggend gewas of andere plantaardige producten beschreven, welke bestaat uit een op loopwielen verrijdbaar gestel., dat voorzien is van een aantal draaibare, schuin ten opzichte van de rijrichting in tenminste één rij elkaar overlappend opge- stelde harkwielen, die aan de omtrek met tanden of andere meeneemorganen zijn uitgerust en die bij voortbeweging van het rijgestel door hun aanraking met de grond in draaiing gebracht worden en het door de tanden aangegrepen materiaal zijwaarts afvoeren.
De uitvinding beoogt een inrichting van deze soort te verschaf- fen, die behalve als zijaanvoerhark, door-een eenvoudige aan de inrichting aan te brengen verandering ook als zwadkeerder kan worden gebruikt, hetgeen vooral in het machinale hooibedrijf van bijzondere betekenis is.
Volgens de uitvinding zijn daartoe aan de inrichting middelen aanwezig tot het gelijktijdig gewijzigd in het gestel opstellen van enige harkwielen ten opzichte van de overige, waarbij dan meerdere reeksen van harkwielen worden geformeerd, zodanig dat het door een reeks harkwielen zijwaarts afgevoerde materiaal buiten het bereik van de andere reeks(en) harkwielen blijft.
In de tekening is bij wijze van voorbeeld een practische uit- voeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding schematisch weergegeven.
Fig- 1 toont de gehele inrichting in ¯bovenaanzicht, waarbij alleen de voor een goed begrip van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn weergegeven.
Fig. 2 toont een harkwiel in zijaanzicht.
<Desc/Clms Page number 2>
De inrichting heeft een verrijdbaar gestel, dat door loopwielen 1, 2 en 3 is ondersteund. Van dit gestel zijn slechts een dwarsbalk 4 aan het vooreinde en een van deze balk schuin naar achteren lopende draagbalk 5, alsmede de draers 6, 7 en 8 weergegeven.
In de schuine draagbalk 5 zijn draaibaar enige, bijvoorbeeld zes krukken 9 aangebracht, die aan haar vrije uiteinde elk een harkwiel 10 dragen. Door het gewicht der harkwielen 10 hebben de krukken 9 de neiging in haar aan de draagbalk 5 bevestigde lagers 11 te gaan draaien, waardoor dus de harkwielen tegen de grond worden gedrukt.' Om de grootte van die druk te verminderen en dus te bereiken, dat de harkwielen slechts licht met de grond in aanraking zijn, kunnen trekveren 12 met bij voorkeur instelbare veerkracht zijn aangebracht, welke veren de neiging hebben de krukken 9 tegen- gesteld aan de door het gewicht der harkwielen 10 veroorzaakte draaiing te doen bewegen.
De harkwielen 10 zijn aan hun omtrek van tanden 13 of dergelijke meeneemorganen voorzien (zie fig. 2). Deze tanden zijn dus aan de onder- zijde van het wiel licht met de grond in aanraking. Wordt nu het rij gestel in de richting van de in fig. 1 getekende pijl naar voren bewogen, dan zal de op elke met de grond in aanraking zijnde tand werkende kracht een ontbon- dene opleveren in het wielvlak, welke oorzaak is, dat elk harkwiel om het vrije einde van zijn kruk 9 gaat draaien. Bij de draaiing van de harkwie- len wordt het op de grond liggende materiaal (zoals bijvoorbeeld gras of hooi) door de tanden 13 aangegrepen en medegenomen. Daar de onderzijden der wielen ten opzichte van de voortbewegingsrichting van het rijgestel ach- teruit draaien (zie fig. 2) en deze wielen schuin gesteld zijn, heeft een zijwaartse verplaatsing van het aangegrepen materiaal plaats.
Het op de grond liggende materiaal wordt aldus eerst door het voorste harkwiel aangegrepen en zijwaarts in het bereik van het tweede hark- wiel neergelegd, om vervolgens door de tanden van het tweede harkwiel te wor- den aangegrepen, zodat het materiaal van wiel tot wiel wordt gevoerd en tenslotte door het laatste wiel zijwaarts wordt gedeponeerd. De gehele in- richting heeft dus het effect van een zogenaamde zijaanvoerhark.
Om nu met de inrichting ook zwadden te kunnen keren, is bij de getekende uitvoeringsvorm de draagbalk 5 tweedelig uitgevoerd en zijn het voorste deel 5a en het achterste deel 5b daarvan bij 14 op een niet nader voorgestelde wijze losneembaar met elkaar gekoppeld, teneinde het mogelijk te maken, dat het achterste deel 5b, dat bijvoorbeeld de helft van het aantal harkwielen 10 draagt, na loskoppeling van het voorste deel 5a, ter- zijde van dit deel en evenwijdig daaraan kan worden gebracht en met het rij- gestel bij 15 kan worden gekoppeld.
Deze zijwaartse verplaatsing van het achterste deel 5b van de draagbalk geschiedt bij de getekende uitvoeringsvorm op de volgende wijze;
Het deel 5b wordt behalve door het achterste loopwiel 3 gedra- gen door een over de harkwielen 10 heen lopende drager 16, die bij 17 schar- nierend met het snijpunt van de dragers 7 en 8 en bij 18 scharnierend met het deel 5b verbonden is, zodat de drager 16 een om het punt 17 zwaaibare arm vormt, met behulp waarvan het achterste deel 5b van de draagbalk in de in fig. 1 met stippellijnen aangegeven stand kan worden gebracht. Om tij- dens deze omzwaaiing een gemakkelijke besturing van het deel 5b te verze- keren, is het loopwiel 3 als een instelbaar wiel uitgevoerd. Het voorste deel 5a van de draagbalk blijft in zijn oorspronkelijke stand staan, daar het achtereinde van dit deel door het loopwiel 2 wordt ondersteund.
Is het deel 5b van het deel 5a ontkoppeld, daarna in de gestip- pelde stand omgezwaaid en vervolgens in die stand met het rijgestel bij 15 verbonden, dan kunnen met de inrichting tegelijkertijd twee zwadden worden gekeerd, en wel één zwad met behulp van de harkwielen van het deel 5a an het naastliggende zwad met behulp van de harkwielen van het deel 5b.
Natuurlijk kan de inrichting ook zodanig zijn uitgevoerd, dat de draagbalk 5 eendelig is en het rijgestel van nog een tweede draagbalk is
<Desc/Clms Page number 3>
voorzien, overeenkomende met het deel 5b in de gestippelde stand. Om als zwadkeerder te kunnen worden gébruikt, moeten dan de achterste drie hark- wielen 10 van de draagbalk 5 worden gedemonteerd en in daarvoor aangebrachte ligplaatsen van de tweede draagbalk worden gemonteerd.
Eisen
1. Inrichting voor het naar opzij bijeenharken van op de grond liggend gewas of andere plantaardige producten, bestaande uit een op loop- wielen verrijdbaar gestel, dat voorzien is van een aantal draaibare, schuin ten opzichte van de rijrichting in tenminste één rij elkaar overlappend opgestelde harkwielen, die aan de omtrek met tanden of andere meeneemorganen zijn uitgerust en die bij voortbeweging van het rijgestel door hun aanraking met de grond in draaiing gebracht worden en het door de tanden aangegrepen materiaal zijwaarts afvoeren, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn tot het gelijktijdig gewijzigd in het gestel opstellen van enige harkwielen ten opzichte van de overige, waarbij dan meerdere reeksen van harkwielen worden geformeerd,
zodanig dat het door een reeks harkwielen zijwaarts afge- voerde materiaal buiten het bereik van de andere reeks(en) harkwielen blijft.
2. Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk, dat de achterste harkwielen van een rij met hun ondersteuningsorganen als één geheel uit die rij kunnen worden genomen, welk geheel op een andere plaats weer in het ge- stel past, zodanig dat de harkwielen er van dan een tweede groep vormen.
3. Inrichting volgens eis 2, met het kenmerk, dat de harkwielen van elk van de delen van de splitsbare rij op een schuin ten opzichte van de rijrichting lopende balk zijn gemonteerd, die elk door een loopwiel zijn ondersteund en waarvan een naast en in het verlengde achter de ander kan worden geplaatst, waartoe deze scharnierbaar is bevestigd aan een zwaai- baar met het vaste gestel (7,8) verbonden draagarm (16), een en ander zoda- nig, dat na het loskoppelen van de beide delen van de draagbalk, het achter- ste deel (5b) door omzwaaiing van de draagarm (16) op zijn plaats evenwijdig aan het voorste deel (5a) van de draagbalk kan worden gebracht. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
DEVICE FOR SIDE RAKING OF GROUND CROP, WHICH CAN ALSO BE USED AS A SWADER.
In the Belgian Import Patent No. 509,190 discloses a device for raking up plants lying on the ground or other plant products to the side, which consists of a frame that can be moved on running wheels and is provided with a number of rotatable, oblique to the direction of travel in at least one row. Rake wheels arranged in overlapping manner, which are equipped at the periphery with teeth or other driving means and which, when the chassis is moved forward, are set into rotation by their contact with the ground and discharge the material gripped by the teeth sideways.
The object of the invention is to provide a device of this type which, in addition to being used as a side feed rake, can also be used as a windrow rake by means of a simple change to be made to the device, which is of particular importance in the machine haying business.
To this end, according to the invention, means are provided on the device for arranging a number of rake wheels in a modified manner relative to the others at the same time, in which case several series of rake wheels are formed, such that the material discharged sideways by a series of rake wheels is removed from the reach of the rake. the other set (s) of rake wheels remains.
In the drawing, by way of example, a practical embodiment of a device according to the invention is schematically shown.
Fig. 1 shows the entire device in top view, showing only the parts necessary for a good understanding of the invention.
FIG. 2 shows a rake wheel in side view.
<Desc / Clms Page number 2>
The device has a mobile frame supported by running wheels 1, 2 and 3. Only one transverse beam 4 at the front end of this frame and one supporting beam 5 inclined to the rear, as well as the supports 6, 7 and 8 are shown.
A few, for example six cranks 9, which each carry a rake wheel 10 at its free end, are rotatably arranged in the inclined support beam 5. Due to the weight of the rake wheels 10, the cranks 9 have a tendency to rotate in its bearings 11 attached to the bearing beam 5, so that the rake wheels are pressed against the ground. In order to reduce the magnitude of that pressure and thus achieve that the rake wheels are only slightly in contact with the ground, tension springs 12 with preferably adjustable spring force may be provided, which springs tend to oppose the cranks 9 to the cause the weight of the rake wheels 10 to move caused by rotation.
The rake wheels 10 are provided on their periphery with teeth 13 or similar driving members (see Fig. 2). These teeth are thus lightly in contact with the ground on the underside of the wheel. If the driving frame is now moved forward in the direction of the arrow shown in Fig. 1, the force acting on each tine in contact with the ground will produce a debris in the wheel face, which causes each rake wheel starts to turn around the free end of its crank 9. During the rotation of the rake wheels, the material lying on the ground (such as for instance grass or hay) is engaged by the tines 13 and carried along. Since the undersides of the wheels rotate backwards with respect to the direction of travel of the chassis (see Fig. 2) and these wheels are inclined, a lateral displacement of the engaged material takes place.
The material lying on the ground is thus first engaged by the front rake wheel and deposited sideways in the region of the second rake wheel, to be subsequently engaged by the teeth of the second rake wheel, so that the material is moved from wheel to wheel. and finally deposited sideways by the last wheel. The entire device thus has the effect of a so-called side feed rake.
In order to now also be able to turn swaths with the device, in the embodiment shown the support beam 5 is made in two parts and the front part 5a and the rear part 5b thereof are detachably coupled to each other at 14 in a manner not shown in more detail, in order to make it possible. make that the rear part 5b, which carries, for example, half the number of rake wheels 10, after disconnection from the front part 5a, can be brought to the side of this part and parallel thereto and can be coupled to the chassis at 15 .
This lateral displacement of the rear part 5b of the supporting beam takes place in the illustrated embodiment in the following manner;
The part 5b is carried in addition to the rear running wheel 3 by a carrier 16 extending over the rake wheels 10, which at 17 is hingedly connected to the intersection of the carriers 7 and 8 and at 18 hingedly to the part 5b, so that the carrier 16 forms an arm pivotable about the point 17, with the aid of which the rear part 5b of the support beam can be brought into the position indicated by dashed lines in fig. In order to ensure easy control of the part 5b during this pivot, the running wheel 3 is designed as an adjustable wheel. The front part 5a of the carrier beam remains in its original position, as the rear end of this part is supported by the running wheel 2.
If the part 5b has been uncoupled from the part 5a, then swung over into the dotted position and then connected in that position to the chassis at 15, then two swaths can be turned simultaneously with the device, one swath with the aid of the rake wheels. of the part 5a and the adjacent swath with the aid of the rake wheels of the part 5b.
Of course, the device can also be designed in such a way that the supporting beam 5 is in one piece and the chassis of a second supporting beam.
<Desc / Clms Page number 3>
provided, corresponding to the part 5b in the dotted position. In order to be used as a windrow rake, the rear three rake wheels 10 must then be dismantled from the draw beam 5 and mounted in berths of the second draw beam provided for this purpose.
Requirements
Device for raking up plants or other plant products lying on the ground to the side, consisting of a frame that is movable on trolleys and which is provided with a number of rotatable, obliquely arranged overlapping with respect to the direction of travel in at least one row. rake wheels, which are equipped at the periphery with teeth or other driving means and which, when the frame is moved by their contact with the ground, are set in rotation and discharge the material engaged by the tines sideways, characterized in that means are provided for simultaneously changed in the frame arrangement of some rake wheels with respect to the others, whereby several series of rake wheels are then formed,
such that the material discharged sideways by one series of rake wheels remains out of reach of the other series (s) of rake wheels.
2. Device according to claim 1, characterized in that the rear rake wheels of a row with their supporting members can be taken out of that row as one piece, which completely fits in another place in the frame, such that the rake wheels there. of then form a second group.
3. Device according to claim 2, characterized in that the rake wheels of each of the parts of the splittable row are mounted on a beam running obliquely with respect to the direction of travel, each of which is supported by a running wheel, one of which is adjacent and in the direction of travel. extended behind the other, for which purpose it is hingedly attached to a supporting arm (16) connected pivotally to the fixed frame (7,8), this such that after disconnecting the two parts of the support beam, the rear part (5b) can be brought into position parallel to the front part (5a) of the support beam by pivoting the support arm (16). ** WARNING ** End of DESC field may contain beginning of CLMS field **.