<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het vervaardigen van schoenwerk met neusverstijving en contrefort uit leer of ander materiaal van overeenkomstige stijfheid.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van schoenwerk met neusverstijving en contrefort.
Zij gaat daartoe uit van de bekende methode (zie bijv. de Fransche octrooischriften 688.895, 646.379 en 542.277), waarbij het boven- leer met een naar buiten omgezetten rand op een binnenzool wordt genaaid, waartegen vervolgens de loopzool door lijmen wordt be- vestigd. Bij deze bekende methoden geschiedt het bevestigen van het bovenleer aan de binnen- en resp. tusschenzool op de leest, hetgeen dure doornaaimachines vereischt, alsmede in sommige
<Desc/Clms Page number 2>
gevallen een kramzwikmachine.
Verder is uit het Britsche octrooischrift No. 137.582 een werkwijze voor het vervaardigen van schoenwerk bekend,waarbij het niet van een neusverstijving voorziene voorstuk van een, op bijzondere wijze vervaardigd bovenleer, v66r het opleesten van den schoen, langs den rand op een zool wordt genaaid, tegelijk met een rand, terwijl het hielgedeelte op de gebruikelijke wijze door naar binnen omzwikken van het betreffende randgedeelte van de schacht en inlijmen van een contrefort wordt afgewerkt.
In het Britsche octrooischrift 18.543 A.D. 1909 is nog een werk- wijze voor het vervaardigen van schoenwerk met neusverstijving en contrefort beschreven, waarbij het neus- en hielgedeelte van de schacht eerst in den gewenschten eindvorm wordt gebracht en voorzien wordt van een naar buiten omgezetten rand en vervol- gens het voorschoengedeelte van de schacht met dezen omgezetten rand op een binnenzool wordt genaaid. Na het opleesten van den aldus voorgevormden schoen en het aanbrengen van de loopzool en een lossen rand, wordt een tweede naad rondom den schoen ge- maakt. Aangezien de schacht vooraf in den verstijfden eindvorm wordt gebracht en de tweede naad eerst na het inleesten wordt gelegd, kunnen deze naden alleen met een doornaai- en met een aflapnaaimachine worden gemaakt.
Verder is in het Britsche octrooischrift 2927 A.D. 1860 een methode voor het vervaardigen van schoenwerk zonder neusver- stijving en contrefort voorgesteld, waarbij het bovenleer vóór het opleesten daarvan en bij voorkeur nadat het voorstuk ongeveer in den gewenschten vorm is gebracht, langs den rand op een tus- schenzool wordt genaaid, hetzij met de hand, hetzij met een naai- machine, waarna op de leest de binnen- en buitenzool aan deze tusschenzool worden bevestigd, resp. aan de binnen- en buiten- zijde daarvan.
Tenslotte kan nog gewezen worden op het Amerikaansche oc-
<Desc/Clms Page number 3>
trooischrift 1.393.486, waarbij de beide zijgedeelten van een schacht met naar buiten omgezetten rand, nadat de verstijfde neus en hielgedeelten op de leest door krammen met een binnenzool zijn verbonden en de leest uit den schoen verwijderd is, met een ge- wone stikmachine op de binnenzool vast genaaid worden.
De uitvinding berust op het inzicht, dat een eenvoudigere, snellere en goedkoopere vervaardiging van het in den aanhef aangeduide schoenwerk kan worden verkregen, onder behoud van soepelheid, repareerbaarheid en vormbestendigheid door het boven- leer met de voering en met een neusverstijving en contrefort in practisch platgedrukten toestand over den geheelen schoenomtrek op de tusschen- of binnenzool te naaien, zonder dat zich daarbij een leest in het schoenwerk bevindt, waardoor het mogelijk wordt voor de geheele bevestiging een stikmachine, dus een gewone naai- machine te gebruiken.
Deze werkwijze heeft ten opzichte van de bekende belang- rijke voordeelen. Zij is eenvoudiger, verloopt zeer vlug en levert dus goedkoop schoenwerk, dat bovendien de grootere soepelheid van dit bekende type van genaaid schoenwerk bezit, bij welker vervaardiging anders dure aflap- en doornaaimachines moeten wor- den gebruikt.
Waar ter verstijving een campereur noodig is, wordt deze na het inleesten van den schoen, tusschen binnenzool en loopzool gelijmd.
De uitvinding omvat tevens schoenwerk, vervaardigd door toepassing van de beschreven werkwijze. Een dergelijke schoen, in het bijzonder een kinderschoen, is in de teekening in perspectief afgebeeld, waarbij de schoen over den neus is doorgesneden.
@ Zooals uit de figuur blijkt, is de schacht 1,bestaande uit het bovenleer en de voering, met ingelijmde neusverstijving en @ contrefort, langs den geheelen omtrek door een dubbelen stiknaad 2 met zwaren steek, direct op een soepele, dunnen binnenzool 3
<Desc/Clms Page number 4>
gestikt, hetgeen geschiedt vóórdat de schoen ingeleest wordt. Op deze binnenzool 3 is een loopzool 4 gelijmd. De met de gewone stikmachine verkregen naad is kenbaar aan het feit, dat de onder- draad aan de bovenzijde den bovendraad loodrecht kruist.